NIEUWE
W> agio lad voor sSfiooró- en &uió'<Xollanè.
Leerplicht in de praktijk.
ffo. 4703,
Woensdag 30 Januari 1901,
26ste Jaargang
De pleegzoon.
ifzonderlyke nummer»«0,08
Dit blad verschynt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUB1AU: St. Janstraat Haarlem!
Van 1—6 regels gQ
Elke regel meer71/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Redacteur-Uitgever, W. KflPPIBS.
«De volmaaktheid is niet van deze we
reld dat ondervinden ook onze vroede
wetgevers. Dat ondervonden zij by «de
öienschelykerwijs volmaakte kieswet» dat
ondervinden zjj thans bij de uitvoering van
de Leerplichtwet, zegt de Maas- en Roer
bode en dit blad laat er op volgen
Voor eenige dagen geleden werd in de
bladen gewag gemaakt van een kwajongen
te Tholen, die de geheele Leerplichtwet te
zjjnen opzichte buiten werking stelde.
door tegen den klasse-onderwyzer te vloe
ken, de vuisten tegen hem te verheffen en
bet eerbiedwaardig hoofd der school
in de hand te byten. Het hoofd der school
oordeelde het noodig voor dezen balstu-
rigen bengel gebruik te maken van de be
paling, dat tydelyke verwijdering van de
school als tuchtmiddel kan worden toege
past. De vlegel werd naar huis gezonden.
Juist, wat die kwajongen had willen uit
lokken.
Onnoodig te zeggen, dat het succes, door
deze onbeschofte krachtsvertooning behaald,
aanstekelijk moet werken op de andere
leerlingen. Een liberaal orgaan, dat met den
vader van den Leerplicht in nauwe betrek
king staat, is over den Tholenschen deug
niet dan ook volstrekt niet te spreken. Zoo
iets noemt het blad en volkomen te
recht geen «spelletje» maar een «slecht
voorbeeld» «voorbeeld van verzet en bru
taliteit» voor den onderwyzer is het een
«bitter onaangename botsing, waarin hy
iederen keer de rol van lydende party zal
te vervallen hebben.» De huidige toestand
zegt het blad, mag niet voortduren.
Natuurlyk nietZoo'n Tholensche school
jongen, die een minister als de heer B o r-
g e s i u s met zjjn gansche Leerplichtwet
in het zonnetje zet dat is niet te dul
den Maar raad nu eens hoe de schrandere
Zutphensche de herhaling van zulke onver
kwikkelijke tooneelen wil voorkomen. De
brave krant wil jongens, wier entree in de
school niet «kalm» genoeg is, doodeen
voudig opzenden naar een tuchthuis.
Daarom eischt zy een nieuw wetsartikel,
krachtens hetwelk bengels als de Tholen
sche schooljongen kannen gestraft worden
door een der strafmiddelen, die door de
z.g. kinderwetten worden in het leven ge
roepen.
Naar het tuchthuis 1 Dat moet er nog
FE ILLS TON.
87
(Vervolg.)
Weggereden? Wasr nser toe?
Waarschijnlijk naar de stad. Hjj heeft be
volen, den wagen in te spannen en achter bjj
het hek van het park te wachten.
Hjj zal nu wel weg sjjn.
Met een wenk werd de bediende weggezonden
en toen kon Dernburg niet langer zjjne zelfbe-
heersching bewaren. Hjj zonk op een stoel neer
en een nitroep der vertwijfeling ontwrong zich
aan zijne keel.
Mijn kind I Mijne arme Majs I Zjj heeft
dezen man lief met heel haar hartl
Er lag iets ontroerends in de smart van den
man, die met opgericht hoofd eenen strijd te
gemoet ging, die zjjn bestaan bedreigde, maar
die het ongeluk van zjjn kind niet scheen te
knnnen verdragen.
Egbert ging naar hem toe en boog zioh tot
hem over.
Mjjnheer Dernburg, sprak hij met beven
de stem,
Eene driftige, afwerende beweging wees hem
terng. Ga I Wat wilt gjj
Erich is dood, en den man, die in zjjne
plaats treden zou, moet gjj verstooten. Geef mjj
nog eenmaal, voor dit uur het recht, dat ik
vroeger bezat.
Neen I riep Dernburg uit, zieh oprichtend,
absoluut by komen. Als men de knapen
van balsturige vlegels tot bedorven sujet
ten wou maken, kon men geen beter mid
del aanwijzen dan van ze te interneeren
in een onzer demoraliseerende staatsinstel
lingen, welke men zeer eupbenistisch tucht-
huizen noemt. Neeo, dat men het hoofd
der school en zyn ondergeschikte onder
wijzers dan liever verlof geve om zoo'n
onbedwingbaren leerplichtige een flink pak
slaag te geven. Maar stuur onze jongens
alsjeblief naar geene tuchthuizen want
van zedelyke verbetering der jeugd beeft
de Staat nog minder verstand dan van op
voeding. Fro praxide Staat houde zjjne
vingeren zooveel mogelijk van onze jon
gens en meisjes af, want hjj is nergens beter
voor dan om het goede in het kind te
verstikken en het kwade nog te verergeren.
Ziedaar een voorbeeld, hoe door een
kwajongen op handtastelijke wjjze een leem
te in de Leerplichtwet aan bet licht werd
gebracht. Zien wij nu hoe de geleerde
heeren zelf malkaar over de uitvoering der
Leerplichtwet in het haar zitten.
Yoor eenige ds gen had te Groningen
eene vergadering plaats, waarin de heer
F. VanRysen s,arrondis3ements-school-
opziener, zou inleiden «de Wet op den
Leerplicht». De verbazend geleerde schry-
ver van geschiedenisboeken en -boekjes,
een specialiteit in het oplossen van de
Leerplicht-raadselen, zou eens duideljjk ma
ken, wat schoolopzieners en onderwijzers
te doen hebben voor een goede uitvoering
van deze over het heil der menschheid be
slissende wet.
Doch al zjjne geleerdheid mocht hier niet
baten. Aan de bestuurstafel; waaraan nota
bene 1 de districts-schoolopzieners en acht
arrondissements-schoolopzieners in hoogst
eigen persoon gezeten waren, ontspon zich
een geanimeerde discussie overde toch zeer
elementaire vraag «Gelden de straffen, in
artikel 23 genoemd, ook voor kinderen,
die wel de school bezoeken, maar nog niet
den leeftjjd van zeven jaren, in artikel 3
genoemd, bereikt hebben «Neen,» zegt
de een, er zich op beroepend, dat de Leer
plichtwet het kind eerst verplicht om op
zevenjarigen leeftjjd de school te bezoe
ken «ja,» zegt de ander, wjjzend op ar
tikel 5, luidend «de verplichting om te
zorgen, dat het kind de school, waar het
als leerling is ingeschreven, geregeld be
en de oude strakheid lag wed-r in zjjne trek
ken. Gjj hebt u losgemaakt van mjj en de mjj-
nen, gij hebt het recht verbeurd, het leed met
mjj te dragen. Ga naar uwe vrienden en partjj-
genooten, die nu als een troep wolven op mjj
aankomen, en aan wie gjj mjj opgeofferd hebt.
Bjj hen behoort gjj, daar is uwe plaats 1
Zjj hebben mjj veel leed aangedaan, maar gjj
toch het meeste, want gjj laagt mjj het naast
aan het hart.
Van u wil ik geene deelneming en geen sten»
nog liever ga ik te gronde I
Hjj ging naar de aangrenzende bibliotheek
en trok de deur driftig achter zich toe. De brug
tnsschen hem en Egbert was afgebroken.
XX.
De boomen in het park rnischten en hunne
toppen bogen door den wind, die nn tegen den
avond tot een storm scheen aan te groeien. Hjj
joeg de roode en gele bladeren dwarrelend de
lucht in, en een grauwe, dioht bewolkte hemel i
zag r eder op de aarde, die reeds in haar herfst- j
gewaad gehuld was.
Ma ja kwam alleen terug van de rustplaats
haare broeders, terwjjl Cecilia daar nog gebleven
was, zjj had zich laten overreden vooruit te gaan.
Het jou ge meisje, dat nn midden in de zon- j
nige lente haars levens stond, gevoelde een ge
heime afschnw van alles, wat tot dood en graf
in betrekking stond.
Haar lachte het leven toe en het geluk aan
de zjjde van den man, dien sjj lief had?
Op den terugweg kwam zjj voorbjj het Bo-
zoekt, vangt aan met den dag, waarop het
voor het eerst op de school kan plaats
nemen.»
Ah de specialiteiten het zelf niet weten,
dan zou het vermetel zyn voor een leek in
het vak om hier eene oplossing te beproe
ven, hoewel het overigens vry duidelijk
schjjnt, dat ook kinderen beneden de zeven
jaren, wanneer zij eenmaal de school bezoe
kenonderworpen zyn aan de algemeen
geldende bepalingen, ten minste als zy den
tyd, welke hun zevenden verjaardag voor
afgaat, als wettelyken leertijd willen doen
meetellen.
Een niet minder gewichtig dispnnt ont
stond in de pers over de vraag, of kinde
ren, die vóór het bereiken van den twaalf
jarigen leeftjjd alle cursussen van eene zes-
klassige school hebben doorloopen, des
niettemin op school moeten blijven tot hunne
twaalfde levensjaar. Wjj willen eerljjk zyn.
In overeenstemming met eene algemeen
verspreide opvatting van ait. 3, welke steunt
op de bedoeling van den wetgever, hebben
wij met verschillende andere bladen 0. a.
het Schoolblad betoogd, dat de kinderen
in geen enkel geval de school vóór het
twaafde jaar mogen verlaten. Hiertegen is
het Huisgezin in verzet gekomen op grond
van eene zeer redelijke overweging. Het
geval kan zich voordoen, zoo redeneerde
het blad, dat een kind reeds op den leef
tjjd van 11 of IVIj jaar al de cursussen
van eene zesklassige school heeft afgemaakt.
Wyl het onredelyk is te onderstellen, dat
de Regeering een kind wil verplichten om
tweemaal dezelfde klas te doorloopen, hon
den wij het er voor, dat in het aange
geven geval de Leerplicht vóór het twaalfde
jaar eindigt.
Wjj gevoelen veel voor deze redeneering
en aarzelen niet om onze vroegere mee
ning prjjs te geven, alhoewel wjj van oor
deel bljjven, dat de bedoeling van den wet
gever was alle kinderen te verplichten om
tot hun twaafde levensjaar de school te
bezoeken. Dit bljjkt duidelijk uit eendoor
de Kamer met 57 tegen 34 stemmen aan
genomen amendement, dat geene andere
strekking had dan om te beletten, dat kin
deren, die zevenklassige scholen bezoeken,
vóór hun twaalfde jaar de school verlaten.
Wjj hebben hier te doen, dunkt ons, met
een onvoorzien gevalzoolang de bestaande
leemte niet is weggenomen uit de wet, zou
een vader, die zyn kind, nadat het de ze»
senmeer, waar Oskar haar het eerst zjjne gene
genheid verklaard had. Heden zag de plaats er
heel anders uit, dan op dien Meidag in zonne-
schjja en lemeglans. Verdorde bladeren bedekten
den bodem en verwelkt was de oever van het meer,
dat bjj het treurige licht van deien stormachti-
gen dag, er donker en onaangenaam uitzag.
Geen zoet gekweel van vogels klonk meer uit
de straiten, die een herfstachtige tint aange
nomen hadden alles was stil en doodseh, en
de bergwand, die eens zoo helder blauw in de
verte geschenen had, was nu in een lichten ne
vel gehuld.
Ms ja was onwillekeurig bljjven staanzjj
staarde peinzend op de zoo treurig verander
de plaats en sloeg huiverend den mantel dich
ter om de schouders.
Daar hoorde zjj schreden naderen en het vol
gend oogenblik kwam Oskar Von Wildenrood
tnsschen het struikgewas te voorschjjn.
Ik zocht u in het beele paTk, Maja,
sprak hjj haastig, en wanhoopte er reeds aan,
u te vinden.
Ik was met Cecilia bjj Erich's graf, ant
woordde het jonge meisje. Zjj is daar nog.
Des te beter, want ik moet u alleen spre
ken. Wilt gjj naar mjj luis'eren?
Zonder antwoord af te wachten, gir.g hij op
de bank zitten waar boven de benken hunne
half ontbladerde takken spookachtig uitstrekten.
Eerst nn zag Maja dat hjj den hoed op en
den mantel om had, en dat zjjne trekken eene
zeldzaam verstoorde uitdrukking hadden.
Er is toch niets ernstigs gebeurd? vroeg
zjj verschrikt. Vader?
cursussen van eene gewone lagere school
heeft afgemaakt, vóór het twaalfde jaar
thuis houdt, zich met grond op deze wet»-
verklaring kunnen beroepen en etante dubio
wellicht vrijgesproken worden.
Er komen ook gevallen voor van meer
ernstigen aard.
In ons vaderland en meer in het bjjzon-
der in Limburg treft men verschillende in
ternaten aan, waar buitenlandsche b.v. Dnit-
sche en Fransche jongens en meisjes be
neden de 12 of 13 jaar onderwys ontvan
gen. Deze kinderen keeren later in hun
eigen land terug en daarom i» het onder
richt, dat hnn verstrekt wordt, niet over
eenkomstig artikel 2 der wet tot regeling
van het lager onderwys. Dnitsche kinderen
krjjgen Dnitsch, Fransche kinderen krygen
Fransch onderwys, opdat hunne opleiding
zich aldus aansluite aan en overeenkom*
met hnnne toekomstige positie, werkkring
en omgeving. Het spreekt vsn zelf, want
het ware al te dwaas Dnitsche of Fransch*
kinderen evenals de Nederlandsche jeugd
te onderwjjzen in de vakken a—g, tot in
de Nederlandsche taal incluis.
Maar wat staat nu te gebeuren, ef lie
ver wat ts reeds gebeurd?
Men zal hen, «die krachtens overeen
komst met de verzorging van (deze) kin
deren belast» zyn, wjjzen op de bepalin
gen van de Leerplichtwet. De schoolop
ziener acht zich als uitvoerder der wet
verplicht om te eischen, dat het onderwjjs
dat aan bedoelde leerplithtige kinderen ge
geven wordt, overeenkome met de voor
schriften van Art. 2 op de wet van het
lagere onderwys.
En wat zal hiervan het gevolg zyn, wan
neer de betrokken personen gelyk reeds
gebeurd is verklaren, dat zy aan die
eischen onmogelijk kunnen voldoen Men
zal hun te verstaan geven of liever
men heeft hnn reeds te verataan gegeven
dat willen zy gevrijwaard bljjven van
straf, er dan niets anders op zit dan dood
eenvoudig de kinderen naar hnn vaderland
terug te zenden.
Nu vragen wyis dat billyk, is dat
redelijk, is dat niet tyranniek Wjj maken
hier geen verwjjt aan den schoolopziener,
die optreedt als uitvoerder der wet, maar
wy zouden wenschen te weten of het de
bedoeling is van den Nederlandschen wet
gever de hoofden van gestichten voor zulk
Het betreft hem niet, maar mjj, of veel
meer ons beiden.
Maja, ik moet n iets ernstigs, iets treurigs
leggen. Gjj znlt mjj nn toonen, of uwe genegen
heid voor mjj waar en groot ie.
Gjj houdt toch veel van mjj, niet waar Hier
op deze zelfde plaati hebt gjj het mjj eene ver
zekerd. Ik meende nwe hand gevraagd te heb
ben, om gelukkig te zjjn, voor een leven vol
zon nero hjjn en vrengde hebt gjj den moed,
ook het leed met mjj te deelen.
Maja was ontsteld over deze ernstige, eombere
woorden en sjj beefde aan alle leden. Oskar;
om Gods wil, wat meent gjj Gjj jeagt mjj een on-
beschrjjiljjke angst aan met dese toespelingen 1
Ik verlang een offer van n, een groot,
zwaar offsr. Wilt gjj het mjj brengen
Vraagt gjj dat nog Allee, allee wat gfi
verlangt I
En als ik nu vraag, om nw vader en
nw te huis te verlaten, om met mjj te gaan,
ver weg naar een vreemd land sondt gf
mjj dan volgen?
Mp vader? Mjjn te huis? herhaalde het
jonge meisje, dat nog altjjd niet begreep. Maar
wjj bljjven hier immere in Odeniberg.
Neen, ik moet weg solt gjj met mjj
gaan
Ik ik begrjjp u niet, seida M»j* met
sidderende stem.
Zjj n gelaat was doodsbleek en in sjjue oogen
flikkerde weder die eigenaardige gloed, die haar
bjj de eerste ontmoeting soo verschrikt had»
(Wordt vertolfi)
HilfiLIHJSdHE COHBiJT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Haarlem 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland «2,80
PBIJS DBS AD VBBTBNTIHCT
AG-ITE MA HOW AQITATB