NIEUWE
Hbagêlaó voor cfëooró- en SCuió-dColland.
ag-ite ma hoh agitate
Amsterdamsche brieven.
No. 4741
Vrijdag 15 Maart 1901,
25ste Jaargang.
Haar Zegepraal.
BUITENLAN D.
0
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Aizonderlyke nummers«0.03
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen;
BUBBAU: St. Janstraat Haarlem}
PBIJS DSE ADVBBTBNTiaiT
Van 16 regels
Elke regel meer
50 Cent
77.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant
Redacteur-Uitgever, W. KflPPER8.
13 Maart 1901.
De Koningin is vertrokken, de feestweek
is voorbij. Eene uitmuntende gelegenheid om
retrospectieve beschouwingen te houden over
de feesten, zal men wellicht zeggen, maar
ik denk er niet aan daarover lang ait te
weiden. Eer ik aan de beurt kom heeft
men er al zooveel van gehoord en gelezen,
dat iedereen het moe begint te worden. Daar
om slechts met een paar woorden enkele in-
drukken.De versiering der stad was op enkele
punten heel mooi, maar voor geen derde ge
deelte zoo algemeen als by de kroningslees
ten. Op vele plaatsen was het niet moge
lijk voldoende deelneming er voor te vin
den. By den intocht der Koningin, en Haar
Gemaal,welke intocht behalve een zegetocht
ook een regentocht was, heeischte er eene
buitengewone geestdrift, die zelfs door al
de waterstroomen niet kon gebluschtwor
den. De aanhoudende regen echter maakte
de stemming 's middags en 's avonds min
der opgewekt, dan voor drie jaar, maar toch
opgewekter dan men by zoo'n afschuwelyk
weer zou verwacht hebben. De Ameri-
kaansche kittelaars van toen, waren nu
door kleppers vervangen, welke slagvoor-
werpen vaak aanleiding gaven tot weinig
verheffende tooneelen, en dan ook weldra
door de politie verboden werden.
De aubade Woensdag-ochtend ontsnapte
gelukkig aan een watervloed en liep goed
van stapel, niet zoo de eerste tocht met
de Gouden Koets, die onder voortdurende
stortbuien plaats had. Deze konden echter
de duizenden en duizenden toeschouwers
niet verjagen noch ontmoedigen. En zjj
hadden geljjk, de toeschouwers, want nim
mer heb ik op dat gebied iets schooners
gezien. Dat was waarlijk een koninklijke
tocht, en nog schooner was hetja, mid-
deneeuwsch, Oostersch schoon, Donderdag
en Vrjjdag 's avonds, toen de Gouden
Koets door electrisch licht bestraald, door
FE ILLS TON.
81. (Vervolg.)
De een na den ander stond op en verliet de
kamer, alsof zjj nienwe krachten ontvangen
hadden om den strjjd des levens te strjjden
alsof zjj de overtuiging hadden dat hjj, als
de trouwe vader hunner zielen, gelijk hjj altoos
geweest was, hen slechts zou verlaten om naar
zjjn huis te gaan, waar hij hem zou afwachten
om te zarnen eeuwig gelukkig te zjjn.
Op zekeren dag zette Lidy Elisabeth zich
naast zjjne legerstede neder om hem een papier
voor te lcz.n, dat zjj in de hand hield. Toen
zjj gedaan had, zeide hjj
//Kind, ik kan dat moeieljjk goedkeuren
het zal u te weinig voor u zelve overlaten.
Ik wil hiermede niet zeggen, behoud zooveel
gÜ noodig hebt om uw rang op te houden,
want ik weet wel dat gij dit tiet verlangt
maar het is een kommervolle tjjd. Wellicht
zult gü de vlucht moeten nemen naar den
vreemde en u in vrijwillige ballingschap begeven;
en in Vlaanderen, Frankrijk of Italië zou de
som, die gij voor u zelve wenscht te behouden,
niet voldoende zjjn.
Lady Elisabeth's gelaat schitterde van een
ongewonen gloed toen zij naar hem bukte.
«Vader, ik houd genoeg over voor mijne reis
naar huis. De ballingschap zal voor mij niet
noodig zijn. Het beloofde land is ïeods in het
gezicht//.
de straten reed met onze jeugdige Konin
gin in het blanke gewaad en getooid met
flonkerende edelgesteenten. Het leek wel
een tocht uit een tooversprookje, van eene
fee, door duizenden en duizenden geestdrif
tig toegejuicht.
Donderdag eindelijk wat beter weer en
na kregen wjj voor het eerst de fraaie uni
formen der eerewacht te zien, tot nu onder
de lange regenmantels tegen den njjdigen
regen zorgvuldig verborgen. En 's avonds
de schitterende illuminatie, op sommige
punten verblindend schoon, al toonden an
dere plaatsen de bedroevende sporen van
de vernietiging door het hardnekkige re
genwater der vorige dagen veroorzaakt. Deze
illuminatie had zeker de bewoners van
andere plaatsen in ontelbare drommen naar
de hoofdstad gelokt, want nimmer, ook niet
met de kroningsfeesten, zag ik zulke opeen
gepakte menigten. En nu moet mij een
opmerking van het hart, cp het gevaar af
een «pruttelaar» genoemd te worden. By die
gelegenheid liet de orde op menige plaats
heel wat te wenschen over. Was reeds
Zondag-middag bij het bezien der versie
ringen de circulatie zeer bemoeielykt door
het vrije verkeer der rjjtuigen, zoodat er
toen reeds opstoppingen plaats hadden, die
dreigden voor sommigen levensgevaarlijk te
worden, Donderdag-avond was dit meer
dan erg. In de Vijzelstraat, op de bruggen
over de Heeren- en Keizersgracht, maar
vooral in de Leidschestraat hebben er
tooneelen plaats gehad, die verre van vroo-
ljjk waren. Daar werd op sommige pun
ten meer gekermd en geweeklaagd en van
angst geschreeuwd, dan gejuicht en geju
beld en gezongen van pret. En kon het
anders? Waar soms van drie kanten stroo
men van menschen elkander ontmoetten
en waar dan nog het verkeer van rytui
gen, ja, van handkarren en wagens met
planken en balken en stoelen was toege
staan, moesten er ongelukken gebeuren.
Zoo iets heb ik met de Kroningsfeesten
nergens gezien. Op my maakte het den
Hij zag haar vragend aan, waarop zjj ver-
volgde
//Reeds eenigen tjjd geledeD, vermoedde ik
dat mjjne gezondheid ondermjjnd was, doch ik
Was te zeer met bezigheden overladen om er
aan te denken, bjjzonder te Kilkenny, of ik zou
het u gezegd hebben. Ik denk dat de schok
van dat tooneel ia Dublin en onze overhaaste
vlucht de crisis bevorderd heeften toen ik er
den dokter, die hier kwam om naar u te zien,
over sprak, bevestigde hg mjjne vermoedens,
en toen ik hem verzocht mg onbewimpeld te
zeggen, wat hjj van mjj dacht, zeide hg, dat ik
nog sleehts weinige maanden te leven had.
Och, Vader, hoe goed is God voor mijj geweest
Hg heeft mjjn laatsten aardschen wensch verhoord
namelgk van u in uw laatste ure bjj te staan
en wetende hoe zwak ik zonder uw leidende
hand in deze wereld vol zorgen zou zijD, wil
hij mg niet lang alleen achterlaten. Ik vertrouw
dus, Vader, dat gjj niet langer bezwaar zult zien
in deze beschikking over mijne tijdelijke be
zittingen. Ik heb geen enkele bloedverwant
op aarde, die hulpbehoevend is. Ik laat in
Mary's handen zoovee), dat zjj in staat zal zijn
die aalmoezen te blijven uitreiken, die ik ge
lukkig genoeg geweest ben ter eere Gods te
kunnen wegschenken. Indien ons leger het on
derspit zou delven of als Henry mooht komen
te vallen, zal zjj met haar kind en Rosa te
Leuven een veilige haven vinden, en derhalve
zal ik mjjn vurig verlangen kunnen vervul
len en het noviciaat te Kilkenny stichten.
Gjj weet hoezeer gij altjjd gewenscht hebt, dat er
in deze streek een noviciaat zou besiaan en van
indruk, dat de maatregelen en het optre
den der politie nu lang niet zoo doeltref
fend en gelukkig waren dan toen. Dat er
niet meer ongelukken zjjn gebeurd, is zeker
voor het grootste gedeelte te danken aan
de, de omstandigheden in aanmerking ge
nomen, vry kalme houding van het pu
bliek. Vrijdag was het veel minder druk
in de stad, behalve des avonds toen na
afloop van het vuurwerk, dat wel fraai,
maar niet schitterend was, de ontelbare
menigte langs den Amstel verzameld, op
haar terugtocht naar de stad samen kwam i
met die andere menigte, die de stoet der
Koningin afwachtte, welke in de electrisch
verlichte Gouden Koets uit den schouw
burg naar het Paleis terugkeerde.
In de Kalverstraat was alsdan de drukte
vreeselijk en toen nu bij het Spui de cir
culatie moest gestremd worden, daar de
Koningin er passeeren moest, kostte dit
aan enkele groote glasruiten' hun bestaan.
Eu nu is zy weder teruggekeerd naar het
Loo, om uit te rusten van de inspannen
de dagen dezer week. Zy zal de overtui
ging medegenomen hebben, dat het volk van
Amsterdam haar lief heeft en vereert, dat
het haar echtgenoot, den Prins-gemaal ont
vangen heeft met al den eerbied, waarop
Zijne hooge positie aanspraak heeft, maar
ook met al de hartelijke voorkomenheid, die
Zij voor hem kon verwachten. Naar rnjjne
meening, heett Zjjne verschyning op het pu
bliek een alles behalve onguustigen indruk
gemaakt. In tegendeel, zijne manneljjke hou
ding en zjjn minzaam optreden, hebben bjj
dezen en genen bestaande vooroordeelen zeer
verminderd, of geheel doen verdwynen. Mo
ge het leven der jonggehuwden steeds ge
lukkig zjjn en er steeds overbljjven van den
sprookjesachtigen tocht in de Gouden Koets.
Zeer en barteljjk toegejuicht werd steeds
de Koniugin-Moeder. Het is alsof het volk
haar altjjd nog den dank brengt voor hare
toewjjding aan ons volk, voor hare zorg
vuldige opvoeding aan de Koningin ge
geven.
hoeveel gewicht dit is voor den bloei der so
ciëteit en het heil der zielen.//
//God zegene u kindwas het zacht fluiste
rend antwoord van den vader. //Nu de zaken
zoo staan neem ik najjne tegenwerping terug.
Zal de weg, dien gjj nog hebt af te leggen,
dan kort zijn, maak n dan de tjjd, die u nog
rest, ten nutte en bereid u wel voor om uw
hemelschen bruidegom waardig tegemoet te
gaan.//
Veronderstellend dat zjj reeds te veel van
zjjne krachten had gevorderd, stond Lady Eli
sabeth op, en ging door de aangrenzende kamer
om iets versterkends voor hem te halen. Toen
zjj de deur opende, werd haar oor door het
geluid van een half onderdrukt lachen getroffen,
Mary en Vader Nugent stonden te praten met
iemand, wiens gelaat zjj niet kon onderscheiden.
Bij haie binnenkomst keerde Mary zich om.
Als het uwen goeden vader niet te veel na
deel zou doen,// zeide zjj, //zou hjj om het ge
zicht van vader Gölosse moeten lachen,// en
Lady Elisabeth's blik viel op een lang, schraal
man, die van het hoofd tot de voeten met meel
was bedekt, en een moleraarszak op zjjn schou-
dtrs droeg.
//Dit is zijn laatste idee, Lsdy Elisabeth,*
zeide vader Nugent. //Aanschouw onze professor
vaD Kilkennyik herkende hem niet toen ik
straks op het gras mjjn brivier liep te lezen.
Hjj kwam hier, noodigde mij uit meel van hem
te koopen, toen ik zag dat hjj zich met geen
weigerend antwoord liet afschepen, dacht ik dat
bjj een spion was, en me beangst maakte, daar
ik vreesde dat onze goede vader in zjjn laatste
De Goede God verlenge hare dagen en
schenke haar het zoetste geluk in het aan
schouwen van het geluk harer kinderen
Oostenrijk-Hongarije.
Dezer dagen is te Buda-Pest een bede
laar overleden die 500,000 kronen nage
laten heeft tot stichting van eeD Hongaar-
sche Universiteit te Presburg.
Vier en dertig jaren lang kroop A n-
dreas Jungkowicz, die gebrekkig
was, te Buda-Pest over het plaveisel van het
Royal Hotel en vroeg aalmoezen aan de
voor by gangers. Hjj stierf op 84 jarigen leef-
tyd en tot ieders verbazing vond men op
zjjn vliering papieren ter waarde van500.000
kronen, voor bovengenoemde Universiteit
bestemd.
Zijne zeer behoeftige erfgenamen betwis
ten nu de geldigheid van zjjn testament.
Fankrijk.
Bjj het Parket van Parjjs is een groote
diefstal in onderzoek. In het groote ma-
gazjjn Bon Marclié moet voor een waarde
van 200,000 franks ontvreemd zjjn. Een
dertigtal personen zjjn in de zaak betrokken.
De Fransche Regeering heett aan de Ka
mers een bedrag van 75 millioen franks
gevraagd voor dj koBten der expeditie in
China voor 1900.
Duitschland.
Het heeft zeer sterk de aandacht ge
trokken, dat de Groot-Hertog van Hessen
onlangs op een zoogenaamden parlemen
tairen avond ten huize van den voorzit
ter van ie Tweede Kamer aan tafel naast
het soei aal democratische kamerlid U1 r i c h
is gaan zitten en drie kwartier lang met
dezen heeft gesproken over allerlei vraag
stukken van den dag.
Te Munchen is de 80ste verjaardag van
prins-regent LuitpoldvanBeieren
plechtig gevierd.
Bjj de ontvangst van de diplomaten
heeft de nuntius Sam bricetti Maan
dag de gelukwenschen van den Paus over
gebracht, en vervolgens een toespraak ge
houden uit naam van het diplomatieke
corps.
Gisterenochtend is de Keizer van Oos-
oogenblikken nog zou verontrust worden, totdat
mijn waarde molenaar mjj in het latjja aansprak
en zich bekend maakte.
„Wacht tot ik onzen vader dit drinken ge
geven heb/r zeide Lady Elisabeth, *want hjj is
zoo zwak en dan zal ik hem de komst van
onzen nieuwen bezoeker vertellen.//
Zoo sprekende spoedde zjj zich naar Vader
Fitzsymous terng, gaf hem ta drinken, en meld
de hem toen dat Vader Gelosse in de andere
kamer was.
//Laat hem hier komen,* zeide de zieke, met
een glans van bljjdschap in zjjn oogen. Ik wist
wel dat hjj komen zou niet» kan hem terug
houden. Welke vermomming heeft hjj nu weer
verzonnen en toen de molenaar, vergezeld van
Lady Elisabeth, Vader Nugent en Mary het
vertrek binnentrad, konden ijj den bljjilen kin-
derljjken lach van Vader Fitzsymous nog eens
weer hooreo.
Toen de gewaande molenaar zich verwjjderd
had om zich te verkleeden, en weder in zjjne
gewone priesterkleeding verscheen, werd hem,
geljjk alle bezoekers, naar nienws gevraagd.
//Helaas!* zeide Vader Gelosse; ik kan u
niet veel goed nieuws vertellen. De buitenland-
sche expeditie is een misslag geweest. Ormond's
intriges zjjn te Tersaillez maar al te wel geslaagd,
en de macht van Inchiquin neemt bjj den dag
toeen,» voegde Vader Gelosse er met sachter
stem bij, er loopen geruchten van een wapen
stilstand,*
Wordt vtmlfi)
4II1I8C1Ë tlODROT.
ABOÏTCTEMENTSPBIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem 1,10
a