NIEUW
ïïagêlaó voor cfëooró- en Sutiió-dCoIlanó.
De kunst der opvoeding.
4748.
Zaterdag 23 Maart lööl
25ste Jaargang.
Haar Zegepraal,
BUITENLAND.
Frankrijk.
Engeland.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland i
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschjjnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlems
/1,10
<1,40
<2,80
<0.08
PRIJS DBS ADVERTENTIEN.
Van 1—6 regels50 Cent
Elke regel meer71/t
Groots letters worden berekend naar plaatsruimten
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
ACUTE MA WON AGITATE.
Eed a e t e nr-D i t g e v e r, W. KüPPERS.
IV.
De wil van den mensch, vóór den val
van Adam, sterk en krachtig, nu door de
zonde verzwakt en vaak beheerscht door
allerlei raadgevers, zoo goede als kwade,
beslist gewoonlijk niet meer alleen opper
machtig over het doen en laten der men-
schen. Zjjne overtuiging, zjjne hartstochten,
zjjne gevoelens hebben op zjjne beslissin
gen een grooten invloed. Van daat dat
het van het grootste belang is reeds van
de vroegste jaren af aan den jeugdigen
mensch eene vaste overtuiging in te pren
ten omtrent geloof en godsdienst. Een
krachtige geloofsovertuiging, een vurige
liefde voor den godsdienst, zjjn de beste
steunpilaren voor den verzwakten wil. En
het werd reeds gezegd in ons vorig arti
kel, de vreeze des Heeren, die zonder ge
loof en zonder godsdienst niet denkbaar is, is
een der krachtigste middelen om den mensch
af te houden van het kwaad en den wil
te doen kiezen in de goede richting.
Maar van niet minder belang is het be-
heerschen der hartstochten. Het spraakge
brek, de gewone opvatting heeft aan het
woord <haitstocht,» bjjna een kwade be-
teekenis gegeven. Men spreekt bjjna altjjd
van de boove hartstochten, de gevaarlijke
hartstochten enz. Toch is deze opvatting
volstrekt niet de juiste. Van de hartstoch
ten kan men zeggen, wat Schiller in
«die Glocke» zegt van het vuur
WohlitiUig iet des Feuers Macht
Wenn sie der Mensch bczahmt, bewacht,
Doch wehe, wenn sie losgelasseD.enz.
Ja, de hartstochten zjjn goed, zjju een
gave des hemels, weldadig voor den mensch
zoolang hjj ze temt, bewaakt, beheerscht,
maar wanneer zjj den teugel ontspringen,
dan richten zjj verschrikkelijke verwoes
tingen aan, geljjk het vuur, dat door de
volkrjjke straten zijn rooden gloed ver
spreidt en slechts puinhoopen en ellende
achter zich laat.
FEUILLETON.
>8.
V&rvolg.)
Onder vele tranen werd de laatste maaltijd
genuttigd, en kort daarop zette de treurige
processie zich in beweging. Bij twee en drie
vertrokken de Zusters, de Abdis het laatst, en
het kleine klooster van de H. Maria der Enge
len was ledig en verlaten.
De dag ging onder het afscheid nemen treu
rig doch snel voorbjj. Het huis van. Bride
O'Sullivan was opgevuld met personen, die
kwamen om dochter, zuster of nicht vaarwel
te zeggen, terwjjl vele oude, trouwe vriendin
nen elkander ook nog menig woord te zeggen
hadden.
Zuster Clara van Jezus had het minder druk
dan vele der andere Zustersdewjjl niemand
harer bloedverwanten in Drogbeda vertoefde.
Zjj wandelde in den tuin, die aan de woning
der O'Sulliv&ni grensde en kwam daar Kathleen
Maguire tegen wier vriendelijk gelaat in tra
nen baadde.
Lieve Kate,« zeide zuster Clara, ffgjj
moet niet zoo bitter bedroefd zijn om ons ver
trek. Gjj hebt uw goeden man, Hugh, ea uwe
lieve kinderen bjj u, tn in deze wereld moe
ten wjj leeren van onze vrienden te kunnen
scheiden.*
//Ach, Eveline," zuchtte Kathleen, ffhet
is sleohts het begin van het einde. Ik heb een
Welke rampen zjj na zich slepen wan
neer hun den vrjjen teugel gelaten wordt,
dat toont allerduidelijkst de tegenwoordige
maatschappijde tegenwoordige wereld
maar dat ziet men ook in elk mensch
die niet geleerd heeft in zjjn jeugd zjjnen
wil te sterkenopdat hp meester bljjve
over de neigingen zijns harten.
In zijn jeugd, ja, want dan is het
mogeljjkdan is het gemakkelijk op
rjjperen leeftijd is het vaak te laat ze
ker steeds zéér moeieljjk.
In zjjn jeugd, o, hoe veel wordt in
dit opzicht, het bedwingen der hartstoch
ten in de jeugd, in den tegenwooidigen
tijd door de opvoeding verwaarloosd, be
dorven En dat is niet te verwonde
ren Bjj het kind is alles lief, onschul
dig, bekoorljjk, vaak zelfs zjjne verkeerd
heden. Wat in een jongeling, zelfs in een
knaap of meisje leeljjlr, afkeurenswaardig
wordt gevonden dat wordt vaak in een
kind zoo niet geprezen, dau toch veront
schuldigd, ja soms bewonderd en met een
zekeren trots aan anderen getoond. Zoo iet)
te straffen of tegen te gaan, daaraan denkt
men niet. Hoe zou men ook Zoo'n kind
is toch zoo lief, het is zoo onschuldig
het denkt, het kent nog geen kwaad.
Hoe zou men zoo iets kunnen straffen, te
gengaan Straffen nietstraf ver
onderstelt schuld en schuld is er bjj het
kind nog niet, maar tegengaan wel, en
zeer zeker en zelfs met gestrengheidals
het moetal kost dat wat moeite, al moet
gjj het kind daardoor verdriet aandoen. Gij
bespaart daardoor het kind voor later veel
onheil en veel verdriet en u zeiven bloe
dige tranen. Menig kind heeft de toege
vende liefde zijner ouders in latere jarea
niet alleen diep betreurd, maar vervloekt.
Kent gjj de ballade van Bilderdjj k
waarin een zoon van zjjn moeder bekent, dat
hjj zjjne handen gedoopt heeft in het bloed
zijns vaders? De vorm heeft wel eens den
lachlust opgewekt, de twee laatste strofen
ejehter doen huiveren:
treurig voorgevoel, dut wjj elkander nimmer
zullen wederzien. Weet gjj wel ach, neen I
ik heb Dooit den moed gehad het u te zeggen
hoe, op den dag van mjjn huweljjk, toen
ik op den arm van mjjn braven Hngh leunde,
een oud vrouwtje one voorbjjging, en, mjj aan
ziende, mompelde //De schoonsie bloemen ver
welken het eneleten een koude rilling be
kroop mjj het hart. Wat mjjzelve betreft, Eve
line, ben ik bereid te eterven, doch het echeen
mjj toe, dat zij meende, dat mjjn Hugh van
mjj zou worden weggenomen, en dan, voorzeker,
zal ik verwelkeD,// en een vloed van tranen
etroomden over Kathleen'e wangen.
//Mijne lieve, lieve Kate,// zeide Zatter
Clara, //wees toch opgeruimd en niet zoo neer
slachtig. Waarom n dergelijke muizennesten in
het hoofd gehaald over een los doorheen gewor
pen woord van een wellicht half krankzinnig
schepsel Dat is werkeljjk niet goed van u en
dat moogt gij niet doen. God wil, dat de toe
komst voor ons verborgen blijve, Oohl Kate, laat
ons niet trachten te vernemeD, wat Zjjne goed
heid voor onze oogen bedekt houdt Houdt Zjjne
Voorzienigheid dan geen wekend oog over ons,
liefste? Is Hij niet slljjd onze goede Vader?//
wja> dat weet ik wel,// antwoordde Kath
leen, iets kalmer wordende; //doch wees niet
ontevreden op mjj, Evaik voel dat ik Hugh
niet kan opgeven ik kan zonder hem niet leven.
Zeg, Eva, doe ik zonde met dit te zeggen
„Ik wil u eene gedachte mededeelen,//
zeide zuster Clara, *die mij bjj een scheidings-
uur dikwerf getroost heeften ofschoon ik bid
en hoop, liefste, dat gjj nooit van Hugh zult
En wat laat ge aan uw moeder dan
O, Edaard mjjn zoon
En wat laat ge aan uw moeder dan
Dat haar vertroosten kan
Haar knens mjjn helsche vloek den kop
Die, moeder, moeder, ach,
Haar kneus mjjn helsche vloek den kop
Zóó voedde zjj mij op 1
De toegevendheid in de jeugd, het niet
beheerschen der kleine hartstochten in de
kinderjaren, het aardig vinden van die kleine
verkeerdheden, ze niet tegengaan, ze niet
straffenomdat ze door die kinderen in
hunne onschuld bedreven geen eigenlijk
kwaad zijn, heeft dikwijls de schromeljjkste
gevolgen in den lateren leeftijd. Vroeg,
zéér vroeg, moet de opvoeding beginnen
wil zij goede vruchten geven en wil zij in
lateren leeftijd niet zéér moeieljjk, zoo niet
onmogelijk worden.
De verontschuldiging«het kind is nog
zoo jong,» heeft maar al te dikwijls tot
refrein <En nu is het te laat.»
Eene andere verontschuldiging om niet
met alle kracht van den beginne at aan
de hartstochten te leeren beheerschen, vin
den velen vaak in de meening, die helaas,
al te zeer veld wint, dat de mensch zjjne
kwade neigingen, zijne verkeerdheden heeft
geërfd van zijne ouders, zjjne voorouders.
Zekerveel misschien neemt het kind
van zjjne ouders over, al wordt dat in onzen
tjjd wel wat overdreven, maar is dat eene
rede om het kwaad maar ongestoord te laten
voortwoekeren Neen neen hoe erger
het kwaad, hoe spoediger de geneesheer bjj
de hand moet zjjn en hoe krachtiger hjj
moet ingrjjpen. De opvoeding moet het ge
luk, het heil van den mensch beoogen voor
bier en hiernamaals daartoe moet afles
tot de hoogst mogeljjke ontwikkeling ge
bracht wordeD, wat goed in hem is en tot
zjjn geluk kan dienen, maar daartoe moet
ook van den beginne af aan, alles worden
bestreden, wat dat geluk schaden kan. De
hartstochten moeten beheerscht worden, zjj
moeten scheiden, weet ik ook dat uw vrees
daarvoor uw ljjden slechts kan vermeerderen.//
//Och 1 Dat is bet juist, Eva, Hoe goed
hebt gjj geraden wat er in mijn hart omgaa;
Ach, Kate,// zeide zuster Clara met een glim
lach, //het menscheljjk hart is meestal hetzelfde:
wanneer wjj in ous eigen hart trachten te lezen,
leeren wij het leed van anderen gevoelen
Eu die gedachte, lieve Eva, die u zoo
veel troost gaf, welke is zjj 1"
//Het was dit, KathleeD, dat hoe groot onze
liefde voor elkander ook moge zijn, en hoe
groot de reine liefde eener vrouw voor haren
man, en van eene moeder voor haar kind is,
ik weet het, zij is oneindig groot dat nog
niets is in vergelijking met de liefde van God voor
de ziel, die Hg heeft geschapen. God bemint
uw Hugh oneindig meer dan gjj hem kunt be
minnen, Kate zou Hij hem dan leed aan
doen Zelfs gij waakt niet o»er ieder haar van
zjja hoofd, doch God doet dit wel.//
//Ach, Eveline, dat is een hemelsche ge
dachte ik wilde,wel, dat ik er mij mede kon ver
eenzelvigen, evenals gijdoch gjj hebt u van
de dingen der aaide los gemaskt.//
Zusier Clara glimlachte, en wilde op dit
laatste gezegde een uitvoerig antwoord geven
toen zjj eensklaps zeide
//Luister 1 Kathleen, ik hoor stemmen die
ons roepen. Wjj moeten gaan.//
XVI
Da nacht daalde over Drogheda neder, en de
stad was uitwendig iustig.
moeten dienaren zjjn, geen heerschers, en
heerschers worden zjjindien de mensch
niet leert van zjjne jeugd af aan, ze te
onderwerpen aan zjjn wil 1
In de Fransche Earner van Afgevaar
digden trok de heer P r a c h e, bjj de be
raadslagingen over de wet tegen de kloos
ters, los tegen het drjjven der vrijmetse
laars. Hjj zette de leerstellingen der vrij
metselaars uiteen en beweerde dat hare
strekking socialistisch was. Hij legde uit,
op welke wjj ze zij optraden en hoe zjj van
het fanatisme onder het volk wisten ge
bruik te maken. Zjj nemen hun toevlucht
tot symbolistische en belacheljjke ceremo
niën. De vrjjmetselarjj was een godsdienst,
zei hjj, van vrjjdenkers.
De afgevaardigde E i b o t gal er een
zalfje overheen. Men moet, zeide hjj, niet
onverdraagzaam zjjn tegenover de Con
gregaties, maar evenmin tegenover de vrjj-
De toestand te Marseille wordt zeer
ernstig.
Er worden uitgebreide maatregelen ge
nomen. Het 14de en 16de legercorps van
Lyon en Montpellier, moeten verschillende
escadrons cavalerie aan Marseille afstaan.
Uit Valencia wordt een escadron huzaren
naar Marseille gezonden, nit Béziers een
escadron jagers en uit Lyon nog een es
cadron kurassiersdan worden er nog
twaalf brigades gendarmerie gereed gehou
den, terwjjl er reeds 500 man versterking
te Marseille was. Een groot aantal mili
taire bakkers zjja te Marseille ingekwar
tierd voor het geval de staking onder de
bakkers beginnen mocht.
Openlijk wordt te Marseille de sociale
revolutie uitgeroepen. Er wordt gevochten
door gendarmen en huzaren tegen de sta
kers in de straten waar de winkels zjjn ge
sloten. Cavalerie-patrouilles kruisen door
de stad. Men vreest voor uitbreiding van
het oproer.
De Engelsche minister Chamberlain
en zjjn aanhang hebben een gevoelige neder
laag geleden, nu Louis Botha gewei,
gerd heeft de aangeboden Vredesvoorwaar.
Sir Arthur Aston en zjjn krjjgaraad waren
wel is waar op hun hoede, officieren met pa
trouilles doorkruisten de stad, onderzochten de
poorten en wallen om te zien of er ook een
zwakke plek war, waar de vjjand in eene nach
telijke verrassing door kon binnen slnipen, doch
de drukte en de beweging der bezigheden van
den dag waren voorbjj, de lichten waren uitge
doofd, het leven en geraas aan de rivieTzjjde
werd niet mser gehoord, en de maan, die in
al haar glorie opkwam, wierp een vloed van
zilveren lichtstralen over de gladde wateren van
de Bojjne.
In de woning van Bride O'Sullivan had een
treurig en aangrjjpend tooneel plaats.
De nonnen waren alle voor de reis gereed,
menige traan werd vergoten, en menig zegenend
woord baande zich een uitweg uit de liefheb
bende harten van degenen, die de goede Zus
iers a's hun dierbaarsten schat beschouwden.
"Het is nog geen tjjd,// zeide vader Taaffe,
terwjjl bjj bet vertrek binnentradffhet ge
tij is nog niet dienstigwjj moeten nog een
poor ja wachteD, en als gjj er niets tegen hebt,
kinderen, wenschte ik, voordat gjj vertrekt, nog
wel een enkel woord tot afscheid tegen u te
sprekeD.*
//Och Yader,// zeide Moeder Abdis, //wees
zoo goed dat te doenonze harten zjjn vol van
het pjjnljjke denkbeeld, dat wjj uwe vaderljjke
zorgen voortaan zullen moeten missen.*
Wordt vervolgd)