NIEUWE
HbagBlaó voor <3ftooró- on Suió-eJCollanó.
De verheerlijking
fler Commune.
So, 4756,
Woeosdag 3 April 1901
26ste Jaargang.
Haar Zegepraal,
BOITEJJLA JVI).
ABOIOrEMEWTSPBUS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p«
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BÜBSAÏÏ: St. Janstraat Haarlemi
/1,10
«1,40
«2,80
«0.03
PHIJ3 DBS ADVaaTaHTIBH,
AGITE MA BrOH AGITATE
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meerï'/i
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte)
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie fc Contant
Redacteur-Uitgever, W. KAPPERS.
Bg gelegenheid van de verjaring der
bloedige, anarchistische Commune te Parjjs
vergast het socialistische blad le «Peuple»
zjjne lezers op eenen lofzang ter eere van
de toenmalige helden, waarin het heet, dat
de Commune is verdwenen in eene apo
theose (rergoding) van purperen wolben,
van vlammen en bloed. De dichter eindigt
met de voorspellingdat de Commune
welke men in bloed wilde versmoren, weer
herboren zal worden, dat het volk, hetwelk
haar liefheefthaar zal doen zegevieren
dat de dag der wrake zal aanbreken, zulks
zweert de dichter bjj de tranen, die ge
stort zjjn het Ijjden dat door de Com
munemannen geleden is.
Verder schrjjft in hetzelfde socialistische
hlad de heer Jules Lekeu: «Gjj Com-
mune, waart een en al «heldenmoed» een
en «eerlykheid», daarom buigen wg voor
u vol kinderlijken eerbied het hoofd
De beste manier om de Commune te eeren
en te verheerlijken, is de voorbereiding van
het proletariaat (de lagere volksklasse) tot
de hervatting van haar werk en de berei
king van haar ideaal.»
Om onze lezers te doen begrjjpen, waar
toe de teedere beschermers der werkende
klasse ze willen brengen, kunnen wjj niets
beters doen dan even eenige heldenfeiten
in herinnering brengen, door de Commune
mannen, na den oorlog van 1870-'71 van
den 18. Maart tot einde Mei daaraanvol
gende, uitgevoerd.
Van den 3. tot den 15. April 1871 wer
den geplunderd1. Het college der Je
zuïeten, 2, het klooster der Dominikanen,
3. het tweede college der Jezuïeten, 4. het
huis der Lazaristen, 5. het seminarie St.
Sulpice6. het asyl (toevluchtsoord) van
de zusterkens der armen7, het klooster
der Capucjjnen 8. de schooi Bossuet, 9.
het klooster der Augustinessen, 10. het Se-
FE U1LLBTON.
42.
Vervolg.)
Bleek van woede barstte Elspeth tegen haar
uit
//Dus wildet gjj mjj hier achterlaten om als een
hond gehangen te worden, wanneer mjjn mees
ter zou terugkomen en ontdekken dat gjj ge
vlogen wasr:,// riep zij, terwjjl zjj haar een he
ggen kaakslag gaf. Ik zal wel zorgen dat gjj
>ujj zoo'n poeta niet weder speelt.//
Dit zeggende leidde, of liever sleepte zjj haar
oen langen, steenen wereltrap op, tot dat zjj
den top van het gebouw bereikt hadden.
Bier ontsloot Elspeth eene deur, waaruit een
vochtige duffe lucht hen tegemoet kwam. Ver
volgens duwde zjj Eveline voor haar uit.
Bet vertrek lag ouder de dakpannen, en was
bjjgevolg klein en laag. Het was door een tra
liehek in tweeën gedeeld. In het midden van
dat hek bevond zich eene deur, die mede kon
gesloten worden, zoodat de persoon die er zich
achter bevond, dubbel gevangen was.
In die achterste kamer of liever in dat hok,
Wfrd Eveline geplaatst.
E-n houten legerstede, waarop een boa stroo
ag, benevens een houten stoel maakte al het
•uuenbelement uit. Door eene kleine opening in
het dak drong een weinig lucht en licht naar
pinnen doch geen zonnestraal kwam ooit het
inwendige van dit somber verbljjf opvrooljjken,
minarie van Issy, 11. het college Lévêquo,
12. het huis der Broede/kens, 13. hethuis
der zusters van Ternes, 14. de hospitalen
van de Liefdezusters in de voorstad Sf.
Jacques, 15. het klooster der Paters van
Picpns16. het kloosters der Dames van
de eeuwige aanbidding, 17. het toevluchts
oord St. Rochus, 18. het huis der Liefde
zusters in de straat Ville-Lévèque, 20. de
stichting der Dames van het H. Hart, 21.
de stichting der Oiseaux (vogelen), 22. de
stichting der Broeders in de straat Mont-
golfier, 23. de stichting der Broeders in
het 20. arrondissement.
Met eene buitengewone verwoedheid
hielden zjj huis in het klooster der Paters
van Picpus. In de kapel verminkten zij
het standbeeld der H. Maagd; doorscho
ten de standbeelden van St. Petrus en St.
Jozef, verbrijzelden de reliquieënschrijnen
en stalen de wierookvaten en gewijde voor
werpen van waarde.
In de cellen der paters verminkten zjj de
Christusbeelden, verbrandden zij de papieren,
in de schoollokalen werd allss verwoest en
vernield, en de religieusen gevangen ge
nomen.
Den 4 April werd de Aartsbisschop, zjjne
zuster, zjjne secretarissen, zjjn algemeene
vicarissen gevangen genomen, en als de
grootste booswichten naar de prefectuur
der politie gevoerd.
Den 5 April stormde eene bende com
munards het college Sainte-Géneviève bin
nen, om vermeende schatten te vinden.
Over hunne teleurstelling vol woede, namen
zjj den overste met zeven paters Jezuïe
ten, vier broers en acht knechten gevan
gen.
Bij den eerbiedwaardigen pastoor van
de St. Magdalenakerk, een 74-jarige grjjs-
aard om zjjne buitengewone liefderijkheid
en milddadigheid in heel Parjjs bekend,
wordt de deur met geweerkolven inge-
beukt. Van den zolder tot den kelder wordt
alles doorsnuffeld van 's morgens 10 tot
's avonds haff zeven, en op schandeljjke
en geen vuur had ooit de steenen, die groen
zagen van voohtigheid, verwarmd.
//Nu zullen wjj eern zien of gjj hier ook uit
zult komen,// riep Elspeth woest, terwjjl zjj haar
slachtoffer voortduwde,
Eveline gaf aan dit verbljjf de voorkeur, bo
ven de kamer beneden, met hare opzetteljjk
aangebrachte weelde. Het was daar slechts een
weinig harder dan in hare kloostercel, en zij
riep de koude en naaktheid met al de innig
heid harer vnrige ziel een harteljjk welkom
toe.
Doch de geest was sterker dan het lichaam,
Eveline was van een tenger gestel, eo here
krachten waren al reeds overspannen geweest.
De duffe lucht harer gevangenis, en het voed
sel dat slechts uit zwart brood en niet al te
helder water bestond, en bovendien onder vloe
ken en verwensohingen werd toegereikt, deden
hun invloed op het teedere lichaam spoedig
gevoelen.
Eindeljjk, toen de maand October reeds ten
einde liep, kwam Roger en zjjn gevolg voor
de poort van het kasteel aan.
Elspeth haastte zich haar meester nut groote
onderdanigheid te on'vangen, en deelde hem
terstond de redenen mede, waarom zjj Eveline
in de zolderkamer had opgesloten.
In het eerst vloekte Roger tegen haar en
schold haar uit voor al wat mooi en leeljjk was.
Doch na eenig nadenken verheugde hjj er zich
over en was genoodzaakt het luide en woedende
verwijt zjjner dienstmaagd aan te hooren, dat zij
haar, ingeval van tegenstand, op water en brood
moest zetten.
wjjze huisgehouden, waarna de heilige pries
ter met zjjoen bediende, onder het uiten
van de grofste beleedigingen, naar de pre
fectuur der politie wordt gevoerd.
Meer dan vijftig priesters en religieuzen
werden in de Roquette gevangen gehouden
waar ze als de laagste en gemeenste boos
doeners werden behandeld.
Toen, op den 24 Mei de Commune door
het leger van Versailles bjjna overwonnen
was, nam zjj nog ten laatste het besluit
68 gjjzelaars te tusilleeren. Door de tus-
schenkomst van den griffier der Roquette
bepaalt men zich tot zes. Deze zes slacht
offers, wien men nieti ten laste kon leggen,
dan dat zij voorbeeldige en jjverige pries
ters waren, zjjn
Mgr. Dar boy aartsbisschop van Pa
rjjs, Deguerry, pastoor der St. Magda
lenakerk, Pater Ducondray, overste
van het klooster der Jezuïeten, Saiute Gé-
neviève, P. C 1 e r c, de Abbé A11 a r d?
aa'moezenier der ambulances (veldhospi
talen) en B o n j e a n, eerste voorzitter van
het hof van cassatie. Later vielen nogt
Pater H o u i 11 o n, Mgr. S u r a t, de Vi
caris-generaal, B c o u r t, pastoor, en de
heer C h o u 1 i e u.
In de gevangenis, straat Haxo, werden
den 26 Mei op de afschuwelijkste wjjze
gefusilleerd en mishandeldvier Paters van
Picpus, drie Jezuïeten, een aalmoezenier,
een pastoor, een kapelaan, een seminarist
van 20 jaar, drie ambtenaren en 25 gen
darmen, dezen meest allen familievaders.
In de Avenne d'Italie werden voor de
kapel Brea twaalf paters Dominikanen
doodgeschoten, een hunner ontving 31 ge
weerschoten.
Niet tot uitvoering is gekomen het de
creet der Commune, luidende
«De citoyen (burger) Millidre aan
het hoofd van 150 brandpijlontstekers
(brandstichters), zal in brand steken de
verdachte huizenten de openbare gebouwen
aan den linkeroever, de burger D e r e u r e
met 100 brandstichters is afgevaardigd
//Ja, ja, dat is zoo, ik heb dal gezegd,
Houd uw mond, vronw, riep hjj, terwjjl hjj haar
eenige goudstukken toewierp. Toen mompelde
hjj bjj zichzelven.'
,iHet is misschien ook beter; het zal haar
trots wel wat gebroken hebben. Zjj heeft nu hiernit
gezien, wat ik kan doen, ik zal haar terstond
gaan opzoeken ieder harer wenscben zal nu
worden ingewilligd. Volg mjj,// zeide hjj op ge-
streDgen tooD, terwjjl bjj zich tot den grjjzen
bisschop wendde. En gjj, een wenk gevende tot
de mannen, die hem bewaakt hadden, //kunt
gaan.,,
Allen verdwenen, en hjj beklom, door den
bisschop gevolgd, den wenteltrap. Roger's spo
ren kletterden tegen de steenen treden, en moes
ten het oor eener gekluisterde gevangene be
reiken.
Zjjn bart klopte luid van bljjde hoop, zjjn
gelaat was rood van ingebeelde zegepraal. Zjjn
lang beraamd plan zon eindeljjk tot uitvoering
komen bjj zou slagen.
Hjj begon de deur te ontsluiten, doch de
roestige sleutel wilde niet ronddraaien, en hjj
moest heel wat moeite doen en gerukt maken
eer het hem gelukte de deur te openen, en bjjj
onmiddellijk door den bisschop gevolgd, binnen
trad.
Een kreet van ontzetting ontsnapte den laatste
bjj het gezicht en den renk der kamer, doch
zjjn gansche aandacht werd spoedig getrokken
door het schouwspel voor hem.
Eveline was geheel onbewust van hun bin
nenkomen. Zjj lag in half zittende houding op
haar bed, en hield hare armen voor zich uit-
voor het eerste en tweede arrondissement;
de burger Bellioray met 100 man voor het
negende en tiende arrondissementde bur
ger Y s i m i r is hoofdzakelijk belast met
de boulevards vanaf de Madeleine tot aan
de Bastille.»
Den 28 Mei 11 uur 's morgens werd do
prefectuur van politie in brand gestoken,
daarna het paleis van justitie, de huizen
der straten Yavin, Royale en du Bac, het
paleis van het Legioen van eer, het bof
der Rekenkamer, van den Raad van State,
de huizen in de straat van Lille (Rjjsel),
de school van den Generalen Staf, het
ministerie van Financiën, het paleis der
Tuilerieën.
Den 24 Mei werd het Hotel de Ville in
de asch gelegd. Op dien dag hadden de
Communards in de heerljjke kathedraal van
Onze Lieve Yrouw, de biechtstoelen omver
gehaald en met de stoelen en banken ks-
zuivels en kerksieraden op elkander gewor
pen, om er een brandstapel van te maken,
het geheel met petroleum begoten, om dat
heerl|jke gebouw met al zjjn kostbare schat
ten in de vlammen te doen opgaan. Ge
lukkig werd door de apothekers van het
Hótel-Dieu de snoode toeleg bemerkt en
de brand in zgn begin gestait.
En deze gruwelfeiten worden door de
socialisten bezongen en verheerlgkt, en
het volk wordt door hun dichters en schrij
vers aangespoord tot een herhaling van
znlke afgrgselgke, helsche tooneelen.
V. W.
België
Gedurende de maanden Augustas en
September zal te Ostende een internatio
nale tentoonstelling voor gezondheid en
veiligheid op het gebied van zee- en vis*
scherijwezen gehouden worden. Deze ten
toonstelling, waarvan het secretariaat inde
Witte Nonnenstraat 18 te Ostende geves
tigd is, geniet den stenn van het stedelgk
bestuur en zal gebonden worden in het
Conservatorium.
gestrekt. Hare oogen waren op den mnnr te
genover haar gevestigd. De bisschop kon op
dien muur niets onderscheiden dan morsigheid
en groene nitslag, doch Eveline's oogen aan
schouwden duideljjk iets zeer sehoons. Haar
kap was aehterover gevallenen heur haar,
dat weer was aangegroeid, hing langs haar hals.
Doch de bisschop staarde verbaasd op haar ge
laat, en Roger stond als op de plek vastgena
geld.
De bisschop had haar in zjjne armen gebon
den bjj de doopvont, had haar op zjjne knie ge
reden toen zjj nog een kind was, had haar ge
zien in den bloei harer maagdeljjke schoonheid
had haar gelaat aanschouwd onder den sluier
der geesteljjke zuster, maar nimmer had hjj haar
geiien zooals zjj zich nu aan hem vertoonde.
De zachte liehtroode tint harer kindsheid lag
weder op hare wangen en lippen. Hare wïd
geopende oogen schitterden van een heerljjk
licht, terwjjl eene vreugde, geljjk hjj nog nooit
op het aangezicht eens atervelinga had zien uit
gedrukt, aan haar gelaat een hemelschen glans
gaf.
n Ik heb nu niet meer noodig, aan den hemel
te gelooven, zeide hjj later menigmaal. «Ik heb
den hemel geiien.//
De beide mannen stonden eenige oogenblik-
ken sprakeloos, en toen begon Evelioa te spre
ken, en hare stem, helderder en liefderjjker dan
eenig menscheljjk geluid, klonk door het ver
trek
„Mjja eerste, mjjn laatste, mjjn eenige liefde I
Ik kom, ik kom tot U U
Wsrdl vertolfd).
EMHECOURAll.