NIEUWE
agBlaó
U
voor
clïooró' en Suiö-eXollanó.
'«verwildering der jeugd.
ifl
495 7
Zaterdag 30 November 1901
26ste Jaargang
2)@ misóaaó
BU ÏTJSA'LAM).
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
*lt
I.
ïl
kasteel Pierrefite-
Sd.
Frankrijk.
Engeland.
6
ABOETf HMBITTSPRIJ S.
maanden voor Haarlem
°°t de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
het buitenland J i
'"aderlflke nummer»i
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
U R E A ITSt. Janstraat Haarlems
/1,10
«1,40
«2,80
«0.08
PRIJS SBB ADVEBTENTIBH,
Van 16 regels50 Cen ts
Elke regel meer77i
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
AQ-ITB MA HOS AGITATE.
men langs 's Heeren straten
en met eenige oplettendheii het
I 8Q la'en der lieve jeugd gadeslaat,
|ile' men veel, dat aan ons eigen doen
in onze jeugd herinnert. Menig-
^°mt ons een glimlach op de lippsn,
8eer wg een echte kwajongensstreek be-
twee dapperen als kemphanen
°V0r elkander zien staan, een vol-
(8|11tüer water over de straat zien rol-
(^erwjjl de vlijtige dienstmaagd met njj-
b''kken den om den hoek glurenden
bracht te doorboren en zoo meer.
"önen wij, oud en kalm geworden, die
k 8'8«ljjke deugnietenstreken niet goed
lij herinneren ons toch aan den
Qea tjjd, toen wg ook zóó deden,
^ken geen wrevel in onze ziel, al
j8" wjj ze af. Maar vaak ook ziet men
80nwaordig, helaas, al te vaak, door
84 dingen bedrgven, die het karak-
kwajongensstreken hebben verlo-
ons den gloed der verontwaardi-
het hoofd drjjven, die ons de vin-
>it(j.0eh jeuker. om den bedrijvers een wel-
9|1d pak slaag toe te dienen, ware het
ons de vrees weerhield, ons zel-
Nneht dé vingers te branden.
T»lt toch niet te ontkennen, dat de
L '9ug4 in den tegenwoordigen tjjd zich
k" veroorlooft langs 's Heeren straten,
wjj in onze jeugd nauweljjks durf-
En dat doen niet alleen de
8 uit de lagere en laagste volks-
o neen, die uit de hoogere doen
daaraan mee. Wie op een drukken
i"Vooral des Zondags, zich de moeite
en het twijfelachtige genot wil
een wandeling door de drukke
der hoofdstad te doen, om van andere
86,1 niet te spreken en zjjne oog en
«i °at gevend, het drijven der jeugd»
yr°Uwelgke, zoowel als der mannelgke
S^bschouwde, zal onze beschuldiging,
Ü1LLBTON.
van het
(Vervolg.)
J. ja, gjj zuls het zien.
spreekt vanzelf dat gij alle speren
Xö ear'enitsen Tin dezen nacht moet doen
Vkv.11, Die ladder kan daar niet tegon den
Jïven staan.
Btfolgens, iu plaat» van een klacht in
li| aeö,S de justitie io dea arm te nemen,
1 ,Jr best alles stil te houden. Wjj sal
's ,!9 zaken zelf behandelen, dat is beter.
it, X' is dus goed begrepen. Wat mj) be-
1verzeker u dat, wanneer ik Gisèle
.yyiiet kasteel terug breng, eer er vier-
Hj. lX aren verloopen zijn, het mjjn schuld
jS "vezen, o" die Fiomentel
Vriep Dorgeur met een kreet van
L W
Jï»4 61 gerust, seide Sorandsl, op wiens
hnfiea onheilspellende glimlach speelde,
'k wel afrekenen. Laat ons gaan.
de kamer van Dorgeur verlieten,
&l'e ^bewoners van het kasteel noj bij-
wel niet ongerijmd vinden, maar er ook
wel bijvoegen: «neen, dat was niet onze
manier van ons te vermaken.» Maar ook
wanneer men op andere plaatsen moed
willig deuren en ramen ziet vernielen, zelfs
met pistolen ziet besch eten, ruiten ziet
inwerpen, niet bij ODgeluk, maar uit lust
tot verdelgen ouden van dagen, armen
en gebrekkigen ziet bespotten en ter
gen, wanneei men de jeugd ziet spelen
op ruwe, weerzinwekkende wijze, wan
neer men de knapen hoort spreken over
hunne ouders, hunne onderwijzers, hunne
meerderen, dan voelt men, dat de^verwil-
dering der jeugd een hoogen trap bereikt
heeft, en dat het niet te verwonderen is,
hoe van tjjd tot tjjd een in zjjn gevoel belee-
digd eerzaam burger naar de pen grjjpt
om zijn hart in een van toorn en veront
waardiging overvloeiend artikel lucht te
geven.
Van waar die verwildering? Leven wij
niet in een tjjd van hooge beschaving
Wordt niet van overheidswege, zoowel van
wereldlijke als geesteljjke, groote zorg be-
steed en groote kosten aan het onderwijs
Is het onderwgs der jeugd niet de mode
pop geweest bij uitnemendheid, die men
op allerlei wjjze jaren en jarenlang heeft
opgekleed, opgesmukt en opgedirkt Zijn
niet de methoden van onderwgs voortdu
rend vernieuwd, verbeterd nogmaals
vernieuwd enz. Zgn de onderwijzers niet
aanhoudend in getal vermeerderd, beter
onderwezen en opgeleid, beter gesalari
eerd Zijn niet de klassen in aantallen
leerlingen verminderd, de leermiddelen be
ter en rijker geworden? Is niet de behan
deling der leerlingen humaner, paedago-
gischer geworden Is niet het slaan ver
boden eo alle ruwheid uit de school ge
weerd? Tracht niet de onder wijzer alom
het straffen te voorkomen door het ver
trouwen en de liefde van het kind te win
nen en door overtuiging te regeeren Leert
men het kind niet het zedeljjk schoone be
minnen, het goede doen, omdat het goed
een onder het venster, waardoor Gi.èle was
ontflnoht.
Zelfs waren er nog mae.' toeschouweis bijge
komen, waaronder ook mijnheer Lordonnem,
de waitdige m&ire van Piernfi e.
Al die menschen, aan een hevige ontroering
ten prooi, liepen af en aan en praatten door
filkftRF»
Te midden van deze drukte stond Flick,
die zich geen woord van het gesprokene liet
ontgaan.
Toen hjj Dorgeur en Sorandal zag naderen,
snelde Lordonneau op hem toe.
O 1 mijn hooggeschatte vriendriep bij
uit, terwijl hij den oud-zeekapitein de hand
drukte, wees verzektrd van mijn deelneming.
Mijnheer Sorandal 1 O l neem mij niet kwaljjk,
ik ben zoo geschiikt, zoo ontsteld.
F.ick was ongemerkt genaderd en zette zijn
ooren wijd open.
Loidonneau vervolgde
Gjj weet, nietwaar, dat gü onder alle om
standigheden op mij kunt rekenen. Ik stel mjj
geheel te uwer beschikking.
Trouwens, ik heb de gendarmes al laten waar
schuwen.
Sorandal kon een vloek niet weerhouden,
waarop Lordonneau, zear ontsteld, vroeg
Wat is er
Niets, antwoordde Dorgeur, alleen hebt
gij in uw ijver, waarvoor ik u niettemin zeer
dankbaar ben, wel te veel haast gemaakt.
Zoo, zeide de maire, masr ik dacht toch dat...
Sorandal greep hem ruw bjj deu arm en tluü-
terde hem in het oor;
is, het kwade verafschuwen om het leelgke,
het kwade zelf
Aber, mein Liebchen, was willst Du
dann mehr
En toch, met dit alles, is het een feit,
dat de jeugd verwildert, onhebbelgk wordt,
zich dingen veroorlooft, die alle perken te
buiten gaan en dat straffeloos, of bjjna
straffeloos doet.
Nu zgn er velen, die, wanneer daarop
gewezen wordt, dadelgk het antwoord ge
reed hebben. «Och, kom, jongens zgn jon
gens, kinderen zgn kinderenIn onze
jeugd waren wg geen haartje beter.» Par
don, zonder te beweren, dat de lieden
die nu de vjjftig zoo wat of ruim te pak
ken hebben, in hunne jengd allen brave
Hendrikkea of brave Maria's geweest zgn,
is het toch volstrekt niet te veel gezegd
als men volhoudt, dat voor een dertig, veer
tig jaren, de knapen en meisjes niet zoo
bij avond en ontgden langs 's Heeren straten
zwierden, niet met zoo weinig eerbied spra
ken over ouders en overheden, wat meer
eerbied hadden voor Gods huis en voor de
school, voor priesters en onderwgzers, meer
ontzag ook voor de dienaren der Wet; dat zg
niet zoo ruw speelden en niet zoo weinig
eerbied betoonden voor den eigendom van
anderen.
Tan waar dan, niettegenstaande het betere,
het meer paedagogische onderwgs, die toe
name van verwildering en ongebondenheid
bg de jeugd?
Wordt vervolgd.)
De minister-president W a 1 d e c k-R o u s-
s e a u heeft te Pargs op het feestmaal var»
het llepublikeinsche comité voor handel
en ng verheid het woord gevoerd. Alie
ministers behalve D e Lanessau en Del-
c a s s waren aanwezig. Ook werden
redevoeringen gehouden door Brisson,
Bourgeois en Millerand die ver
kondigden den lot van het Kabinet, dat
gesteund door de meerderheid, in staat is
Msar begrijpt ge dan niet, dat wjj hier
in een omsUndigheid verkeeren, waarin eik
opzien vermeden moei wo den
O zoo, waarlfjkstamelde Lordonneau
onthutst.
Beeds riep Dorgeur den bedienden toj:
Welnu, wat is er? Waarom bljjft gjj daar
zoo staan gapen F Moet die ladder niet op haar
plaats gezet worden
Lordonneau dacht
Ik geloot dat ik een ernstige domheid
heb begaan.
Sorandal wendde zich weer tot Dorgeur en
zeide
Ik laat u alleen met dia domkoppen. De
gendarmes, dat ontbrak er nog maar aaD. Ik
hoop dat gjj hsn spoedig zult wegzenden. Nu
ga ik het eerst naar ds broeders Fromentel.
Flick was zoo dicht mogeljjk genadeid, maar
hjj had dtza woorden ni.t verstaan.
Sorandal verwijderde z:ch, maar toen hjj een
paar schreden gedaan had, keerd» hjj terug.
Stoffel die ik beu, zeide hjj. Wat is ajjn
adres
01 het adreszeide Dorgeur hardop,
zander er bjj te denken. Het is in de rue
Touilaque op Monimartre, j», rue Tourlaoue
no. 11.
Flick had hem ditmaal wel verstaan en een
rilling ging door zjjn leden.
Dank u, zeide Sorandal,
O 1 mompelde Fiick, die bleek geworden
was, gjj gaat naar de rue Tourlaque no. 11, gjj
gaat naur Olivier. Verduiveld, als dat zoo is,
dau moet ik daar vóó. n zjju.
weerstand te bieden aan de coalitie en met
ijver de sociale wetgeving ter hand te
nemen.
De premier W a 1 d e c k-R o u s s e a u
zeide, dat hg en zgn ambtgenooten reden
hebben tot dankbaarheid. Hg wees er op,
dat zg niet in staat zouden zgn geweest
om de zware taak, die zg op zich namen,
te vervullen, indien zg geen steun hadden
gevonden bg vrienden als Brisson en
Bourgeois. Wg hebben die taak aan
vaard, zeide Spr., met het uitsluitende
doel de democratie te dienen; wg hebben
er naar gestreefd, om het denkbeeld te
doen voorzitten, dat alle fracties van de
Repnblikeinsche partij, alles wat hen solidair
kan maken, wat hen kan vereenigeD, moe
ten vooropstellen. Wg zgn van meening,dat
alle Republikeinen aan dat werk moeten
deelnemen.
W a 1 d e c k-R o u s s e a n zei verder,
dat bij het niet geheel eens is met Ma s-
t u r a n d, waar deze zeide dat het comité
voor handel en ng verheid niet aan politiek
doet. Het is thans een levensvoorwaarde
aan politiek te doen.
Weeït er van overtuigd, zeideW a 1 d e c k
Rousseau, dat wg niet denken aan
imperialisme, noch in het binnenland noch
naar buiten.
Ik heb nooit opgehouden te betoogen,
dat het ons doel niet ganger moet zgn
ons koloniaal bezit nit te breiden, maar
het te behouden en te organiseeren. Wg
droomen niet van een nog grooter Frank-
rgk, maar wg willen Frankrijk grooter
maken door de hooge vlucht van onzen
handel en door den vooruitgang dien het
voortdurend tot stand brengt.
Het Engelsche volk mag den kreet van
keizer Augustus herhalen V arus, Varus,
geef mg mgn legioenen weder, nu LordK i t-
c h e n e r nog slechts over 45 000 man be
schikken kan om de Boeren te verdelgen.
Waar zgn de honderdduizenden geble
ven, waarop de EDgelsche ministers ston
den te snoeven in het Lagerhuis Waar
zgn de legerkorpsen gebleven die eens En-
geland's trots uitmaakten Ze zgn in den
gruweldadigen oorlog van Zuid-Afrika weg
gevaagd als sneeuw voor de zon.
Inderdaad blgkt, dat Von Bismack's
woorden bewaarheid wordenIn Zuid-Afrika
vindt Engeland zgn graf.
Terwjjl Sorandal het kasteel binnentrad om
zjjn jas tan te trekken en ijjn hoed op te zet
ten, sloep Flick het hek van het park uit, den
weg op en liep daar zoo bard hjj kon naar
het dorp.
Om den korten tjjd, dien hjj Sorandal voor
wis, te behouden, bestond er voor hem maar
één kansdat er als hjj aan het station kwam
juist een trein voorbjj zou komen, waarmee hjj
naar Parijs kon vertrekken, terwjjl Sorandal
op den volgenden trein moest waohtec.
Het geluk diende hem, juist toen hjj san
het station kwam, stopte er een trein voor
Parjjs.
Hjj sprong in een coupé, viel buiten adem
op de bank neer, terwjjl de conducteur het
porti r achter hem sloot, en tot zjjn groote
vreugde overtuigde hjj tioh in het spoorweg
boekje, dat Sorandal eerst een half unr later
iu de hoofdstad kon aankomen.
Het kwam er nu op aan zich dat halve unr
ten natte te maken.
Door zjjn overgroote zelfbeheeisching had
Sorandal de berekening van den politieman
doen falen.
Inderdaad, Flick had er vast cp gerekend dat,
wanneer men Sorandal zou zeggen dat Giièle
verdwenen was, er een uitbaisiing van woede
volgen zou, maar niets daarvan.
Sorandal was volmaakt kalm ei meester over
ziohzelf gebleven, er was geen woord over zjjn
lippen gekomen, dat men als wapen tegen hem
zon kunnen gebruiken.
(Wordl vervolgd',)