NIEUWE
2)ag6laó voor ^Hoord* on SCuió-JCollanó.
Ll I
De School.
*0 4963
Zaterdag 7 December 1901.
26ste Jaargarg
©e misdaad
BÜ1TE.NLAJND.
feuilleton.
kasteel Pierreflte.
Engeland.
Frankrijk.
Duitschland
Zwitserland.
ABOlïNBMBNTSPBIJS.
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p
Voor het buitenland .Si»*'
AJaoaderlyke nummer».
Dit blad versehgnt
dagelij kt, behalve Zon- en Feestdagen»
BUHSAU: St. Janstraat Haarlem
/1,10
«1,40
<2,80
<003
AQK.CTE KA HOS AGITATE.
PBIJS DEB AB VEBTBB TIBW
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meer71/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPBRS
sa.
Reeds duizenden malen is het gezegd;
«Wien de school behoort, aan hem be
hoort de toekomst.> 01 echter deze waar
heid in haar geheelen omvang altjjd be
grepen is, dit betwijfelen wij. Maar on
omwonden en onvoorwaardelijk moet het
Verklaard, dat wie de school heeft, de
toekomst in zijn macht heeft; want de
jeugd is, om zoo te spreken, tegenwoordig
de toekomst. De .school beslist over de
toekomst, gelijk de bloesem over de vrucht
en geljjk het ontkiemende zaad over den
oogst.
In 't bjjzonder is het de volksschool»
Waarvoor tegenwoordig met geduchte kracht
gestreden wordt_door alle machten. Zoo-
hls weleer hetheerljjke en vruchtbare
schiereiland Italië de twistappel was, om
Welken de groote Europeesche machten
den strjjd aanbonden, zoo is het heden
daags de school.
Voornamelijk het liberalisme heeft zich
•oet groote onstuimigheid op de school
geworpen en op alle mogeljjke wjjze ge
tracht om de school al meer en meer te
Onttrekken aan den kerkeljjken invloed.
Maar hieruit volgt voor alle christenen,
donder eenige uitzondering, dat zij door
drongen moeten zjjn van het ontzaglijk
gewicht der «choolquaestie.
Vele belangrjjke en zeer ernstige vraag
stukken bewegen op het huidig oogenblik
het openbaar leven. We behoeven slechts
de namen te noemen van socialisme en
Van sociale vraag. Maar openlijk durven
wjj te verklaren, dat de hoogste en be-
'angrjjkste van alle quaestiën, de vraag,
die het diepste de grondslagen van ons volks
oven raakt, de onderwgs-quaestie is. Hier
van hangt de toekomst af, want wien de
school toebehoort, aan hem behoort de
toekomst; wie meester is van de school,
hij heeft de toekomst in zjju handen.
Draagt de school, en in 't bjjzonder de
Volksschool, een wtrkeljjk godsdienstig, een
van het
(Vervolg.)
105)
Wat zoudt ge dan doen? vroeg Sorandsl
Orgiaam.
Buiten adem, de oogen mat bloed doorlob-
Pee, de vuiiten krampachtig gebald, antwoordde
l'Cqura
Dan zou ik u dooden,
■Kr ontitond een korte itilte, heide mai nan
teRtan elkaar mtt dreigenden blik.
Biiok, onder het bed, luisterde mei ingehou-
d«u adem.
Gjj hebt gtljjk, mijnheer, hernam Soian-
H met sombtre kalmte, de brieven waarvan
8$ spreekt, zjjn in veiligheid. Met papieren ven
'coved waarde, loopt men niet ia zjjn zak en
zoudt ge mfj ook gedood hebbeD, dan zoudt
8® toch niets bjj mjj vinden. Denk echter niet,
st ik dat zeg om n te beletten iets tegen
persoon te ondernemen, wat htt ook ajj.
zou wel een domkop moeten zjjn, waDneer
niet al mjjn voorzorgen genomen had. Ik
6,1 gewapend, mjjnheer, en Ik
O 1 viel Jacques hem in de rede, ik kon
christ lijk karakter, de toestand van de maat
schappij zal in de naaste toekomst even
eens christeljjk zijn. Maar ook het omge
keerde staat vastwordt de school, en
met name de volksschool, gewaarmerkt
met den stempel van ontkerstening en on
geloof, ook de maatschappij zal in de
naaste toekomst gejjkt worden met den
zelfden stempel.
We willen hier niet uitvoerig uiteen
zetten, wat er uit de ontkerstening van
de maatschappjj zal volgen. Alleen willen
we melding maken van hetgeen de oud
kanselier van Duitachland, de allerwegen
zeer bekende, gewezen staatsman Y o n
Bismarck tijdens den oorlog van 1870
moet gezegd hebben.
Zjjn woorden luiden als volgt <Hoe
men zonder geloof aan een geopenbaarden
godsdienst, aan God, die het goede wil,
aan een oppersten Rechter en aan een
toekomstig leven, op eene ordeljjke wijze
ban samenleven en aan iedereen het zijne
kan laten, dat begrjjp ik niet. Indien ik
geen christen meer was, dan bleef ik geen
minuut meer op mijo post Waar
om zou ik mjj zeiven inspannen, indien
ik niet de overtuiging bezat om wille van
God mjjn plicht te moeten doen Ontneem
mij dit geloof en gjj ontneemt my het va
derland.»
Te Birmingham, welke stad als het do
mein van Chamberlain geldt, is een
manifestatie tegen het voortduren van den
oorlog in Zuid-Afrika gehouden.
Door de liberale vereeniging in die stad
is met op een na algemeene stemmen een
motie aangenomen waarin geprotesteerd
wordt tegen dezen oorlog van vernieling
en verdelging, tegen de verschrikkingen
der concentratiekampen en tegen de schor
sing ran alle constitutioneels waarborgen
aan de Kaap en waarin aan de Regeermg
verzocht wordt den onverschrokken tegen
standers eervolle vredesvoorwaarden aan
te bieden.
wel begrjjper, dat gjj niet zonder mes zoudt
uitgaan.
Sorandal wierp hem een trots vragenden blilc
toe.
Met op elkander geklemde tanden ging Jac
ques voort
Gjj begrjjpt mjj niet Het mes, waarran
gjj u in den nacht van den 8en op den 9on
December op het kasteel Pierrtfiie hebt be
diend.
Een dof gebrul ontsnapte aan de kasl van
3. randa).
Ongelukkige 1
Waag het dan te ontkennen riep Jtcquee
uit, terwjjl hjj zioh in zjjn volle lengte oprichtte.
Duif dan zeggen, dat gjj met dat mes nujuf-
fiouw Giièle Dorgeu; niet in het bezit gesteld
hebt van de erfenis, die haar heden toebehoort.
Zjjt gjj niet het eerst de verdachte van die
misdaad geweest O ik ben goed op de hoogte,
ik weet dat ge een alibi hebt kunnen bcwjjzeo.
Wat doet htt er toe? Wat bekommer ik mjj
om de list, waarmee de jusdda bedrogen is ge
worden Zjjt gjj niet tot alles in staat Bewjjs
heigem gjj thans gedaan hebt om u van dat
foriuin meester te maken met hetgeen, waartoe
gjj destjjds in staat waart P Gjj hebt die misdaad
gepleegd, gjj, gjj, ik weet htt, ik ben er zeker
van en zonder bewjjs, verslaat gjj, alleen uit
mjjn eigen overtuiging, roep ik u toemoor
denaar
Dat was te veel, de kracht van Sorsndal
was gebroken, hjj had zjjn zalfoeheersching ver
loren.
Het bloed joeg koortsachtig door zjjn aderen.
In aanmerking genomen de plaats waar
deze motie is aaugenomen, is dit zonder
twijfel een der meest belangrijkste mani
festatie die in Engeland kan plaats hebben.
De advocaten vau miss Hobhouse
hebben den Engelschen minister van oor
log B r o d r i c k, kennis gegeven van haar
voornemen om in Engeland een aanklacht
in te dienen tegen Lord Kitchener,
M11 n e r en de officieren die betrokken
zjjn bjj hare deportatie wegens hare ge
vangenneming en aanranding.
Men heeft haar belet in October aan
Kaapstad aan laad te gaan. Lord Kit
chener en Lord M i 1 n e r hadden hare
onverbiddelijke verbanning gelast.
Toen miss Hobhouse zich niet aan
dat bevel wilde onderwerpen, werd haar
een shawl omgeslagen, zoodat zij haar ar
men niet kon bewegen en met geweld
door twee soldaten in een rjjtuig gezet,
aan boord van de Roslin Gastle en naar
Engeland gebracht.
De FranBche Kamer heeft de begrooting
onder handen genomen. De afgevaardigde
Legrand hield eene redevoering, waarin
hij eenige cjjfers gaf ter waarschuwing
tegen de voortdurende opdrijving der uit
gaven. Ia 1851 waren er 188.000 Staats
ambtenaren, thans 416,000 met de amb
tenaren der departementen en der gemeen
ten heeft Frankrijk één ambtenaar op elke
20 kiezers.
De jaarwedden zjjn van 255 tot 620
millioen gestegen.
De Staatsschuld is gestegen tot 33 mil
liard, de schulden der gemeenten bedragen
4 milliard.
In Frankrjjk wordt dan ook gemiddeld
per hoofd der bevolking 96 franks belas
ting geheven, tegen 89 in Engeland en
59 in Duitschland.
Heden neemt de Senaat het leenings-
ontwerp in behandeling.
De Bismarck-literatuur is alweder met
een boek vermeerderd Dr. L i m a n 's
Bismarck na zijn aftreden.
Daarin deelt de schrjj er o.a. mede, dat de
groote Staatsman in het Transvaalsche
vraagstuk openlijk aan de zijde der Boe
ren stond. De gebeurtenissen van 1896
Een kreet van «voede kiouk van zjjn lippen
Zwjjg, ongelukkige
Als een tjjger had hjj zicb op Jacqnes ge
worpen.
De dokte', op dien schok niet voorbereid,
wankelde.
Sorandal had hem met de linkerhand bjj zijn
dos gegrepen, in de raohtur fonkelde de stden
loop van een lerolver, dia bjj op hem richtte.
Ah, stamelde Jacques, temjjl hjj trachtte
ziih los te rukken, ziet ge wel, dat gjj een
moordenaar zjjt
Flick w»s door dezen plotselingen uitval zoo
verschrikt dat hjj geen kreet had kunnen sla
ken; hjj nilde Jacques ter hulp snellen, maar
hjj had dea tijd niet om uit zjjn schuilhoek te
voorschjjn te komsD. R.eds was Sorandal, met
bewonderenswaardige zalfbeheerschwg, zich
weer moe, ter geworden. Eensklaps, zelfs in deze
onsïeltenis, had hjj zich de woorden van Jac
quet herinnerd
Zonder bewijs.
Terwjjl zjjn berende vinger naar den trekker
van zjjn revolver zocht, had hjj den tjjd te
denken
Hjj heeft g?en bewjjs, er is rog niets ver
loren, een daad van geweld zou alles kunnen
bederven.
Hij liet Jacques los, die bjjgend op een stoel
neerviel en zwjjgend 8'*k hjj zjjn revolver weer
bjj zich.
Het zwest stond op zjjn voorhoofd en zjjn
lippen trilden.
Flick, die hem v»n onder kei bed zien kon,
dacht
(J ameson's inval) noemde hij daden
van politieke struikrooverjj. Zon het tot het
uiterste komen, dan kon men, zeide hjj,
vast vertrouwen op de Boeren, mannen van
kalme, maar jjzeren geestkracht. Rhodes
noemde hij den knappen makelaar, met
wien de Britsche regeering onder één de
ken scheen te liggen. Van Lord Salis
bury had Bismarck geen hoogen dunk.
Den Engelschman als mensch hield Bis
marck voor eerljjk, betronwens-, ja ach
tenswaardig maar de Britsche staatkunde
achtte hjj verrot, een broeinest van leu
gens en gehuicheleen staatkunde, die zich
van middelen bediende, welke de Engelsch
man als mensch verafschuwde.
V onBismarck scheen in de toekomst
te zien. Immers hetgeen thans plaats beeft
komt geheel overeen met wat het trou-
welooze Albion doet.
Bjj gelegenheid van de ontmoeting
van den nieuwen aartsbisschop te Straats
burg, Mgr. Zora de Bnlach, met den
Keizer van Duitschland en de Keizerin,
die er bjj tegenwoordig was, zeide Hare
Majesteiten, dat zjj hoopten htm in het
voorjaar in Straatsburg te zien.
Het Keizerljjk paar hoopt dus in het
voorjaar den Elzas te bezoeken.
Men herinnert zich, dat keizer W i 1-
k e 1 m eenigen tijd geleden in naam van
den Czaar eene zekere som gelds heeft
uitgedeeld onder de boeren van het Rus
sische dorp Wisztyniecbjj de Prui
sische grens gelegen, dat door brand was
vernield, 't Scheen dat de rol door den
Duitschen Keizer gespeeld, een bewjjs was
van de innige betrekkingen tnsschen de
beide vorsten.
Het bljjkt na echter, dat de Czaar in
de verbeelding was, dat Wisztyniec een
Duitsch dorp was, waarom hjj eene gift
aan keizer W i 1 h e 1 m zond voor diens
onderdanen.
De Keizer zal wel eenigszins verbaasd
hebben opgezien maar hjj heeft zeer ban-
dig gebruik gemaakt van de gelegenheid.
Dd Czaar moet echter uiterst verrast zjjn
geweest over zjjue vergissing en hare ge
volgen.
Te Neyrns is, terwjjl Zondag-morgen
de geheele bevolking naar de kerk was,
een man in de woning van den brieven-
Hjj is sterk, de schelm.
Sorandal knoopte zjjn jas dicht, raapte zjjn
hoed, die in de worsteling gevallen was, van
I den grond op en wendde zich weer tot Jacques.
Het is moeiljjk voor een man zooals ik,
zeide hjj met toonlooza stem, een zoo afschuwe
lijke beschuldiging tegen zioh te hooren uit
brengen, zonder dat de toorn hem naar het
hoofd stjjgt, maar nn genoeg bedreigingen en
noodelooze woorden. Uit dit onderhond ia dus
gebleken dat fgjj de plaata niet kent, waar nw
broeder mejuffrouw Dorgenr heengebracht heeft.
Het is mjj niet vergnnd aan nw oprechtheid te
twjjfelen, anders zou ik n wel «oor een grooten
huichelaar moeten houden. Ik weet thans wat
mjj te doen staat. Vaarwel, mjjnheer.
Voordat hjj de deur opende, keerde hjj zich
evenwel nogmaals om en hernam
Tot weerziens. Op het oogenblik heb ik
de vrjje beschikking niet over mjjn tjjd. Ik moet
de taak volbrengen, die ik op mjj heb genomen,
ik moet mejuffrouw Dorgeur aan haar ouders
teruggeven, maar als dat gedaan is, mjjnheer,
z»l ik u witen terug te vinden, waar gjj ook
zjjt. Gjj hebt mjj eene beleediging toegevoegd^
die slechte door bloed kan worden nitgewiactit.
Van dit oogenblik af kunt ge n als een verloren
man beschouwen.
Daarop giDg hjj heen.
Nauweljjks was de deur achter hem gesloten of
Flick kroop van onder het bed te voorschjjn;
(Wtrdt vervolgd)