NIEUWE 13)ag6laó voor tSfiooró* Politieke bakens. ffo, 4972 Woensdag 18 December 1901, 26ste Jaargang ©0 misóaaó öüITEiVLajN d. kasteel Pierrefite- Frankrijk. België. Oostenrijk-Hong&rije. ABOHHEMBSTTSPRIJS. Per 3 maanden yoor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p Voor het buitenland Jtfxoaderlpke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen, BÏÏBSAÏÏSt. Janstraat Haarlemi fl,10 «1,40 «2,80 t0,03 ACHT® MA BOW AQrrATH. PBXJS DBB ADVBBTBH TIBIt Van 16 regels 50 Cents Elke regel meer71/, Groote letters worden berekend naar plaatsruimtej Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. K P P E RS De behartigenswaardige spreuk«Als het getp verloopt, moet men de bakens verzetten» kan men wel aldus omkeeren: «als de bakens verzet zpn, verloopt het getp,» maar gaat dan volstrekt niet al- tijd op. Dit zullen de liberalen ondervinden. Zij hebben bp de tegenwoordige meerderheid een paar bakens verzet gezien en zouden daaruit gaarne concludeeren, dat het een- heids-getp verloopt. Hun conclusie zal even- Wel niet bewaarheid worden. Laten wp dit even toelichten. Bedoelde bakens zpo de meening, door den Minister van Justitie geuit omtrent de Doodstraf, en de zienswpze van den Mi nister van Buitenlandsche Zaken aangaande ons Consultaatwezen. Naar men weet, heeft de anti-revolu- tionnaire partp de wederinvoering van de Doodstraf in haar program staan. Zp acht dit zelfs van zooveel belang, dat de heer Lncasse bp de behandeling der Justitie- begrooting in de Kamer het gevoelen zp- ner partpgenooten vertolkte met de woor den *De doodstaf is de kroon op ons straf - stelsel.» Niet alleen zeide Minister Loeft, dat het z. i. «niet van goeden smaak van goeden huize getuigde, bp galg en schavot van een kroon te spreken,» een spitsvondigheid, die men aan het vuur der redeneering moet toeschrijven, maar hij ontwikkelde ook op- portuniteits- en juridieke bezwaren, welke hem er van weerhielden, tot wederinvoe ring der Doodstraf over te gaan. Hierover nu is eenige stipd. De Stan daard had al spoedig een «driestar», waarin Wel eenige ontstemming doorstraalde, vooral over des Ministers antwoord aan den heer Lncasse, en waarin voorts de ziens wijze der anti-revolutionnaire partp nog eens werd toegelicht. Hierbp ging het blad evenwel te ver, want De Neder lander kwam betoogen, dat de vrp anti- FEÜ ILLS TON. van het {Virvolj.) 114.) Olivier wilde antwoorden, toen Gisèls, na sich uit de armen van haar moeder losgemaakt te hebben, tusschen beiden kwam. Het verwondert mjj, mijnheer Sorandal, Beide zij, dat gjj n hier het recht van spreken aanmatigt. Een drievoudige kreet van verwondering volg de op deze woorden. Noch Dorgeur, noch zjjn vrouw, noch Soran dal had tot dusverri zooveel samenhangende Woorden door Gisèle hooren spraken. Een oogenblik vroegen zjj zich af, of zij het Wel was die gesproken had. Het was hun zelfs alsof zij Giièle met herkenden ia het meiijs dat daar zoo fier en zelfbewust voor hen stond. Mjjn God, stamelde mevrouw Dorgeur. Gisèle, mjjn kind, riep de vader uit, ejjt gjj het welf Ja, vader, antwoordde het meisje met billende stem, ik ben wel Giiè'e, maar Giièie is niet meer zooals gij haar vroeger hebt ge kend, het kind zonder geezt, zonder weerstands vermogen waarmee men doen kon wat men revolutionnairen zich tot dusverre nog niet over de Doodstraf hebben uitgesproken. In middels gaan evenwel ook in de Katholieke pers weder ernstige stemmen op voor de invoering der doodstraf, o. a. in De Maas bodewelk blad in den jocgsten moord te Amsterdam daartoe,gereede aanleiding vond. Strpd alzoo, waarvan de liberale bla den hun lezers getrouw op de hoogte hou den. Maar o. i. is die strpd, in stede van verontrustend te wezen voor de positie der meerderheid, veeleer een teeken, dat de onzen in de beste verstandhouding le ven. De band, die de minderheden samen snoert, is zoo stevig, dat men niet behoeft te schromen, elkaar de waarheid eens te zeggendat men bang behoeft te wezen, om eens vrpmoedig te zeggen, waar het op staat. Nog minder bekommeren wp ons daar om over de gedachtenwisseüng omtrent het Consulaatwezen. In de Troonrede werd nadrukkelijk van het groote belang der consulaten melding gemaakt, wat tot dus verre nog niet was geschied. Bevreemding wekte 't daarom, den Minister van Bui tenlandsche Zaken bjj de verdediging zpner Begrooting te hooren verklaren, dat die vermelding in de Troonrede op dezelfde waarde was te Bchatten als die omtrent onze verhouding tot de Mogendheden een platonische verklaring. Terecht wees De Standaard er op, dat dit antwoord van den Minister groote te leurstelling wekte bp allen, die uit de Troonrede de beste verwachtingen hadden geput omtrent de verbetering van ons Con sulaatwezen. 't Komt ons evenwel voor, dat die verwachtingen nog alles behal ve den bodem zjjn ingeslagende Re geering zal de belofte wel gestand doen. Dat Buitenlandsche Zaken nu de zaak nog ni(t geregeld heeft, behoeft geen verwon dering te baren: Keulen en Aken immers. We wilden alzoo maar zeggen, dat we ons over de meerderheid alles behalve on gerust maken, 't Gaat er mee als met de wilde, de idiote, die zich aan dezes man zon laten verbinden, hoewel zjj een afschuw van hem heeft. E? heeft een verandering bjj mjj plaat» gehad, of liever een totale ommekear, en wan neer gjj weten wilt, wie dezen ommekeer heeft teweeg gebracht, zie hem dan aan, mjjnheer Olivier Fromentel, mjjn verloofde en die wel dra mjjn echtgenoot zal zjjn. Hemelsohe goedheid 1 riep Dorgenr uit, die zjjn oogen nooh zjjn ooren durfde vertrou wen. Uw verloofde, nw echtgenoot, zeide So randal tergend, kom, kom, zoover zjjn we nog niet. Gisèle keek hem met minachtenden blik aan. Mgnheer Olivier Fromentel ie mjja ver loofde herhaalde tij mat nadrnk, en hjj zal ook mjjn echtgenoot worden, want ik zweer plechtig dat ik nooit een ander zal toebehoo- ren. En ik zweer, dat ik Gaè'a tegen allen en alle» zal beschermen, voegde O.iriir er op krachtigen toon bjj. Mevrouw Dorgaur vouwde de handen en riep Gitèle, gjj stort mjj in het verderf, on- lakkig kind 1 Waarom P vroeg zjj, tarwjjl zjjn vol ver bazing naar het van angat verwrongen galaat harer moeder z g. Mevrouw Dorgenr wendde het hoofd af en zweeg. Ik moet n vergiffenis vragen, moeder, her nam Gisèle op zachten toon, en ook n, vader, dat ik vannaoht uw huis verlat m heb, m«»r Vestingbegrooting. Yan vele zpden wordt die ook aangevallen, maar toch zal ze wel in stand blpven, al moge ze niet zoo een parig worden aangenomen al9 tot dusverre de Begroetingen van Buitenlandsche Zaken (die alleen de socialisten tegen vond), Justitie en Binnenlandsche Zaken. Op deze wpze zouden we evenwel af dwalen want we wilden nog van een an der politiek baken spreken de verkiezing te Tilburg. Ziehier een baken, dat nalrukkelijk spreekt van 't verloopen van het getjj. Bp de uit breiding van het kiezerscorps heeft men bezuiden den Moerdjjk verzuimd, de kies verenigingen te reorganiseeren. Deze ble ven wat zij warenclubjes, waarin het bestuur een volgzaam ledental placht te vinden, terwpl de verenigingen weder trouw de kiezers in 't gareel vonden voor den aangeprezen candidaat. Dit is nog goed blpven gaan, eensdeels omdat de nieuwe kiezers nog tegen de corporaties des oudere collega's opzagen, anderdeels omdat de lei ders ontbraken, die de nieuwelingen tot zich wisten te trekken. Maar 't getp is nu ganscheljjk aan 't verloopen. Er waren reeds teekenen, die er op wezen stemmen, die dringend waarschuwden. Niets hielp evenwelmen bleet den ouden gang gaan, tot nu de oude Tilburgsche kiesvereeniging een zoo gevoelig échec moest lpden. Wp zullen niet op de bijzonderheden dezer zoo fel gevoerde verkiezing ingaan de strijd is voorbp, zoodat napleiten geen nut beeft, te minder, wpl de uitslag geen schade deed san de katholieke partp in 't algemeen. Maar dit mogen we toch zeggende harde les, welke deze verkiezing is voor de verouderde corporaties in 't Zuiden, blp ve niet zonder gevolgen. Er worde ernstig naar gestreeld, de kiesvereenigingen te 1.) Met de verkiezing van den heer Antoine Arts, oud-luitenant der Pauaelijke souaven, is het honderdtal leden dar Tweede Kamer eindelijk com pleet. het moeet. Gij wildet mjj overleveren aan een man, voor wien ik nooit iets kan gevoelen, dan haat en afschuw, daarom ben ik gevluoht en ik heb er geen heronw over, dat ik hat deed. Thans is dat hnweljjk verijdeld, miju liefde voor Olivier en een nieuw doodsgevaar, waaruit hjj mjj vannacht gered heeft, hebben mjjn verstand doen oitwaken, hebben mjj tot een nsrmjal, deikend mensch gemaakt en daarom hen ik th*< s bet recht en de bevoegdheid om o*er mjja hand te beschikken. Ik wil thees een riemt nd toe- behooren d'»n aan mjja '«drier, O ivior F-oaen- tel, dien ik bemin en die rnsjj bemint. Mevrouw Dorgeur sonk ais machteloos in hat»r fauteuil terug. Wat Dorgeur betreft, hjj bleef mst h*lf open mond en wjjd geopende oogen, de srrnen op de borst gekruist, vemiomd van verbasiog staan. Soraodal lachte hoonend. Kuap gespeeld, mjjnheer Olivier Fromen tel, zeide hjj op hateljjken toon, knap gespeeld en gjj soudt er bjjua uw bruidschat mso ver diend hebben, alleen sohjjnt gjj niet te weten, dat er in Frankrjjk een wet beatr.et, die het ontvoeren van kinderen en hen onttrekken aan het onderlak gezag met dwangarbeid strafbaar stelt. Maar sie mg dan toch aan, mjjnheer Sorandal, zeide Gisèe, ben ik nog een kiod, ben jik nog de idiote, die gjj geheel in uw macht hebt? Neen, ik ben een mensch gewor den, de liefde heeft in mijn lichaam een ziel geschapen, da idiote, de simpele Gisèle bestaat >iat marr. Sorandal wilde antwoorden, maar Olivier, maken tot colleges, die voor alle kiezers open staen en waarin alle kiezers vertrou wen hebben. Met onbevangen openhartig heid worde de publieke zaak erin behan deld, opdat de candidaturen, welke er ge steld worden, zooveel mogelpk bet gansche kiezerscorps kannen bevredigen. Te Avelin (Noorder departement) van de Fransche Republiek is weder een kerk ontheiligd. Donderdaguachthebbeneen paar schavuiten er, zonder iets te stelen, schan delijk huis gehouden en zoowel Heilige beelden als andere kostbaarheden vernield. Het groote offerblok was wel geforceerd, het heeft waarschijnlijk weerstand geboden of de inbrekers hebben den tpd gemist hun slag te slaan. Om den hals van het prachtig O. L. Vrouwe beeld, dat op een rots in de kerk geplaatst is, was een tonw aangebracht; blpkbaar zpn de heiligschenners, die het beeld wil den omver trekken, bp hun snood plan ver rast en er van door gegaan zonder bun boos opzetten uitvoer te hebben kunnen brengen. Nu de socialistische afgevaardigden in de Belgische Kamer hebben ondervonden, dat hun geschreeuw niet kan beletten den geregelden gaog van zaken te storen, is er wat anders op verzonnen. Le Ptuple zegt«'tls het volk, dat door eene krachtige overrompeling in de parle mentaire omheining ten allen tpde de berekeningen der politiekers heeft omver geworpen en de groote vraagstukken van bet nationaal leven heeft doorgehakt.». Moeten wp hieruit afleiden, dat de leiders der socialisten nu het gespuis gaan aan zetten om h«t gebouw der Kamer te be stormen 1 Wat er ook van zp, op zoo'n taal van het socialistenblad zal minder geiet worden als de sukkels eens een aan val willen wagen, znllon ze spoedig erva ren van welke kermis ze thuis komen. Vrjjdag was het weer eens zeer woelig in den Oostenrpkschen Rpksdag. Hevige tooneelen grepen er plaats. wiens gelaat van verontwaardiging boog rood ge kleurd waa, greep hem met krachtige vniat bjj den pola en fluisterde hem toe Zwjjg, mjjnheer, gjj ejjt een ellendeling. Ik weet van welke middelen gjj hebt gebraik gemaakt, om mevrouw Dorgeur te dwingen haar toestemming te gaven tot uw huweljjc met Gi-èle, ik weat door welke bedreiging gjj haar iu nw mao.it hebt. Zoo, weet ge dat? riep Sorandal buiten sic bzel »eu van woede. Ja. Welnu, seg het dan, beschuldig mjj over luid, ik aal u niet beletten, soo gjj bet durft. Gjj weet zeer go* d, dat ik moet iwjjgen, om nog g ootare onneilen te voorkomen, ant woordde Olivier met bevende atem. Welan, wat bekommer ik mjj dan om hetgeen gjj weet of iet weet. Ganoeg. Hij mate tjja hand lo» uit die van Olivier en giog recht op Gisèle af De onder» van dit meisje hebben hnn toestemming gegeven tot mjjn hnweljjk met haar, teide teiwjjl hjj de hand saai haar uit- rekte en bjjna haar schouder aanraakte, ajj behoort mjj dn» toe, zjj is mjjn bruid Neen I riep Gisèle, tarojjl zjj schuw terug week en naar Oli'ier snelde, ik behoor niemand toe dan hem, raak mjj niet aan. Wanneer gjj nog eenmaal de hand naar haar uitstrekt, dan dood ik u I riep Olivier, tarwjjl hjj ziou beschermend vjor haar plaatste. Wordt vensslfd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1901 | | pagina 1