NIEUWE
ÏÏ)ag6laó voor cfflooró* en 3£uió*éCollanó.
Brieven van een politieleen
tinnegieter.
iVo 4974
Vrijdag 20 December 1901
26ste Jaargang
mDo misóaaó
B P I T E «V L A JS D.
kasteel Pierreflte.
mi
ABOKNBMBMTSPBIJS.
Per 3 maanden voor Haarlem i t
Voor de overige plaatsen in Nederland fr, p. p
Voor het bnitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
iegelijkt, behalve Zon- en Feestdagen,
BÏÏBSA?: St. Janstraat Haarlemi
/1,10
«1,40
«2,80
«0,03
AGTT® MA BOI AGITATE.
PBIJS DBB ADVKBTBRTIBMj
Van 1—6 regels50Cents
Elke regel meer7'/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie fc Contant
Redacteur-Uitgever, W. KAPPERS
19 December 1901.
De Algemeene Beschouwingen over de
Staatsbegrooting in onze Tweede Kamer
hebben mjj tot dusverre weinig aanleiding
gegeven tot het maken vaneen Tinnegie
ter. De toon van het debat was zóó wel*
willend mogelijk en bevatte niet anders
dan soetsappigheden aan het adres van de
Regeering. Wel een vreemd verschijnsel.
Nadat men zich met hand en hand verzet
had tegen het aen 't bewind komen van
een anti-liberaal kabinet en, toen dit er een
maal was, uit alle vier windstreken kwam
vertellen dat een Clericaal Ministerie niet
in zich de stof bevatte voor een goede Rs-
geering, is het nu altemaal botertje tot
aan den rand toe. Of dat nu altemaal
«zuiver spul» is Ik ben soms geneigd er
aan te twijfelea en meen soms dat al die
lieftalligheid een soort sirenen-zang is om
de Regeering is verlokken zich te wer
pen in de armen van 't liberaal monster
tje. Ik hoop dat ik mjj vergis en nog meer
hoop ik dat de Regeering op haar hoede
moge zpn en zich niet in gemoede ver
plicht zal achten om tegenover dat ver-
leid.ljjk gekweel wat water door haar wjjn
te doen. Wjj verwachten van deze Regee
ring een krachtig optreden, een energiek
handelen in overeenstemming met de be
ginselen welke eigen zjjn aan de twee
hoofdpartijen waaruit zij is samengesteld.
In dit opzicht moet ik ronduit verkla
ren dat de Minister van Justitie mij zeer
is tegengevallen toen hij de verzekering
gat dat men van hem geen voorstel had
te verwachten over de wederinvoering van
de Doodstraf. Vooral de reden welke Mr
Loef daarvoor aangaf, stelde mij zeer
teleur. Had bp verklaard er uit beginsel
tegen te zijn, dan zou men zich daarbjj
hebben kunnen neerleggen, het betreurende
FE 1LLET O A\
116)
van het
Vervolg.)
Mevrouw Dorgeur riep met zwakke atsm
Gitèle 1
Kom, volg oni, zeide Sorandal op b*r-
icben toon tegen Olivier, gij weet wel wat de
uiLlsg van hit onderhoud tusschea moeder en
dochter zal «gr, het meisje kan u niet toebe-
hooren, maar er zal tegen u een aanklacht
worden ingediend. Daarom hehbsn wij nog een
zaak met elkaar te vereff -nen en wij «allen daar
voor de maatregelen bespreken, terwijl mevrouw
Dorgeur met hear dochter all ea i».
Olivier aatz 1de.
Ga, mijn' Olivier, zeide Gitè'a, stel ver
trouwen in n ij, troals ik vertrouwen etel in u.
Zg itak hem de hand toe, waarop hg een
kn« drukte.
Kom nuherhaalde Sorandal barsob.
Olivier verliet met de twee anderen het ver
trek.
Mevrouw Dorgeur deed hen met winkelende
ichreden ui geleide.
Zjj tloot de deur achter hen.
dat Z. E. in deze verschilde van het groot
ste gedeelte zjju9r politieke vrienden maar
als motief aangevende dat hp, bij het ver
schil van inzicht bij de Rechterlijke Macht
over de Doodstraf bestaande, vreesde voor
een omechtmatige of liever ongelijkmati
ge toepassing ervan, zie, dat motief is,
volgens mpue bescheiden meening, al zeer
vreemdsoortig en, ik meen, ook niet vleiend
voor de rechterlijke macht en wijzende op
een gebrek in de Wet. Immers, wanneer
de Doodstraf bepaald werd alleen voor
kapitale misdaden, b. v. b. doodslag met
voorbedachten rade en zonder verzachtende
omstandigheden dan zou, dunkt mij, zulk
een wet, mits in goede en duidelijke ter
men opgesteld, geen vat geven voor twee
derlei uitlegging. Ik geloof dat de ver
klaring van den Minister van Justitie bp
menigeen verbazing en teleurstelling zal
opgewekt hebben.
Nu ïkmij toch op het terrein van Jus
titie en Strafwetgeving heb gewaagd, moet
ik even releveeren hetgeen de heer H u-
genholtz bij gelegenheid van de Begroo
ting van Justitie zeide, omdat deze de echo
was van de verkeerde begrippen die bp een
groot aantal liberalen en socialisten bestaan
ten opzichte van het karakter van de straf.
De heer Hugenboltz, sprekende over
de celstraf en de manier van straffen in
't algemeen, zeide dat de straf alleen ten
doel had den misdadiger tot verbetering,
tot inkeer te brengen en dat dit doel door
de bestaande manier van straffing niet be
reikt werd. Deze opvatting van het we
zen der straf, die bp de tegenstanders van
de Doodstraf zeer zwaar weegt, is een ge
heel verkeerde en zou tot zeer zonderlinge
consequentie moeten leiden, zooals wp in
korte woorden hopen aan te toonen.
Dat de straf den misdadiger tot naden
ken, tot inkeer en daardoor ook tot ver
betering kan brengen, zal niemand ont
kennen, maar dat die verbetering het eenige
doel van de st'at is, is niet waar. Wan
neer a'leen en uitsluitend die verbeteriog
Meeder en dochter blsven alleen in de kamer.
Giiè'f, met haar moeder tlleen gebleven, keek
haar strak aan.
Thans, nu zjj begreep en «ich rekenschap
kon geven vsn betgeen er om haar heen voor
viel, werd zij droevig getroffen door het onge
lukkig voorkomen van mevrouw Dorgeur.
De arme vrouw was niet meer dan een
schim.
Haar ochtendkleed hing in wjjdo plooien om
haur uitgeteerd lichaam.
Haar handen waren doorschijnend van ma
gerheid.
Haar gelast voersl was vieeseljjk om aan te
zien.
De ccgen Lgen diep in hun ksssan tarug-
gf zonken, de wangen ingevallen, het voorhoofd
gerimpeld, er lag een pjjtiljjke trek om dsa
mond.
Zjj was het levend beeli van wanhoop en
vertwijfeling.
Het lang veikropts leed hsd hssr geheel on
dermijnd.
Haar gestalte was geboger, haar handen beef
den aanhoudend, haar knitëa knikten onder
het gaan.
Moeder, stamelde Gisèle met beklemd
batt.
O I Gisèle, Gisèle 1 riep de ongelukkige
vrouw in doodsangst nit, n pn kind, wat hebt
gij gedaan f
Giièls sloeg echter de oogen niet neder, zjj
bedoeld werd, zou per se elke straf onmo
gelijk en onnoodig zpn.
Veronderstellen wij eens dat twee per
sonen voor de rechtbank verschijnen, waar
van de eene zoo zedelpk bedorven,zoo ge
heel onbekwaam is om zelfs het misdadige
van zpn handeling in te zien, dat hp ge
acht woidt voor geen verbetering vatbaar
te zjjn, terwijl de andere reeds tjjdens de
procedure levendige teekenen van een op
recht ber >uw en waarborgen voor een ze
kere betering geeft; welke houding zal de
rechter dan tegen beide beschuldigden moe
ten aannemen, wanneer de wet van het
beginsel uitgaat dat de straf alleen ver
betering beoogt Hp zal natuurlijk bei
den moeten laten loopen, want de eene is on
verbeterlijk, de stratzalop hem geen invloed
uit oefenen en is das onnoo lig de tweede is
reeds op den weg der verbetering en voor
dezen is de straf dus evenmin noodig en van
geen nut. Of, wanneer de wet toch straf
verlangt, wat een inconsequentie zou zpn,
hoedanig moet de straf voor beiden zpn,
verondersteld dat beiden dezelfde misdaad
gepleegd hebben Moet de eene, die niet
voor verbetering vatbaar is, levenslang blp-
ven opgesloten en de andere na verloop
van een paar weken of maanden in vrp-
heid worden gesteld Deze laatste toeme
ting van straf zou een schreeuwende on
rechtvaardigheid zpn. Men ziet dus boe
onzinnig het standpunt is, waarop de heer
Hugenboltz en velen met hem zioh
plaatsen, die aan de straf alleen een amen-
deerend of betermakend en niet tevens een
zoenend of uitboetend karakter willen ge
ven. Op dit laatste standpunt dient elk
Christen zich te plaatsen en dit is ook
het eenig rechtvaardige en heteenig juiste.
Het zal evenwel nog wat jaren duren eer
men zulks zal gaan inzien, en de moorden,
doodslagen en andere gruwelijke misdaden
zullen zeker nog lang de jaarboeken der
rechtspleging opvullen, eer meu zal gaanin-
z en dat de Doodstraf een noodzakeljjkeeisch
is voor «!ke verstandige rechtspraak.
stond fier opgtricht, drukte de hand legen het
hart, als wilde zjj bet snelle kloppen daarvan
onderdrukken en artvoordda kalm:
Ik weet wel dat hitgeen ik ged ai heb
in het oog der wereld afkeuring verdient, maar
itjj, die alles weten, zeiler, gelcof ik, den moed
niet hebben mg te veroordei-leD, trouwens, ik
gevoel mg gerust en veratt «oord t-genover mjj-
ztlf, mgn gewet'.n verwijt mg niets.
Mevrouw Dorgeur keek haar mtt groote
oogen aan.
Het verwondert u mg zoo te hooren spre
ker, nietwaar, moeder P ging zjj voort. Deze
tsal ia geheel verschillend van die, welke gij
gisteren nog van mg hoordet. Ik heb hel a
zooeyen reeds gezsgd, er heeft een gaheele om
mekeer bg mg plaa s gegrepen als door een
tooverslsg, in een ommezien, zjjn nsgn oogen
geopend, mgn verstand is ontwaakt, er ie een
zitl in mgn lichaam gevaren. Ja, moeder, er
heef; met mg een wonder plaats gehad, een
wonder van liefde.
Liefde herhaalde mevrouw Dorgeur, ter
wijl zij de armen uitstrekte.
Ja, herDam Gitèle vol geestdrift en met
het hoofd thans troisch omhoog gericht, men
wilde mij, een simpele, zooals men het noemt,
een idiote, een wezen zonder verstand, zoadtr
ge stvermogens, overleveren aan een ellendeling,
die slechts het oog geslsgen hsd op mjjn ver
mogen het scbjjnt d«t ik rjjk ben en
voor wien ik nooit iets anders heb gevoeld dan
la4 en een innisctmatigen afkeer. In mgn
vertwijfeling, want allen schenen mg aan mgn
lot otgelaten te hebben, heb ik mg in de
België.
In eene bjjeenkomst van Belgische Jour
nalisten in de Groote Harmonie te Brussel
op Tweeden Kerstdag zal uitgevoerd wor
den de cantate Lumen de Coelo, ter ge
legenheid van het jubelfeest van Z. H.
Leo XIII, getoonzet door den Duitschen
meester J. G. E. S t e h 1 e, en waarvan de
woorden door den Paus zelf gedicht zpn.
De heer S t e h 1 e, die door zpn gods
dienstige en andere muziekstukken zich
reeds een groote vermaardheid heeft ver
worven, zal de uitvoering bjjwonen.
Frankrijk.
In de Fransche Kamer heeft de afge
vaardigde G a j r a n d een zeer degelijke re
devoering gehouden tegen de voorgestelde
afschaffing van het budget van eeredienst
Kluchtig was de redevoering van den kerk-
vervolger minister Waldeck-Roas-
s e a n, toen hp op zpn beurt sprak voor
het behoud van het budget op grond dat
de Kerk veel gevaarlijker zou zpn dan
thans indien zjj geheel vrjj was. Hp scbpnt
dus te denken, dat de Kerk van den Staat
afhangt, omdat deze eene jaarlpkscbe scha
deloosstelling betaalt voor de goederen,
tpdens de Fransche revolutie aan de Kerk
ontnomen.
DuHschland,
De Beiersche vrouwen hebben besloten
een adres aan de Koningin van Engeland
te zenden waarin zp een beroep doen op de
Engelsche vrouwen om medelpden op te
wekken voor de slacht' fiers in de moord
kampen van Zuid-Afrika.
De vrouwen te Frankfort en in andere
steden van Daitschland zullen het voorbeeld
der Beiersche vrouwen navolgen.
De Btrijd in Zuid-Afrika.
Van het oorlogsterrein in Zuid-Afrik» valt
weinig te melden «1 is de dappere Boeren-
commandant Kruitsinger den Ecgelschen
zwaar gewond in handen gevallen.
De Boertn hebben meer aanvoerders verlo
ren, maar ateeda zjjn nieuwe leiders verresen,
die geschoold door De Wet, DelaReyen
Botha, met moed en beleid de plaats hebben
ingenomen van hen, die verdwenen zjjn. Kruit-
zingere» Marits, die, naar K i t c b e n e r
srmeu geworpen van een man, met een edel,
ridderlgk hart, die mg reeds eenmsal het le
ven gered had en die mjj nu nogmaals heeft
gered, dia mjj gemaakt beeft tot een denkend,
verstandelijk wezen, die door zjjn liefde mjjn
geast heeft doeD ontwaken en dijn ik bemin.
Movroow Dorgeur stond met trillende lippen
voor haar en zweeg.
Gisète naderde haar.
Begrgp mg goed, moeder, hernam zij met
haar welluidende atem, op zachten, maar tege
lijkertijd fLren toon, ik ben bier alechta terug
gekeerd uit eerbied voor mjjn vader en voor n
en omdat ik niet wilde vluchten all een mis
dadige, maai bet een uf het anderOlivier zal
hier bjj mjj bljjven of ik zal aan zgn arm dit
huis verlaten
Mevrouw Dorgeur voelde een electrische schok
door al haar leden gasnzjj sprong op en
stond daar als een spookgestalte in haar lang,
wit kleed, dat in wjjde plooien op den grond
afhing.
Zwgg I riep zjj met angstige, znjjdendo
stem uit. terwijl haar oogen fonkelden van
angst, zwjjit 1
Gnè'.e bleef rechtop staan, met krampachtig
op elkaar geklemde lippen.
Mevrouw Dorgenr greep haar hand en her
nam
Luister Ziet ge dan niet dat ik
het besterf, dat er geen lucht meer in mjjz
longen is, dat ik naar adem snak. Ik moet al
mjjc kracht bijeenzamelen om te kunnen spreken.
Ik luister.
(Wordt ventlfd