No. 5095 Maandag 19 Mei 1902, 27 ste Jaargang. HDag6laó voor &iooró* on oCuió-dCollanó. agite ma non agitate. Pinksteren. ©e gevolgen van een misóaaó. BtriTENLAJi D. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem f 1,10 1,40 2,80 0,08 50 Cents. Tih FE Ü1LLMT ON. Amerika. Engeland. Frankrijk. ABONNEMENTSPRIJS. Per 8 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. Redacteur-Uitgever, W. KÜPPERS. ILNXIKNDRAÏ PRIJS DER ADVERTENTIRN. Van 16 regels. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentieh Contant Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale PubUcité Etrangère, G. L. DA ÜBE 4' Co. JOHN., h. JONES Succ. Paris 31 bis Faubourg Montmartre. Het Pinksterfeest, dat wjj heden vieren zouden wij haast willen noemen het kerk feest van den H. Geest, het geboortefeest der Kerk van Christus, want op dezen dag is Haar de ware leer gegeven met de sleutelen des hemels. De Geest Gods is voor immer over de Apostelen nedergedaald en zijn licht atraalt io hellen scbjjn aan het firmament der Kerk. Met dezen Geest, deze levendmakende kracht, is de Kerk opgetreden en groot geworden, heeft zjj alle hindernissen ze gevierend overwonnen. Alles vei mag zjj in dien Geest en met Hem zal zjj haren zegenrijken loop voleinden. De belofte eenmsal door den goddr- Ijjken Meester aan zjjne Apostelen gegeven dat Hjj den «Trooster,» den Geest der waarheid zoud9 zenden, die hun alles zou leeren en indachtig maken, wat Hjj hun gezegd had, ging op het Pinksterfeest in vervulling, daarmede was de nieuwe Bond bezegeld, de stichting der Kerk volt ooid. Was de Kerk ook al verstoken van de aardsche middelen eer, macht en goud die Haar van den aanvang af zoo goede diensten zouden hebben kunnen bewjjzen om zich over de wereld te verbreiden en Hare leer by de volkeren ingang te doen vinden, de H. Geest, die in Haar was ko men wonen, had Haar niet alles geschon ken, om Baar leer zegevierend over alle landen der aarde te verspreiden, maar Haar tevens bezield met een leven, waarover zelfs de wet der vergankelijkheid niet zou heerschen. Yan alles hier op aarde, wat wjj met ons sterfelijk cog aanschouwen, is slechts aan de Kerk het bestaan der onvergan kelijkheid verzekerd. Zoowel het stoffelijke der natuur, het maatschappelijk leven der volken, als de werken van 'smenschen wil en verstand op bet gebied van wetenschap en kunst, zjjn niet bestand tegen de wisselingen des (yds, tegen den afknagenden worm der vergankelijkheid. De duizenden van hemellichamen aan het uitspansel zien wjj imnur voortbe wegen wy hebben den morgenstond des lichts en den avond der duisternisnu eens een hemelgewelf helder en kalm, dan wederom stormachtig en bewolkt. De lente, zjj openbaart zich bjj bare ont luiking, in al hare frischheid en schoon heid, aan onze oogen, maar zie, na eenige weken volgt de zomer met zjjoe vrucht - Vervolg.) 14 01 die ongelukkige, had hij maar niet naar den verderfeljjken raad van Eené Van- dree geluisterd. Zijn toestand werd onverdrageljjk. Hij zou zich willen doodea, maar ook dat Kon hij niet, want daardoor eou hij zijn miadaad bekennen. Hoe werd hjj geitraft I Hij viel op een «toel neer, verborg het ge laat in de handen en «nikte luid. Wanneer Ken# hem zoo zag, zou hjj hem bespotten maar h| was nu alleen, aan zich zelf overgelaten, en kon den vrijen loop laten aan sijn «mart en berouw. Eeaige dagen later bevonden Chateauroux, -Cervier en Max zich in het kabinet van den reenter'", au \«Ar.is*ie, w ar ook Anseline tus- schen twee gmdarmeu,,- eid werd binnen geleid. Toen hij daar al^die personen zag, «idderde de ongelukkige- I»Jt uur der zwaar ste beproeving was ''OU hjj ook deze doorstaan f Zou hjj den moed hebben, om baarheid, dan verschjjnt de herfst en eia- delyk komt de winter als ware het de dood. Waar wjj voor eenige oogenbiik- ken groeiende velden aanschouwden, daar zien wjj na eenigen tij 1 alles doodsch de bl )6tn is afgerukt en de bladeren der wouden worden op een adem van den stormwind meêgevoerd. Een geljjk lot ondergaat de mensch naar het lichaam. Hulpbehoevende komt hjj hier op aarde, vertoont zich in den glans en de schoon heid der jeugd, in de mannelyke kracht zjjns levens, in de grjjsheid des ouderdoms en eindeljjk sluit hjj zjjue oogen voor deze aarde. Werpen wjj een "blik op het maat schappelijk leven der volken, wat al wisseling, wat al verandering. Het ééne volk wordt door bet andere verdrongen; de machtigste rjjken vergaan en spatten uiteen. Troren worden ge sticht, maar ook tronen worden verwoest. Instellingen ver. jjzen, maar zinken weder om in het niet- Wetten worden be krachtigd om na eenigen tyd wederom te worden verscheurd. Geslachten zien wjj opstaan, maar ook wederom ver dwijnen. Orerscbouwen wy de werken van 's menschen wil en verstand op het gebied van wetenschap en kunst, ook daar zien wy wisseling en verandering, ook daar beerscht de wet der vergankelijkheid. Met bewondering staren wjj nog naar de kunstgewrochten der verslagene eeu wen, maar van vele dezer is niets meer over dan naakte puinen, steeneD, zuiler, de koude en levenlooze getuigen der vergankelijkheid. En op het gebied der weienschap? Wat de eene wjjze verdedigt, dat wordt door den anderen wijze bestreden; wat de eeDe opbouwt, dat werpt de andere om ver. Alles hier op aarde is aan wisselmg, aan verandering, aan de wet der ver gankelijkheid onderhevigbehalve de door den Geest Gods bezielde katholitke Kerk. De katholieke Kerk, Zij is de aan geen ouderdom onderworpen, nooit ver zwakte Moeder, de met onsterfelijkheid gekroonde Koningin der wereld. By Haar geen wisseling, by Haar geen veranJ - ring. Wat Hare leer eenmsal was in o tjj len der Apostelen, in de catacom van het heidensche Rome, in de duist, re tjjdpeiken der barbaren, in Haren stryd tegenover de ketterijen, dat is Zjj ge bleven in onze eeuw van ongeloof. Ne gentien eeuwen heeft men alles in het den verachtenden blik te trotsceren van den man, aan wien hij alles te danken had, en dien hij, volgens zijn bekentenis zou verra den, bestolen hebben. In stilte bad hij God, mijn God, geef mij nog één uur kracht en moed. Hjj sloeg de oogen neer als een schuldige, durfde niemand aanzien, vreesde geen weer stand te kunnen bieden aan de geheimzinni ge macht, die hem er toe aandreef uit te roepen Ik ben onschuldig, ik hen onschuldig. Ik ben geen ondankbareIk ben geen mis dadiger Maar wanneer hjj dit uitriep, dan verbeel de hij zich inderdaad een ondankbare, een misdadiger te zijn, want dan moest hjj den schuldige aanwijzen en den man, die hem en de zijnen had gered, een doodelijkeh slag toebrengen. Toen de gevaagene b;nnentrad, heerschte er een doodschs stilte in het vertrek. Max Chateauroux was aan een onbescbrijfelijken angst ten prooi en voehte zijn bloed in zjjn aderen verstijven. Wanneer die man eens sprak f En zou hij niet spreken nu hjj zich beschuldigd met schande en Teraohting be laden zag, die hij, Max, alleen verdiende f Hjj trach'te zijn ontroering te bedwingen, want, hoewel zijn oogen op den grond ge richt waren, voelde hy wel dat da blik ran zijn vader op hem rustte, dan zijn vader nog twijfelde, ie waarheid wilde ksnnen en di op zijn gelaat trachtte te lexen. werk gestelJ, is er ciets onbeproefd ge laten om Haar te vernietigen, maar die pogingen waren vergeefsch. Wel zag Zij, vooral in de eerste eeuwen, hoe het bloed Harer belyders bjj stroomen de aarde drenkte, wel moest zjj het aanschouwen, hoe Hare kinderen gebakt gingen onder het juk der vervolging, maar zy bleef de onvergankelijke. Zelfs uit den strijd tegen diegenen, die Haar als hunne Moeder verloochenden en die in bondgenootschap traden met de orgeloovige werereli om Haar te verdel gen, trad zij te voorscbjjn. Ouveigankelijk door alle tyder, onver gankelijk ook op alle plaatsen is de ka tholieke Kerk. Waar we ods ook bevinden, in hst nede rig kerkje van den armen neger of in de prachtige tempelgebouwen van Rome overal verkoudigt Zjj eenzelfde leer, overal draagt Zjj aan God eenzelfde offer op. In weerwil zelfs van den bedorven wil, in weerwil van het beneveld en begrensd verstand der mensehheid, blyft Zy on ver anderlik vasthouden aan Hare geioofs en zedeleer. Altjja en overal bljjit Zy van den mensch eischen, dat bjj zjja verstand onderwerpe aan de waarheden Godswelke hjj niet kan begrjjpen en zyn wil richte naar de voorschriften welke Zjj hem geeft in naam vau Haren Stichter. De Kerk heeft stryd te voeren en Zy heeft gestreden alle eeuwen door. Zy heeft moeten strjjden tegen het Joden dom, zy heeft moeten strjjden tegen het heidendom, zy heeft moeten stryden tegen de kettery. Zy heeft in den loop der Ijjden den stryd moeten aangorden tegen het weel derige zedenbederf, tegen de koude on verschilligheid, tegen het arglistigeschisma. Maar heeft de Kerk alle tyden door op de bres moeten staan en is Zjj in alle eeuwen in het harnas geweest, geen tyd was voor haar sinds den dag der neder- dsl ng des H. Geestes, gevaarvoller daD onze tjjd, de tyd des ongeloofs. Ja, in onze dagen heeft men de Kerk buiten de maatschappy durven sluiten is men begonnen met eerst God te ver geten, daarna het bestaan van God te loo- I oen. D virom is er even als op Pinksterdag o iv in onze tjjden een gedruisch door de wereld gegaan. Maar dit gedruisch was het geluid van den geest der boosheid de goddelooze stem van den Satan, die Gods plaats had ingenomen aan de be- De kassier was zenuwachtig, maar rjjn hou ding duidde een onverzetteljjken wil, een on wrikbaar besluit aan. Cervier was koel en liet zjjn loerenden blik overal heen gaan. De rechter van instructie gaf Anseline een teeken en beval Kom nader. Met wankelende schreden naderde hij zijn weldoener. Deze zag hem strak aan. Ik heb deze laatste confrontatie ge vraagd, zeide hjj, omdat ik niet kan geloo- ven dat gjj, ondanks uwe bekentenis, u zoo ver hebt kunnen vergeten, mij te bestelen. Anseline uitte een doffen kreet. Mjjnheer? Neen, dat hebt gij niet gedaan, niet waar, gij, dien ik aan den dood ontrukt heb De ongelukkige zag hem smeekend aan. Max beefde van angst. Het klamme zweet brak hem uit. Anseline aarzelde. Dit duurde evenwel slechts een oogenblik, want aanstonds hernam hij op vasten toon Ik heb het gedaan. Ik ben alleen schuldig. Max herademde. Ongelukkige, riep Chateauroux uit. Al dus beloont ge mjj, die u en de uwen het leven heb gered. Gij brengt zulk een schande, zulk een smaad, over mjjn grjjze haren. Ja, zeide An-.eline, j», ik ben een el lendeling, ik verdien geen medeljjden. Hjj boog het hoofd, een diepe zucht ont welde aan zijn borst. stumstafel der wetgevtri en in de zalen dar wetenschap. Die stem riepOrde, en er kwam wanorde Die stem riepSpaarzaamheid, en er kwam nooit gehoorde verspilling 1 „Die stem riepVrede, en er kwam tweespalter kwam bloedige oorlog onder de volkeren, opstand tusschen de verschil lende klassen der maatschappy Die stem riepWedergeboorte, en er kwam nieuwe duisternis de volkeren zon ken terug in al de ellenden van het oude heidendom fjlDie stem riep: Vrjjneid, an er kwam ellende en slaverny Die stem riepRechtvaardigheid, tn er kwam bloedige onderdrukking "r* Die stem riepBroederschap, en "er kwam een nooit gekende oneenigbeid tot zelfs onder de zonen van hetzelfde buis gezin Die stem riep Geljjkheid, en er kwam zoodanig ongel jjkheid dat er straks slechts milliardairs en proletariërs overbljjven De stem riepMenechelykheid, en er kwam onmenscheljjke haat, tweedracht, opstoking tot socialisme, anarchisme, ^ni hilisme zoodat de volksopruiers ook het laatste greintje menschengevoel, uit de harten der dynamiet-mannen en pétro- leuses verbanden Die stem, zjj was de stem van den geest des kwaads daarom vierden de dui velen feest, en weerkaatsen de echo's der hel de godslasterlijke triomfkreten van den Satan, terwjjl hartverscheurend wee- geklaag getuigde van namelooze mensche- ljjke ellende. Zal het kwaad ten slotte zegevieren Zal het woord des Heilands, «dat de poor ten der hel zjjne Kerk niet znllen oven mogen», ten schande gemaakt worden? Zal bet ongeloof overwinnen, daar waar heidendom, Jodendom, ketterjj, zedeloos heid en sch:sna het tegen de katholieke Kerk hebben moeten afleggeu Zal de huichelarjj zegevieren die zoo veel bitterheid breDgt onder de menecben en gruwelyk onrecht doet plegen O, neen Het verleden is een waarborg voor de toekomst. Voor een wjjle tjjds kan tirannengeweld verdrukking en mis kenning brengen, den rechtvaardige zai recht geschieden immer en overal. Zoo- ook met de Kerk van Christus, Zjj zal immer eu overal, voor allen onvergan- keljjk blyven door de kracht van den H. Geest, die in Haar is komen wonen en die Haar bezield heeft met een leven, waardoor Haar de onsterfelykheid is ge schonken Hjj wendde zich tot den reohter van in structie en hernam Gjj ziet het, mjjnheer, ik beken alles. Waartoe mij nog langer te folteren Ik heb den moed niet, nog langer den blik te door staan van den man, die ik zoo zwaar belee- digd heb.De moed heeft ook zjjn grenzen. Laat mij weg brengen. De ongelukkige wilde heengaan, maar d« rechter van instructie hield hem terug Vt'acht. Mijnheer. Gij beschuldigt u, dat is zoo, maar wjj gelooven u n;et. Hjj wees op Cervier. Mijnheer gelooft u niet. Waarom nietf vroeg Anseline, wiens angst terugkeerde. Men zou zeggen, dat gjj er belang bij hadt, aan uw schuld te doen gelooven Ik? In plaats van u te verdedigen, doet gjj alles om uw schuld te verzwaren. Ik kan niet ontkennen tegen de werke lijkheid. Terwjjl Chateauroux naar hem luisterde was zjjn blik onafgewend op zjjn zoon geves tigd. Hij sag dat de rechter van instructie dezelfde vermoedens had als zjjn compagnon De houding van Max, die zoo Week een ter dood veroordeelde, mankte hem on- j gerust. Eensklaps riep hjj uit: De waarheid, ik wil de waarheid! Max sidderde. Dat de Amerikaausche journalisten tot alles in staat zyn, bewees dezer dagen een New-Yorksch dagblad-directeur. Hy schreef aau de Koningin-Regentes van Spanje een briefwaarin hy Hare Majesteit verzochtkoning Alfonso XIII, een artikel te laten schryven over de oorzaken en gevolgen der joDgste on geregeldheden te Barcelona. Hy had by zyn brief een cheque van zesduizend pond gevoegd. Maar ondanks dien mooien prjjs werd zyn verzoek natuurlyk geweigerd. De Amarikaansche regeering heeft besloten veertien dagen lang aan de over levenden op de Antillen eiken dag 40.000 rantsoenen levensmiddelen te zenden en kleeren voor 40.000 personen. Ook zal eene groote hoeveelheid levensmiddelen naar de vreeselyk geteisterde eilanden worden gezonden. Talryke schepen wor den in Amerikaansche havens in gereed heid gebracht, om zoo spoedig mogeljjk allerhande hulp aan de slachtoffers te brengen. De Engelsche stoomboot Camorta die men te Matras verwachtte, is niet aan gekomen. Men vreest dat het schip tydens een windvlaag op 6 Mei met man en mnis vergaan is. Aan boord van de Camorta bevonden zich 89 'personen der equipage met 650 inlandsche passagiers. Een der reddings boeien van de Camorta heeft men op zee dryvends gevonden. Te Londen zyn zeer onrustwekkende tjjdingen ontvangen van het eiland Sint- Vincent. De Gonvernenr van het eiland seint dat de tsestand Tan uur tot uur ellen diger wordt. De vulkaan La Soufrière dreigt het geheele eiland te znllen ver nietigen. De vulkaan spuwt reusachtige vlammen van allerlei kleur. Geheele fa milies zyn omgekomen. Verschrikkelijke ontploffingen volgen elkaar onafgebroken. Het vertrek van president L o n b e t uit Brest naar Kronstadt heeft plaats gehad onder groot marinevertoon. Woens dag-avond te 6 uur koos de Montcolm, met den President aan boord, zee. Al de schepen der Franscbe oorlogsvloot in de Baffische- en Noordzee begeleidden de Montcolm. Het Ministerie te Parys heeft bevel gegeven in Florida en te Nieuw-Orleans al de mogelyke eetwaren te doen opkoopen en ze zoodra mogelyk naar het eiland Mar tinique te zeudin. De inschryving voor ds slachtoffers in de Fransche dagbladen beloopt reeds 300.000 franks. De twee millioenen franks die de Suchet uit de keiiers van de Bank te St. Pierre heeft meegebracht, worden gebruikt voor de eerste uitdeeling van onderstand aan Ik wil de waarheid, hoe dan ook. Anseline verklaarde i-ie heb ik gezegd. Bewijs haar dan. Bewjje dat gjj alleen die vervalsching hebt gepleegd, want gjj sist wel, dat deze heeren aan uw verklaringen twjjfelen, dat zjj vermoedens, een vreessljjke verdenking hebben. Oindien gjj de «enige schuldige sjjt, wat heb ik u dan miadaan, dat gij mij zooveel doet lijden De ongelukkige vader viel op een stoel neer, liet het hoofd op de borat zinken en snikte luid. Max naderde hem. Vader, atamelde hjj. Wanneer gij door uw gedrag geen grond tot die verdenking hadt gegevei, zoudt gjj u niet behoeven t« rechtvaardigen. Mjj rechtvaardigen Ja, ziet gij dan niet, dat men n in stilts beschuldigt? En wie beschuldigt mjj Mjjnheer Cervier, de rechter. Zjj dur ven hun vermoeden niet uit te spreken, maar ik lees het in hun oogen, op hun gelaat. Max wierp den kassier een smeekenden blik toe en deze kwam hem aanstonds ter hU!ü' Hnuheer Max ie omaohuldig, verklaarde hij, ik heb het alleen gedaan. Ik kon a&n de verzoeking geen weerstand bieden, ik wilde mijn dochter rijk maken. Wordi vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1902 | | pagina 1