NIEUWE
£>acj6laó voor cföooró' en SZuió-eJCollattó.
Zelfkennis.
No. 5150.
Donderdag 24 Juli 1902.
27ste Jaargang
gevolgen van een
misóaaó.
B UITENL AND.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem f 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland 2.80
Afzonderlijke nummers«0.08
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUBJ3a.trSti Janstraat Haarlems
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels50 Cents.
Elke regel meer7i£
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant
Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS.
In den stillen zomer-avondstond of in
den nacht aan het gewoel onttogen van de.
wereldsche beslommeringen, teruggegeven
aan ons zelf, wanneer alles rondom ons
rust en zwjjgt in de duisternis, als wij
alleen zijn met God, die ook dan over
ons waakt en in Zjjne hand onze adem
heeft, dan is 't de tijd om een blik in
ons zeiven te slaan.
De natnur schjjnt ons dan tot ons zelf
terng te brengen en al water indenver-
loopen dag voorviel, vertegenwoordigt zich
in onzen geest om er bet oordeel over te
te vellen.
Want op den dag zelf, in 't gewoel van
het dageljjksch leven, ontbreekt 't ons
dikwpls aan tpd en aan lust.
Want de dag is geheel aan den arbeid,aan
ons beroep, aan den omgang gewjjd.
En de dag kan slechts zpn de toepas
sing van hetgeen we leerden door ons
zelf te leeren kennen.
Hoe weinigen zjjn er met zich zelf nauw
keurig bekend
Hoe velen houden hunne werkelijke ge
breken dikwjjls voor deugden.
Hun goede eigenschappen dan eens te
hoog, soms eens te gering waardee-
rend.
Menigeen verbeeldt zich, dat hp te
grootmoedig en verzoenlpk is, omdat hp
zjjn vijand de haud tot vrede aanbiedt.
En evenwel is hp slechts bloode en laf
hartig, daar hp vriendschap begeert met
hen, die hp in den grond zjjns harten
baat.
Menigeen acht zich buitengewoon deugd
zaam en braaf, omdat bp niet in de mis
stappen en zwakheden van anderen is ver
vallen.
Doch hp bedenkt niet, aan welke om
standigheden hp het te danken had, dat
bp staande bleef.
Het was misschien niet zoozeer afschuw
FEUILLETON.
Vervolg
74)
Zij is dood, mompelde hij.
Terstond daarop deed zich echter een zwak-
klagend geschrei hooren.
Verduiveld, ziet ge nu wel, dat zij niet
dood is? zeide Rozengeur.
Dat was zij niet.
Was zjj dat niet?
Ik weet het zeker.
Maar wie dan
Ik weet het niet.
Bozengeur begon voorzichtig rond te zoeken
en eensklaps uit e hjj een kreet van verbazing
en riep zijn makker toe:
Blijf staan Blijf staan
Wat is er
Een kind.
Een kind
Ja, een zuigeling, in een doek gerold.
Boe is 't mogelijk
't Is waar wat ik u zeg.
Leeft dat kind?
Zeker.
Demoeder niet, die is om koud.
van het kwaad, als wel gebrek aan de
gelegenheid om het te bedrijven of wel
vrees voor de gevolgen der schande, die
het hem berokkenen zou.
Menigeen houdt zich zelf voor welda
dig, hulpvaardig, gedienstig, omdat hp
volvaardig zijn hulp en ondersteuning aan
biedt, waar het heil van bpzondere per
sonen, voor stad en land kan bevorderd
worden.
Maar hp bemerkt niet, dat op denach
tergrond van zpn hart de eerzucht is ge
zeteld, die hem bp al zpn handelingen
leidt.
Hp bemerkt niet, dat hij in zpn leven
nauwelpks eene goede daad verricht heeft,
van wie ten minste niet een mensch wist,
dat ze van hem kwam.
Gaarne wil hp iets goed, maar als hp
het doet, wenscht hp er ook getuigen bp
te hebben.
En wie zich zelf niet kent, hp wage
het niet over de daden en woorden van
anderen te oordeelen.
Hp zou ze slechts oppervlakkig en naar
den schpn beoordeelen.
En wie zich zelf nauwkeurig onder
zoekt en wie zich zelf beproefd heeft,
hoe zal hp de geheime beweeggronden van
het hart eens anderen kunnen peilen
Eerder zal hp vol weemoedige herinne
ring aan eigen zwakheid, veel toegeefljj-
ker over de gebreken zijner ipedemenschen
oordeelen, gelijk hp ook veel behoedza
mer zal zpn in het prpzen eener schitte
rende daad, die door de menigte vergood
wordt.
Hp weet het goed, hoe gering onze
verdiensten vaak zpn bp wat door de
wereld geprezen wordt en hoe veel ver
schooning en toegeeflijkheid menige onge
lukkige verdient, die door verleidende om
standigheden, drift, nood of zelf vergeten
tot eene daad gevoerd werd, wier ge
dachtenis een leven vol berouw niet kan
uitwisschen.
Zelfkennis eindelpk leidt tot menschen-
Bozengeur betastte de vrouw.
't Is waar, zeide hij 1 Wat zuilen wij nu
doen
Ik vind dat wij het eerst die kleine moe
ten redden.
En de moeder?
Als zij dood is, dan kunnen we er toch
niets aan doen.
Inderdaad.
Neem het kind mee, mijn vrouw zal het
voeden.
Ik heb het al, zeide Rozengeur.
Eensklaps bleef hij staan.
Wij kunnen de moeder daar toch zoo niet
laten liggen.
Als zij toch dood is.
Denkt ge P
Ik weet het zeker.
Rozengeur knielde naast de vrouw neer en
betastte haar hart en haar pols.
Ik geloof ook, dat zij dood is, ztide hij.
Bet kind begon te schreien.
Als wij hier nog langer blijven, zeide
Beerenkop, dan sterft het kind ook.
Het gaat mjj toch aan 't hart, die vrouw
hier te laten liggen
Als zjj nu toch dood is.
Dat is waar.
Dan heeft ze ons niet meer noodig.
Dat is ook waar. Maar als ze nu toch
eens niet dood was
Zjj is al stijf. Wij zouden er maar las
mee hebben. Men zou ons allerlei vragen doen
De politie is zoo nieuwsgierig.
Maar het kind P Wilt ge dat bp u houden
kennis en menschenkennis legt ons zware
verplichtingen op,om de menschen tot goede
inzichten te brengen;ze leert ons de middelen
om het hart van anderen te treffen en ze te
winnen voor wat goed en rechtvaaardig
isze doet ons de hinderpalen kennen,
die uit den weg moeten geruimd worden,
maar ze doet ons ook inzien hoe onze
beste bedoelingen maar al te vaak ver
keerd worden uitgelegd, omdat zp som
migen onzer medemenschen heimelijk in
den weg staan.
Zelfkennis leert ons strjjd voeren tegen
eigen gebreken, tegen onze eerzucht, onzen
hoogmoed, onze hebzucht en onze booze
neigingen. Dat wil zeggen, onze haat en
wrok tot zwpgen brengen, nuttig te zpn
voor anderen en luisteren naar de stem
van het gezond verstand.
Zelfkennis leert ons ten slotte nog dat
het woord van B o s s ne t waar bipft«de
huichelarp der menschen is eene hulde,
welke de ondeugd aan de deugd bewpst.»
Immers zoodra nietige personen zich aan
hun onbeduidendheid willen onttrekken,
ligt het doeltreffend middel voor de hand.
Zij wapenen zich met drogredenen, met
kwade trouw en storten zich onversaagd
op hun slachtoffer, dan, maar ook dan
vooral is zelfkennis een wapen, waarte
gen booswichten niets vermogen. Zp bren
gen het niet verder dan bp het uitstorten
van hun macbteloozen haat.
Zelfkennis maakt den mensch zelfstan
dig, zp verheft hem en voert hem tot
God.
Zwitserland.
Sedert eenige dagen is Luccheni,
de moordenaar van keizerin Elisabeth
van Oostenrpk-flongarpe, in een krank
zinnigen gesticht geplaatst. Zoo'n afschu
welijke booswicht krpgt nu, dauk de af
schaffing van de doodstraf, een zorgvuldige
verpleging.
Mijn vrouw voedt er een, zij kan er ook
wel twee voeden, en later kan het ons van
dienst zijn
Wilt ge er tegen niemand iets van zeg
gen
Wie heeft er iets mee te maken?
En als men later nu eens wilde weten
Wat?
Hoe we aan dat kind gekomen zijn?
De moeder zal ons daar zeker niet naar
vragen.
Neen, maar misschien heef zij wel pa
pieren bij zich.
Zie eens.
Rozengeur doorzocht' de zakken der vrouw
en zeide
fk heb een papier.
Neem mee, dat kan te pas komen, en nu
Tooruit.
De twee m-nnen keerden terug langs den
zelfden weg dien zij gekomen waren.
Aan den anderen kant der fortificatiën was
een groot dor veld, waarop men eenige dagen
kermis had gehouden.
Op dat veld stond een armoedige, kleine
wagen waarin een licht brandde en naast dien
wagen was een mager paard bezig zich aan de
schaarsche grassprietjes te verzadigen onder be
waking van een grootrn hond, die opsprong
en zijn meester kwispelstaartend naderde, toen
hij hem hoorde aankomen.
Beerenkop, die nu het kind droeg, riep bij
den wagen
Hef ah, Avondschoon
Een vrouwenhoofd, waarom een veelkleu-
Hoe lang zal deze booswicht krank
zinnig moeten genoemd worden
Zouden de afzenders van twee kisten,
inhoudende 18 dynamiet bommen, die te
Castellamore, een Italiaansche badstad, ge
lukkig werden aangehouden, ook niet krank*
zinnig genoemd worden 1 Elke bom woog
een kilo. Er waren ook nog 36 kleine
bommen in de kist ter zwaarte van 700
grammen.
Engeland.
Koning Edward gevoelt zich op zee
heel prettig. Hp wandelt over het dek van
zpn jacht Victoria and Albert in gezel
schap van zpn doktoren en familie. De
toestand van Z. M. bipft dus zeer gunstig.
Zondag werd aan boord, onder leiding
van commandant Lambton godsdienst
oefening gehouden. De Koning en Ko
ningin en de leden der koninklpke familie
waren er bp tegenwoordig.
De Victoria and Albert bipft tot Woens
dag liggen waar zp is, de doktoren hopen
zeer op warm wefer, daar het verblpf in
de open zeelucht den KoniDg zooveel goed
doet. Volgens den Berlpnschen correspon
dent van de Daily Telegraph zal keizer
Wilhelm zpn oom een familiaar bezoek
brengen aan boord van het jacht, zoodra
hp uit Noorwegen terag is.
De Koning van België, die met zpn jaeht
in de Solent (d a zee engte tusschen Wight
en Eageland) is, bracht Zaterdagochtend
een be mek aan Koniog Edward aan
boord van de Victoria and Albert.
Het bezoek dnurde een half nar.
Frankrijk.
Te Lyon hebben de burgers de katho
lieke scholen, die op bevel van den kerk-
vervolger Combes, werden ontruimd en
gesloten, weder geopend. Toen Zaterdag
namiddag de politie-commissaris onder pro
cesverbaal zich kwam overtuigen van de
heropening, werd hen door een groote me
nigte een nieuwe sluiting belet met de
kreten: Leve de vrijheidLevi once Zuster
scholen.
Te Bain in de Vogeezen ging het er
nog beter aan toe, daar vonden de poli
tie-commissaris en gendarmen, toen zp de
scholen wilden sluiten, deze bewaakt door
de boerinnen uit de omgeving, met rie-
rige doek geknoopt was, verscheen aan k»t
venstertje en vroeg
Zijt gij daar?
Ja, doe open.
De wagen is open, kom maar binnen.
De man klom het trapje op, dat naar de
deur van den kermiswagen voerde en stootte
die open.
Rozegeur volgde hem.
De vrouw uitte een kreet van verwondering
toen zij zag, dat haar man een kind in dear-
men droeg.
Wat hebt ge daar? vroeg zjj.
Een vondeling.
Een vondeling
Ja, dien wij daar ginds, bjj de fortificatiën
opgeraapt hebben, Rozengeur en ik.
Rozengeur knikte bevestigend.
Och kom, ge wilt me wat wijsmaken,
zeide de vrouw ongeloovig.
Het is zoo waai als wjj hier voor n
staan, sprak Rozengeur.
Beerenkop liet zich op zjjn krukje neerral
len en gal het kind aan zjjn vrouw.
Daar, zeide hjj, geef het t« drinken, het zal
wel honger hebben.
Te drinken
Welzeker
En wat zullen wjj er dan mee doen
Wjj honden het bjj ons.
Bet bjj ons houden
Welja, de moeder is dood,
Ge zjjt gek.
Neen, ik ben lang niet gek, zeide de man.
'JFordt vervtlgd.)
KI. HISCHlJAi n i IT.
AGITE MA NON AGITATE