NIEUWE
cTSooró
Een goed volk.
No. 5167.
Woensdag 13^Augustus 1902.
27ste Jaargang
Officieel berichU
©0 gevolgen van een
misóaaó.
BUITEN LAM D.
.fled
ABONNEMENTSPRIJS
Per S maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers. a
Dit blad verschjjnt
iageltjk», behalve Zon- en Feestdagen.
B U B S A U 8t Janstraat Haarlem:
f 1,10
«1,40
«2.80
0.08
ïïïmExt
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTBNTIBN
Van 16 regels50 Gents.
Elke regel meer7Vi
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Redacteu r-U i tgever, W. KfiPPERS.
Bjj dezen deelen Wjj aan de geloovigen
van ons Bisdom mede, dat Z. H. de Pans
heeft gedispenseerd in de onthoudingswet
op Vrpdag a. s. 15 Augustus, feest van
O. L. Vrouw Hemelvaart.
De officieele kennisgeving heeft Ons te
laat bereikt, zoodat het niet mogelijk was
de verleende dispensatie Zondag 1.1. op de
gewone wjjze in de kerken te doen af
kondigen.
|C J. M. BOTTEMANNE,
Bisschop van Haarlem.
Zoo noemen wjj de Bretanjers waarop
thans de geheele beschaafde wereld het
oog gevestigd heeft in den strijd voor
vrijheid en recht tegenover ruwe geweld
pleging van het Fransche Gouvernement.
Waar het de Fransche.MinisterCom
bes en zijn goddelooze bende om te doen
is, zegt ons de Lanterne, een blad zeer
vijandig tegen de Roomsche Kerk, met
deze woordende uitroeiing van het cleri-
calisme begint met de Congregaties, daarna
komt de Kerk aan dt beurtwant er moet
afdoende opruiming gehouden worden.
De Fransche Regeering is niet gesticht
over de Lanternedie hier als een enfant
terrible de geheimen verraadt. Combes
spuwt dan ook vuur en vlam tegen het
blad, dat in weinige woorden te kennen
geeft, dat 't niet alleen tegen de kloosters
gaat, maar ook tegen de Kerk.
Met meer dan belangstelling volgen wij
daarom den gang van zaken in de Fransche
Republiek, nu de Bretansche bevolking
zich meer dan elders in het ongelukkige
Frankrjjk verzet tegenover de hatelijke
en allerschandelijkste daden van het Fran
sche Ministerie, dat juridisch bedrog pleegt
met valsche toepassing van de wet W a 1-
de c k-Ro u ss e a u.
FEUILLETON.
De Kerkvervolgers in Frankrjjk gevoe
len zich machtig nu hun door de lamlen
digheid van het Fransche volk, het roer
van staat in handen is gegeven. In geheel
Frankrjjk is dan ook reeds de oorlog ver
klaard aan de religieusen om later met
te meer zekerheid de Kerk te treffen
Men randt echter de vrjjheid aan, en dat
werk wordt door alle v< jjbeidlievende bur"
gers zonder onderscheid van godsdienst en
partjj veroordeeld, terwjjl men betreurt,
dat de openbare macht, die de handhaaf
ster van recht en orde moet zjjn, in de
Republiek ten dienste staat van de wets-
verkrachters, om weerloozen te belagen
en officieelen diefstal te beschermen.
Treurig ziet het er in Frankrjjk uit,
waar ruw geweld triomfeert tegenover
goeden trouw en opofferende liefde, die
Combes en zjjn trawanten een gruwel
zjjn. De uitkomst van den ongeljjken strjjd
is in het diep bedorven Frankrjjk niet
twijfelachtig.
In Bretagne echter leeft een goed volk,
dat zich den grootsten schat dien het be
zit, n.l.den godsdienst, niet wil laten
ontnemen.
Dat volk wil niet gemoderniseerd wor
den naar goddelooze begrippen, dat volk
verzet zich dan ook krachtdadig tegei over
de aanranders van hun heiligste rechten.
De trouwe en godsdienstige bevolking van
Bretagne staat de ruwe macht van den
Franschen minister Combes onverschrok
ken in den weg, om de vrjjheid van gods
dienst en onderwjjs te verdedigen en te
protesteeren tegen willekeur en dwang.
Bretanje is de oudste Fransche provin
cie, begrenst ten noorden door het Kanaal,
ten noord-westen door Normandië, ten
oosten door Maine en Anzou, ten zuiden
door Poitou. Deze provincie ontleent haar
naam aan vluchtelingen uit •root-Brit-
tanje, die er zich in de vierde en vjjfde
eeuw gevestigd hebben en wier taal, het
Keltisch er thans nog door een groot deel
der bevolking gesproken wordt, terwjjl een
Vervolg
91
Nog eenige koopers deden zich op en toen
rolde Eigobort haastig het overige goed in zijn
tapijt, knoopte dit dicht, nam het onder den
arm en ging Anseline opzoeken, dien hij wel
dra voor de deur van een koffiehuis op hem
vond zitten wachten.
De vader van Claire zeide slechts deze woor
den tegen hem
Het werk begint, wg vertrekken naar
Chartres.
Beiden verwijderden zich. Zg keerden naar
Parijs terug, gingen naar het station Montpar-
nasse, namen den eerstvolgenden trein naar
Chartres en stapten daar uit.
Anseline moest eerst zijn wraak goed over-
^De ongelukkige man had vreeselijk geleden
sedert den dood van Claire, zoo vreeselgk, dat
hij meende het niet te boven te zullen komen
en zgn dochter in het graf te zullen volgen.
Meer dan een maand lang was hg niet bij
machte geweest uit te gaan of zelfs het bed
te verlaten ondermijnd door de smart, nog ver
schrikkelijker dan alles wat hij reeds geleden
had. Daarna waren zijn krach'en langzamer
hand teruggekeerd en met de kracht kwam ook
het verlangen onweerstaanbaar bjj hem op zijn
dubbele zending te volbrengen.
Ten eerste moest hij het kind van Claire
opsporen, dat thans zijn kind was gewoiden,
een wezen, dat hjj zou liefhebben en dat hem
weder aan het leven zou hechten.
Ten tweede moest hij Maximillien Chateau-
roux straffen, hem treffen in zijn persoon
en in de zijnen, hem geheel het verpletterende
gewicht van zijn wraak doen gevoelen. Bij
had de macht daartoe, een leger getrouwe
schurken, gewezen dwangarbeiders, die hem als
hun hoofdman erkenden, als den opvolger van
Judas Marfori, en geld zooveel hij wilde. Bij
was machtig en geducht, tl ij zou zich in het
duister opstellen, in den nacht als de geest
der wraak Hij zou treffen met de snelheid
van den bliksem, allen in de omgeving van
Maximilien Chateauroux zouden bloedige tra
nen weenen, Claire en hijzelf zouden gewro
ken worden,
Alvorens het werk der wraak te onderne
men, moest hjj het terrein verkennen, moest hij
weten wat er van Maximilien Chateauroux
geworden was en in welke omstandigheden hij
verkeerde. Door Eigobert zou hij vernemen
wat er ten huize der familie Chateauroux voor
viel. Van Claire wist hg, dat Max gehuwd
was en kinderen had. Anseline zou het gevoe
ligste punt opzoeken om hem te treffen. Met
dat doel had Anseline zich in gezelschap van
Eigobert naar Chartres begeven.
ander deel eene half- Keltische, half Fran -
sche gewesttaai aangenomen heeft.
Vroeger was de provincie verdeeld in
Opper-Bretanje met de bisdommen Rennes,
St. Malo, Dol, St. Briene en Nantes, en
Neder-Bretanje met de bisdommen van
Fréguier Leon, Quimper en Vannes.
Bretanje bestaat uit vijf Departementen,
n.l.Cötes du Nord, Finistère, Morbihan,
111-et-Vilaine en Loire-Interienre.
Bretanje is een plat land, een henve-
lenstrook, loopt door de provincie van
het Noorden naar het Oosten, waarvan
de hoogste top, de St. Michielsberg, slechts
391 meters bereikt. Bretanje is voOr het
gro tste gedeelte blootgesteld aan den zee
wind, daar het langs drie kanten door de
zee is ingesloten. De luchtgesteldheid is
er zeer gematigd, maar ook zeer vochtig.
De regens zijn er overvloedig en talrjjke
rivieren en beken doorloopen het land
schap.
De Bretonsche kust is grootendeels rots
achtig, met ontelbare inhammen; op vele
plaatsen levert zij een woest gezicht op,
vooral daar waar de zee nog altjjd door
den vasten grond uitholt. De vloed is zeer
geweldig, vooral in eenige engten, waar
talrijke schipbreuken plaats hebben en de
springijjden der Noordkust van Bretagne
zjjn de hoogste van Europa, zij bereiken
tot 14 metersin de baai, van den St. Mi
chielsberg en te Granville.
De Bretan jers leggen zich vooral op de
vischvangst toe. Zjj varen naar Newfound
land, IJsland en de noordelijke zeeën. De
kustvischvangst is ook zeer bedrjjvigj
vooral op de Zuidkust, en levert over
vloedig sardinesmakreetenkreeften)
tongen enz.
In het binnenland leeft de bevolking
van den landbouw. De velden brengen
een rjjken graanoogst en de groententeelt
heeft eene groote uitbreiding. De vee- en
paardenfokkerij was vroeger zeer groot,
doch is thans van minder beteekenis.
De handel is in Bretanje zeer levendig
De twee mannen waren in het voornaamste
hotel va* Chartres afgestapt.
Eigobert had zijn vreemdsoortig costuum te
Parijs gelaten en zich gekleed zooals Anseline
in het zwart, zoodat beiden een deftig voor
komen hadden.
Eigobert was, geheel tegen zjjn gewoonte
in, zeer ernstig, maar het betrokken gelaat.de
sombere blik van Anseline, deden de grap
pen op zijn lippen besterven.
Bet was nacht, en de maan scheen helder,
toen Anseline en zijn metgezel voor Gerban-
dière stonden. Het huis baadde zich in een
zilveren licht. Er heerschte de grootste kalm
te. Geen licht brandde er. Alles scheen in diepe
rust gedompeld. Maximilien sliep daar, on
getwijfeld gelukkig en zonder wroeging.
Bij die gedachte ontwaakte al de haat van
Anseline des te heviger.
Hij wees zijn metgezel naar dat vreedzame
huis en zeide
Ziedaar het gevloekte huis, het huis waar
van geen steen op den anderen mag blijven,
het huis, welk» bewoners al hun tranen moe
ten storten.
j Eigobert keek verwonderd op bij deze woor
den. Hij wist niet waarom hij te Chartres was
gekomen, noch wat hjj er doen moest. Hij
zag naar de bez tting van Maximilien Chateau-
roux en kon door het maanlicht alles dui
delijk onderscheiden: de goed onderhouden
grasperken, de prachtige bloemen, het dicht-
belommerd geboomte,
i Hjj mompelde
1 Dat is jammer genoeg, ik zou er liever
dank aan de zee- en kustvaart en de vele
aanleg- en toevluchtshavens.
De Bretanjers zjjn van oudsher bekend
als een koppig, maar ook als een goedig
en trouw volk m den volsten zin des
woords. Zij zjjn trouw gehecht aan hun
voorvaderlijke overleveringen en zeden en
vooral aan den Katholieken godsdienst;
voor hun geloof zgn alle Bretanjers bereid
hun bloed te storten. Zjj houden vast aan
hnn landeljjke vrjjheden en voorrechten,
en de geschiedenis leert ons, dat zjj die
altjjd, des noods met de wapens in de
hand, hebben weten te verdedigen. Revo.
lutiemaken is der bevelking een gruwel.
God en vaderland zgn hun heilig.
De Bretanjers zgn eenvoudig, zjj willen
niets weten van verwjjfde pracht of we-
reldsch vertoon, maar zjj behouden hunne
schilderachtige klcederdracht van vroeger
en hunne dorpen, zelfs vele steden leveren
nog altjjd hetzelfde aanzien als eeuwen
geleden.
De Bretanjer is zgn landaardtaal en
zeden, maar vooral zgn geloof trouw, en
onvervalscht weet hg ze te bewaren.
Geen wonder, dat de Kerkvervolgers in
Bretanje een heviger verzet ontmoeten dan
in de andere provincies van het lichtzin
nig en luchthartig geneutraliseerd Frank,
rjjk.
België.
Over het overigden van den Boerenge
neraal Lucas Meyer te Brussel, wordt
nog gemeld, dat hjj Donderdag met zjjne
echtgenoote in de Belgische hoofdstad
aankwam. In de Concordestraat had de
familie Meyer, haar intrek genomen,
nabij de woning van Mevr. Botha,
echtgenoote van generaal LouisBotha,
opperbevelhebber van het Transvaalsche
leger. Donderdag-namiddag bracht de Over
ledene door in familiekring en gezelschap
van mevrouw Botha. Hjj deed vervolgens
een wandeling naar Ter Kamerenboseh en
was zeer vermoeid bjj terugkomst. Hg had
gaan wonen en ik wed dat het er ons beter
bevallen zou dan op de rotsen van het Dui
velseiland.
Anseline antwoordde niet.
Hij dacht na.
Geheel het verledene kwam hem voor den
geest. Hij beleefde weder dien vreeseljjken
morgen toen hjj als een misdadiger in hech
tenis was genomen, hjj, de onschuldige, die
weigerde zich te verdedigen om den zoon vanMax
op wiens gelaat verbazing over zulk een helden
moed te lezen stond, en tegeljjk een smeekbede
hem niet te verraden en een belofte van eeu
wige dankbaarheid. Daarna kwamen hem de
harde woorden van de rechters in het geheu
gen, de ruwheid der gendarmes, de gevangenis,
de schande, de pjjnljjke confrontatie met den
vader van Max wiens weldaden hjj scheen ver
golden te hebben door hem te bestelen. Al
diewreede herinneringen kwamen op dat oogen-
blik weer bij hem op en deden zgn hart bloe
den.
Hij had alles verdragen, allee, voor dien
man. Eerst het vonnis, de scheiding, de bal
lingschap, daarna het bagno en zjjn verschrik
kingen, het uitbljjven van berichten omtrent
Claire, al die onrust, al dien angst, *n toen
de terugkeer. De ter*gkeer nog honderdmaal
vreeselijker dan al het overige, toen hjj zjjn
dochter, die arme martelares, stervend vond,
terwjjl zjj om haar kind riep, dat haar ont
stolen was.
(Werdt eereelf
Hü RUIS! HEHII RUT.
éCollanó,