No. 5192
Vrijdag 12 September 1902,
27ste Jaargang
^agBlaó voor toffloovó'
De nieuwe R.-K. Kerk van
het Allerheiligste Hart in
het Kleverpark.
©0 gevolgen van een
misóaaó.
ABONNEMENTSPRIJS.
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
Bedacteur-Uit ge v er, W. KÜPPERS.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem
f 1,10
1,40
2,80
0,03
PRIJS DER AD VERTEN! IEN.
Van 1G regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
ÜÜ-üE M4 NON A GUT A TE
50 Cents.
7%
Hoofdagenten voor liet BuitenlandCompagnie Génerale Publicité, Etranaère
G.L. DAVBF4C0JOHN., F. JONES Succ. Pans 31 Us Faubourg Montmartre.
Niet ondienstig achten wjj het een
en ander mede te deelen over de plech
tigheid der Kerk- en Altaarwijding nu
Haarlem het groote voorrecht heeft de
zen morgen eene nieuwe katholieke Kerk
meer binnen zjjn muren te tellen en nog
wel eene gesticht door de eerw. paters
Franciscanen in een geheel nieuw, fraai
gebouwd park het Kleverpark.
De plechtigheid der Kerk- en Altaar
wijding dan berust op de overeenkomst
tusschen het stoffelijk gebouw, datGode
door den Bisschop wordt toegeheiligd en
het geesteljjk gebouw, dat door Christus
in den Hemel zal worden ingewjjd. Nooit
verricht de Kerk iets van groot ge
wicht, of er gaat eene vaste voorafzoo
dus ook bij de Tempelwjjding. Want
de Bisschop, die de inwijding verricht,
en zjj, die die inwijding voor zich ver
zoeken, moeten daags te voren vasten.
De reliquiën der Heiligen mogen vóór de
inwijding niet onder het Altaar worden
geplaatsthet Altaar is eene afbeelding
van Christusde overblijfselen worden
er onder neergelegd, geljjk de Openba
ring (VI9) zegt«Ik zag onder het
Altaar de zielen der gedooden om het
woord Godszij zjjn als bjj Hem
ingeljjfd.
'sAvonds te voren legt deBisschop de Hei
lige Reliquiën, in een daartoe verordend
fraai kistje, dat in de Altaartafel ge
plaatst wordt, neder, en sluit dit vervol
gens met drie korrels wierook en een
blad perkament er in op het blad staat
geschreven
Den 11 September 1902 heb ik, C. J
M. Bott e m anne, Bisschop van Haar
lem deze Kerk en dit Altaar gewijd, ter
eere van het Allerheiligste Hart van Jesus
en de Reliquien van de Heilige Martelaren
Fidcln en Const an tia daar inge
sloten en heden aan ieder der geloovigen één
jaaren aan hen, die op den jaarlijkschen
dag der wijding van deze Kerk, haar
bezoekenveert'en dagen Aflaat in den ge-
ivonen vorm der Kerkverleend.
Het kistje wordt daarna nauwkeurig
verzegeld.
In de H. Liturgie bestaat geen plech
tigheid van grooteren omvang, van meer
afwisselende ceremoniën en rijker betee-
kenis dan de H. Wjjding der kerken. Bjj
de kerkconsecratie worden gebeden,bewe
ringen,besproeiingen met hetgehei'igd wa-
FEÜILLETON.
Vervolg)!
116:
Bozengeur was magerder dan ooit. Zijn wan
gen waren hol, zijn oogen lagen diep in het
hoofd. Zijn neus was nog langer dan vroeger
en een lijdenstrek lag om zjjn mond. De arme
clown, die de jeugd zoo dikwijls hud doen
lachen, dwong nu eer een traan dan een glim
lach af. Zijn uitgeteerde beenen waren in een
tot op den draad versleten broek gestoken>
en zijn schoenen hadden bijna geen hakken
en geen zolen meer. Hij bleef in een hoek ge
doken zitten, als meende hij dat hij dan minder
last van honger en koude had.
JBeerenkop alleen hield zich nog staande.
Het ongeluk kon zjjn krachtig lichaam niet
ter neer drukker, zijn forsche gestalte niet
buigen en niettemin was hij even moedeloos
als de andeien, maar zijn wanhoop uitte zich
in wocaende uitdiukkingen, in aanvallen van
toorn.
Tot dusverre was de sneeuw langzaam ge
vallen, vlok voor vlok, en had zich zacht op
den hardbevroren grond opgehoopt. Geen zucht
je wind, geen tochtje bewoog de dorre takken
ter,zalvingen met de H.H. Oliën, aldus ver
menigvuldigd, dat schier alles, wat de
H. Kerk, onder voorlichting des H. Gees-
tes, in hareu heiligen eeredienst heeft
neergelegd, hier wordt teruggevonden.
Een kerk- consecratie most wel onder
scheiden worden van de inzegening eener
kerk. Meermalen toch gebeurt het, dat
eene nieuw gebouwde kerk voor den H.
Dienst reeds in gebruik moet worden
genomen, vóórdat de plechtige Consecra
tie heeft kunnen plaats hebben ja, zelfs
bljjft, om bjjzondere omstandigheden,de
ze schoone plechtigheid somtjjds geheel
achterwege. In beide gevallen echter moet
de kerk, alvorens het H. Misoffer daarin
mag worden opgedragen, eerst worden
ingezegend. Deze veel kortere plechtig
heid, waarbjj slechts het gewijd water
wordt gebezigd, geschiedt in ons Diocees
gewoonljjk door den Zeer Esrw. Deken,
wien hiervoor door Z. D. H. den Bisschop
de noodige volmacht gegeven wordt. Doch
een kerk wijden of consacreeren kan alleen
en uitsluitend de Bisschop, die de volheid
des Priesterschaps bezit.
Eene beschrjjving van de zinrjjke
plechtigheid achten wjj alleszins op hare
plaats.
Op den binnenmuur der Kerk worden
twaalf Kruisen geschilderd, omtrent tien
voeten boven den grond, en wel, voo-
zooveel het geschieden kan, drie op elr
ken muur voor elk kruis wordt een na
gel ingeslagen, teneinde er eene waskaars
op te zettsn. De twaalf Kruisen verbeel
den de XII Apostelen zjj verzamelden
alom steenen, waaruit de Kerk oprees
en da Heme'sche stad is opgebouwd.
«De muur dezer stad (dus spreekt de
Openbaring XXI, 14), heelt twaalf grond
vesten, waarop de namen staan van de
twaalf Apostelen des Lams.»
De twaalf ontstoken kaarsen getuigen
van het Licht des Evangelies, hetwelk de
Apostelen over de wereld hebben ver
spreid.
Des morgens gaat de Bisschop ia zjjn
dageljjksch gewaad de Kerk binnen, en
beschikt hetgeen voor de plechtigheid
noodig is. Op zjju bevel worden nu de
gemelde twaalf kaarsen ontstokendes
Bisschops zetel wordt ta midden der Kerk
op een tapijt geplaatst. Hjj gaat vervol
gens da Kerk uit, en gebiedt allen mede
heen te gaan, terwijl een DiakeD, met
eene amict, albe, singalen eene stool van
wiste kleur gekleed, er binnen blijft
daarna worden de deuren der Kerk ge
sloten.
Nu gaat de Bisschop, van de geeste
lijken en het volk vergezelt, naar de
en deed hen den witten last afschudden. Kalm
te en diepe stilte heerschte overal. De zee was zoo
rusti', dat men haar bijna niet hoorde. De
lacht was grauw, egaal, zonder een wolkje. Over
al rust.
Eerst tegen den avond, toen de horizon aan
den gezichteinder rood gekleurd werd ten tee-
ken, dat de zon nog niet was uitgedoofd en
dat zij verdween zonder zich vertoond te heb
ben, eerst op dat oogenblik zag men plotseling
beweging in de lucht komen. Aan den horizon
vertoouden zich dikke, zware wolken.De sneeuw
vlokken, in plaats van 1 odrecht een vooreen
neer te dalen, begonnen te dwarrelen, schenen
elkaar te vervolgen. De boomtakken schudden
eensklaps hun sneeuwvracht af en in de verte
hoorde men de golven met dof gebral tegen
de rotsen slaan, De zee werd onstuimig, de
wind stak op. Een ijskoude windvlaag blies
door den hollen weg, waar de zwervelingen
bun kamp hadden opgeslagen.
Goed zoo, bromde Beerenkop, nu nog
storm ook, dat ontbrak er maar aan.
Avondschoon hief angstig het hoofd op.
De storm 1 Wij zijn verloren!
Op hetzelfde oogenblik begon liet paard
te hinneken en deed de hond een vreesachtig
gehuil hooren, als voelden ook zij de nadering'
van den storm.
Een windvlaag blies de blokken hout uit
elkaar en deed het schamele vuurtje dooven
en Bozengeur, die zijn versleten kleedereD
vaster om zijn lichaam wikkelde, mom
pelde
Ach God, goede God, wat is liet koud.
plaats, alwaar daags te voren deH. Re-
l'quiëu zijn gelegd, en bidt met de gees
telijken de zeven Boetpsalmen, benevens
den antiphoonHeer\ zijt onze zonden
niet gedxch'ig en trekt intussehen zijn
bisschoppelijke kleederen aan, laat zich
den mijter op het hoofd zetten, en neemt
zjjoer herderlijken staf in de linkerhand.
Na het eindigen der Psalmen gaat hjj
met zijne dienaren naav de hoofddeur der
in te wijden Kerk, legt zijnen staf en
mijter af, en begint, staande voor de daar
geplaatste knielbank, den antiphoonZiji
hier tegenwoordig, eenig almachtig God
Vader en Zoon en Heilige Geest
dien het koor vervolgt, waarop de Bis
schop verschillende gebeden uitspreekt.
De besproeiing der Kerkmuren, tot drie
werf toe, van buiten en van binnen, is
een teeken van zuivering en bescher
ming tegen de hinderlagen der boozen,
Het aankloppen op de Kerkdeur, door
eene driemaal herhaalde besproeiing voor
afgegaan, doelt op den weerstand des
duivels, dien den Zaligmaker den sterk-
gewapende noemde (Luc. II, 21), en die
slechts na grooten strjjd uit het huis
Gods verdreven is geworden. Zoodra de
deur geopend wordt, plaatst de Bisschop
het Kruisteeken op den dorpel, zeggende
«Ziedaar het teeken des Heilsdat alle
booze geesten vlieden
De intrede des Bisschops duidt op
Jesus' Hemelvaart, die als nu overwin
nend den Hemelschen Tempel begon in
te wijden.
Het alphabeth in twae hoofdtalen
(Grieksch en Latjjasch) aan den linker
en rechterhoek der Kerk bij den ingang
kruiawjjze vermengd gesehreven door den
Bisschop beteekent de toenadering aller
volken tot de ééne Kerk van Christus.
De zegening van water, wijn, zouten
aach, is eene zinspeling op de mensch-
heid en Godheid van Christus (water
en wjjn)op den dood en de onsterfe
lijkheid (asch en zout)Jesus, als God en
mensch gestorven, heeft den dood onder
gaan, maar is uit het graf weder verrezen.
Da vijf Kruisen op het Altaar (Chris
tus) beduiden des Verlossers vijf wonden
het Altaar wordt gezalfd met olie en
balsem, dewjjl ChristusGezalfde» betee
kent. De H. Reliquiën worden ver
volgeus plechtig ter Keike ingehaald, in
vreugde rondgedragen en onder het Al
taar geborgen ten teeken, dat ook de
Gemeente de voetstappen der Heiligen
met bljjdschap in God wil volgen, ten
einde mede eenmaal met hen in Chris
tus te rusten.
De be*ierooking van het Altaar staat
Hij hield nog altijd het kind van Claire
in de armen, en boog zich er over heen, om
het beter te beschermen.
Na de uitbarsting van den storm trad er
weer een kalmte in. De wind hield eensklaps
op, maar hij bleet in de dampkring als een
bedreiging. Dj lucht werd al somberder en
onheilspellender
Beerenkop maakte van dit oogenblik stilte
gebruik om het paard, dat op de hoogte was
geklommen, naar den holl n weg terug te
brengen en den hond, wiens gehuil hem hin
derde, het stilzwijgen op te leggen. Hjj joeg
hem met een schop onder den wagen.
Nauwelijks had hij dit, gedaan, of eene
nieuwe, ditmaal veel sterkere vlaag blies door
den hollen weg en deed de zee nog heftiger
opsteken. Met een slag rukte hjj de verscheur
de kleeden weg en deed de wagen, die zich
nog door een wonder staande hield, eensklaps
omkantelen. De boomen kraakten, in den wa
gen hoorde men het gerinkel van brekend
glaswerk en daartusschen het angstgeschrei van
een kind. Het was het kind van Beerenkop en
Avondschoon, de ongelukkige gebrekkige, die
in het voertuig was gebleven.
De vrouw slaakte een gil.
Mijn kind F
Zjj snelde naar den wagen om het kleine
wezentje te redden.
Beerenkop bewoog zich niet, zeide niets
en was verpletterd door dit nieuwe onge
luk.
Rozengeur drukte het kind van Claire vas
ter tegen zich aan,
I in betrekking tot hetgeen de Openbaring
vermeldt: «van den rook der reukwerken,
die onophoudelijk rond het Altaar, dat
voor den troon Gods staat, uit de hand
van den Engel opstijgt.»
Het branden van was en wierook op
elk Kruis van den Altaarsteen is een
beeld van het vurigrein gebed, dat door
de Geloovigen uit deze plaats als een
lieflijk reukwerk Hemelwaarts gezonden
wordt. De toewijding van Kerken en
Altaren aan God en Zjjne Heiligen strekt
ter bevestiging van het geloof aan de
nauwe vereenigiug, die er bestaat tus
schen Jesus Chriitus en zjjne Heiligen,
zoodanig dat de eer, aan God en Chris
tus bewezen, evenzeer de H. Maagd Ma
ria en alle Heiligen ten deel valt, als de
verheerlijking van de Moeder Gods en
van al zjjne Heiligen wederkeerig tot eer
van God en Christus geschiedt, naar luid
van de woorden des Verlossers«ik bid
U, dat zjj in ons één zjjn, geljjk wjj
één zjjn,» (Johann. XVII21). Buiten
dien kiest zich iedere Gemeente ten deze
een Beschermer en Voorbid Ier bjj Chris
tus in den Heilige, dien zjj bjjzonder wil
vereeren en inroepen. De H. Offe
rande der Mis, zjjnde die der geheele
Kerk, waarvan Christus het hoofd, en
de geloovigen de ledematen zjjn, besluit
geheel de plechtigheid om met den waar
borg der eeuwige wjjding het feest der
stoffeljjke toewjjding te voltrekken.
Na de plechtigheid der Inwjjding be
geeft de Bisschop zich naar de [sacristie,
trekt andere bisschoppeljjke kleederen
aan, en doet, ten slotte eene Pontificale
Mis,
Deze Hoogdienst werd in de nieuwe
berk van het H. Hart verricht door Z.
D. H. Mgr. C. J. M. B 0 t te m a n n e,
Haarlem's Bisschop, die ook de heilige
handeling der Consecratie en Inwjjding
dezen morgen deed.
Over den bouw der nieuwe kerk van het
Allerh. Hart van Jesus deelen wjj mede,
dat in het begin van Juni des vorigen
jaars de eerste heipaal in den grond-
werd geslagen en gebouwd naar de ont
werpen van den architect P. J. B e k -
kers van Amsterdam.
De hoofdvorm van het plan der kerk,
die in het karakter der vroeg-Gothisehe
architectuur is ontworpen, vertoont het
kruis, gevormd door het 9 M. breede
middenschip en twee transeptarmen van
geljjke breedte als het schipde zijbeu
ken hebben elk eene breedte van 4,75
meter.
Het hoofdeinde van het kruis is door
Het kamp der ongelukkigen zag er wanho
pig uit.
De grootehond was opgesprongen, en blafte
tegen al de geluiden die hij hoorde want de
geheele natuur scheen thans losgebroken, alles
klaagde en huilde.
De zee, nog onstuimiger geworden, deed
een dof gebrul hooren. Alle boomen dreigden
te breken en het was zelfs alsof de rotsen
schudden en dreigden op elkaar te storten.
Het paard, schichtig geworden, vluchtte en
holde in d n blinde voor zich uit, In de
verte hoorde men zjjn hoeven op den harden
grond,
De zwervelingen zagen elkaar aan, zij waren
somber ter neer gedrukt.
Ditmaal was alles gedaan.
Avondschoon suste haar kind in de armen
en slaagde er niet in het te troosten.
Het kind van Claire schreide.
De storm hield niet op. W ui ken van sneeuw
door den wind opgejaagd, stoven door den
hollen weg. De overblijfselen van het kamp
verspreidden zich om de ongelukkigen heen,
zonder dat iets zich daartegen verzette. De
storm duldde geen weerstand.
De hond en het paard gehoorzaamden niee
meer. Geen bedreiging, geen bevel, deed hen
terugkeeren, Waar zou men heengaan Er was
geen uitkomst in dit sombere landschap. De
wind blies door de kleederen, en deed het
lichaam bevriezen
O ditmaal isjhet gedaan met ons, bromde
Beerenkop. Hier moeten wij sterven.
Hjj scheen zich aan zijn lot te onderwer.
een halven twaalfhoek afgesloten, en ach
ter het priesterkoor, dat 2-maal 3 tre
den hooger gelegd is dan de vloer der
kerk, is een omgang aangebracht, die,
behalve ter verruiming van het priester
koor, tevens dient tot gemakkeljjke be
diening van het hoogaltaar en tot ver
binding der beide sacristiën.
De beide kapellen der zjjaltaren zjjn
door halve achthoeken afgesloten, de
vloer dier kapellen verheft zich 3 treden
boven den kerkvloer.
Aan den hoofdingang der kerk is een
ruim portaal ontworpen. Daarlangs geven
twee traptorens toegang tot het zang
koor, dat boven dit portaal is aange
bracht, en verder naar de kap der kerk.
De kerk heeft zonder kooromgang en
portaal, binnenwerks, eene lengte van 50
meter, de geheele lengte buitenwerks be
draagt 58 meterde breedte tnsschen de
zijmuren is 18,50 M. en in het transept
19,50 M., de sluitsteenen der gewelven,
van het middenschip liggen 16,50 M.
boven den kerkvloer.
Behalve de hoofdingang, waarvoor een
ruim plein is opengehouden en die gele
gen is in de aslijn der straat, die de
stad toegang geeft naar het Kleverpark,
is tegenover elke der zjjbeuken aan den
voorgevel nog een toegang aangebracht.
Bjj den voorgevel der kerk is eene ka
pel ontworpen, gewjjd aan den H. A n
10 n i n s van Padua, die zoowel van
buiten toegang heeft als van binnen
door eene boogopening met de kerk ver
bonden is en daarmee een geheel uit-
maakt.
Tegenover deze kapel aan den tegen
over liggenden zjjgevel is een kleine de
votiekapel aangebracht.
Kerk en pastorie werden gebouwd op
e6ne houten fundeering, waarvoor 1100
stuks heipalen werden ingeslagen. De
vloer der kerk wordt gedragen door ge
welven van beton.
De gebouwen zjjn opgetrokken in ge
bakken steenen met profielsteenen voor
omramingen, ljjsten, donnetten, raam-
traceeringen enz., het metselwerk is zoo
wel binnen in de kerk a's buiten gevoegd.
De pijlers en muurpglers, de colon-
netten en bogen zjjn gemetseld van don-
kerroode siersteenen, terwjjl de tusschen-
muurvakken van gele siersteenen gemaakt
werden, alles afgewisseld met vlechtwer
ken van gele en roode steen en, terwjjl
voor plinten, basementen en kapiteelen
der colonnetten natuursteen werd aange
wend.
De geheele kerk en de kapellen zjjn
overwelfd met gemetselde gewelven Tan
pen en klom op de hoogte, waar zjjn haren
in den wind fladderden. Bozengeur, versteend
van schrik en koude, had slechts dit vebed
op de lippen.
Mjjn God, red het kind.
Daarna zonk hjj neer, zonder moed en zon
der kracht.
Avondschoon lag op den grond, zij schreide
en drukte haar ki d in de armen.
In dezen toestand viel de duisternis en om
hulde deze ongelukkigen, die hun einde
voelden nadereH.
TWEEDE DEEL.
Op een der hoogste rotsen aan de kust van
Eretagne, bjjna aan den mond van de Loire,
te Préfailles, verheft zich een zonderling ge
bouw, half kasteel, half villa, dat men in den
omtrek het Duivelskasteel of het Spookhuis
noemt en dat in werkelgkheid heet Kerr Joën-
nie, kerr beteekent in het Bretanscb lust
huis of villa.
Op den top van den rots gebouwd, die
door de zee bespoeld wordt, verheft het zjjn
spitse torentjes hoog in de lucht, op dit punt
bjjna voortdurend duister en bewolkt. Het is
omgeven door een ringmuur, met mos be
groeid, zeer hoog, en van jjzeren punten voor
zien. Aan den zeekant is het onbeschermd.
Daar is het kasteel van zelf ontoegankeljjk,
want de rots was hoog en stijl.
Wordt vervolgd.)
E (III RUT.
- -D-QTTG TMSfD A TMTBomniff^ Tflff