No. 5236
Dinsdag 4 November 1902,
27 ste Jaargan
ïïagBlaó voor cftooró- on SCtiió-éCollanó.
Bestendiging van onrecht.
2>0 gevolgen van een
misóaaó.
BUITENLAND
KINNKNL AND.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem
feuilleton.
Engeland.
België.
Frankrijk.
Oostenrijk Hongarije.
Kerkvervolging in Frankrijk.
imttii:
ABONNEMENTSPRIJS,
Per 3 maanden voor Haarlem
f 1,20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post>1,50
Voor het buitenland 2,90
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
Wanneer men met eenige opmerkings
gave bedeeld is en dan met oplettendheid
de wjjze beschouwt, waarop het volk van
Transvaal en Vrijstaat door de Engelsche
Regeering, in casu door Chamberlain
wordt behandeld, dan voelt men zoo iets
van eene griezeling door de leden varen en
onwillekeurig sperren zich de vingers open
en voert de hand zich tot een klauw. Men
zou dien man met het eeuwige looking-
glass in het oog en]den valschen glimlach
om den mond, dien eeuwigen kalmen Joe
wel eens door elkander willen schudden.
Men heeft dat volk letterljjk van alles be
roofd, en door honger en ellende heeft men
d-m vrede afgedwongenToen heeft men
geschreeuwd, dat zij nu Engelsche onder
danen zjjn en dat zjj zich nu maar loyaal
onderdanig moeten toonen, en dat dan
Engeland de geheele zaak in orde zal bren
gen en zjj een recht gelukkig laventje
zullen krjjg-tn onder Eugeland's weldadig
bestaur. En om te beginnen zal Engeland
vooreerst het onrecht herstellen, dat het
den particulieren burgers, tegen alle oor-
logs- en volkenrecht in heeft aangedaan door
het verbranden en vernielen van de wo-
ningei en den oogst, door het vernietigen
van de noodzak? Ijjkste middelenvan bestaan.
Ja, het mocht wat. Dat onrecht her
stellen, dat schjjut een almachtig moeie-
Ijjke zaak te zjjn. Men. biedt, heel royaal
zoo wat een vjjf-en twintigste part van
hetgeen men eigenljjk verschuldigd ia,—
dus men biedt eene aalm >es aan ea davrmee
is men zelfs nog niet heel scheutig. Dan
is men nog boos, of men doet ten minste
uit berekening, alsof men erg boos is, dat
de Boeren hulp gaan vragen bij anderen
en men zegt dan: «Nu, als gjj u zelf ziet
te redden, dan krjjgt gjj eens net niets
meer van oas.» Alsof hulp van anderen
de Engelsche Rageering zoude kunnen ont
slaan van de verplichting cm het begane
onrecht te herstellen.
Wat zal er nu gebeuren Zeker, de
Boeren zullen heel wat geld uit Europa
en Amerika bjj elkandtr bedelen, maar
in de verste verte niet genoeg om de ver
liezen te herstellen, die zjj geleden hebben.
Engeland zal het kalm aanzien, dut de
volke en van Europa hunne millioenen
offeren en zelf de handen op den buidel
houden. Zoo zal bet Boerenvolk een kom
mervol en moeiljjk bestaan tegemoet gaan
en het zal vele, vele jaren duren, eer het
er boven gekomen is indien het er ooit
boven op komt. Want langzamerhand zal
ook het zenden van geld uit Europa op
houden, de geestdrift zal bedaren, de
Vervolg
161
Zij loeren op u. Als gij de deur uit
gaat, sla dan niet rechts om naar de straat, maar
links, dan komt ge inde kelders, die een uit
gang hebben in het riool.
Go' d, ik dank u, zeide Anseline.
Hij verliet de zaal gevolgd door Itigobert,
maar in plaats van naar de straatdeur te gaan,
sloeg hij eensklaps een hoek om en liep een
nauwe donkere gang in.
Rigobert aarzelde een oogenb ik.
Waar duivel eaat gjj heen
Maar toen Anseline hem een teeken gaf
snelde hjj hem na.
Waar gaan wjj heen? vroeg hjj.
Stil, fluisterde A ïseline en wees hem
op de twee agenten, die terstond na hun ver
trek waren opgestaan en die nu de straat op
liepen zonder twjjfel om hem in te reke
nen.
Rigobert begreep het
- Goed gespeeld, zeide hij lachend, en hij
ging met Anseline de donkere gang in
fle twee mannen liepen op goed geluk voort
zonder to kunnen zien in een vochtige afmos-
herinneriDg aan de Boeren zal verdron
gen worden door andere voorvallen op het
gebied der wereldgeschiedenis, Engeland
zal kalm zjjne zelfzuchtige politiek voort
zetten en het onrecht zal bestendigd
zjjn.
Zoo iets gebeurt ia het levea der vol
keren, maar zoo iets ziet men ook dage
lijks gebeuren in het particuliere leven.
Hoe vaak komt het niet voor, dat iemand
gruweljjk onrecht wordt aangedaan. Op
het oogenblik, dat het geschiedt, heeft
iedereen er den moud vol van. De on-
rechtvaar lig behandelde verheft zjjn stem
en iedereen laistert naar hem. Hg vraagt
herstel van onrecht en velen zjju bereid
om hem te helpen dat onrecht werkelijk
hersteld te krjjgen. Zelfs zjj, die midde-
Ijjk of onmidJelljjk, willekeurig of onwil
lekeurig mede geholpen hebben tot het
bedrjjven van dat onrecht, spreken van
herstel en van vergoediug. Zg doen ein-
deljjk ook iets, zjj geven een aslmoes, een
kleine hulp. De geestdriftigen doen méér,
zjj helpen voor zoo ver zjj kunnen. Maar
afdoende geholpen wordt er niet. Het on
recht wordt niet hersteld. De geestdrift be
koel langzamerhand.De benadeelde tracht
zoo goed mogeljjk zjjn ongeluk te boven
te komen. Zg, die er middeljjk of on-
middelljjk de oorzaak van waren, trekken
zich er eindeljjk niet veel meer van aan
en het onrecht wordt bestendigd.
Wanneer men aandachtig toekijkt, dau
ziet men dergelijke gevallen vele ia de
maatschappjj. Dat is wel treurig, maar
veel schijnt er niet aan te doen te zjjn.
Onrecht herstellen schjjnt een zéér moei
ljjk werk te zjjn, ook wel voornamelijk
om deze reden, dat het voor de meeste
menschen bjjna ondoenljjk is om te zien
of oveituigd te worden, dat zjj onrecht
hebben gedaan. Iedereen beschouwt de
zaken van zjju eigen kant en slechts wei
nigen verstaan de kunst en hebben den
edelen moed zich in de plaats van den-
gene te denken, wien misschien onrecht
is aangedaan en van dat standpunt uit
de zaak te beschouwen. De zaken objec
tief behandeler), is voor belanghebbenden
eene zeer moeiljjke zaak en onrecht her
stellen, alvorens men in zjjne ziel vau dat
onrecht overtuigd is, dat is van het zwakke
menschdom nauweljjks te vorderen.
Daarom is het maar goed en troostend
ook, dat er Eau is,die alles weet en alles
doorgrondt, die al Zijnen schepselen de
zelfde liefde, dezelfde belangstelling toe
draagt en die over een eeuwigheid be
schikken kan, waarin Hij alle leed kan
heelen, alle onrecht kan herstel'en.
Maar dat geeft aan de menschen tot h
leer. Aan terugkeeren viel niet te denken,
want hét was zeker dat op dit oogenblik alle
uitgangen van de herberg bewaakt werden.
Men zou zelfs, dat leed geen twijfel, terug
keeren om het huis te doorzoeken, zij moes
ten dus den uitgang in bet riool vinden,
waarvan men Anseline had gesproken. Daar
slechts zouden zjj kunnen ontsnappen zonder
vrees bemerkt en vervolgd te worden.
Als wij nog maar licht hadden, zeide
Rigobert.
Hij bleef eensklaps staan en uitte een kreet
van pijn.
Wat is er?
Ik loop met mijn hoofd tegen een balk,
men kan geen hand oor oogen zien in dien
vervloekten kelder.
Toch zou het niet voorzichtig zijn, nu
al lucifers aan te steken, zeide Anseline.
Mogelijk, zeide Rigobert, maar straks
stooten wij ons te pletter of breken wij den
hals voordat we aan het eind zijn.
Anseline antwoordde niet.
Hij liep voort, tastte met zijn handen over
den grond, in koortsachtige spanning, met bet
angstzweet op het gelaat.
Hjj was zoo bevreesd op dit oogenblik gevan
gen genomen, in zjjn nasporingen belemmerd
te worden.
Ten koste van al die gevaren, ten koste
van al die vermoeienissen, moest hij ontsnap
pen, moest hij vrij blijven.
Aan het einde van die lange smalle gang
was een deur.
Anseline stootte er tegen.
.UTMMNTUSD
PRIJS DER AD VERTERITEN.
Van 1—6 regels 50 Cente
Elke regel meer71/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentieh Contant.
AGUE Mi NON AGITATB
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale Publ'cilèEtrangbre
G.L. DAU BE Co JOHN., B. JONES SuccParis 3 Ito Faubourg Montmartre
niet het recht, het begane onrecht te
bestendigen.
Voor het standbeeld van den grand old
man, den heer Gladstone, oolangs ont
huld, werd in korten tjjd een bedrag van
20 duizend pond sterling bjjeengebracht-
De Eogelschen hebben den grooten
Staatsman een standbeeld opgericht maar
zjjn raadgevingen opvolgen, dat doen zg
niet. Zg hebben Gladstone bjj de ont
hulling van zjjn standbeeld ean hoogen
eeretitel gegeven, maar zjjn raad opvol
gen om de verd ukte Ieren weer in het
bezit te stellen van wat hun reeds voor
eeuwen weierrechteljjk is ontnomeD, dat
doen zjj niet.
Bitter jammer is het, dat zjj aau dit
volk, steeds gehecht aan het geloot der
vaderen, niet vergannen «home rule» (eigen
bestuur), waarvoor de «graad old man»
met zooveel jjver in het belang van het
algemeen we'zjjn heeft gestreden.
De London Gatette maakt een lange
ljjst van onderscheidingen en promotiën
openbaar voor diensten in Zuid-Afrika
bewezen. Lord Methu en is grootkruis
van de Badorde en generaal-majoor ge
worden French eaJanHamilton
luitenant-generaal.
Onder de nieuwe ridders door ko
ning Edward VII benoemd, worden
vooral opgemerkt F i tzPatrick, schr jj
ver vau het boek «The Transvaal from
Within» en George Far r ar, die na
den J a m e s o n-inval ter dood veroordeeld
werd.
GeneraalD e W e theeftLonden vaar
wel gezegd. Aan het Waterloostation na
men Botha en De la Rey, verschil
lende Nederlanders en missH oubouse
afscheid van hem. Toen de trein vertrok
riep een stentorstem: «Geduld en Moid,
generaal
Daarop volgde een daverende toejuiching.
De W et zag er goed uit. Van e n te-
gendemonstratie was niets te merken.
De oud-vice-presi lent der Zuidafrikaan»
sche Republiek, W. SehalkBurger
is heden te Southampton aangekomen van
Kaapstad, en rechtstreeks naar Londen
gegaan.
In den loop van esn jaar hebben in Bel
gië p. m. een 100-tal werkstakingsu plaats
gehad, waarvan slechts elf in bet voor
deel der werklieden zjjn afgeloopen, tei-
wjjl twee en zeveutig in het voordeel der
patroons eindigden. Bjj de overige werk
staking kwamen departjjeu tot eene min-
neljjke schikking.
De Revue de lravail, geeft een over
zicht van den strjjd tu schen den arbeid
en het kapitaal, en komt tot het bes'uit,
dat van de duizend werkstakingen die in
de laatste jaren hebben plaats gehad, er
minstens acht a negenhonderd eindigen
nrt bittere teleurstelling voor de stakers
Bovendien deelt het blad mede, dat, na
een grondig onderzoek is gebleken, de
werkstakingen niet uitgaan van de werk
lieden, maar van hun z.g. leiders, die met
den eenen voet in het kapitalistische kamp
en met den anderen in het kamp
der proletariërs staan. Zeker is het, dat
niet het algemeen belang, of dat der werk
lieden, maar het eigenbelang de drijfveer
is.
Zij ging open en nu kwamen zij in een on-
deraardsch gewelf waar zij in de verte het ge-
ruisch van stroomend water hoorden.
Hun voeten stoo ten tegen allerlei voorwer
pen, die daar wanordelijk verspreid lagen.
Zij moesten zeer voorzichtig te werk gaan
Nu kunnen wij wel een lucifer aanste
ken, zeide Rigobert. Men zal ons licht niet
zien en wij zullen spoediger buiten zijn.
Ja, zeide Anseline.
Hij streek een lucifer af.
Bjj dit licht zagen zij een ruim gewelf
waarvan de maren met een dikke laag sal
peter bedekt waren, en op den slijkerigen
o-rond lagen stukken hout, ijzer, gebroken
flesschen, allerlei voorwerpen, die hier sedert
jaren waren neergeworpen en waar niemand
meer naar omzag. Anseline en Rigobtrt gin
gen voort, bu door het zwakke licht van lu
cifers geleid, het oor geopend voor elk ge
luid, want zij waren nog niet buiten gevaar.
Deze bergplaats moest sedert lang bekend zijn
bij de politie, die het huis reeds herhaalde
malen doorzocht had Zij konden slechts vluch
ten door het riool, zij moesteu dus zoo spoe
dig mogelijk den uitgang vinden, die daar
heen voerde. Zjj liepen dua zoo snel voort
als zij konden over den glibberigen vloer.
Anseline was ontsteld.
Aangeklaagd, vervolgd op dit oogenblik,
nu hij meer dan ooit zijn vrijheid noodig had
en wanneer bij ditmaal ontsnapte, dan zou
hij toch niet meer zoo onbelemmerd zijn in zijn
doen en laten, steeds door gevaren zijn om
ringd, steeds in ang9t te worden gevangen
Te Sainte-Eulalie, La Beage en Cros-
de-Gevard, heeft bet Woensdag gewel
dig gesneeuwd. Een sneeuwstorm woedde
jl. Woendag te St. Cirqoes-en-Montagne.
In de bergstreken het is zeer bond.
—Aan het Fransche ministerie van onder-
wjjsis eene 20-jarige mejuffrouw benoemd
tot secretaris van een der af Jeelingeu.
De vice-voorzittervan het syndicaat
van suikerlabrikanten in het Fransche
Noorder departement heeft in een «Fi
garo»-interview verklaard, dat hg hooge
verwach'ingen koest-rtvan dedoorRou-
v i e r ingestelde suike bepalingen. Als de
afschaffing der premies bepaald de bui-
tenlandsche markten sluit voor de sui
kerproducten, zal de verlaging van de
tinnenlandsche belasting op het verbruik
als zeker gevolg hebben, dat het verbruik
aanzienfgk vermeerdert. De Staat zal niets
verliezen door de verlaging van de be
lasting, en de winBten behaal! door de
Fransche verbruikers, zullen gemaakt
worden ten koste van den Engelschen
verbruiker en industrieel.
In het Oostenrjjksche Huis van Afge
vaardigden is het weer rumoerig er aan
toegegaan. Toen de afgevaardigde S c h o e-
n e r e r aan het eind der vergadering
vroeg om de disciplinaire instructie tegen
L u p a te staken, antwoordde de Voor
zitter, dat hg aan deze zaak niets kon
do n.
Nu nam het lawaai een aanvang. De
Alduitschers brullen het uit en S c h oe-
n e r e r riep «Als het Huis zich, dat
weer laat welgevallen, drukt het op zich
zelf den stempel van de belacheljjkheid 1»
De voorzitter smeekte om kalmte en
merkte nog op dat hjj van regeeringswege
nog geen bericht had gekregen over de
uitvoering van het besluit. Schoene-
rer schreeuwde: «Het is een feit dat d»
instructie wordt voortgezet (Geroep van
«Schande bjj de Aldui schers)en dat
men zich niet bekreunt om de besluiten
van de afgevaardigden^. Malik riep:
«De regeeriug behandelt jelui als jon
getjes 1» Berger ziedend «Als honden!»
Daarop vroeg Berger den vee'geplaag-
den voorzitter, of hjj de regeering bewe
gen zal de militie-wet in te trekken. De
voorzitter antwoordde correct, dat hjj niets
te zeggen heeft over indiening of intrek
king vau regeeringsontwerpen. Onder be
weging sloot de voorzitter vervolgens de
vergadering.
De bevolking van Bretanje verzet zich
met kracht tegen de Kerkvsrvolgers die
te Parjjs aan de Ministers-tafel gezeten
zjjn. Waardig en krachtig protesteeren
de burgemeesters van het katholieke Bre
tanje en met hen de geheele bevolking tegen
het ha'eljjk Ministerie, dat niet langer
wil dulden de Bretonsche taal te spreken
bjj kerkeljjke onderrichting en catechis
mussen.
De Burgemeesters uit het kanton Pla-
bannee hebben aan den Prefect van Fi-
nistère het volgende geschreven
«De rol, die gjj van ons wilt laten ver
vullen, heeft een bjjzonder walgeljjk
karakter. Wjj beminnen onze moedertaal
en wjj willen het gebruik er van hand
haven en verspreiden. Wjj juichen de po
gingen toe en begroeten met eerbied de
mannen, vol ondernemingsgeest en talent,
die thans op zich genomen hebben den
Bretonschen landaard te doen herleren en
nog vuriger het Bretonssh vaderland te
doen beminnen, dit vaderland zoo aantrek-
keljjk door zjjn taal en zjjn kleederdracht,
door zjjn overleveringen en zjjne legen
den. Onze vooronders spraken Bretonsch,
toen zjj ij de groote Fransche familie,
traden, en evenals zg, willen wjj Fran-
schen zjjn en Bretonsch spreken.
Het Bretonseh wordt op hst platteland
algemeen gesproken. Onze kinderen be.
giunen slechts op 13 of 14-jarigen
leef tjjd zich te oefenen in het Fransch,
eerder slecht dan goed. Zjj kunnen dus
op zeer jeugdigen leeftjjd geen Catechismns-
onderwjjs in het Fransch verstaan en
volgen. Het verbod der Bretonsche taal
zou das dejeagdige kinderen in de on
mogelijkheid stellen, behoorljjk nnt te
trekken uit de Catechismoslessen en wg
verklaren luid op, dat wg willen dat onze
zoons christenen zjjn zooals v ij. Wjj wil
len niet dat erin zake van godsdienst eene
klove gegraven wordt tusschen het geslacht
dat ten grave daalt en dat nog komen zal.
Onze kinderen moeten ongeschonden
het geloof bewaren, dat ons bg" alle be
proevingen van het leven steunt, en waar
van wij de vei vulling onzer verwachtin
gen voor hiernamaals verbonden zien».
Dit krachtig optreden tegen den kerk-
vervolger Combes, heeft de Bretanjers
met vreugde vervuld en juichkreten
stjjgen opwaarts voor moedertaal en va
derland.
genjmen. Men wist dat hij bestond, men had
zijn signalement. Wie was de ellendeling, die
hem verraden had.
Rigobert kon hem geen inlichtingen geven.
Vrienden hadden hem gezegd den hoofdman
te waarschuwen, dat hij bespied werd, en hjj
had de agenten in de zaal gezien.
Anseline, die voorop ging, stuitte eensklaps
op een muur en was ongetwijfeld aan het ein
de van den kelder gekomen want hij vond
nergens maar een doorgang.
Hg stak een nieuwe lucifer aan.
Inderdaad, zjj waren aaa het eind, zij kon
den niet verder. Wanneer men hen hier ver
volgde, dan waren zjj als muizen in den val,
dan was geen redding meer mogeljjk.
Zjj stonden doodsangsten uit, luisterden
scherp toe, meenden elk oogenblik gerucht
achter zich te hooren.
Wij moeten den ingang van het riool
vinden, zeide Rigobert, anders zjjn wjj ver
loren. De geheele politie moet buiten op de
been zjjn, zij zullen hier komen.
De lucifer ging uit. Anseline stak een
nieuwe aan en zij begonnen jjverig te zoe
ken.
Eensklaps bemerkte Rigobert een roestige
plek op den muur.
Dit is ijzer, zeide hjj, hier moet een
deur zijn.
Zij onderzocht de plek, en inderdaad be
merkten zij, dat hier een opening was, door
een ijzeren deur gesloten. Dat moest de uit
gang in de riool zijn, maar hoe die te ope
nen.
Een verschil De BelgibchTlodalïTt
r f r T 8 Ld 6 W«9t in het socia-
listenblad Le Peuplé op het genot dat
zjjn partij gangers in de Fransche R0pa.
bliek genieteD. Te Duinkerken, zegt hij
komen de dokwerkers in opstand, zg ver
nielen de machines, sngden de touwen"
der schepen stuk, steken vlas in brand'
belegeren de onder-prefectnur, men be-'
dwingt ze, men drgft ze uiteen, men leidt
de woeligste naar de gevangenis (om ze
spoedig weer los te laten) doch er zgn
geen aodere gekwetsten dan de gendarmen
en politie-commissarissen. Hg zon het wel
willen uitproesten van pleizier. Heerljjk
in Frankrjjk Maar Van der Velde
Rigobert drukte er met kracht tegen aan
Anseline hielp hem en het scheen hun dat
het jjzer bewoog.
Gered! riep Bigobert vol geestdrift
Gered zeide Anseline. Nog niet, zoo
lang de doorgang niet geopend is.
Maar Rigobert had een ontdekking gedaan
De ijzeren plaat moest weg geschoven worden
en zoo werd de doorgang geopend.
Een weinig moed, zeide hij en wij ko
men er wel. J
Inderdaad, na een vernieuwde poging
de ijzeren plaat weg en vertoonde zich een
openmg.
Zij hadden geen tjjd er in te zien, want de
lucifer, dien zjj hadden aangestoken, woei
door den kouden luchtstroom uit.
Hier was de uitkomst.
Zjj waren niet opgesloten.
Maar waar kwamen zjj nu.
Dat moesten zjj weten.
Anseline streek weer een lucifer aan, en
Rigobert klom in de opening,
Hjj kroop er door en keek naar buiten.
Welnu P vroeg Anseline,
Wjj zjjn hier wel in het riool. O I nu
mogen zg ons zoeken, maar wjj moeten met
het uitklimmen voorzichtig zgn, want het is
tamelijk hoog
Om het even, zeide Anseline. Kunnen
wij er door?
Zeker. Wil ik maar eerst gaan
Ja.
En gjj volgt mij
Natuurlijk. {Wordt v*rvolgd.)