No. 5253
Maandag 24 November 1902,
27ste Jaargang
ïïaaBlaó voor <3ïooró- on Suió-eXollani.
Van het licht.
Dat nog blijft
TWBEOB BLAD.
gevolgen van een
misóaaó.
BUITHorLlNl).
abonnementsprijs.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem
Zwitserland.
Frankrijk.
Koude in 't Buitenland.
Z. H. Leo XIII en zijn
Encyclieken.
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschpnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
f 1,20
1,50
2,90
0,03
PRIJS DER ADVERTENITKN.
Van 1—6 regels
Elke regel meer
Groot# letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
ACHTB Mé. NON AGHTA'i'
50 Cents
7Vi
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale Puhhciti Etranaért
G.L. DALBE$CoJOHNF. JONES Succ. Paris 31 bis Faubourg Montmartre
Een flauwe zonnestraal gleed langs
den donkeren wand, ilauw, slechts even
zichtbaar. Een man keek er naar, een
man wiens holle oogen koortsachtig
gloeiden in een veimagerd gezicht. Ake
lig strak was dat gezicht, het vel lag
over het been, de ingezonken oogen sche
nen twee kaden. De man wist het niet
of bp dacht er niet aan, zjjo witte uit
geteerde handen lagen gekruist op zjjn
borst, uitgeput was zjjn lichaam, oi zjjn
geest, steeds volgde zyn blik de lichtstraal
die speelde op den zwart berookien wand
zpner verbrande hoeve. Stilte was om hem,
klemmende let ge stilten. Op een uitge-
raftlden paardendeken, lag bp op den
grond, op wat eens een vloer geweest
was. Meubels, noch huisraad waren meer
om hem heen, de vensters waren zon
der blinden, de ruiten gesprongen van
de hitte, buiten lagen deuren en plan
ken dooreen geworpen op kleeren, bedde-
goed, op levensmiddelen en boeken. Alles
lag door elkaar, alles was met petroleum
overgoten gjweest, aangestoken Toen
de vlammen sloegen uit da hoeve en het
huisraad knapte en knetterde, reden de
overwinnaars heen. Dappere E"ge!schen
Maar zp deden nog meer, zjj namen ook
het huisgezin van boer W i 11 e m s mee
zjjn vrouw en kinderen, om langzaam t#
worden vermoord in een coneentratie-
kamp. Commandant W i 11 e m s zelf werd
naar de Bermuda's gezonden. Zoo menig
maal hadden die latciers voor hem moe
ten vluchten, nu namen zp wraak. Zp
konden dat thans doen zonder gevaar
voor hun eigen leven. Twintig man
schappen telden zp en hp was alleen, ge
wond, enkele dagen te voren thuisge
bracht door zpn zoons, die weer terug
waren gekeerd naar De Wet. Weerloos
was hp met zpn vrouw en de drie jongste
kinderen.
Tofcn kwamen de Engelschen. Toen
kwam het gevangenisschip, toen kwamen
de Bermuda's. In de donkere steengroeven
moest hp werken met hamer en houweel
en als zpn machtelooze arm krachte
loos door een kogelwond, niet snel ge-
neeg de steenen los kon houwen, stond
j.) Ingezonden.
FEUILLETON.
179
Veroilg en Slol),
Max had de hand van den stervenden An-
seline gegrepen en fluisterde hem toe
Gij hebt mij dus alles vergeven
Spreek niet van vergiffenis, ook ik heb
misdaan, maar het schijnt dat de hemel zich
met mjj verzoend heeft, want ik ben geluk
kig, o, zoo onbeschrijflijk gelukkig. Denk aan
het kind.
O wij zullen het opvoeden, tegelijk met
Marianne. Het zal haar zuster zijn, Ook den
cerloozen naam van haar vader raag het niet
dragen, het zal Claire Chateauroux lieeten.
Anseline zag hem dankbaar aan.
Er heerschte diepe stilte in het vertrek,
maar eensklaps werd die stilte afgebroken door
het onstuimig binnenkomen van den tuinman.
Wat is er vroeg men van alle kanten.
Wat deert u f
Hij wierp een blik naar het bed, om zich
te overtuigen dat zjjn meester hem niet zien
kon en fluisterde toen
Men komt mijnheer gevangen nemen,
Algemeene ontsteltenis.
Waarom F vroeg Max.
De politie is hem op het spoor geko
men. Alle uitgangen zjjn bewaakt. Men wacht
nog slechts op den commissaris om binnen te
treden.
daar de opzichter. Een vrjje boer was hg
geweest, vier hoeven behoorden hen,
paarden en runderen graasden lij dui-
op zpn land, in den Volksraad luisterden
allen naar zpn bezadigd, verstandig woord.
Nu deed hp slavenwerk in de steen
groeven van de Bermuda's, nu leed hjj
gebrek.
De dagen werden tot weken, de weken
groeiden aan tot maanden, geen uitzicht
op vrpheid, geen tijding van de baitenwe-
reld dan alleen die welke nieuwe gevan
genen hem brachten, even als hij van
alles beroofd, weggevoerd uit hun land,
rampzalig els hp. Hi t was of het Ijjden
den geest van Commandant Wille m s
verdoften, zooals het zpn lichaamskracht
had gesloopt. Nacht was zjju heden ea zija
toekomst, nacht werd h<t voor zpn
geest. Hg klaagde niet, hij k'aagde
nooit, de nacht van verdrukking en on
recht hing immer8 over zpn gansche volk?
Allen leden als hg, ieder op eea andere
wpze, even zwaar leden allen.
«Verdrukking, gevangenschap of
doodDat was aller lot. Het volk
van Zuid-Afrika schein ten ondergang
gedoemd, ook bp was tot sterven bereid,
maar begraven wilde bij worden in zpn
eigen land, in zpn verscheurd, verwoest,
uitgemoord land, niet ver weg, in wreede
ballingschap, als het willoos slachtoffer
zjjner beulen. Een vrije boer was bp ge
weest, sterven wilde bp als e«n vrjj man.
Geen oogenblik verliet hem die ge
dachte meer, zp maakte rpn geest weer
helder op dat ééne punt, hp wilde vluch
ten, bp zou het doen om te kunnen sterven
in Transvaal. En lip ontsnapte. Hoe het
hem gelukte wist bp zelf niet, maar waar
een wil is, bestaat een weg, hp wist op
een schip te vluchten. Door Duitsch-
Afrika kwam hp weer in zpn land, we
ken lang zwierf hjj rond, honger en ge
brek leed bp, maar onbemerkt bereikte
hij de puinhoopen zjjner verbrande hoeve.
Hjj sloeg er nauwelpks acht ophjj was
thuisgekomen om te sterven. Dat zjjn
vrouw was vermoord in het concentra
tie-kamp en zpn kleine kinderen, had hjj
bp zpu omzwerven gehoord. Het verbljjf
van zpn oudste zoons echter was hem
onbekend. Wat deed het er toe ?Zp zou
den immers ook gevangen genomen wor
den om langzaam te worden vermoord
of, als zij tot de gelukkigsten behoor
den sneuvelen in het veld. Zoo ging
het immers allen. Wat baatte heldenmoed
tegen overmacht? Duizenden Engel chen
Maar wat heeft hij clan gedaan vroeg
de clown Kozengeur.
Hjj is van het bagno ontsnapt.
Max boog het hoofd en zijn gelaat werd
doodsbleek.
't Is waar, mompelde hij
Bliksemsnel kwam er een gedachte bij hem
op, een plichtsbesef, dat hem al het overige
deed vergeten.
Neen. riep bij overluid, zonder er aan
te denken, dat de gewonde hem kon hooreu,
neen, men zal hem niet gevangen nemen. Ik
zal spreken, ik zal alles bekennen. Anselme is
onschuldig.
De stervende had alles verstaan.
Hij sloeg de oogen op, zag zijn tuinman,
op wiens gelaat de angst was afgedrukt, en
vroeg
Wat is er dan?
Niets, zeide Max, slaap gerust
Neen, ik begrijp alles. MeD komt om
mij gevangen te nemen.
Weineen.
Ach, doe maar geen moeite het voor
mij te verbergen. I e politie zoekt reeds eenigen
tijd naar mij, ik was er wel op voorbereid.
Op hetzelfde oogenblik werd er aan de
deur geklopt.
Zie, sprak Anseline, daar zijn zij
reeds.
Allen zagen elkaar aan.
De tuinman stond besluiteloos en zag nu
eens Anseline, dan weer Max zwijgend aan
Een paar dagen vroeger, toen mijn taak
nog niet volbracht was, zou ik mijn vrijheid
tot geen prijs hebben willen missen, maar
thans, en hierbjj zag Anseline naar de iwee
kinderen, thans heb ik niets meer van de po
litie te vreezen, Doe gerust open.
die evenzooveel honderden Afrikaners ver
volgden De uitslag was niet twjj-
fe'achrig meer
De storm gierde over de kale vlakte
door geen bosch m er tegengehouden, niet
langer tegei de gereis der hoeven ge
stuit. Omgehouwen en verbrand was al
les. Dien ochtend viel zelfs dt flauwe
lichtstraal niet op den zwarten wand;
Commandant Willemszag er vruchteloos
naar uit. Verliet ook dit hem ?Toen sloot
hg de oogen wachtend op den dood, die
dit voelde hjj nu niet langemeer
zou uitblijven
«Vader, Valer?» Dof als uit de wjjde
verte kwam die stem tot hem. Nog een
maal opende hjj de oogeu met zpn laat
ste kracht
Dania, jou Mijn mastig, dis daarom
een wonder. Nou sterf ik toch ni9 alleen,
nie! Dank Dankte, dank God.» Mot een
snik hield hjj op. Maar zpn zoon hjj
had nog één arm tot zpn dienst, die
waarmee hjj den kruk vasthield, waarop
hij voortstrompelde sloeg dien arm om
hem heen.
«Jou mot nie sterf, nie, vader! Dis
vrede nouCommandant W i 11 e m s zag
hem aan als niet begrjjpend.
Vrede!En ons eigen land?
Dat hebben de Engelschen
De EngelschenWillems kreunde
als een kind. De Engelschen ons vrpe
land! O, God! 0 God!
't Is maar tjjdelpk vader, voor altjji
niet. Wjj konden het niet meer volhouden.
Iu de kampen stierven de vrouwen en
kinderen. Twintig duizend zpn er daar
vermoord, vader, twintigduizend. En de
mannen sneuvelden in het veld of werden
weggebracht in gevangenschap, ver wegt
ver weg Toen hebben de generaals,
om ons volk te redden, gegeven ons land.
Het is hard maar het moest vader, het
moest!Twee groote tranen gleden
den stervende over het uitgeteerd gelaat.
Het was hem of zjjn geest plotseling
wrer helder werd, of bjj zag, zien kon in
de toekomst Zp hebben goed gedaan.
Eerst het volk, dan het land. Laat nie-
mand vreezen in Zuid Afdka! Niemand.
J Vrouwen die hebbm geleden als de onze
worden moeders vau een heldenvolk en'
een heldeavol'x wordt vrijNog een
maal wierp hij den blik in het rond,
voor de laatste maal, cp aarde. De zon
ging op, hjj zag de nevels scheuren, het
Eigen woorden van Ds. B-oekhuijzen gesproken
te Kortiijk op het Taal- en Letterkundig Congres
De tuinman ging schoorvoetend naar de
deur.
Ja, open de deur, zeide Max, ik weet
wat mij te doen staat.
Anseline riep deu tuinman terug.
Nog niet, wacht even.
Daarop vroeg hij aan Max
Wat wilt ge doen
Mijn plicht.
U in het verderf storten voor mij, die
toeh niet meer te redden is
Ik wil dat uw naam (en minste in eere
zal hersteld worden, dat uw nagedachtenis
zal zijn van wat gij altijd geweest zijteen
edel mensch.
Mijn nagedachtenis, zeide Anseline bit j
ter, wat bekommer ik mij om het oordeel van
vreemden. Gij allen, die hier zijt, weet dat
ik onschuldig ben, dat is mij genoeg Gevan
gen nemen kan men mij toch niet meer, mijn
laatste uur heeft reeds geslagen, Claire zal
den naam van mijn weldoener, den naam Cha-
tcauroux dragen, laat die naam vlekkeloos
blijven. Wie bekommert zich nog om den
naam Monnier
Neen, zeide Max, neen, ik neem dat
offer niet aan.
Het is de wil van een stervende, ge
hoorzaam
Er was intusschen reeds een paar malen
en steeds luider geklopt, nu deed zich een
stem hooren
Open in naam der wet.
De tuinman opende de deur.
Voor hem stond een in het zwart gekleed
heer, met een driekleurige sjerp om en twee
agenten achter zich.
Fier woont Anseline Monnier, nietwaar
vroeg hjj den tuinman,
licht brak door: Was het een beeld der
toekomst van zpn volk? Zou het ook
voor dat held nvolk nog eenmaal weer
licht worden?
Opnieuw speelde de lichtstraal op den
wand, de flauwe lichtstraal die toch de
duisternis verhelderde en minder licht
maakte. De stervende zag het, zpn lippen
stamelden: «Vrede... mjjn volk, dat ig
de lichtstraal, bewaard voor ondergang,
zjjt gjj en eenmaal zult gjj weer vrp zpn
vrp
Gouden stralen wierp de zon, zp vielen
op het omhooggebeven gelaat van den
doode, een glimlach, de eerste sinds vele
maanden, zweefde over zijn bleeke trekken.
Had hij inderdaad de toekomst gezien
van zjjn volk, zag hjj haar stralen door het
morgenrood der vrpheid? Want dat is
de lichtstraal, die het volk van Zuid-
Afrika voor vertwjjfeling bewaart te mid
den van een onnoemljjk Ijjdende hoop
op de toekomst. En om die hoop te hel
pen verwezenljjken, doen de generaals
ook een beroep op onze hulp.
Zal hun poging te vergeefs zpn ge
weest
Een aantal anarc histen die te Genève
verblijf hielden en in be'rekkiog stonden
met R u b i n i, hebben na den moord
aanslag te Brussel, deze «tad verlaten. De
aanslag tegen den Koning vaa België
heeft tengevolge dat in Zwitserland de
anarchisten strenger dan vroeger bewaakt
worden.
De Zwitsersche politie heeft een on
derzoek ingesteld, om te weten te komen
in ho. ver R u b i n i, met de anarchisten
te Genève in betrekking stond.
Niettegenstaande de werkstaking in de
steenbolenmjjnen geëindigd is, stoken de
socialisten nog steeds het vuurtje der
ontevredenheid aao.
Niet minder zijn het de anarchisten die
zelfs tot geweldpleging overgaan. Zoo
werd Dinsdagavond te St. Etienne een
vergadering van het mjjnwerkerscomité,
door een inval der anarchisten, die de
werkstaking tot het uiterste willen drjjven,
verstoord. De comité-leden moesten de
wjjb nemen en aan het etedeljjk bestuur
eeu zaal op het stadhuis in bruikleen
vragen.
De leden der vereeniging van Fransche
landbouwers uit de suiker producee.-ende
departementen, hebben Woensdag te Parijs
vergaderd onder leiding vau De V o g u
om te protesteeren tegen de Brusselsche
suikerconventie.
Ja, mijnheer.
Breng mij bij hem.
De tuinman liefden commissaris van politie
in de sterfkamer, waar hjj verbaasd op den
drempel bleef staan,- bij het zien van eenige
menschen, die voor het ledikant geknield la
gen.
Max stond op en naderde hem.
De commissaris nam beleefd den hoed af en
zeide
Pardon, mijnheer, er heeft bepaald een
vergissing plaats, hoewel men mij toeh ge
zegd heeft, dat Anseline Monnier hier woont.
Ja, mijnheer; hier woont inderdaad An
seline Monnier. Wat verlangt ge van hem?
Ik heb bevel hem als ontsnapt van bet
bagno gevangen te nemen.
Hier is hij, mijnbeer, hij sterft en wij
allen liggen voor hem op de knieën, want
Anseline Monnier is een eerlijk man, een held
en een martelaar.
In Amerika, in de mijnen, onder een kope
ren hemel, te midden van mannen, zwart als
demons, met de revolver in den gordel die
zij bij de geringste aanleiding te voorschijn
halen, beweegt zich een man die het toezicht
houdt op het werk van deze verwoestelingen
en hen uitbetaalt met de revolver op hen ge
richt, want hij is zijn leven geen minuut zeker.
F et is Hector de Mauvrat
Te New-York in een geringe kroeg, door
matrozen en kaaiwerkers bezocht, staat een
vrouw in lompen gehuld, met schrille stem en
onder begeleiding van een gitaar te zingen en
zamelt daarna eenige koperen muntstukken in,
waarmee zij haar ellendig bestaan kan rekken.
Die vrouw was eenmaal rijk schoon en geëerd,
Over de geheele Fransche Republiek
hebben sneeuwstormen gewoed. Parjjs was
geruime tpd met ean wit kleed bedekt
en de paarden ondervonden grooten last
van de gladheid, totdat de straatreini
ging alom pskel had gegoten. Ook wan
delaars, die nog niet gewend waren aan
het witte winterplaveisel, gaven menig
komisch tooneeltje te zien. Gelukkig had
ken geen ernstige ODgelukken plaat#. Te
Clermont is een onvoldoende gekleed
persooo door de koude bevangen en dood
gebleven.
Te Berlijn wordt druk schaatsen gere
den, de Oder is ve' sperd door het jje
gisteren woei de gevreesde bora te Tri# -t
en Fiume; te Genève heeft het zwaar
gesneeuwdVenetië ligt onder een wit
laken, en de sneeuw valt langs de oever#
van het Lago di Como en.het Lago Mag-
giore
Daarentegen is het in de Vereenigd#
Staten tot dusver zacht najaarsweer ge
bleven.
In een artikel over de Encyclieken
vertelt de Semaine Religieuse van Be-
sar (jon de manier, waarop Leo XIII
zpn onsterflijke Encyclieken samenstelt.
Indien een dichterlpk woord, zegt bet
blad, goed weergeeft, watZ. H. wil zeg
gen, geeft bp hier de voorkeur aan bo
ven een synoniem door proza-schrjjver#
gebruikt. Eens toen Z. H. met wjjlen
kardinaal Pi tra, over den vorm zjjner
Encyclieken sprak, vroeg de Pau# hem,
of hg wist waarom hjj in een zin, dien
hjj citeerde, het woord patibiles gebruikt
bad. «Ik geloof H, Vader,» antwoordde
de kardinaal, «dat Uwe Heiligheid deze
keus gedaan heeft, omdat dit woord door
H o r a t i u s gebruikt is,» eu de prelaat
citeerde het vers van den dichter, waar
in bedoeld woord voorkwam. «Gjj hebt
het geraden,» zei de Paus glimlachend.
De gezondheidstoestand van den Paus.
Personen, die met het Vaticaan in be
trekking staan, wordt uit Weenen aan de
Daily Chronicle geseind, zeggen dat er
'opnieuw vrees bestaat voor de gezondheid
van den Paus. Een nieuw gezwel zou
zich gevormd hebbeu op dezelfde plaat#
vau vroeger, en de doctoren zouden ge
zegd hebben er aan te twpfelen, (li
gelukkige operatie thans mogelpk u
Z9D-
Aan de andere zpde ontvangt de Köl-
nische Zeitung bericht uit Rome, ook uit
goede bron, dat de ongunstige berichten
van den toestand van Paos Leo o juist
zpn, dat de Heilige Vader zich wel be
vindt, en heden pelgrims uit Piemantin
de Sixtjjnsche kapel zal ontvangen.
maar zij ontvluchtte met een schurk, die,
zoodra zij te New-York aan wal stapten,
spoorloos verdween en haar zonder een penning
aan haar lot overliet.
Het is Fernande Ch&teauroui.
Te Prefaillcs, in het Duivelskasteel, woont
een jonge, schoone, bleeke vrouw die haar
gekat steeds door een sluier bedekt houdt,
die nooit uitgaat dan om de armen en vooral
havelooze kinderen te helpen en te steunen,
en die door elk in den omtrek vordt geze
gend. Die vrouw beweent haar verwoest ge
luk, haar bedrogen hoop en stamelt voort
durend den naam van het kind, dat haar zoo
wreed ontrukt werd.
Het is Joënnic.
Nabij Etampes in de schaduw der prachtige
bcomen, waarin een duizendstemmig vogel
koor zich hooren doet, te midden van geurige
bloemen, klinken vroolijke, lachende kinder
stemmen.
Het zijn Marianne en Claire, die spelen
onder de verrukte blikken van Marie-Amélie,
Gabriel Vernon en Maximilien Chfiteauroux.
's Avonds, wanneer de kinderen slapen en
de drie gelukkigen nog bij elkaar in den
tuin zitten, wanneer dan een zacht windje
langs hun w: ngen streelt, dan denken zij aan
hem, dien zij al dat geluk te danken hebben,
die zich liet veroordeelen, ten einde zijn
weldoener en zijn zoon te sparen. Al had hij
zich in blinden hartstocht ook gewroken, zijn
vertrouwen op God had gezegevierd.
EINDE.