No. 5261 Woensdag 3 December 1902, 27ste Jaargang HbagBlaó voor sSïooró- en SZtiió-dCollanó. Weber's Goliath. St. Nicolaas-cadeaux. St. Nicolaas. cFreule van <Xronon. Toch Opwaarts De Erfenis een er Moeder BUIT HS N L A N D. ABONNEMENTSPRIJS. Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. Redacteur-Uitgever, W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem 1,50 2,90 0,03 PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels 50 Cents Elke regel meer7y» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentieh Contant. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale PubbcitèEtrangért G.L. DA ÜBE Co JOHN., F. JONES SuccParis 315w Faubourg Montmartre Premie-uitgaven Nieuwe Haarlemsche Courant. Sooiale Roman H. J. B. KÜPPERS Prp f 0 .30. Franco per post f 0,37° JULIUS. Prjjs f 0 .30. Franco per post f 0.35. Metrisch vertaald DOOR A. H. M. RUYTEN, professor te Rolduc. Prfls f 0.50. Franco per post f 0.60. De lang verwachte St. Nicolaasweek met hare gewone jaarljjksche drukte, met haren aankleve van surprises en wat dies meer zjj, is dan eindeljjk aangebro ken: Zoo het almanak of kalender niet ver meldden, dan zonden ons de prachtige étalages, die elk jaar in luxe en omvang voortdarend toenemen, herinneren aan het heugelijk en verblijdend feit, dat het St. Nicolaasfeest met zjjne aangename verrassingen, met zjjne klompen vo1 lek kers, snoeperjj en suikergoed aanstaande is. Want, als we bp zonnig of nevelach tig weer eene ochtend- of middagwandf- ling wagen door de sl raten onzer steden, ja, dan staan we onwillekeurig stil bjj de vele magazijnen die niet alleen «elck wat wils» aanbieden, maar zelfs groot en klein bekoren een proefje te nemen van al hetgeen in de schreeuwerige re clames en sierlijke uitstallingen den voor bijganger wordt aangeboden. Al is men nu ook een onverschillige en zelfs pruimsche Nurks, men gaat on willekeurig, door uiterljjken schjjn ver leid, het een of ander magazjja binnen, en dóet er inkoop8n van allerlei verras singen of versnaperingen, die het hart of de maag van grooten en kleinen kunnen streelen of bekoren. FEUILLETON. {Vei volg) Tante Pertba zit in een hoek van de sofa, en oom Jochem loopt in de kamer op en neer, en geen van beiden spreken een woord, Want (de arme Ditscha weet dit uit vroegere gesprekken) de verlorene jongen waart ronfl, de verdronken knaap en vraagt hun: Hoe kunt gij nog leven zonder mij H oe kunt gij hi t aanzijn verdragen? Wat beteekent al het andere, dat gij nog bezit? Niets zonder mij Een prachtig goed, eene schoone woning, uwe wederzijdscbe lie'de niets 1 En wat hebt gjj daar in mijne plaats Een vreemd meisje wat kan rij voor u zijn? Niets 1 Zij is er nu eenmaal, best, laat haar maar blijven Breng haar mijnentwege groot verdringen zal zij mij toch niet, ik ben hier immers de hoofdpersoon, al ben ik ook dood. Niemand kan mjne plaats innemen, niemand en niets. Ditscha verkeert in eene vertwijfelde stem ming. O, was er toch maar iemand, voor wie ik iets zfjn kon Maar van mij wil niemand iets weten, niemand, schreit het in baar bin nenste. Vader mist mij niet. Liesje heb ik nu ook verloren en tante Tine? Nu, tante Tine bemoeit zich uit medelijden voor haar broe der niet te veel met mij en is blij, als het Men volgt onwillekeurig bet voor beeld van den goeden Si t, of wel men moet het menscheljjk gevoel en de dankbare herinnering van een vervlo gen weleer hebben afgelegd, die thans volgens de kinderlijke onschuldige ver beelding dag op dag de rjjkste magazijnen bezoekt en avond op avocd aan de huis deuren luistert, of zijn kleine lievelin- gene zijn ruime giften en gaven wel waardig zjjn. Ja, in die voorbereïdingsweek en vooral op het St. Nicolaasfeest denkt men zich nog voor eene korte wjjle, al hebben ook zorgen en smarten, rampen en teleur stellingen de haren verzilverd en op het voorhoofd diepe en onuitwischbare rim pels geploegd, in zgoe aangename on schuldige kinderjaren, voor ons allen zoo pijlsnel voorbjjgegaao. Dan roept men nog eens terug die lachende beelden van een vrooljjk weleer, die rjjke en aangename herinneringen van den gulden kindertijd, toen men het hoofd vol illusie en het harte vol hoop den moeieljjken levensweg b8gon, die belaas later zoo dikwjjls liep over bergen van teleurstellingen en afgronden van rampen en wederwaardigheden. Thans meer dan ooit is het zoo zalig zich ten mins'e met den geest te ver plaatsen in dien heerljjken bloementuin der jeugd waar wjj vroeger de reinste geuren inademde, waar mjjn kinderoog werd geboeid door een schakeering van kleuren zoo schoon, zoo heerljjk, zoohe- melsch, dat ik ze op later levensdagen nooit meer roo prachtig en bekoorlijk heb te ruggezien. Want in dien tjjd, toen alles licht was en lust, toen mjjn levenshemel zich welfde in een smdlooe^blauw, toen kende ik het drukkend levensleed slechts bg naam en de Dgpende zorgen alleen van 't hooren zeggen. In die dagen van onschu'd en reiuheid d' s harten, smaakt het kind een gel ik, een genot, een vrede en voldoening, die nooit het latere leven meer schenken kan. In die fnssche or schuldige jeugd, vol le.enslust en levenskracht, vol droom beelden én idealen, met eene gelukkige toekomst in 't verschiet, zonder einde of zonder grens worden des dichters woor den zoo heerljjk bewaarheid Hoe zalig, wien een jongenskiel Nog om de schouders glijdt! Dan is het leven in de ziel, En alles even blijd. 't ls waar, een gebroken hcepel, een gescheurde tol, een verloreD kaatsbal of een verdronken stuiter beeft in de dagen droomerige, domme meisje de kamer weder verlaat. O, als zij maar werken mocht, zich moe werken, als de vrouw van een daglooner, wer ken om dan in den slaap vergetelheid 'e vin den, vergetelheid voor haar nutttloos eenzaam leven. Maar arbeid is er voor haar niet. Zij is een boschrijk heuveltje in de rich ting van het woud opge'oopendaar staat eene ruwe bank van berkenhout gemaakt, het water loopt er af, dat van het verwelkte loof druipt door den herfstnevel. In bet westen zijn de zwarte wolken wat verdund, een droe'gees tig, geel schiji sel ligt over het landschap. Ditscha staart voor zich uit, tot haar de oogen pijn doen. Op eens hoort zij het getrappel en ges uit van een paard, niet v. r van haar af rijdt een ruitir over den veldweg heen, een ruiter die nu het dier juist inhoudt. Hjj houdt het hoofd afgewend en zijne blikken dwalen af naar het heerenhuis. Haar hart dreigt plotseling stil te staan ondanks de diepe schemering herkent zij hem, het is Hans van Perthien. Zij kan de oogen niet van hem losmaken zij verschuilt zich zooveel mogelijk op de bank, n haar vurige wensch is, dat hij haar niet zien mag Waarom dat weet zij zelt niet. Plotseling wendt hij het hoofd om en kijkt scherp om zich h en. Er verloopen een paar minuten, dat zij de oogen niot van elkander a'houdeu, dan heeft ook bjj haar herkend,springt van het paard en het dier achter zich aan- van het kind-zijn een dikke traan uit de oogen geperst, maar bjj de minste lief kozing van een teergeliefde moeder, wier edel b eld ik nooit vergeten zal, was die traan al dadeljjk opgedroogd en speelde om den kindermond een scbalksche, on schuldige glimlach. Neen, de engel tan den s^ap moest in die zalige dagen niet met zjjne zachte wieken afdalen om voor een oogenblik ten minste de rimpels uit het gelaat weg te strjjken, die de weder waardigheden en teleurstellingen des dags er zoo diep in hebben gegroefd. Neen, de slaap der onschuldigen was on» 's avonds reeds vroeg meester en gaf OD3 nieuwe kracht om den anderen dag met eene reine opgewektheid en gullen levenslust te beginnen. Wie onzer denkt niet met eene wel dadige aandoening, vooral bjj het naderen vaD het St. Nicolaasfeest aan die aange name kinderjaren, toen een handrol specu laas of suikergoed, een bromtol of een hobbelpaard, een geweer of trommel, ons schonk een geluk zoo ruim, zoo grenze loos, zooals wjj het op latereu levenstjjd nimmer meer hebben gesmaakt? Ja, dan waanden wjj ons gelukkiger dan al de rjjken dezer aarde met al hun schatten, met al hun goulen edelgesteenten. Een kinderhand is toch zoo gauw ge vuld en een kinderhalt zoo gemakkeljjk voldaan. Wie onzer heeft niet menigmaal bjj den harden levensstrjjd, dien we allen later moesten ondergaaD, die zalige dagen onzer jeugd teruggewon sebt, vooral als wjj gebogen gingen onder leed en druk, onder kommer en zorgen en met een baug gemoed de naaste toekomst be schouwden Ja, dan ontsnapte onze beklemde borst wel eens de zucht: Waarom, o zalige, heerljjke tgd der zorgelooze jeugd, zoo rjjk aan onvermengd geluk, zoo rijk aan reine vreugde, aan onschuldige bljjdechap, waarom zjjt gjj toch zoo snel voorbjjge- gaan Waarom waart gjj reeds heengevlo- gen voordat wjj uw rein genot naar waarde konden beseffen en waardeeren? Waarom zjjt gjj, heerljjke lente des levens met uw groenend tapjjt der trope geljjk aan een zoeten droom, die ons slechls voor een oogenblik zoo weldadig aan doet? Waarom zjjt gjj, bigde en hoop volle lente des levens, zoo bjjst-r kort en duren de zomer en vooral de herfst met zjjn dikken nevel van teleurstelli-gen en zjjn hevige stormen van rampen en smarten mees!al zoo buitengewoon lang? Dat feit moge voor den ongfloovige een trekkend beklimt hij den heuvel. Dat noem ik nog eens geluk, freule van Kronen Zijne stem klinKt zoo bljj en opge ruimd, dat zij een leger van booze geesten uit r itscha's gemoed verjaagt. Hij stoort zich niet aan een boerin, die een eind verder het tweetal met open mond staat aan te ga- pen. Wat ter wereld komt gtj hier doen, op dit uur? vraagt hij verder. Ik dacht, dat gjj in het salon op het huis Peetzen voor het kla vier zat, en nu moet ik u hier tr ffen Weet gij ook, dat ik nog eens zoo onbescheiden was gij vindt het misschien berispelijk mij bij uw o m en tante te late i aandien- nen Natuurlijk met hetzelfde gevolg men was voor niemand te spreken. Hij is nrfast Discha gaan zitten Het paard staat geduldig naast hem. Op dezen tijd, tegen Kerstmis, ontvangt tante niemand, stamelt zij. O, en ik had mij als een kind verheugd, om nog eens zoo'n middag te beleven. Ditscha antwoordt niet. Zal het altijd zoo zijn vervolgt hij. Ja, zegt vq troosteloos. En kunt gij dat verdragen Zooals gij ziet. Het klinkt even troosteloos. Ik zou het oude nest aan alle vier hoe ren wel in brand willen steken, lachte hij Doe dat, ik heb er niets tegen, ant woordt zij eenigszins wrevelijg. Aan alle vier hoeken, herhaalt hij la- chend, en dan, zou ik mij in den gloed wagen om u te redden. raadsel zjjn, niet voor den Christen. Hjj weet toch dat bjj hier beneden geen voortdurerd verbljjf heeft en dat de weg, die ljjdt naar ons hemelsch vaderland, een weg is van kruis en ljjden, waarop een Godmensch ons is voorgegaan. Hem deihalve dank en lof dat Hjj in dit tra nendal aan de poort onzes levens zulke schoone, welriekende bloemen heeft ge plant. Mogen de rjjken en met tjjdeljjke goe deren gezegenden vooral nu het edelmoe dig voorbeeld van den alom gevierden Heilige navolgen, opdat ook hunne kleine arme lotgenooten bjj het krieken van den lang verwachten St. Nicolaasmorgen ook wat, al is het nog zoo weinig, in hun klompje vinden Want ach, die lieve kleinen hebben ge durende het gansche jaar zooveel ont beringen doorstaan, dat zjj toch wel een enkelen dag dat scherp zwaard van hon ger en gebrek niet mogen gevoelen. Om hun rozenmond zal dan evu dank bare glimlach zweven, die u rjjken zelfs zonder de minste woordenpraal zal zeg gen t't Is nog zaliger te geven dan te ontvangen.» Van Winkel. Frankrijk. In den Franschen Senaat werden Vrjj- dag aan de orde gesteld de hatelgkheden die de kerkvervolger Combes heeft toegevoegd aan de wet Waldeck- Rousseau, tegen de religieuse orden. Verscheidene leden der rechterzijde en zelfs gematigde republikeinen stelden de onrechtvaardigheden in C o m b e s-ont- werp gelegen, in het licht, die tot doel hebben de vrjjheid van onderwjjs af te schaffen. Heden wordt de bespreking voortge zet. In de Fransche Kamer van Afge vaardigden houdt men zich bezig met de Parjjsche gemeenteraadsleden die tevens lid van de Kamer zjja. Men acht het l d- maatschap van de Kamer niet vereenig- baar met het lidmaatschap van den Raad der stad Parjjs. In de kolenmjjndistricten is nog niet alles couleur de rose. Er wordt gruwe- 'ijk gestookt om den ontevreden geest wederom aan te wakkeren. De verzekeringmaatschappjj 'Es- perance te Parjjs, die er onder dooris ge- gaan, werd te Brussel in 1887 opgericht met een kapitaal van negen millioen francs. Het hoofdbureau werd te Parjjs ge vestigd. Mm denkt, dat de Directeur Mailluchet bjj zgn vertrek zonder adres achter te laten, een groote som heeft Ditscha haalt de schouders op. Een dom gezegde, denkt zij. //Zoo gaat het niet,// zegt hij bij zich zelve. ik wilde wel, vervolgt hij, dat gij mijne moeder eens een bezoek kondt brengen, zij is zoo'n lieve, goede vrouw, en zij houdt zoo van zonneschijn en jeugd en blijheid. Haar eenigst verdriet is, dat zij geene doch ter heeft, een meisje, dat zij fraai kan kleeden en mee naar partijen nemen, met wie zij weder jong kan worden. Ik zou niet bij haar passen, verklaart Ditscha, tegen haar wil, op bijna ruwen toon, ik houd er niet van, om op partijen te gaan, ik zou liever Zij zwijgt, om'at zij ge voelt, dat zij hare tranen niet langer bedwin gen kan. Ik heb het recht niet, om naar uw ver driet te vragen, zegt hij bijna fluisterend. M aar ik heb volstrekt geen verdriet, ant- woorut zij en de tranen springen haar uit de oogen. Als ge maar en broeder had, freule van Kronen, denk eens, dat gq er een hebt, dat hjj hier niast u zit, zoudt ge tegen hem uw hart niet eeDs willen luchten Dan zou ik tegen hem zeggen Mijn beste jongen, gij' kunt mij ook niet helpen, roept zij opspringend. Ditscha, spreekt hij zacht op driesten toon," ga niet heen, ik weet niet, wanneer ik u weer zal zien Mag ik u iets meedeelen Sedert laatst, Dit scha ik ben een wilde jorgen geweest, maar sedert laatst, ach, DitschaGjj zoudt medegenomen. Buiten het verlies dat de aandeelhouders zullen ondergaan, is er een te kort van 1.500.000 franks. Door de Rechtbank te Parjjs is de heer Man ger benoemd om den toestand van cl'Es- perance», na te gaan. President L o u b e t heeft reisplannen. Hg zal een bezoek brengen aan Italië en de Tentoonstelling te St. Louis in de Vereenigle Stateg bezoeken. Ook zal de President der Fransche Republiek in 1903 een uitstapje maken naar de Fran sche Koloniën Tunis en Algiers. Generaal De la Rey brengt in gezel schap van jhr. Sandberg en Ferrei- ra heden een bezoek aan Djjon. De Ge in enteraad zal hem ontvangen en een feestmaal aanbieden. De burgerjj moet een aanzienljjk bedrag voor het Boeren- fonds hebben ingezameld. Duitschland. In de Brunswjjkscbe Kamer zal een wetsontwerp aanhangig worden gemaakt waardoor de wet op het regentschap wordt verduidelijkt. De Hertog van Cum berland, die als oudste zoon van den laatsten Koning van Hanover, rechteoi Hertog van Brunswjjk is, heeft de regee ring nooit kunnen voeren omdat hij tot dusver geweigerd heeft het Duitsche Rjjk te erkennen. Daarom is prins Albrecht van Pruisen sedert 1885 regent. Het wetsontwerp heeft ten doel nit te stellen, dat de bepalingen omtrent bet regent schap ook van kracht zijn omtrent troon opvolgers die na den Hertog van Cum berland komen. De commissie van rap- poifeurs uit den Landdag heeft de aan neming aanbevolen. Italië. De laster, die den overleden heer K r u p p te Essen naar het hoofd werd geslingerd, is gebleken afkomstig te zgn van een socialistisch onderwijzer op het eiland Capri. Hjj moet getracht hebben K r u p p geld afhandig te maken. Toen de ellendeling zijn plan zag mislukken, zon hg op wraak en gebruikte daarbjj den vuilsten laster tot zgn wapen. Zwitserland. De socialist S e g g, lid van den Groo ten Raad en secretaris der socialisfen- partjj te Genève is veroordeeld tot een maand gevangenisstraf en een jaar gemis van zgn burgerrechten, omdat hg tgdens de woeÜDgen te Genève, geweigerd had onder de wapens te komen. Engeland. De Engelsche Regeering heeft officieel laten bikend maken, dat voorla n per- mits tot doorreizen naar Tran* aal en Oraujerivierkolonie alleen in Zuid Afrika zullen worden uitgereikt. Aanvraag daarvoor moet gedaan worden a*ii het permif-bmeau voor Transvaal en Oran- jerivierkolouie, gevestigd in de havem- plaat8, waarheen de reiziger voorne mens is zich te begeven. Tevens wordt mij kunnen helpen, stamelt hij. Zij is bevend op de bank neergezonken, de doek is haar van het hoofd gegleden en de herfstnevel valt op beur haar neder en maakt het nat. Zq ziet niets meer, z'j hoort slechts zijne stamelende woorden wild en slecht was hij, maar zij kon hem helpen, hem weer goed maken,want sinds hi; haar sagheeft zich voor hem een betere wereld geopend 1 Of zij dan niet gelooft aan eene groote genegenheid bjj den eersten aanblik Eiken avond, stamelt hjj ver der is hij hier op den veldweg geweest en heeft, uren lang naar haar venster getuurd of zij het Diet vermoed heeft? of zij hem helpen wil een beter mensch te worden? op de knieën zal hij er haar voor danken, zijn leven lang en wil zij het niet, dan mag gebeuren wat wil! Deze stormachtige woorden overvallen haar zoo onvoorbereid en treffen hare smachtende ziel als verkwikkende dauw. Zij kan iets zijn voor iemand. Zij kan eenen mensch helpen, om weder op den rechten weg te komen. Eene huivering vaart haar door de leden, zjj vouwt de h«nden en vraagtIk Ik O, wat kan ik voor u doen? Mij hoop geven n weer te zien 1 Door mij niet te verstooten, gelegenheid geven, uwe genegenheid te winnen. Mij toe te s'aan, aan u te denken, bij alles wat ik doe, mij een weinig, een kleia weinigje liefhebben, Ditscha (IPor it vtrrolgd.) Hf IT AO-I i'E MA NON AQITAT VAN DE I <I>»M DOOR DOOR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1902 | | pagina 1