No. 5262
DonderJae 4 December 1902,
27ste Jaargan.
Weber's Goliath.
St. Nicolaas-cadeaux.
Eene Ongelukkige.
Leven en Dood,
freule van kronen.
Toch Opwaarts
De Erfenis eener Moeder
B U I T 8 S L A M 1).
Per 3 maanden voor Haarlem
f21.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,50
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
Redacteur-Uitgever, W. KÜPPERS.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem
2,90
0,03
Premie-uitgaven
Nieuwe Haarlemsclie Courant.
>n»i«
H. J. B. KÜPPERS
Prijs f 0.30. Franco per post f 0,375
JULIUS.
Prjjs f 0.30. Franco per post f 0.35.
A. H. M. RUYTEN,
Prjjs f 0.50. Franco per post f 0.60.
Duitschland.
Italië.
Engeland.
Portugal.
Uit den Franschen Senaat.
Uit den Duitechen RijkBda?.
ffraaSlaó voor cftooró' en Suió-éCollanó.
ABONNEMENTSPRIJS.
XIANDRaT-
PRIJS DER ADVERTENTIES.
Van 16 regels 50 Cent*
Elke regel meer7y»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
AG-l i'E Mi NON AQITATE
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale Publ cité, Etrangère
G.L. DA LBE Co JOHN., b. JONES Succ- Paris Slbis Eaubourg Montmartre
VAK DE
Sociale Roman
DOOK
DOOK
Metrisch vertaald
DOOK
professor te Rolduc,
Te Rouchou*, eenige kilometers van
Brussel, stsat, door eeuwenoude bosschen
omringd, een somber, grps kasteel, dat
dagteekeot uit de Xlle eeuw. Dit oude
slot met zjju park van honderd drie-en
veertig hectaren, kocht in 1879 koniDg
Leopold aan voor zijn rampzalige
zuster, j rinses C h a r 1 o t te.
De waanzinnige Keizerin van Mtxico
verkeert lichamelijk nog in een uitsteken
de gezondheid en, al is zjj reeds twee-
en-zestig, toch glinstert nog geen zilver
draadje in haar ebbenzwarte lokkentooi.
Zachtzinnig en gewillig is ze altjjd.
Eiken dag wandelt ze met langzamen
tred, ietwat voorover gebogen in het
lommerrijke, geurige park, door een en
kele eere-dame vergezeld, droomend nog
altjjd van het verre keizerrjjk, dat haar
in zoo sombere tragedie ontsnapte.
Steeds verlaat zjj het kasteel op het-
zelfle uur en volgt onveranderlijk den
zelfden weg.
Het slot wordt beheerd door een
generaal, bijgestaan door een dokter
en een klein aantal eere-dames. Stil
als een klooster is 't er, en nooit
dringt een onbescheiden blik er binnen.
Em ouderwetsch karretje, met een oud
paard bespannen en een oud mannetje op
FEUILLETON.
10.
Vervolg
Zij kon het kloppen van haar hart hooren,
zoo geweldig tamert het in hare borst. Een
chaos van tegenstrijdige gedachten bes ormt
hare ziel, maar slechts één oogeDblik. Dan is
zij besloten.
Ditscba, houd van mij ik smeek het u
Ja, zegt zij eenvoudig, ik wil u lief
hebben.
Mij, Ditscha, mij
Ik zal u liefhebben herh-alt zij op ern-
stigen toon, hoewel zij niet weet, hoe zij het
aanleggen moet, maar dan moet gij ook wer
kelijk goed worden, voegt zij er bij.
Ja, heel goed, fluistert hij en gaat weer
naast haar op de bank zitten, heel goed Ik
ben het ra reeds, naast u kan men niet an
ders dan goed zijn
Daar springt zij op. Neen, neenweert zij
hem at.
Maar Ditscha Hij ziet haar getroffen
aan. Gij hebt mij niet lief
Toch wel, ik wil ik zal maar
gij moet eerst met oom spreken.
Ja, natuurlijk, zegt hij snel, ik zal naar
hem toeg«an natuurlijk, morgen
Ik zal hem eerst op uw komst voorbe
reiden, verklaart Ditscha, en gaat nog een
den bok, bobbalt twee, driemaal in de
week het hek van het park uit den steen
weg naar B ussel op, en komt in den na
middag terug, beladen met levensmidde
len van aileilei aard. Nu en dan komt
even de Koning inloopen.
Een honderdtal bedienden, jachtwach
ters en hoveniers bewonen het slot. Alle
Zon- en feestdagen komt de Pastoor van
Neysse er in de kapel de Mis lezen. De
meeste bedienden zjjn dertig tot vijf-en
dertigjaar lang reeds daar. Een hunner
de pasteibakker vergezelde keizer M a-
x i m i 1 i a a n naar Mexico en zag hem
ter dood brengen.
De arme prinses Charlotte waant
nog altjjd haar echtgenoot in leven. Gansch
den dag spreekt zij met hem op still n,
liefderijken toon en hoort hem antwoor
der.
Aan tafel eet zjj alleen, doch tegen
over haar staat altjjd een couvert voor
den Keizer.
Heeft de Keizerin zich bediend, dan
legt de lakei met den meesten eerbied ook
een portie op den schotel en neemt dien
weg, zonder dat de Keizerin daarover
eenige verwondering laat blijken.
Aan dat «deel van den afwezige» raakt
niemand in het paleiR het is een
«deel tan den arme» geworden...
Dat overoude slot, midden in 't don
kere, ruischende en zwevende woud, met
die groote, dwalende dame in 't zwart
wie kan zich voorstellen, dat het
werkeljjk behoort tot deze o, zoo jammer-
ljjk prozösche tjjden
Te midden van het leven zjjn wjj als
iu d n dood.
Dit gezegde komt ons onvermjjdeljjk
te binnen wanneer men al de droevige
rampen te lezen krjjgt, welke zoo kort
opeenvolgend het menschdom hebben
getroifeD.
In Zuid-Afrika zjjn minstens 50,000
menscbenlevens vernietigd.
Mont Pelé-, la Soulfrière en de andere
vuurspuwende bergen vau Martinique en
St. Vincent, hebben een even groot aan
tal slachtoffers gemaakt.
In Japan is een geheel eiland met
honderden iuwoners djor de zee verzwol
gen.
In Egypte zjjn meer dan 11,000 per
sonen door de cholera weggemaaid.
Welk een verschrikkeljjke Ijjst
Drnk daarbjj aan de ongelukken die
ia micde-e mate wel maar toch geregeld
zoowel onder onze binnen- als buiten-
landsche berichten voorkomen.
stap terug, want hij heeft naar hare hand ge
grepen en drukt de zenuwachtig. Ditscha,
Sophie van Kronen mijne bruid fluistert
hij zacht,
Zij wijkt ter zijde uit en zweett als eene
schaduw den heuvel af.
Ditscha roept hjj, maar zij is reeds in
de schemering verdwenen. Hij loopt vergeets
heen en weer en mompelt iets. Ondertusschen
is zij den weg teruggeloopen, dien zij geko
men is en staat nu in het park tegen eet.eu
boom gelennd, en snikt, of haar het ha t bre
ken zou.
Vat heeft zij gedaan? Pee moet zij het aan
leggen, om hem lief te hebben? Zij kent hem
nauviel ks, ja zij gevoelt, dat het haar bijna
onvtrschillig is verloofd te zijn. Zjj hee't het
zich anders voorgesteld.
V\'at moet zij nu beginnen Ginds in hare
torenkamer wacht tante Tine en als zij niet
spoedig komt, zal t- auna haar zoeken, en bo
vendien is het bijna tijd voor het avondeten.
Of zij terst nog met oom zal spreken? Of zij
het derde glas grog zal afwachten na tafel
Het laatste komt haar het geschiktst voor en zij
1 gaat langzaam het huis weer in, de trap op en
klopt bij freule Clementme aan
Het is niemand opgevallen, dat Ditscha zoo
lang ui gebleven is De zieke slaat de moege
lezen oogen van het boek op, als het j onge
meisje de deur binnen komt, en vraagtAl
terug, Ditscha
Ja, tante Tine I En zij zet zich bij den
warmen haard neer, omdat haar de eene ril
ling na de andere door de leden gaat.
Hoevelen komen om het leven door
verbranden of verdrinken, hoe elen wor
den er gedood in een twist.
Wat maken de moderne uitvindingen,
spoor en tram, 't zjj stroom of electiiciteit
hun assen wentelen doet, veel slachtoffers,
en de rjjwielen, de automobiel n, de
stoombooten, zeekasteelen dikwjjls, dra
gend op hun rug honderden van kost
bare menschenlevens, maar plotseling op
geslokt in de wijde kateu der peil'oize
diepte van de zee, die niets teruggeeft
zooals ze het ontvangt, maar ook de li
chamen der menschen slechts aanspoelt
aan het strand, na het levenslicht er in
te hebben uilgeblazen.
In wsarheid: te midden van het leven
zjjn wjj als in den dood!
De bloem op het veld ze wordt zoo
ganw niet afgeknakt door booze storm
winden en de mier op den weg zal niet
zoo spoedig vertreden worden, als het
kostbare leven van den koning der schep
ping ver'oren gaat.
Hjj, een Duitsch dichter zingt het zoo
vol waarheid, hjj, met macht en waar
heid omkleed, bjj, die daar staat vol
bewustzjjn van zjjn waardigheid.
Hjj, koning bovenal door zjjn redelgke
z'el, die de macht en de woede der
wilde dieren te temmen weet; die de
natuurkrachten aan banden legt, die ook
zelfs zoovele gevaren tiotseert.
Een typhus-bacil, een cholera-kiem
nog onder het duizendvoudige vergroot
glas moeiljjk zichtbaar, dordt heele nalies.
Maar wat zou het!
Onverschillig is hrt men chdom ge
worden, zoo erg, dat het zulke large
reeksen van rampen voorhjjgaat, schier
ongemerkt.
Min leest het in de courent, men
spreekt er een dag of twee over en dan
wordt het vergeteD.
Ja, 'tis wel waar, dat wjj te midden
van dit leven als in den dood zjjn, maar
ook is het wear, wat de oude Grieksche
wjjsgeer larg geleden uitriep G woonte
is koning 1
En dat die koning ons belieerscht,
wjj weten het allen, wjj kunnen haast
niet anders, maar wjj zouden ook niet
anders willen.
Of wie z'et niet liever naar de bloe
men, welke feestvreugde en oogestoord
genot veito'ken, dan naar de cypressen
op onze kerkhoven en de treurwilgen
boven onze graven 1
Ook is het goed dat het zoo gaat en
niet anders. Wellicht imm°rs zoudeom-
ringing van de vreeslijkheden des levens,
Tante Anna zocht u zoo e en, zjj wilde u
zeggen, dat de pantoffels, die gij gewerkt hebt
als geschenk zullen dienen voor haar jongen
beschermelingdie in Januari naar Indië
als we ze beseften met volle bswnstzjjn,
drukken op onze schouders met cente-
naarslast, en wie zou dan nog voort
kunnen gaan ééa schrede op het pad
des levens?
Maar al wenden we ook liever het oog
af van de akelige wisselvalligheden die
ons zoo goed als anderen kunnen treffen,
hi-t oog er voor sluiten, dat mogen we
niet.
Integendei), ze worden gegeven die
schrikkelijke lessen des doods, om ons
voortdurend tot een goed leven te ver
manen; want ook zjj, die rampen van
vuurspuwende bergen, van pest, van oor
log, van hongersnood, gaan niet rond
onder de menscheD, dan met goedvinden
van die het Al bestuurt.
Maar uit dat christeljjk oogpunt be
schouwd, zjjn die rampen dan ook zege
ningen.
De meDsch is eenmaal z>o gesteld
van geen predikstoel kliukt ooit met
zooveel intense kracht het «weest ook gjj
bereid!» hem in de ooren, als de bjjwo-
ning van een ODgeluk hem aangrjjpt in
de ziel en de man, die plotseling dood
nedervalt aan uwezjjde, doet u krachtiger
dan ooit bevroeden, dat men niet onvoor
bereid meet vallen in de handen van den
levenden God.
Een ernstige gedachte niet waar?
En toch zet gjj straks uw leven zor
geloos, neen latsn wjj hopen big ie voort,
blijde en lachende. Waarom ook nitt?
Als we slechts zorgen, dat die ernstige
gedachte ons leven regele.
De Regeering heeft aan het Centrum
doen weten, dit nog in de tegenwoordige
zitting der Kamers van Afgevaardigden
een wets-ontwerp tot toelating der paters
jezuïeten in Pruisen zal in behandeling
genomen worden.
Uit Hemburg wordt geaield dat
op de Zwitsersche grens de kunsfschi'-
der Christian Alles is aangehouden
die in den laatsten tjjd op 't e land Capri
verbleef en de dadar zou zjjn van de fei
ten, waarvan wjjlen Krupp beschuldigd
werd.
Prinses Stephfnie, dochter van ko
ning Leopold van België, heeft te Sin
Remo een villa gehuurd om er den win
ter door te brengeD.
De gi pensioneerde kolonel Mosell
van het Belgische leger, heeft zich te Li-
vorno door een revolverschot van het
'even beroofd. Zjjn Ijjk werd Zaterdag
morgen ia het hotel du Japan gevonden.
De ongelukkige leed aan vervolgings
waanzin.
Ach, het is 1 itscba op het oogenblik
zoo volkomen onverschillig, wie deze pantof
fels zal aan'rekken
Maar zij neemt bet hankje en draagt het
naar tant Tines plaats, zet er zich op neer
en legt het hoofd tegen de leuning van den
ziekestoel, die door den druk op „-ene voer
in een rustbed veranderd kon wor en.
Alle draaierijen stuiten haar tegen de borst,
zij heeft de soldatennatiiur van haar vader,
maar een diplomatischen aanleg hee t zjj niet.
Zij is oprecht t genover andere mensehen, op
gevaar af hen te kwetsen, maar ook oprecht
jegens zichzelve.
Tante Tine, vraagt zij, denkt gij, dat ik
in staat ben, een mensch eènen man
gelukkig te maken?
Tanle Tine kjjkt haH ontsteld op. Ja, zegt
zij, zeker, als gij van hem houdt, als gij hem
gelukkig maken wilt.
Ja, ik ml
Titscha I ro pt de zieke uit en krijgt
eene kleur van schrik.
- Ik heb mij zoo even verloofd, tante Tine,
zegt zij zo) kalm, alsot zij vertelt, dat zij juist
stof afgeveegd of iets dergelijks gedaan heeft.
Gjj gelooft het misschien niet, tante? Maar
h^t is toch waar ik weet, dat ik eenen man
goed en geluskig kan makeii. Is dat niet
eene taak, waarvoor het waard is, te leven
Wie? wie? brengt de oude dame met
moeite uit.
Gjj ke it hem nit t, tante Hans ^an
Perthien. Hij is op Uchte bjj den ouden Cal-
werwiseh, om de landhuishoudkunde te lee
ren. Zijn vader en oom Jochem waren in hunne
eugd vrienden. Gij zegt niets, tante
Neen ik wat zou ik zeggen,
wat kan ik zeggen Spreek met uw oom,
met uw vader en God spare u voor elke
teleurstelling, die zoo'n overjjlde stap met zich
voert.
l)its ha staat op; zij voelt, dat zjj hier niet
vers'ann wordt. Ik zal t rstond met oom gaan
spreken waarom zou ik eene teleursteliing
ondervinden Ik ben zoo dankbaar, dat iemand
naar mij verlangd heeft.
Ditsiha, zoudt gjj ook zoo spoedig ja
gezfgd hebbe', als uw vader u hed*n-morgen
niet geschreven hadt; dat gij voorloopig nog
uiet naar huis kunt komen, of als gij geene
aankondiging van Liese's verloving ontvan
ger) hadt
Het is best mogelijk, tante, dat papa's
brief het zijne er toe bjjgedragen heeft om
mij dit besluit te doen nemen ja ik ge
loof het zelfs wel. Voor papa ben ik niets,
zegt i e diep treurig.
Hij zal bl i zijn, als ik, om zoo te zeggen,
onder dak ben.
En oom Jochem en tante Pertha?
Nu, vraagt Ditscha terug.
Ditscha, ondankbaar tindl
Ondankbaar Maar, tante Clementin ik
ben het eenige, wat hun hindert, om zich ge-
Dr. Jameson, de beruchte man die
zeven jaar geleden een inval deed in
Transvaal, heeft op eene kiesvergader'ng
te Kimberley «en heftige redevoering
gehouden tegen den Eersten Minister,
Sir Gordon Sprigg, dien hjj buiten
gewoon jjdel noemde, en die, volgen»
hem, maar lid moest worden van den
Afrikaander Bond.
Hjj prees de Hollanders als een flink
en dappsr volk. Over Kruger sprak hjj
met eerbied. De rassenhaat moest worden
opgelost door een staatkunde van vast
beradenheid, geduld en rechtvaardigheid.
Allertreurigst ziet het er in het land
van koning Carlos uit. Men vertrouwt
's Konings re:s naar Engeland niet. Zjjn
langdurige afwezigheid wekt ODrnst, ter
wijl de Regentes staat voor een minis-
terieelen crisis. Het geldt hier in den
grond, zegt de Impartial, een ernstige
internationale qnaestie.
liet volk ziet met verontwaardiging
Engeland's begeerte naar Portugal's Afri-
kaansche Koloniën en het vreest dat de
reis van den Koning naar Engeland het
verlies van die koloniën ten gevolge zal
hebben.
De censuur van telegrammen is in
Portugal veel strenger dan zelfs in
Turkjje en het brie vengeheim wordt niet
geëerbiedigd.
In den Senaat werd gistereD met 165
tegen 75 stemmen het wetsontwerp aan
genomen waarbjj wordt verboden het
openen of houden van inrichtingen door
Congreganisten, die niet zjjn toegelaten.
Verboden is dus het gevai van lager
ondewjjs door de religieusen.
De Regeering zagt niet te kunnen
veroorloveo, dat de religieuseD, die on
geschikt zjju om lager ODderwjjs te ge
ven met de behoeften der moderne maat-
schappjj zich op haar terrein plaatsen.
Evenmin zal zjj de verzoeken tot toe
lating steunen der congregaties, welke
zich bezighouden met prediking en mis
siewerk binnen de grenzen van Frankrjjk,
daar deze zich hierdoor begeven op het
terrein der wereldgeesteljjkeD. De ver
zoeken der bespiegelende orden zal de
Regeering steunen, doch de autorisatie
dar Karthuizers ontraden, aangezien deze
zich ophouden met njjverheid, niettegen
staande zjj tot een bespiegelende orde
behooren.
Gisteren-namiddag werd met 216 te
gen 75 stemmen en 2 onthoudingen, het
voorstel-S i n g e r om tot de orde van den
dag over te gaan verworpen. Hierop we>d
een voorstel om het debat over het r«-
gelment van orde te sluiten aangenomen,
hetwelk een levendig «bravo»-geroep ij
de meer ierheidspartjjen en rumoer aan
de linkerzjjde verwekt.
Daarna wordt met 198 tegen 45 stem
men en 11 onthoudingen bssloten, dat
heel aan hun verdriet over te geven, ik ben
niet ondankbaar, ik wil het ook niet zjjn I
Gij begrijpt niet, tante, hoe wjj met elkander
verkeereu, gjj ziet ons nxt samen.
Neen, ik zie n niet samen, ik denk zoo
maar, al toont Jochem het niet, toch houdt
hij veel van u.
Ditscha's lippen begi nen te trillen, zjj wil
meer, dan een beetje genegenheid. Zjj weet
bet ook wel beter, als zg weggegaan is, dan
sluit de stroom van het alledaagsche leven
van hun verdriet zich toe, over de ledige
plaats, die zij achtergelaten heeft, zoo onbe
weeglijk en effen gljjdt hij voort als immer
men zal haar niet missen. Gjj vergist u,
tante, zegt zij kortaf, kus! haar de band en
gaat heen om oom Joachim op te zoeken.
Hjj is om tezen tijd in zijne werkkamer
voor de schrjftafel te vinden, waarboven het
levensgroots portret van hun gestorven lieve
ling hangtlangs den wand geweien van her
ten, de heele kamer is als 't ware met her
tengeweien versierd, zelfs de lichtkroon be
stast uit lakken, zelfs de klok, het rookta
feltje en de haken vcor de kleeren.
Oom zit te rooken - het is eene lucht in
het vertrek om te stikken hij buigt zich
over enen brief heen, dien hij leest. Hij merkt
niet eens, dat Ditscha binnengekomen is Oe-
?ar, die zich tegen haar aanvljjt en vrooljjk
i blaft, maakt hem opmerkzaam,
j Zijt gij cUar, Sophie?
Ja, oom, ik wilde iets met u bespreken
hebt gij nu tjjd.
Wordt vervolgd.)