No. 5415
Donderdag 11 Juni 1903
28ste Jaargang.
QagBlaó voor %7Hooró~ on ££uió'<JCollanó.
Amsterdamsche Brieven
Het vergaan van de
„Liban'.
cJKagèa %5tuRlan6
BUREAU St. Jansstraat. Haarlem
50 Cent»
7«A
niet.
(!0t!
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het buitenland 4
Afzonderljjke nummers
Dit blad verschjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen
Redacteur-Uitgever, W. KÜPPERS.
f 1,20
1,50
2,90
0,03
UIM)
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant,
AGITE MA NON A3 IT ATE.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale PubhdteEtrangère
G.L. DAÜBESfCoJOHNb. JONES Shca. Paris 31 bis Faubourg Montmartre
Wegens den li- Sacra
inentsdag, ti vieren als Zondag, verscbjjut
de Nieuwe üaarlemsche Courant morgen
9 Mei 1903.
De Amsterdamsche Gemeeuteraal en
de Amsterdamsche katholieken in het
bijzonder, lijden weldra een groot verlies,
daar de heer Waterschoot van
der Gracht zjjn ontslag heeft geno
men al» lid van d en Gemeenteraad. Nie
mand, hetzij mede- of tegenstander, die
dezen emiuenten raadsman niet roet leede
oogen ziet heengaan. Hg toch bezat eene
uitgebreide kennis van de Amsterdamsche
toestanden, van commercieele enfinantieele
vraagstukken, had een helderen blik en
een gezond oordeel, weshalve zjjne woor
den steeds op hoogeu prgs gest-ld wer
den, te meer, omdat hg niet een man
was, die veel en maar over alle» mee
praatte, maar op het gewenschte oogen-
blik een wél-doordacht en juist advies
Wist te geven. Zgnebezadigdheid bracht,
den Raad meoigmaal tot de uoodige
kalmte terug, waar de discu3siëi zich
soms in hoogere bespiegelingen gingen
verliezen en menigmaal heeft zijn groote
invloed en zjju bemiddelend optreden
conflicten, die dreigden, voorkomen of
reeds ontstane, weder in 't reine gebracht,
Men denke slechts aan het laatste cor.-
tiict bjj de discussion over de Duinwa
terleiding.
Het zal zéér moeilgk zjjn aan dit
eminents raadslid een waardigen plaats
vervanger te schenkeo. Van R.K. zjjde
wordt als zoodanig reeds genoemd de
heer Smit, voorzitter van de aldeeling
Amsterdam van denR.K. Volksbond. Zon
der iets op de bekwaamheden van den
heer Smit te willen afiingen, en zon
der in de verste verte te willen oponee-
ren tegen eene verdere uitbreiding
van het werklieden-contingent in den
Raad door eene R.K. werkman, behoeft
het toch nog niet van; bedenking ont
bloot geacht te worden of het verlies
van den heer Waterschoot v. d.
Gracht in den Raad der Hoofdstad
daardoor behoorlgk zoude vergoed wor-
den.Mannen zooals hg vertegenwoordiger
der gemeentenalen zjjn vrjj zeldzaam en
toch zjjn zjj in den tegenwoordigen tjjd
zoo hoog noodig, vooral te Amsterdam
waar zulke belaogrjjke, veelomvattende
vraagstukken aan het oordeel van den
Gemeenteraad worden onderworpen en
FEUILLETON,
waar nog zooveel moeiljjke zaken op
oplossing en afdoening wachten.
Daar hebt gjj bjjv. de bestemming
der oude Beurs, nu de nieuwe in ge
bruik is genomen. Tusschen haakjes
ik zou haast vergeten een klein inci
dent te releveereu, dat bij de in gebruik
neming heeft plaats gevonden en dat en
kele gemoederen heeft warm gemaakt.
Toen toch werd cLheer Se r r u r i e r,
Wethouder vaa Publieke Werken en
Voorzitter van de Btursbouw-Commissie
met den NeJerlandschen Leeuw bedacht,
terwjjl de heer B e r 1 a g e u, de eigeoljjke
beursontwerper, zich met de Oranj -
Nausau-Orde moest tevreden stellen. Som
migen nu meenen, dat deze minstens
evenveel, zoo niet meer verdiend bad,
dan gene, maar ik vind het wel eens
vreemd, dat msuscher, die wel eens
met een groot dédain, gemeend of voor
gewend, neerzien op onderscheidingen,
ridderorden of wat dies meer zg, en den
der neus schjjoen op te halen voor een
lintje in 't knoopsgat, zich zoo warm
kunnen maken over het meerdere of min
dere van z.'k eene onderscheiding. Mjj
dunkt, de waarde zit in het «waarvoor»
niet in het «hoeveel*. Passons
la dessus.
De oude Beurs dus, wat daarmee ge
daan Voor afbraak verkoopen Ze la
ten staan, daaraan denkt natuurljjk nie
mand. Kou men ze maar wegrollen!
Maar daarvoor zijn wjj nog niet Ameri- 1
kaansch genoeg. Een plaats en eene be
stemming heeft men er a' voor gevon
den. In hit. van Lennep-kwartier, op het
open terrein recht tegenover deBosboom-
Toussaint-straat en dan inrichten tot een
Museum, waarin onder gebracht zouden
worden tal van bezienswaardige zaken,
die nu hier en daar en overal versprei!,
bewaard en haast niet bekeken worden,
omdat bjjna niemand precies weet, waar
ze te zoeken enjdie daar verzameld, een
groot aantal bezoekers zouden trekken.
Het idee is niet zoo kwaad, maar aan
allerlei idee's ontbreekt bet te Amster
dam niet. Jammer maar, dat zeer veel
van die ideeën de stad gewocnljjk op
onkosten jagen, in plaats van g< ld in
den gemeentebuidel, en dat is er hard
noodig.
«Misdeeld zjja de groote stelen, Am
sterdam oq den Haag», zegt het jjverige
gemeente raadslid Gerritsen, «mis
deeld van wege het Rjjk, dat niets doet
om de Hoofdstad in zjjn geldnood bjj te
springen en te helpen, ja zelfs zeer lang
zaam te werk gaat bjj het uitvoeren van
«en werk, dat voor denAmsterdamschen
handel en dj scheepvaart van het groo'-
ste be'ang is, namaljjk de verbreeding
van het Kanaal naar IJmuiden, waaibjj
Amsterdam voor '/io in de kosten bjj-
draagt en waarvan de voltooiiug wel een
jaar of tien, twaalf op zich zal laten
wachten, daar het Rjjk daaiaau niet meer
dan 7'/a ton per jaar schjjnt te willen
besteden.»
De Duinwaterkwestieschjjut een oogen-
b!ik tot ru-t te zjju gekomeu, maar
wordt de zomer heet, gelijk de iwee Pink
sterdagen sclieuea te willen annoncee
ren, dan zal men heel spoedig, «moord
en brand» roepen, omdat er waterge
brek is en dau duikt de waterk weslie
met verdubbelde kracht uit de korte rust
op.
E-n andere kwestie is de bebouwing
van d m ove ikaut van het Y in de
betere verbinding van dien Ykant met
de stad. Nog een audere is de regeling
van de 1 ionen en de arbeidstijden van de
gemeente werklieden, o>k al eeu
oogmblik rustend na de beruchts alge-
rneene werkstaking, eene vier de is de
voortdurende uitbreiding van bet tram
net, dan de electrische verl chting
enz. eDZ. Waar zojde meu eindige i als
men let ljjs je wilde opmakeu.
De meeste dezer kwesties eischeu e«-n
zeer rraen blii, een helder verstand,
een jaisfc oordeel, een onafhanke jjken
geest, veel bezadigdheid en voorzichtigheid:
kwaliteiten, welkede heer W a t ersch o o t
in ruime mate bezat en weshalve maar
niet de eerste de baste, e m waardig
opvolger voor hem zjjn zal. Dan de
katho'ieke partjj is iu deu jremeenteraad
niet zoo beel sterk vertegenwoordigd eu de
kans om het aantal katholieks zetels te
vermeerderen is niet heel groot. Laten
wjj daarom zirgen, dit wjj, waar het
ons mogeljjk is, zulke degelijke katho
lieken in den Raad brengen, dat zjj door
hunne uitstekende kwaliteiten, en hun
invloed vergoelen, wat wg aan aantal
te kort schieten.
o
Zondag rond den middag had er tus
schen de schepen Liban en VInsulaire
eene vreeselgke aanvaring plaats in de
Middellandsche Zee ten westen van het
Eiland der Twee Gebroeders, uabjj Maire
I.
Per volg),
l)e waardin had het bedrag, dat haar toe-
kwam, cr uit gezocht. Eene streek het overige
weer op en stak het in den zak. TVrvr.l zij
wegging, maakte de waardin eene niet heel
vriendelijke, maar toch zeer onderdanige
buiging en groette: «Goed.n morgen, me-
vi ouw van Eschen».
pe arme vrouw is daar uwe pe soon-
lijkbeid en uwe ruischcnde zijden rouw-
kleereu altijd vol eerbied. Zulk een voornaam
gast heeft de «Meerhof'/ nog nooit gezien
als men u goed beschouwt denkt mea zich
onwillekeurig de verandering van het hotel
volgens de oleografie.
Hortenze van Eschen haalde de schou
ders op.
Ik mis het talent om mij populair te
maken, zeide zjj.
Maar is het dan werkelijk noodig, om
hier in de eerzaamheid der bergen den
ouden heer van Eschen zoo weelderig te be
treuren vroeg René glimlachend.
Zjj ging naar de balustrade der waranda,
leunde met den schouder tegen een der
houten zuilen en zuchtte weemoedig.
Ach, Bené, sprak zjj dan op langzamen
toon, hoe dikwijls in zjjn leven betreurt men
in sti'te met tranen van vertwjjleling in de
oogen een verlies, zonder dat men het zwarte
rouwkleed mag aantrekken. Gij weet toch,
i wa' de dichter zegt: Gevoel is alles.
In niets gevoelde ik mij tot den ouden
j heer aangetrokken, daar ik hem den schat
mjjner liefde niet geven kan, zal ik het aan
uitwendige chting voor hem niet laten
ontbreken. Gij kjjkt mij weer zoo spottende
j aan ja vel, mijn kind eenvoudig
zwart wollen kleed zou ook voldoende zjjn
en voldeed misschien nog beter. Maar c at
j staat mij zoo afschuwelijk,
j Zij lachten beiden.
Hortenze nam hare opgerolde parasol ouder
den ar ca en begon hare handschoenen aan te
trekken.
Waar gaat gij heen Mag ik n bege
leiden En waar is Magda Ruhland? vroeg
Bene en kees naar de blanke vingers, die
langzaam laugs het leder streken.
Natuurlijk moogt gjj meegaan want
gij hebt mg iet, te zeggen. Ik zal den
straatweg houden, want gij weet, dat ik
geene vriendin van klimmen ben,'zeide zij.
Iets te zeggen riep hij uit en eene
uitdrukking van misnoegen kwam op zijn
gelaat.
til, sprak zjj en streek met hare
linkerhand z-cht over het gelaat alsof zij
deze uitdrukking van misnoegen wilde weg
vegen, tegenover mjj moogt gjj ronduit
spreken, ik mag je wel, René en gij rijt een
dolle jongen, die blij zijn mag, dat hjj eene
(Frankrjjk), De Insulaire narde naar
La Joliette, terwgl de L'ban er van te
rugkeerde. Pe schok was zoo gewei Mg
dat de achterstreven van de Liban op
eene lengte van 2 meters ingebeukt
werd. De kapite n deed de boot uiet volle
snelheid landwaaits va en, in de hoipte
kunnen strandjn. Doch het water drong
zoo geweldig en snel iu het ruim dat ie
Liban een kwart uurs na de aanvaring
zonk.
Op 't zelf Je oogenblik b, vond zic'a een
schip van de' z lfde zeevaartcimpagnie,
de Balkan, op 2 injjlen van de plaats
der ramp. Doo.- de uoodsigoalen verwit
tigd kwam dit schip de Liban ter hu'p,
doch toen het ter plast.se kwam, was de
boot reeds gezonken. Dj Bilkan zette
evenwel de sloepen uit eu kon 44 schip
breukelingen reiden. Wat lster kwam
eene loodsboot en deze redde 30 per
sonen. Men kei t tot hiertoe het juiste
getal slachtoffers niet, d ^ch meu verze
kert dat er minstens een honderd dooien
zjju. Aan boord van de Liban bevonden
«icn 250 personeu. Tot hie tie heefc men
er 74 levend teruggevonfe Hartver
scheurende toonee en hadden plaats. De
overlevenden ve tallen dat een kindje
van acht n.aiuden, door zjjne moeder in
de armen gekueld, levend op de golven
teruggevonden werd. Een reiziger, die
zjjne vrouw eu zjjne vier kinderen bjj
de ramp verlo en heeft, is volkomen
zinneloos gewo:deo.
Men meldt «en f-it dat ongeloolljjk
schjjnt. Toen de Insulaire, die de aan
varing veroorzaakte, te Marssilleaankwam,
hingen de reddingsboolen nog met hunne
zeildoeken orertrokken aan. De menigte
protesteerde krachtdadig,
De Liban isjop eene diepte van 45 me
ters gezonken. Het wrak vormt eeu ge
vaar voor de scheepvaart en maatreg. -
ten zijn genomen om de zeevaarders te
verwittigen.
De ramp gebenrde bjj kalme zee en
in 't gez ebt van Marseille. Eau schip
per, die de aanvaring heeft zien gebeu
ren, zegt dat bet jjzingwekkend was.
Mannen en vrouwen liepen in de groot
st? verwarring over het dek en huilden
verschrikkelijk. De Insulaire heeft ook
erge schade geleder, doch boven de v'o-
lijn. Volgeus het verhaal van den ka-
piteiu van laatstgenoemd schip is de
Liban in minder dan tien minuten ge
zonken. Het geschooken schip wa< in
1883 iu Engeland gebouwd en laadde
3000 ton.
Een reiziger van de L ban vertelt het
navolgende: Toen wij de ha eu vau Mar
seille vei lieten, ging alhs naar wensen
en ni -ts kon de vertchrikkelgkeracnp doeu
voorzien die wjj tfgemoet liepen.
De z:e was zeer kalm eu het weder
prachtig. Rond den mid lag zaten al de
reiz'geiB aan tafel, wjj hoorden dan her-
haaldtljjk den njodhoiru. Emige reizi
gers en ik ze'.t liepeu naarj 't dek
te. wjjl anderen rustig hun eetmaal voort
zetten. Wjj zagen de Insulaire in vol
len stoom op ons afkomen. De stoom
fluiten werkten onafgebroken. Waren het
verstandige, ervaren vrouw kent, met wie Paar nu de oude heer Ruhland niet van
hij alles" 'bespreken kan. Ik vrees, ik vre s, muziek houdt, noodigde ik haar op die
dat gij bet hartje van mijne lieve Magda avonden, waarop ik uitsla tend vrienden
verontruet heb En Migda is hoe moet1 ontvang, die zich aau de wetenschap wijden,
ik dat in tegenstelling met alle schitterende, j Dit is zoo gebleven voor Magda, toen de
levenslustige fames uit uwe ereld, uit de oude heer zelt niet meer in staat was, om
groote wereld, uit de kunstenaarswereld j' uit te gaan.
zeggen f kort en goed, Magüa is een ?ij liepen voort op deu straatweg, die de
zwaarmo dig meisje 1 Dus? kronkelingen van het dal volgde en bijna
René greep naar zijnen hoed en liep een onmerkbaar hooger werd. Als coulissen op
weinig ongeduldig naast de vrouw voort, het tooneel stonden de steile rotsen links
wier inmenging in het geh im van zijn hart en rechts van bet dal, dat eindelijk in ee e
hem gedeeltelijk met erger' is vervulde, dorre wildernis overging. Daar kwam eena
maar hem toch gewensebt vo rkwarn. j met schuim bedekte bergstroom vandaan,
Een ding begrijp ik niet, zeide hij, dat die over eene steenen bedding naast den
ik juffrouw Suhland bij ons in Leopoldsburg straatweg in grillige bochten naar bet dal
nooit ontmoet heb, niet eens in uw buis toe liep. Op de hellingen stonden behalve
zelfs, waar zij blijkbaar nog beter thuis is de houten woningen der dorpsbewoners hier
dan ik Moet ik daardoor op de lerdeu ing 1 en daar witte villa's.
komen dat gij juffroi w Ruhland altijd met j Het armoedige herdersdorp begon sedert
het «tweede geslacht" uitnoodigt? eenige jaren meer en meer des zomers door
Hortenze bleel een oogenblik staan en vreemdelingen bezocht te worden. Door het
lachte. Dat is een heel n if denkbeeld, dennenwoud, dat den voet der rotsen met
Op de gedachte komt gij niet, dat ik u. een heerlijk g oen bekleedde, liepen goede,
Hij viel liaar in de reden. j nieuw aangelegde wandelwegen. Paar men
Daar ik altjjd bij u aantref wat in liier voortdurend moest klimmen en dalen,
onze residentie den toon aangeeft, kan ik was mevrouw van Eschen gewoon en
niet op de gedachte komen. hiervan liet zij zich niet gemakkelijk af-
Maar er is volstrekt geen tweede breog n slechts van den straatweg ge-
geslacht// voor mg Maar daar mijn kring bruik te maken.
zoo groot is, dat ik nooit alle bekenden bij Zijne t udc Excellentieuw toon wordt
mij zien kan, heb ik haar ingedeeld in altijd bijna scherp als gij zijn naam noemt,
serie la en lbik liet mg daartoe liiden Hij i» de last, die op Magda's jeugdige
d or het belang van mijne vrienden. Dat schoud.rs gelegd i», en haar jong leven aan
boud ilc bij elke uitnoodiging voor oogea- j,anden legt? zeide hg op vragenden toon.
signalen Ik weet het niet. In alle ge
val werden d>-ze signalen niet begrepen,
want onze boot week niet af en de In
sulaire naderde steeds.
De kapitein van den Libao, die op de
brug stond, gaf bevelen langs alle kan
ten, doch de wendingen van het roer die
ons moesten redden, werden niet gedaan.
Eenige reizigers werden ongeiust ende
den den kapitein eenige opmerkingen.
Mpjn inziens, acht ik de verantwoorde
lijkheid van dezen laatste erg op 'c spel,
en ik zelf heb hem, eenige oogenblik-
ken voor de botsing, verweten niets ge
daan te hebben om de ramp te voorko
men.
Na eeuige seconden van verschrikke-
ljjken angst gebeurde de noodlottige bot
sing. De Liban werd twee honderd roe-
te-s ver weggeslingerd. Aan boord was
de verwarring onbeachrgfljjk. De matro
zen en de reizigers liepen over het dek,
zoekende de reddingsbojten te water te
laten. De kapitein poogde iedsiem ge
rust te «tel en, doch vruchteloos. Het
schip zonk steeds dieper en slechts eene
reddingboot was vaardig, Reizigers poog
den d- touwen van de audere reldings-
boote i door 11 sngTm. M it eenige ma
trozen nam ik plaats iu eene boot. Op
hetzelfde oogenblik zonk de Liban en
wg hadden nog alleen den tgd met krach
tige liemslagen aan den kolk die ge
vormd werd door het zieken van het
schip te ontkomen. Wjj keerden eenige
oogenbli kken later op de plaets der ramp
terug en deden ons bent om de schip-
b eukelingen te redden Tien haalden wg
uit 't water, doch zos hadden reeds op
gehouden te leven. Tgdens de ieddinö-
werken werden al mgne makkers ge-
kwetff.
Dd vrouwen van Saint-Jean varzorgen
de schipbreukelingen die aldaar aange
bracht worden. De pompiers en arnbu-
1 .ncedieust voeren de Ijjken, die aan
spoelen, naar het doodenhuis. Ten 5 ure
's namiddags had men reeds 40 Ijjken
opgevischt, sltclits vier zijn tot hiertoe
herkend. De schipbreukelingen, gered
door de reddingsbootjes van den Balkan
zijn veertig in getal en 17 matrozen van
de Libau. De lgst der reizigers van
de Liban was Zondag door de scheep
vaartmaatschappij wier bureelen dien dag
gesloten zjjn, nog niet afgekondigd. Het
wordt evenwel bevestigd dat het getal
passagiers 200 bereikte en dat de helft
als verloren moet beschouwd worden.
Aan boord van ''e Bilkan oevood z ch
mad. L i v i a n e, eene kuastsaugeres
men weet dut een groot getal schipbreu
kelingen op dit schip gebracht en ver
zorgd werden. Mad. Liviane stond
aan den voorstjven, toen een matroos,
die zich iu een bootje bevond, haar een
wichtje van v er of vjjf maanden, dat
hjj wilde redden, toereikte. De dame
nam bet kind, droeg het in hare kabieu
en gelukte er in het tot bet bewustzgn
terug te brengen. Tosn de Balkan te
Ma seille aankwam, werd het kiudje door
Mad. Liviane nasr het commissariaat
gedragen, d iar werd het verder verzorgd.
Zij was eene vrouw met een (jju gevoel
bega ld en wier gelachten snel werkten.
Zij begreep, dat René over Magda's familie
leden nanwkeurig ingericht wilde zjjn.
Misschi n had hij het i eslissends woord
nog niet gesproken en misschien was h t
dus nog tijd, hem daarvan terug te houden.
Hortenze van Eschen ging van de meeniug
uit, beter een korte die e smart, dan een
1 ngdurig, onbeslist hopen, j'oor de eerste
kan iemand met een krachtig natuur zich
ontwikkelen en op een vrij staudpunt
komen door de tweede wordt de levens
lust uitgedoo'd en het hart moede'oos. Zij
wist dit bij oudervindin-.
I Eene last die Magda nooi als zoodanig
e kennen wil, die men haar niet kan helpen
dragen waarvan alleen de dooi van den
ouden man haa- bevrijden zal. Hjj was een
zelfzuchtige, brommende man, wien men het
niet gemakkelijk naar den zin kon maken,
zijn leven lang. Hjj is om zoo t- zeggen zijn
heele leven door met alles eu allen onte
vreden geweest. In den geheelea man was
geen enkele geniale trek te vinden. In
vroegere jaren maakie hjj steeds den indruk
van eene oude, kijfachtige vrouv. En zjjne
vrouw heeft hij gekweld 1 Hoe het kwam.
dat zij hem dus genomen heeft! Dat weet ik
uiet, De natuur heelt zoo hare eigenaardig
heden.
(Wotbi o.rto'gd).