No. 5527 Vrijdag 23 Oclober 1903, 28sle Jaargang. QagBlaó voor cfóooró en Siuiè-óLollanb. De Plechtige Bisschopswijding De weduwe Wendel en hare kindeken. Mgr. A. J, Callier. BUREAU St, Jansstraat. Haarlem ABONNEMENTSPRIJS. Per 3 maanden voor Haarlemf 1,20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post >1,50 Voor het buitenland 2,90 Afzonderljjke nummers0,03 Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Hoof dredacteu r-ü i r e ct e u r W. KÜPPERS. AAlNlrëNDÏGfT AOITE MA NON AGITATE PRIJS DER ADVERTENHEN. Van 1—6 regelsOent Elke regel meer 7i/, y Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentiea Contant. iv Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale Publicite, Etrangère G.L. DAVBE tif Co JOHN., B. JOE ES SuccParis Slót'z Faubourg Monlmartrt VAN Ongetwijfeld zullen onze lezers be'ang stellen in de volgende uiteenzetting der gebeden en plechtigheden die door de li. Kerk zjjn voorgeschreven bij de plech tige Bisschopswijding. Op het bepaalde uur komen de Wij der en de Wjjdeling met twee Assisten ten en het verdere gevolg onder feest gezang de Kathedraal binnen. De Wjjder bidt bjj het altaar voor het H. Sacrament en bestijgt in zjju kapel den zetel, die aan de Epistelzijde is ge plaatst, eu wordt daar met de phchtge- waden bekleed. Iusgeljjks de Wjjdeling in de kleine kapel met de voorgeschre ven gewaden en de twee Assistenten met hunne plechtgewaden. Hierna neemt de Wjjder plaats op den zetel die tegen de altaai tombe is gezet. De Wjjdeling, nog de gewone bonnet dragend, gaat tusschen de twee gerajjtsrde Assistenten het hoofd ontdekken, teLe diepe buiging maken voor den Wjjde-, eu neemt dan tusschen hen tweeën plaats aan Diens overzijde, d. i. met het gelaat naar het altaar ge wend. Na eene kleine pauze staan de drie laatstbedoelden nu met ontblootea hoofde op en de oudste Assistent-bisschop zegt tot den aartsbisschoppeljjken Wjjder (alles natuurljjk in de Latijnsche taal) Zeer Eerwaarde Vader, onze H. Moe der de Katholieke Kerk verlangt, dat Uwe Hoogwaardigheid dez m aanwezigen priester tot het bisschoppelijk ambt ver- helK De Wjjder: Hebt Gjj den Apostol schen lastbrief. De Assistent-bisschop Dien hebben wij. De Wjjder: Hjj worde gelezen. Na deze lezing, en na af egging van den eed van trouw, voor zoover deze den Wjjdeling is aangeschreven, zegt de Wjj der: Dank zjj God Vervolgens hernemen allen hunne plaats en lezen de Wjjler met luider stemme en de twee Assistenten in stilte het vol gende formulier van onderzoek, onderbro ken door de volgende antwoorden des Wjj- delings. De aloude instelling der H. Vaders leert eu beveelt, dat hjj, die tot de orde van het Episcopaat wordt uitgekozen, vooraf zeer na rwkeurig iu alle liefde worde on derzocht over het geloof inde H. Drievul digheid, en worde ondervraagd ode- de FEUILLETON, verschillende zaken en gebruiker1, welke bij die waardigheid behooren en noodza kelijk moeten worden onderhouden vol gens het woord des Apostels Gjj zult niemand de ht>nden spoedig opleggen. En ook, opdat hjj, die wordt gewjjd, moge leeren hoedanig hjj, in die waardigheid gesteld, zich in de Kerk Gods behoort te gedragen; en opdat zjj, die hem de handen der wijdiDg opleggen, onberi-peljjk zijn. Volgens hetzelfde gezag en bevel onder vragen wjj u alzoo, zeer geliefde broeder, met oprechte liefde, of gjj al owe voor zichtigheid, voor zoover nwe Datuur daar voor vatbaar is, met. den zin der H. Schrift wilt doen overeenstemmen. De Wjjdeling (zich verheffmd en met ontblooten hoofde): Zoo wil ik van gan- scber harte iu alles overenstsmmen e" gehoorzamen. De WijderWilt gjj datgene, wat gjj uit de U. Schrift verslaat, het volk, waar voor gij wordt gewjjd, met woord en voor beeld leerei Antw. Ik wil. Wilt gjj de overlevering der orthodoxe Vaderen en de decretale instelliogeu des heiligen en apostolischen Stoels eerbiedig aanvaarden, onderwjjzen en onderhonden? Antw. Ik wil. Wilt gjj aan den gelukzaliger Apos tel Petrus, wien door God de macht is gegeven van te binden cd te ontbinden, en aan zjju en plaatsbekleeder, onzen H. Vader Paus Leo XIII en aan diens op volgers, de Roomsche PauseD, in alles trouw, onderdatiigheid en gehoorzaamheid bewjjzeu volgens het canonieke gezag? Antw. Ik wil. Wilt gij uwe zelen van alle kwaad vrjjwareD, en voor zooveel gjj met Gods hulp zult vermogen, tot alle goed schik ken? Antw. Ik wil. —Wilt gij de kuischheid en de matig heid n et Gods hulp onderhouden en lee ren onlerhonden Antw. Ik wil. Wilt gij altjjd in de godsdienstige zaken diemtbaar, en aan aardsche zaken of aan schandeljjk winstbejag vreemd zjjn, voor zooveel de menscheljjke zwakheid n toestaat dit te vermogen Antw. Ik wil. Wilt gjj de nederigheid en de ljjd- zaamheid in u zeiven bewaren en ande ren eveneens daarin onderrichten Antw. Ik wil. Wilt gjj jegens de armen en de vreemden en alle behoeftigen om 's Hee- rer naam minzaam en barmhartig zjjn Antw. Ik wil. Hierop zegt hem de Wjjder D.t alles, en alle overige goed verlee- ne u de Heer, en Hjj behoede u, en ver- 4. l'enolg.) l)e ongelukkige man keek nu om zich heen met oogen, die fonkelden van toorn, toen hij eenige passen van hem at het voertuig ge waard werd, en vlak bij hem den ouden grijs aard, die bezig was, water te putten voor zjjn paa-d. Toen kwam er een glans van hoop over z, d gerimpeld gelaat; ma: r bijna op hetzefde oogenblik trok hjj de grjjze wenk brauwen dreigend samen en zijn gelaat kreeg weder de gewone terugstootende uitdruk king Niettemin ging hij naar den grjjsaard toe. Met de eene hand op zijn doornen stok ge leund en in de andere zijn ouden, versleten vilten hoed houdend, met ren breeden rand, sprak hij met eene rauwe stem Heb medelijden met een onge'ukkige: die uve liefdadigheid inroept voor een stnk brood 1 He grjjsaard wendde zich met een boos Reloat om, en tusschen de tanden fluitend, '!am hij ('en emmer mee en deed zijn paard de toom af. 1 e bedelaar, die hem gevolgd was, ging nu voor hem staan, en herhaalde met eene stem, die neg dringender klonk Om Gods wil, hub medeljiden met mij. Ik zweer u dat ik sedert deren morgen nog niets gegeten heb en de avond begint reeds te vallen. Een mooi ding, sp'ak. de eigenaar van het voertuig, terwjjl hij nog bezig was om den toom van het paard los te makeD, ik heb evenmin iets gegeten sedert van morgen! 'Ier wille \an uwe wijngaarden en ko renvelden, geet mij eene aalmoes, mjjnheer, herhaalde de bedelaar- Van het opkomen der zon af loop ik reeds rond en niets heb ik nog gekregen, dan drie centen van twee kinderen, die aan den kant van den weg liepen spelen. Zjj gaven mij alles wa' zij hadden. De grjjsaard liep om zjjn paard heen en weer en deed of hij niets hoor e. Zijn dan de kinderen alleen maar lief dadig meer? bromde de bedelaa'. Ha, ha, antwoordde de reiziger, die, om zjjne eigene gierigheid te verbloemen, behoef-e gevoelde, ook edelmoedige gelach- ten in andere menschen te ontkennen de kinderen geven hunne centen weg, omdat zjj eerst geen moeite hebben behoeven te doen om ze te verdienen. Laat hem, die eien wil, ook werken, vervolgde hjj met de onbeschaam de brutaal h id van een man, die de behoefte der armen niet kent. Eene zenuwachtige trilling deed het bleeke, magere gelaat van (len armen man nog 1 eel ij - ker schijneu sterke u in alle goedheid. En a'len antwoorden Het zjj zoo De viagen worden vervolg!. Gelooft gjj, naar nw verstand, en naar de vatbaarheid uwer waarneming, dat de heilige Drievuldigheid is de Vader en de Zoon en de heilige Geest, een God alu achtig en in de heilige D.ieëenheid al- geheele Godheid, een in wezen, étn in eeuwigen duur, een in almacht, een in wil en vermogen en oppergezag, Schep per va i al het geschapene, van wien alles, door wien alles, en iu wien al:es bes sat Wat is iu den hemel eu op de aarde, zichtbare en onzichtbare, l'cbatn - ljjke en geestel jjke wezens Antw. Ik stem in, en geloot alzoo. Gelooft gij dat iedere atzonde ljjke persoon in de heilige Drieëouheid is éen ware, volkomens, volmaakte God Autw. Ik Geloof. Gelooft gij, dat de eigen zoon Gods het Woord Gods dat van eeuwighei i uit den Vader is geboren, met den Vader ui van zelfstandigheid, ren van almacht en in alle* éen en geljjk in Godheid, en van den heili gen Geest uit Maria altjjjMaagd inden tjjd is geboien, met eene redeljjke ziel, twee g( - boor te hebbend, de éene eeuwig uit den Vader, en de ardere in den tjjd uit de Moe der, ware God en ware mensch de eigen ste in iedere der twee natursn, en de vol maakte, Liet de aangenome, noch de in verbeelding bestaande, maar de eenige, eu de éene zoon Gods in de twee en uit de twee naturen, maar in de enkelvoudigheid van den éeuen persoon dat Hjj onljjde- ljjk en onsterfeljjk is in de godheid, maar in de menschheid voor ons eu voor onze zaligheid geleden heeft met een waar ljjden des vliesches, en is begrave en den Je den dag verrezen van deu dooie met eene ware verrjjzmii des vlee.-che;; en dat Hjj den veertigsten dag na de ver rijzenis met hel lichaam, waarmede Hjj is verrezen, en met de zirl is opgeklom men ten Hemei; en dat Hjj zit aan de rechterhand des Vaders en van daar zal komen oo deelen de levenden end doo dse; en dat Hjj een iedtr zal verg ld n naar diens werken, hetzjj ze goede zul len zjjn geweest of kwade? Antw. ik stem en geloof in alles alzoo. Gelooft gjj, dat ook de heilige Geest in volheid en volmaaktheil en waarheid Gods is, van den Vader en den Zoon voortkomende, en met deu Vader en den Zoon in alles éea en ge'p'k, en -n in wezen en éea in almacht en éen in eeu wigen duur Antw. Ik geloof. Gelooft «ij, dat deze heilige Drieën- Als ik met gebogen rug loop, hernam hij, dan komt dat niet door het gewicht vau mijn bedelzak, waDt hij is vaker ledig dan vol. Neen, de ouderdom heett mijne le lema'en gekromd en mijne kracht gebroken. Toen wierp hjj zijn stok weg en sprak toornig Als ik dan werken moet, om te leven, wil ik u niet langer om eene aalmoes vragen, maar een rechtmatig loon verdienen. Ik zal uw paard ie drinken geven en het den toom weder aandien. Toen nam hij den emmer en hield hem het paard voor. Bij deze onveraach e daad beefde de grjjs aard van toorn en verontwaardiging. Hijstiet den bedelaar terug en rukte hem ru.v den emmer uit de handen. Terwijl de laatste zijne havelooze plunje afschudde, die droop van water, bemerkte de reiziger tusschen de gor dijnen, die eeD weinig terzijde geschoven wa ren, het bekoorljjke kopje van zijne dochter, wier oogen glinsterden van tranen. Hij begreep, dat deze teerhartigheid het gevaarlijke voor spel voor een aalmoes kon zijn daarom stapte hij op de trede en sloot weer driftig de gor- djjneu sonder dat zijne tegenpartij den tijd gehad had te zien, dat er eene vrouw iu het voertuig verborgen zat. Dus, hernam de ongelukkige op ee toon, waaruit veeleer eene bedreiging, dan een verzoek klonk, gij weigert aan de deur eener herberg een stuk brood aan den arme, die de hand naar u uitsteekt met de woorden »Ik heb honger I,/ heid, niet drie goden zijn, maar éen God Heiligen gebeden. Na de bede voor de almachtig, eeuwig, ooziehtbaar en in zich en ouderling onverauderbaar Antw. Ik geloof. Gelooft gjj, dat de heilige, katho- ke en apostolische Keik, de eene ware is, in welke een waar doopsel wordt ge geven en de ware vergiftenis van alle zon een Antw. Ik geloof. Ve oordeelt gjj ook alle keitsrjj, die zich verheft tegen deze heiligekatho'ieke Kerk Antw. Ik veroordeel. Gelooft gjj ook in de waie verrijzenis van hetzelfde v'.eesch, dat gij nu draagt en in het eeuwige leven Antw. Ik ge loot. Ge'ooft gjj ook, dat van het nieuwe en van het oude Testament en van de wet, en van de Profeten, en van de Apos telen, de ééne ingever is God en almachti ge HeerAntw. Ik geloof. Hierna zegt de Wjjder Dit geloot worde u door den Hoer ver meerderd, tot ware en eeuwige zaligheid, zeer beminde broeder in Christus. En allen antwoorden Het zij zoo! En nadat het onderzo k aldus is g - eindigd, leiden de twee Aantei.ten d>n W jjdeling tot den_Wijder, voor wien bjj knielt en wiens hand hjj eerbiedig kust. Vervolgens begint de Wijder een eer ste gedeelte der fl. Mis. Ea evena's de W jjdeling iu zijue eigene kapel nadaa toe gekleed ta zjju, eu staan le ia het midden tusschen d twee Assistenten. In de collec ts van den dag wordt deze collecta voor den Wjjdeling ingevoegd: Wees tegen woordig bjj onze smeekingen, alm-chtige God, op'at hetgeen door de bediening onzer nederigheid is le verrichten, door de aitweiking Uwer krae.ht wo.de ver vuld. L)an zit de Wjjder weder gemijtird op den zetel vóór het altaar en zegt, ter wjjl ook de Wjjdeling na een diepe bui ging, en alle andeten zjjn gaan zitter, tot hem gewend: E n bisschop moet oordeelen, verkla- rea, wjjdeu, de orden toedieneD, ofteren, doopen en voimen. Ea staande, le'wijl allen stann, ver volgt hjj gem jjterd tot de aanwezigen. Laat ons bidden, zeer beminde broe ders, opdat de voorzienige goedertier n- heid des Almachtigen Gods deu overvloed zjjuer genade geve aan dezen Gekozene ten voordeele van de Kerk. Door Chris tus onzen Heer. Antw. Amen. Na knielen allen, de Wjjdeling 'er linker van den Wjjder gelnel ter aaide gebogen, en wordt de Litanie van al e Mjjn beste man, ik ontmoet er sgeljjks honderden, die hetzelfde liedje zingea en »ls ik naar hen wilde luisteren, zou ik op r-ijne beurt bier bij deze deur de liefdadigheid van anderen moeten inroepen. Terwjjl gjj nu een der rjjkste grondeige naren in het heele bosch zjjt, niet waar her nam de man met den bedelzak met een ho- nenden lach, die het jonge meisje deed sid deren Wijl zij niet openljjk aan haar vader onge hoorzaam durfde zjjn, schoof zij een hoekje van het gordijn open en terwgl zij een zilver stukje deed blinken, dat zjj in hare hand hield, trachtie zjj de aandacht van d n bede- 1 ar op zich te vestigen, maar deze zag haar niet. Te grjjsaaid, die zich steeds meer opwond, richtte zich in zijn volle lengte op en riep vol verontwaardiging uit Wie lieeft u gezegd, dat ik rjjk ben, leeglooper Ik ben fatsoenljjk gekleed, dat is waar, maar de kleeren maken den man niet 1 De bedelaar naderde nu met ernstig gelaat z n tegenstander en onderzocht met kenners oog zjjn half versleteD jas, met vuile kraag, zjjne pet met bont gevoerd, dat wel half door de m.tten opgevreten was en zijne grove wol len kousen, die spiraalsgewjjze neerzakten op twee zware lompe schoenen, waarvan de zolen met spijkers beslagen waren. too, meent gjj zoo netjes gekleed te zijn. Tan erjist gjj u tocb. Er woont in heel Harbe geen enkele uitdrager, die u voor het V overledene geloovigen staat de Wjjder op en zegt, het kruisteekend makend, driemaal Dat Gjj U gewaardigt, dezen aanwe zigen Gekozene te zegenen! Ant. Wjj bidden U, verhoor ons. Dat gjj U gewaardigt, dezen aanwe zigen Gekozene te zegenen en te heili gen Antw. Wjj bidden U, verhoor ons. Dut Gjj U gewaardigt, dezen aanwe zigen Gekozene te zegeuen en te heiligen en te wjjdenAntw. Wg bidden U, ver hoor ons. Hetzelfde zeggen torzelfder tjjd de twee Assistenten zegenend, maarniet staande» doch geknield bljjvend. Bjj het einde der Litanie staan allen op, en de Wijdeling knielt voor den Wjj. der. Deze legt het geopende Evangelie- b:ek, met behulp der twee Assistenten, stilzwjjgeud op het hoofd en de schou ders des Wjjdeling8. En vervolgens leg gen zjj drieën de handen op het hoofd des Wjjdeling8 en zeggen O itvang den H-Jligeo Geest. Waarna de Wjjder staande en met ont blooten hoofde zegt: Wees genadig, Heer, voor onze smee kingen en buig over dezeu dienaar Uwen hoorn der priesterlijke genade en stort over hem de kracht Uwer z igening.Door ouzen Heer e^z. Vervolgeus, de handen voor de borst uitgestrekt, bidt hjj la alle eeuwen enz. In waarheid is het waardig eu rechtvaardig, billjjk en heilzaam, dat wjj U altjjd en overal dank brengen, heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God, eer van alle waardigheden, die door de heilige wijdingen Uwe glorie dienen. God, die Uwen dienaar Moyses door de toespraak van een dienenden En gel, onder de overigeondenichlingen der hemelsche vereering, oo'c ovir de gewa den der priesterljjke kleeding hebt on derwezen en den uitverkoren Aaron ge last hebt zich met een geheimzinnig kleed te kleelen in het heiligdom, opdat de vol gende rakcmelingschap den zin van het begiip uit de voorbeelden der voorgan gers zoude vatten, en de leering van Uw ouderwjjs aan geen enkelen 'eeftijd zou de ODtbreken. Eu bjj de ouden erlangde de schjjn zelve der bedniiingen eerbied, opdat ook bjj ons de ervaring der zaken zekerdtr zoude zjju dan de taadselen der voorafbeeldingen. Want het gewaad van dat vroegere Priesterschap is de ver siering onzer ziel,en de opperp iesteiljjke eer woidt ods niet meer door de eer der heele rommeltje vijf guldeu zou willen geven. Uw paard en rijtuig zouden op de markt ook niet veel opbrengen. Maai laat mjjne openhar tigheid geene vernedering voor u zjjn, want gij zjjt niettemin een der rijkste, maar tevens een der gierigste groudeigenaren van Nord- stetten, mijn waarde Gaspard Melzer. Zoo, kent gj mjjn naam ook hernam de grijsaard op scherpen toon, terwjjl hjj zich opri htte als een haan, die zich tot den strjjd gereed maakt. Nu weet ik, waarom gij zoo blgft aanhouden. Omdat gjj ziet, dat ik geen medelijden met u heb, hebt gjj mjj misschien bang willen maken. Maar gij keDt den ouden Melzer niet en ik zou u raden, «iet met hem te spotten. De man met den bedelzak raapte zjju stok. op en sprak op somberen toon, terwjjl hjj langzaam het hoofd bewoog, met een dreigend gebaar Gjj hebt mij eene aalmoes geweigerd en mjj verhinderd, wat te verd-enen. Nu zulleu wij zies, of gij ook een koop zult weigeren, dien ik u voois'el. Een koop, gjj, sprak Melzer en haalde minachtend de schouders op. Maar de arme man verwijderde zich reeds terwjjl Margaretha met een beklemd hart den arm bjjra geheel buiten het voertuig stak en nog uit jjd te ver geefs het zilverstukje liet blinken. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1903 | | pagina 1