No. 5528 Zaterdag 24 October 1903, 28ste Jaargang. HfragGlaó voor cftooró- on SEtuió-éiollanó. De Plechtige Bisschopswijding De weduwe Wendel en hare kmderen, Mgr. A. J, Callier. 2,00 0,08 W. KÜPPERS. Haarlem De zwerm wilde bijen. mm COCRilT. ABONNE MENTSPRIJ8. Per 3 maanden voor Haarlemf 1,20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post >1,50 Voor het buitenland Afzonderlijke nnmmers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. Hoof dredacten r-D irectenr BUREAU St, Jansstraat. PRIJS DER ADVERTENTIES. Van 1—6 regelsCent Elke regel meer7% v Groote letters worden berekend naar plaateruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h .C 0 n t a n t. AGITE MA NON AGITATE Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale Publicité, Etrangère G.L. DAUBE S( Co JOHN., b. J ONES SuccParis 31bis Faubourg Montmartrt VAN Vervolg en slot.) Onze uiteenzetting der gebeden en plech tigheden bjj de plechtige Bisschopswijding voortzettende, vervolgen wjj dus daar waar de lofzang cVeni Creator> werd aange heven en na deze uitgezongen te lubben, vervolgt de Wijder de Praefatie aldus: Deze zalving, 0 Heer, vloeie overvloe dig over zjjn hoofd, en vloeie hem langs het gelaat zjj dale af over geheel zjjn lichaam en al zjjne ledematen, opdat de kracht van Uw Geest hem zoowel in wendig veivalle als uitwendig bedekke. Overvloedig zjj in hem de standvastig heid des geloois, de zuiverheid der liefde, de oprechtheid des vredes. Mogen door Uwe genade zjjne vooten schoon zjjn om het evangelie Uws vredes, het evangelie Uwer goede werken te verkondigen. Geel hem, 0 Heer, de bediening der verzoe ning in woord en in daden, in de kracht van teekenen en van wonderen. Moge zjjne rede en zjjne prediking zjjn, niet in de overredende woorden der menBcheljjke wjjsheid, maar in de openbaring van den geest en van de deugd. Geef hem, Heer de sleutels van het rjjk der hemelen, op dat hjj gebruik mahen van niet roeme in de macht, welke Gjj verleent tot stich ting, niet tot verwoesting. Al hetgeen hjj zal gebonden hebben op de aarde, zjj ge bonden in den hemelen al hetgeen hjj zal ontbonden hebben op de aarde, zjj ontbonden in den hemel. Wier zonden bjj zal gehouden hebben, mogen zjja gehou den en wier zonden hjj zal hebben ver geven, moogt Gjj vergeven. Wie hem zal hebben vervloekt, die zjj vervloekten wie hem zal gezegend hebben, die worde van zegeningen vervuld. Hjj zjj de trou we en voorzichtige dienaar, dien Gij, 0 Heer, stellet over ow gezin, opdat hjj hun op den geschikt m tjjd den spjjs verschaffe en alle meusch volmaakt make. Hjj zjj onvermoeid in bezorgdheid en brandend van geesthjj hate de hoogvaardigheid, beminne de nederigheid en de waarheid, en verlate deze nimmer, noch door lol- tnigingen noch door vreesaanjagiag over wonnen. Hjj stelle niet het licht als duis ternis, noch de duisternis als lichthjj noeme het kwade niet goed, noch het goede kwaad. Hjj zjj voor de wjjzen en de niet wgzen schuldenaar, opdat hjj FEUILLETON 5. (Vervolg.) Haar vader haatte zich nu, om zijn paard den toom aan te doen, bracht den emmer we der naar het wed bij de herbe g en stapte daarop in het rijtuig, waarvan bij de gordijnen ojen- schoof, want het regende niet meer en het be gon reeds donker te worden. Het paard, dat geen haver gegeten bad, hep slechts stapvoets, al werd het ook nu en dan door de zweep van zijn mees'er aangespoord <in Margaretha, die in een hoek gedoken zat, suchtte zacht. Waar denkt gjj toch aan, mjjn kind?!vroeg, '|e grjjsasrd, die zich over het zwjjgen zjjner dochter verwonderde, terwijl zij zich, zoolang de rit reeds duurde buitengewoon vrooljjk en °Pgewekt had getoond. ~-lk denk aan dien bedelaar, vader. '«<1 i*'d *ag zjjn ki„d met een blik vol mede- uuen aan. daUfiMen kan wel zien, mjjn kleine Gretly, het levend Ult UW kloosler komt e" niets van fcent. Gij weet niet welk een tortuin vrucht tcekke uit de bevordering van allen. Geef hem, Heer, den Bisschoppe- ljjken zetel, om Uwe Kerk te besturen en het volk dat hem is toevertrouwd. We s hem gezag, wees hem macht, wees hem standvastigheid. Vermenigvuldig over hem Uwen zegen en Uwe genade, opdat hjj door Uwe gave altgd bekwaam zjj om Uwe barmhartigheid at ie smeekea en door Uwe genade altjjd vermoge godvruch tig te /jjn. Door onzen Heer enz. Antw. Amen. Hierna wordt deze antiphone gezongen; De zalving over zjjn hoofd, die afdaalt op den baard, den baard van Aaron, die afdaalt op den boord van zjjn kleedde Heer heelt toegeschikt in eeuwigheid. Volgt Psalm 182 «Zie hoe goed en hoe aangenaams, met herhaling van de An tiphone. Middelerwjjl is den Wijdeling een an dere doek om den hals gehangen en de Wjjder, gezeten, zalft hem, geknield, de beide handen, onder het uitspreken van deze woorden Deze uwe handen worden gezalfd met de gewjjde olie en met het chrisma der heil'ging, geljjk Samuel David heeft ge zalfd, den Koning en Propheet, zoo wor den zjj gezalfd en gewjjd. En driemaal het kruisteeken makend over de handen des Wjjdelings, zegt de Wjjder Ia den naam van God den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest, maken wjj met het te.ken van het heilige kruis van onzen Zaligmaker JesusChristus, die J ons van den dood heeft vrjjgekocht en tot het rjjk der hemelen heeft doorgevoerd. Verhoor ons, goede almachtige Vader, eeuwige God; en verleen, dat wjj bttgern wjj U vragen, door onze gebeden mogen verwerven. Door denzelfden Chrntus on zen Heer. Antw. Amen. Eu hjj vervolgt gezeten. God, en Vader onzes Heereu Jesus Christus, die u tot de waardigheid van het opperpriesterschap heeft willen vet- heffen, overstorte zelve u met het Chris ma en met den vlo:d der geheimzinnige balseming, en make u viuchtbaar door den overvloed de getsteljjke zegening;al hetgeen gij zult gezegend hebben, worde gezegenden al hetgeen gjj zult gehei ligd hebben, worde geheiligd en de op- legging van deze uwe gewjjde hand zelfs de zalving met den enkelen duim dt ar- van, strekte allen ter zaligheid. Autw. Amen. Na deze zalving vouwt de Gewjjde de handen, de rechter boven de linker, en hij verzamelen kan, die ten koate van anderen leeft, gij begrijpt niet welk verschil er is tusscben geld geven en ontvangen, gjj hebt nognooit bere kend, waartoe een rijksdaalder na tien jaar kon aangroeien, als hij op goeden interest gezet wordt. Als zijn kind hem met groote oogen aanzag, vervolgde hij Die lieden, die g'j langs de wegen ziet slenteren en de hand ophouden voor eiken voorbijganger, zijn dikwjjls rjjker dan zij, die zoo dom tjjn, hun een aalmoes te geven. En om hun liefd&diglicidsgevoel in haar te verstikken, eene deugd, die volgens zijne be wering uit hoogmoed voortkwam, vertelde hij haar wel twintig ve schillende geschiedenis sen vau bedelaars, in wier str ozak uitgehon gerde erfgenamen hoopen goud hadden gevon den. Na een beele reeks van deze fantastische verhalen opgedischt te hebben, die hij met zorg verzameld had, uit eene collectie almanak ken, verklaarde hij aan zjjn dochi er, dat hij van plan was, om aan den burgemeester voor te stellen, de bedelarij in het dorp geheel te verbieden. Nog voor hjj uitgesproken had, bleef zijn paard plotseling verschrikt staan. II Midden op den weg stond de bedelaar weer. In de eene hand hield hjj z',n bedelzak, in de andere zjjn doornen stok. Omdat gij niets voor niets geeft, Ga laat hen rusten op den doek die van den hals afhangt. Dan volgt de overreikiog van den bis schopsstaf, die is gewjjd met deze bede Laat ons bidden, God, ondersteuner van de menscheljjke zwakheid, zegen deztn st afen wat door hem uitwendig wordt aaugewezsn, worde inwendig in de zeden van dezej Uwen dieuaa-, door de goed gunstigheid Uwer begenadiging, uitge werkt. Door Christus ouzen Heer. Autw. Amen. De Wjjder, gezeten en gemjjttrJ, reikt alleen den staf aan den Gewjjde over, die hem geknield ontvangt en tusschen de middelsteen de wjjavingers der gevou wen handen houdt, onder deze woorden van den Wjjder: Ontvang den stal der Herderljjke be diening, opdat gjj in het verbeteren van de ondeugden vromeljjk gestreng, zeer gestreng zjj', het oordeel zonder loom vellet, in het aankweeken van de deug- deu de gemoederen der hoorders streelet, in de kalmte der gestrengheid ook de tuchtroede niet sparet. Antw. Ameu. Dan vo'gt de overreiking van den bis schopsring, die is gewjjd met deze bede Laat ons bidden; Schepper, en instandhou- der van het menschel jjk geslacht, gever der geesteljjke genade, schenker van de eeuwige zaligheid, Gjj, Heer, zend Uw zegen uit over dezen ring; en al wie door dit tee- ken van het hoogheilige Geloof geteekend zal voortgaan te leven, moge in de kiacht der hetnelsche verded'ging voor zich daar van htt voordeel ondervinden ten eeuwi gen leven. Dcor Christus onzen Heer. Antw. Amen. Dd Wjjder, gezeten en gemjjterd, steekt alleen den ring om den ringvinger der rechterhand des Gswjjden, met deze woor den: Ontvang den ring, te weten het tee- ken van het Geloot, opdat gjj, versierd met een onbevlekt gelooi, daardoor de bruid Gods, nameljjk de heilige Kerk, ongeschonden moogt bewareu. Antw.Amen Dan volgt de overreiking van het Evan gelieboek aan den Gewjjde, waa'bjj de Wjjder dezen woorden zegt: Ontvang het Evangelie, en ga, en on derwas het volk dat u is toevertrouwd want God is machtig, 0 n u zjjae genade te vermeerderen. Hjj die leeft en heerscht ia de esuwen der eeuwen. Ant. Amen. Vervo'gens ontvangt de Wjjder den Gewjjde tot den vredekus, en eveneens de bisschoppelijke Assistenten ieder allen zeggen daarbjj tot den Gewjjde Vrede zjj met u! pard Melzer, sprak hij op spottenden toon, kom ik u een goeden koop aanbieden. Zijt g\j daar weer? riep de grijsaard uit, ter- wjl bij van de bank opsprong. Ja, ik, en niemand anders, antwoordde de arme man, en ik kom om onze laatste reke ning te vereffenen. Ik wil niets met je te doen hebben, sprak Melzer, t rwijl hij een dreigend gebaar maakte. Laat mij voorbij of anders Hebt ge dan niet gehoord, wat ik zeide, oude Gaspard, ik heb u vaneen koop gespro ken waarmede gij geld verdienen kunt. Geld, is dat niet een woord, dat u de ooren doet spitsen, zooals de krijgstrompet het oorlogs paard? Geld, is dat niet alles voor 11, uw afgod, uwe ziel, uwe gezondheid, uwe vreugde, uw bloed zelfs? Is er iets of iemand ter wereld, die in uw oog meer waard is, dan goud? Lieg m ar niet. V\ ij zijn hier alleen eiwik ken u wel. Ik ben noch een bedelaar, noeh een dief. Ik ben eau koopman. Luister daarom naar mij, zonder mjj te beleedigeD, of te bedreigen. Margaretha beefde over alle leden. Zij fluis- terde: Luister naar hem, vader. Gaspard haalde de schouders op. Verklaar u dan nader, straatlooper. Van welken koop spreekt gjj. Er is hier sprake van een heelen zwerm wilde bjjen, waarvoor gij mg niet meer of min der behoeft te geven dan drie gulden, daaron der den zak begrepen, waar ze in zijn. Margaretha, die nog altijd even verschrikt was, haastte zich, haar vader toe te fluiste En hjj antwoordt aan elk: En met uwen geest. Daarna keert de Gewjjde in zjjne ka pel terug en maakt zich verder voor de H. Mis gereed. De Wjjder, ni z'ch de handen gewasscben te hebben, vervolgt de H. Mis tot en met de offerande. Ius- gelgks de Gewjjde in zjjne eigene kapel Na de Offerande zet de Wjjder zich gemjjterd neer tegen het altaar. En de Gewjjde komt tusschen de beide Assisten ten voor hem knielen en hem twee bran dende kaarsen aanbieden, twee brooden en twee fleschjes met wjjn. De Wjjder vervolgt nu de H. Mis in het midden van het altaar, en de Gewjj- de, tusschen de 2 Assistenten eveneens aan de achteizjjde Epistelhoek van hetzelfde altaar. Eu er wordt eene hostie gereed- gelegd, om te worden geconsacreerd voor den Wjjder en d-n Gewjjde beiden, en wjjn om te worden geconsacreerd, in één kelk, voldoende voor beiden. De heilige Geheimen worden veraeht en voor de H. Communie nadert de Gewjjde ter rech ter aan den Wjjderbeiden kussen het altaar; en vervolgeus geeft de Wjjler den Gewijde den vredekus, met bovenge melde woorden, en eveneens den beiden Assistenten. Bjj de H. Nuttiging nuttigt de Wjjder n et de geheele H. Hostie en al hst H. Bloed, maar slechts gedeeltelik, en geeft het overige deel, eerst het H. Lichaam dan het H. Bloed, den lewjjde te nutti gen, die daarbjj niet knielt, maar staat, en zuivert zich vervolgens en daarna den Gewjjde. Deze gaat na tusschen de twee Assis tenten weder naar de achterzjjde van het altaar, maar nu in den anderen hoek, nl. van het Evangelie, en vervolgt daar de H. Mis, geljjk de Wjjder aan de voorzjj- de in den Epistelhcek. In de Postcommunie wordt deze bede tusschen gevoegd: Wjj smeeken U, Heer, bewerk ten volle in ons de genezing uwer •rbarmingen maak ons genadig zooda- nigen te zjjn, en voed ons zoo, dat wg U in alles vermogen te behagen. Na het Ite missa est, geelt de Wjjder den plechtigen zegen aan het volk. En vervolgens zet hjj zich weder neer voor het altaar den mjjter op het hoofd. De Gewjj 'e nalert hem, de kleine bonnet op het hoofd en knielt voor hem. Dit geschiedt ter overreiking van den mjjter, die wordt gewjjd met deze bedelaat ons biddeD, HeereGod, almachtige Vader, wiens goed heid voortreffelijk en wiens macht onme telijk is, door welke al het beste wordt Koop ze maar, zjj zullen honing genoeg verzamelen uit de schoone bloemen in onze serre.' —Neen, neen, en duizendmaal neen, don derde de oude man, terwj hij ah een bezetel ne op zijn zetel heen en weer sprong. Ik zal met dulden, dat mij zoo het mes op den keel gezet wordt. Toen richtte hjj zich geheel op en ver volg ie. r Ga uit den weg, of ik zal het ie lee ren. De bedelaar, dievreesde.dat de jonge bjjen- jnger zou komen en die daarom haast had er een einde aan te maken met den ouden Mel zer, liet den teugel van het paard las en kwam naar de trede toe. Wjj zjjn hier niet te Nordstetten, oude Gaspard Melzer, sprak hij op dreigenden toon en ik raad u, geen geweld legen mjj te ge bruiken. Gij zoudt er dezen avond niet zoo goedkoop afkomen, als de vorige week,. Dien dag zat gij goed in uw huis verschanst. Maar nu heb ik u alleen hier in het bosch. Wat moet dat beteekenen, ellendeling, stamelde de grijsaard, terwijl hij steeds meer moeite deed om zjn paard voort te drijven. —Dat wil zeggen, antwoordde de man met den bedelzak, terwijl hjj zijn knoestigen stok voor het rad van het rijtuig stak, dat ik nu acht dagen geleden, toen ik mijn bedrijf te Nordstetten uitoefende, bij u aan de deur klopte Ik wist nog niet, dat deze deur voor onge- lukkigen gesloten is. Ik had een klein kind aan de hand aan wien uwe buurvrouw, die arm gegeven en alle gave volmaakt is en een sieraad van algeheelen glanv, ge waardig U dezen mjjter te zegenen om op hét hoofd van dezen Uwen Bisschop te worden ge plaatst. Door Christus Onzen Heer. Ant. Amen. Alsdan plaatst de Wjjder, met behulp van de beide Assistenten, den mjjter op het hoofd van den Gewjjde, met de woorden: Wjj plaatsen, 0 Heer, op het hoofd van dezen Uwen Bisschop en Kampsttjjder den helm der versterking en der zaligheid, opdat hjj alzoo, het gelaat versierd en het hoofd gewapend, door de hoornen Van de beide Testamenten eene verschrikkelijke verschijning zjj voor de tegenstanders der waarheid en, doordien Gjj hem genade verleent, hg als hnn kloeke bestrijder bljjve staan, door U, die het gelaat Uws dienaars Moses, wegens de gemeenschap Uwer samenspraak versierd, met de schit terendste hoornen U wer klaarheid en waar heid hebt geteekend, en beroleu hebt dat op het hoofd des opperpriesters Aaron de tiaar zoa.worden geplaa Ut. Door Chris» tui onzen Heer. Ant. Amen. Nadat de Wjjder nu nog, met behulp van de 2 Assistenten, den,Gewjjde de ge wijde handschoenen en daarover den bis schopsring heeft aangedaan, neemt hjj hem bjj de rechter, en de oudste Assis tent Bisschop hem bjj de linkerhand, en beiden introniseeren hem, hem plaatsend op den troonzetel; en de Wjjder geeft hem den bisschopsstaf in de hand. Dan wendt de Wjjder zieh naar het altaar en heft met 00tblooten hoofde den lofzang Te Deum laudamns san, die door de overigen ten einde toe wordt vervolgd. Bg den aanvang van dezen lofzang wordt de Gewjjde door de twee Assisten ten gemjjterd de kerk doorgeleid, en ze gent hjj allen. Na het einde daarvan Btaat de Wjjder zonder mjjter bjj den troonzetel, ter rech ter zjjde van den Gewjjde, en begint de volgende antiphone Uwe hand worde versterkt, en uwe rechterhand verheven rechtvaardigheid en oordeel zjjn de toebereiding van uwen zetel. Eere zjj den Vader, en den Zoon en den heiligen Geest, geljjk het was in den beginne, en nu is, en altjjd zal zjjn, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. De antiphone wordt herhaald. Daarna de WjjderHeer, verhoor mjjn gebed. Antw. En mjjn geroepen» kome tot n. Dd Heer zjj met ulieden. Antw. En met uwen geest. Laat ons bidden. O God, herder is, juist een stuk roggebrood gegeven had. Het was bezig, dat op te eten. Toen zijt gij door uw kijtgat komen loeren en gij hebt mij op ruwen toon bevolen, mij te v rwijde- ren. En daar had ik wel gelijk in ook! Ik houd er niet van, straatloopers en luiaards om m'jne woning te zien dwalen. Toen vervolgde de b: del aar op onver stoorbare» toon, ik heb niet aan uw bevel vol daan. Ik heb mij op de stoep vooi uw huis neergezet. Daarop hebt gij vol boosaardigheid uwe denr geopend en als een lafaard u# hond op ons losgelaten,die mij in het been gebeten en het kind zijn brood ontstolen heeft. Dat is eene misdaad voor God, verstaat gij mij, Gaspard Melzer! Ik zag u toen voor het ijzeren hek staan. Gij lachtet. toen gij zaagt,hoe het hon gerige beest het brood van de arme kleine ver slond, die bitter weende. Dien dag wa9 ik de zwakste. Gij. zult dus onmiddelijk dezen zwerm wilde bjjen van mij koopen en er mij drie gulden voor toe tellen. Daar, daar zijn drie gulden oude schurk, riep de grijsaard uit, die zijn toorn niet lan ger bedwingen kon En den steel van zijn zware zweep opheffend gaf hij er met eene buitengewone kracht den bedelaar diie geduchte slagen me) op het hoofd. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1903 | | pagina 1