No. 5559
Maandag 30 November 1903.
28 ste Jaargang
QagBlaó voor *3f[oorè~ on SLuió-öLollanó,
Vrouwenarbeid.
De weduwe Wendel en
hare kinderen.
Dit nummer bestaat
uit twee bladen.
ËE1I8TK BLAD.
Buitenland.
BUREAU St, Jansstraat Haarlem.
Rusland.
Kerkvervolging in Frankrijk.
mm
ABONNEMENTSPBIJS;
Per 3 maanden voor Haarlem
f 1,20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1 50
Voor het buitenland »2 90
Afzonderlijke nummerso|o3
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Hoof dredacteur-Directeur W. KÜPPERS.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 1—6 regels50 Cent
Elke regel meer7t/g r
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
AGITE MA NON AGITATE
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale Publieke, Etrangère
G.L. DAÜBE 8f Co JOHN., F. JONES SuccParis 31óm Faubourg Montmarire
Over dit onderdeel van het maatschap
pelijk vraagstuk is in den laatsten tjjd heel
wat te doen geweest in ons land. Men
denke aan het «Speetwetje», dat nacht
arbeid van vrouwen in de bokkingroke
rijen gedoogde, en aan het Koninklijk be
sluit, na zekeren termijn vrouwenarbeid
in steenfabrieken verbiedend. Beide wet
telijke maatregelen hadden een goede be
doeling, al werd deze natuurljjk weer
verdacht gemaakt, 't Is het gewone lot van
hetgeen door de christelijkeRegecring wordt
voorgesteld.
Niet hierover echter wenschten wjj het
te hebben. Deze dingen zjjn voorbjj. Niet
voorbjj echter is het vrouwen-vraagstuk
in 't algemeen, dat steeds meer zal ingrij
pen in het maatschappelgk leven. Daarom
moge er eens de aandacht op worden
gevestigd.
Wanneer men van vrouwenarbeid boort
of leest, denkt men in de eersfe plaats, ja
dikwerf, uitsluitend aan die vrouwen en
meisjes, welke in fabrieken en werkplaat
sen bezigheid vinden. Vooral voor haar
wordt op maatregelen aingedrongenvoor
al voor haar werden voorzieningen ge
troffen.
Dit nu het behoeft geen betoog
is zeer eenzjjdig. Er zjjn nog zooveel an
dere meisjes en vrouwen, die haar brood
met arbeiden verdienen, maar welke min
der in de gunst des werkgevers hebben
mogen deelen.Om een voorbeeld te noemen;
de winkeljuffrouwen. Eerst in de komende
arbeidswet zullen bepalingen worden ge
troffen ter voorkoming van het langdarig
staan in de magazjjnen. En dit is, toch
al een zeer eenvoudig geva', wel een be
wjjs, hoe weinig er nog gedacht is aan
die vrouwen, welke niet rechtstreeks tot
de eigenlgk gezegde arbeidsters behooren.
Gelukkig, er komt kentering ook in dit
opzicht. En 't is daarom dat wjj willen
wgzea op een toestand, welke de vrouwen
arbeid tot een ernstige quaes tie vormt,
ook voor de mannelijke werkkrachten. Wat
toch is het geval? Menige werkgever neemt
vrouwen en meisjes in zjjn dienst, omdat
haar arbeid goedkooper is. Dit nu achten
wjj een dubbel gevaar.
In de eerste plaats ljjden daaronder de
vrouweljjke werkkrachten zelf. Indien zjj
FE I L L E I O N,
38.
Vervolg.)
Arme geleerde dwazen, die hun goed en
dat hunner kinderen verkwisten om een ge
heim te zoeken dat zij nooit vinden zullen.
Ik beklaag hen l Daarentegen heb ik zonder
veel moeite dit wonderbaarlijk geheim ge
vonden.
Bij streek met schitterende oogen over de
kale mouwen van zijn oude jas.
Ik maak goud, vervolgde hij, door voor
dit oude kleed geen nieuw te koopen ik.
maak goud, door een paar schoenen te spa
ren, door geen wjjn te drinken, door olie in
mjjne lamp te bezuinigen en als het kan naar
bed,te gaan, zoodra het donker wordt, door
de vastedagen, die ik mij somtijds voorschrijf
en die mij voor overmatigheid behoeden, en
ik maak vooral goud met het geld dat ik
niet uitleen, want ik haat de leeners evenzeer
als de aimen en bedelaars!
Op hetzelfde ooienblik viel de klopper
zwaar op de buitendeur neer, zoodat de slag
tot in dit vertrek gehoord kon worden. De
oude Gaspard stak de ooren op en wierp als
voor haar minder loon ook minder ar
beid behoeften te presteeren dan haar
manneljjke collega's, we zouden er vrede
mee kunnen hebben. Dit is echter geens
zins zoo. Een vrouweljjke kantoorbedien
de beeft dezelfde werkuren als het man-
neljjk personeel, terwijl de aard van het
werk vaak evenmin het lagere loon recht
vaardigt. Het staat nu echter eenmaal
geschrever, dat men een meisje minder
uitkeert dan een jonkman. Waarom? In
velegevallen.zal mener slechts redenen voor
weten op te geveo, buiten het werk ge-
legenredenen van gewoonte en sleur
«het is nu eenmaal zoo.»
Voor sociologen zou het een dankbare
taak zyn, zich te verdiepen in de oorzaken
van die sleurige gewoonte. Wg zullen
ons in die studie niet begeven, maar lie
ver het oog gevestigd houdën op de prac-
tjjk. En dan komen wg tot het tweede
gevaar, dat voortspruit uit den ongeljjken
loonstandaard, het gevaar voor de jonge
lieden en mannen.
't Ligt voor de band, dat het voor jonge
lui steeds zwaarder wordt zich een positie
te veroveren, als hen van vrouweljjke zijde
ongeljjke concurrentie wordt aangedaan.
Steler bieden zich voor een vacante plaats
op een kantoor twee bedienden aan, een
jonkman en een jonge dame. De patroon
keurt hua getuigschriften, beproeft üun
kennis en ervaring. Dit voert bem echter
niet tot eenige voorkeur. Maar nu komt
het loon. De jonge dame zal zjjn exploi
tatiekosten minder bezwaren. Natuurljjk
valt dan op haar de keuze. Eu 't geval
s n:et ondenkbaar, dat deze beslissing
door den patroon zal worden genomen,
ook indien de jonkman hem als werkkracht
eigenljjk beter aanstond.
Deze voor de jongelui ongeljjke concur
rentie heeft nog dit groote gevaar, dat ze
de loonstandaard in 't algemeen drukt.
Een jonkman heeft liever ein betrekking,
die wat lager wordt bezoldigd, dan dat hg
zonder werk bljjfc.Hoe licht dus zaljhjj zich
aanbieden, voor 't zelfde loon in dienst te
komen, als een vrouweljjke collega.
We gaven den toestand in 't kort weer
en met het oog op een specia'e categorie
van werkkrachten. Men gevoelt echter dat
het geschetste gevaar veelzijdig in de samen
leving ingrjjpt. Eu voor ieder, die rond
ziet en de maatschappelgke toestanden on
bevangen gadeslaat, zal 't duideljjk wezen
dat het gevaar sts9ds grooter zal worden,
steeds dreigender verhoudingen zal aanne
men, indien er niet met kracht tegen te
velde wordt getrokken.
Hoe nu kan en moet dit geschieden?
Het middel ziet er zeer eenvoudig u«tde
dubbels loonstandaard voor vrouweljjke en
manneljjke werkkrachten moet verdwjjnen.
De vrouw, die genoopt is zich een bestaan
te zieken, dient eerljjk te worden toege
laten op de arbeidsmarkt, Maar zjj moet
daar niet het loon komen drukken. Dit
zjj den man concurrentie aandoet is veel-
tjjds onvermjjdeljjk, doch die concurrentie
zjj niet oogeljjk.
Wjj maaen hier natuurljjk de vrouwen
geen verwjjt: zjj hebben den huidigen toe
stand niet geschapende omstandigheden
deden zulks. Wjj wjjzen echter zoo duide-
ljjk op den bestaand n misstand, omdat
wjj zoo gaarne een beweging zouden zien
ontstaan ten gunste van den enkelen loon
standaard.
Trouwens, de vrouw moet reeds uit een
gevoel van eigenwaarde zelf naar zulk
een beweging verlangen. Als zjj 't zelfde
werk even goed doet als een manneljjke
collega, heelt zjj recht op een even hoog
loon, ook omdat haar behoeften geenszins
gerioger zjjn dan die van den man. En de
manneljjke werkkrachten dienen naar ge-
ljjkstelbng in loon ernstig te streven uit
een gevoel van zelfbehoud niet alleen, maar
ook om den bestaanden loonstandaard te
handhaven.
Er kan nog verbetering komen in den
toestand, wjjl op meoig gebied, buiten den
fabrieksarbeid gelegen, het aanstellen van
vrouweljjke werkkrachten nog in zjjn op
komst is. 'i Ia na nog tjjd om naar gel lik
loon te streven, terwjjl als een handelen
industrie zich geheel op den verkeerden
leest geschoeid hebben, herstel van het
euvel evenmin zal mogeljjk zjjn als nu ten
aanzien van den eigenljjk gezegden arbeids-
stand, waarvan zoo menig gezin gebukt
gaat onder de gevolgen van den dubbelen
en vetlaagden loonstandaard.
Er zjjn reeds vele bonden en vereeni-
gingen, zocdat wjj niet op een nieuwe
corporatie zullen aandringen, die tot leuze
moat voeren: «Geljjk loon voor man en
vrouw.» Maar wel zouden wg er de bestaan
de vereenigingen willen toeroepen: Sebrjjf
die leuze in uw program en streef met
alle kracht naar de verwezenlg ring ervar.
Keer het kwaad vóór bet u geheel over
meestert.
bij ingeving al zjjn papieren in de lade van
de tafel.
Juffrouw Catharina, riep hij, doe niet
open, als het geen goed volk is. Alle n mjjn
intiemste vrienden mogen mij zoo laat komen
storen.
Hg bleef met zekere onrust zitten wachten;
de huishoudster had wel vjjf minuten noodig
om te vragen wie er was, de jjzeren boomen
los te maken, de grendels weg te schuiven
en de twee zware sloten te openen.
Toen leidde zij La Marannclé de kamer
van den gierigaard binnen en verwijderde
zich, niet weinig nieuwsgierig over dit ontij
dig bezoek. Gaspard schoof vol vet bazing zjjn
bril op zjjn kaal voorhoofd en de wednwe
verwonderd aanziende, vroeg hij haar:
S'aat bet huis bjj u in brand, goede
vrouw, dat gjj op een dergel ,k uur bij mjj
komt
Gave God, dat ik geen grooter ongeluk
te betreuren had, sprak de weduwe op doffeD
toou. Om een schuilplaats te vragen, zou ik
u niet lastig vallen.
Wees toch wat bedaarder. La Marann
clé, zeide de grjjsaard. Maar als uw huis niet
in brand staat, weet ik niet over welk onge
luk gij u nog kunt beklagen.
In de eerste plaats, mijnheer Gaspard,
antwoordde de weduwe, die zjjne woorden niet
scheen gehoord te hebben vraag ik u vergif
fenis voor de harde woorden, die ik den vo-
rigen dag tot u gesproken heb.
Vt oorden, mijne goede vrouw, wat be-
teekencn woorden, zjj z'jn als kaf, dat de
De overstroming der Newa heeft een
groot gedeelte van St. Petersburg oDder
water gezet. Du benedenverdiepingen van
wind meevoert. Dat is al verbeten.
Tusschen oude vrienden, zooals wij, want
ik ben uw beste vriend, La Marannclé
Es dat ernst van n, Melzer, vroeg de
moeder, wier lippen beefden, en zou ik mjj,
ten uwen opzichte vergift hebben? Paai mij
niet met mooie woorden, maar denk aan mjjn
man, of hjj hier in deze kamer bij u was,
Als gjj mijn vriend zjjt, bewjjs het dan, stort
geene blijdschap in mjjn hart, om die een
oogenblik later in smart te doen verkeeren.
Ik bekommer mjj evenmin om woorden,
't zij die haat of vriendschap uitdrukken, ze
zjjn ais kaf voor den wind, daar hebt ge ge
ljjk in.
Maar wat wilt gjj toch van mjj? vroeg
de grjjsaard, die zich lang niet op zjjn gemak
gevoelde.
Gaspard Melzer, dat ik op dit uur uwe
woniug betreden heb, komt, omdat het eene
vraag van leven of dood geldt voor ons ge
zin
Van leven of dood Iherhaaldede grijsaard,
terwjjl hjj moeite deed, om op te staan. En
hoe dat zoo En wat kan ik er aan do en
Gjj kunt er alles aan doen, wan t geld
kan ons redden.
Ja, gjj hebt geljjk, Melzer, men moet het
geld nooit verachten, omdat het die kracht
bezit, de eer en het leven te redden Gaspard,
voegde zjj er op dollen toon bjj, ik ben hier
gekomen, om u, mijn beste vriend, te vragen,
mjj met geld te helpen.
De gierigaard schoof weer haastig zjjn groo
ten bril voor de oogen en kreeg een aanva
het wintepaleis van den Gzaar en van de
andere paleizen moes'en ontruimd worden.
In verschillende wg ken werd het tramver
keer ges'aakt, Tal van personen hebben
alles wat zjj bezaten, verloren en men
vreest, dat vele menschenlevens te betreu
ren zjjn. De gas- en electrische verlichting
is nagenoeg onmogeljjkdoor het bederven
van de geleidingen. Deze overstrooming
wordt de hevigste sinds 1824 genoemd.
Volgens latere berichten zakt het wa
ter en zal spoedig de normale toestand
weder bereikt worden.
Bepaald opwekkend en geruststel
lend ziende tijdingen over het optreden
der Russen in Mandsjoerjje er niet uit. De
Rissische troepen worden er voortdurend
versterkt,
De geheels Russischs strjjdmacht zal
worden gebracht op 50 000 man.
Spanje.
Over het gaan van koning Alfonso
naar Parjjs heelt de Spaansche minister-
puesident De Villa ver de, tegenover
een Fransch journalist in vage bewoor-
dingen gezegd dat hg zich overde quacs-
tie alsnog niet mocht uitlatea. Hjj «er-
zocht over dat punt liever niet verder
te sprekeD.
De journalist waagde het no,% zjj 't
met hoffeljjke aarzeling, te zinspelen op
de Markkaansche qaaestie. Hjj paf als
zjjne persoonljjke overtuiging te kennen,
dat Spanje en Fraukrjjk «deze qiaestie
moeten behandelen met de meeste lojau-
teit, met het vaste verlangen om tot eene
oplossing te geraken, waardoor tegeljjk
de belangen en de rechten der beide na
tiën worden beveiligd». En de heer De
Villaverde aarzelde natuurljjk niet,
zich bjj deze kenrig gekozen woorden
aan te sluiten
Onheilspellend zjjn de berichten die nit
de Fransche Republiek tot ons komen.
Wf bedoelen het treurig nieuws van het
verirjjwen der liefdezusters uit de hospi
talen.
Roerend was het afscheid, dat genees-
heeren en verpleegden van de zusters
namen en geestdriftige toejuichir gen ont
vingen de vervo'gde religieusen van de
bewoners van Brest,Cherbourg en Toulon
toe zjjn in deze steden uit de mariue-
hospitalen werden gejaagd.
Daar gingen de heldinnen, door solda
ten uit de huizen gedreven, waar zjj hun
leven veil hadden voor de zieken en on-
gelukkigen, daar gingen de engelen van
liefde met hun overste in 't midden, de
borst versierd met het krnis van het Le
gioen van Eer, kloekmoedig verdiend aan
het ziekbed der cholera-ljjiers, daar ging
zuster Stephana, de overste van Cher
bourg, gedecoreerd vóórhaar onverschrok
kenheid en heldhaftigheid gedurende een
epidemie.
Znster A g n e s, de overste van Brest,
werd in 1895 geriddeid door president
van hoest waardoor zjjn perkamentachtig ge
laat roodgekleurd werd. 'ioo lang de hoest
bui duurde, bad hij ten minste tijd na te
denken.
Mijne vrienden helpen, als zjj in nood
zijn, dat is geene goede daad, dat is een plicht,
sprak hij eindelijk. Gjj hebt goed gedaan ver
trouwen in mjj te stellen. Vertel mij daarom
eens, goeie La Marannclé, hoe gjj zoo in het
ongeluk gekomen zijt.
De weduwe Wendel bekende de volle waar
heid. In dit vreeseljjk verhaal stond Melzer
slechts éen ding duideljjk voor den geest, nl.
dat -T rits goedschiks of kwaadschiks eindelijk
het land zou verlaten en daar was hjj inwen
dig blj| om.
(^en'cen> riep hij eensklaps uit,
ter wij hij deed, ol hij zich de oogen afveeg
de dat ik u had kunnen helpen, als dit on
geluk dxie dagen vroeger gekomen was
Wat wilt gij daarmede zeggen? vroeg
de weduwe ongerust.
Helaas, arme vriendin, dat is heel een
voudig. Drie dagen geleden bezat ik eene
aanzienlijke som, die ik als bruidschat voor
mijne dochter bestemd had, maar eergisteren
heb ik ze tot den laatsten penning uitgeleend
aan den grootsten houtkoopman van Boblin-
gen, die in de gelegenheid was, een belang
rijken koop te doen.
't Was de weduwe te moede, of hear een
dolk door het hart ging. 't Was haar duide
lijk, dat de gierigaard haar niet helpen wilde,
want van Chrntly wist zij immers, welk een
schat er in het gewelf verborgen lag.
Felix F a u r e, als erkenning van de
hooge verdiensten harer orde, de Fiües
de la Sagesse.
En nog onlangs bjj zjjn doortocht te
Brest, op weg naar den grooten bondge-
noot Rusland, betuigde president L o u -
bet zjjn onverdeelde bewondering voer de
schitterende inrichting der ziekenzalen en
1 de doeltreffende maatregelen in het be
lang der talrjjke patiënten.
Eu thans, nog geen jaar later, teekent
hjj het uitlrjjviogsdecreef. De man zon
der karakter!
Toen de Zusiers de hospitalen verlie
ten, commandeerde de officier die het be
vel voerde over de troepen «Portez ar-
mesl» «Presentez armee!» voor het krnis
dat da Zusters op de borst droegen. En
terwjjl de troep 't geweer presenteerde,
salueerde hg met de sabel, het verdiende
eereteeken.
Helaas! Wat baten al die manmoedige
betoogingen tegenover den kleinzieligen
godsdiensthaat.
«Wat kan de blinde staatszucht bronwen.
«Wanneer zg raast nit misvertroowsn.
«Wat luidt zoo schendig, dat haar
rouwt».
Ja, Vader Vondel had wel geljjk.
En nog gaan de oogen der Katholieke
Franachen niet open.
De Znster van Liefde, door den laste
raar minister Pel le tan verdacht ge
maakt, zjjn den weg der ballingschap op
gegaan, wreedaardig mishandeld.
De Zusters werden beschuldigd staats-
goederen verduisterd te hebben maar geen
enkel bewjjs kon geleverd worden. Op
eens ging onder de tjjanden een satani
sche vreugdekreet op, een mand cham
pagne was ontdekt. En wat had men ge
vonden? 't Bleek een mand met water van
Lourdes te zjjn,
De lastercampagne wordt voortgezet.
De Fransche schendblaadjes overstroom
den, C o m b e s ten believe, de wereld met
renjjn en dischten haren goedgeloovigen
lezers allerlei klooster-gruwelen op die
gretig worden opgeslurpt door het schan
daal belast publiek. Eu viert de rioolpers
van het Fransche ministerie haar triom
fen, de dienaressen der Oharitasetaan
op straat.
Walgeljjk noemen wjj de Kerkvervol
ging in Frankrjjk, de_Kerkvervolging die
een vadsig gedrag vooraf is gegaan van
velen, waardoor de vjjanden der Kerk
machtig zjjn geworden, maar die thans
mede schuldig zjjn aan de gruweldaden
welke gepleegd worden.
En door wie worden de Zusters in de
hospitalen vervangen Door ziekenoppas
sers. Maar zg worden gecontroleerd of zg
geschikt zjjn. En al wie niet zuiver is
in de materialistische leer wordt onher
roepelijk geweigerd.
In naam der gewetensvrijheid zijn de
zusters verwgderd. En na wordt in naam
dier zelfde vrgheid ieder geweigerd, die
dei Zondags naar de Kerk gaat, hg moge
dan nog zoo bekwaam en handig zjjn in
zjjn vak. Waar moet dat heen?
Ik had. dit antwoord van u verwacht
Gaspard Melzer, antwoordde zij, zich met
moeite beheerschend. Maar meen niet dat ik
uwe woorden geloof. Ik weet, dat gij geld
hebt iedereen weet dat, ik, La Marannclé,
zeg bet u. Waarom wilt gij mij wat voorlie
gen? Wees oprecht en beken ronduit, dat in
uw oog een beurs met geld meer waard is
dan het leven van een men ach.
Gij kunt niemand misleiden door uwe ge
huichelde armoede, en den dag, dat uw huis
door het vuur van den hemel getroffen zal
worden of dat een nachteljjke zwerver dit voor
u zoo kostbare geld zul stelen, zal niemand
u beklagenen als gjj op uwe beurt de hand
u t moet steken om eene aalmoes te wmgen,
zullen anderen om deze welverdiende ellende
lachen.
Melzer kon zjjne ooren niet gelooven
De smart brengt u van streek, goede
vrouw, sprak hijwatbedreigingen tegen
mij, op het oogenblik, dat ik in uw ljjden
belang schjjn te stellen, en het diep betreur,
dat ik geen geld heb, om u te helpen? Be
dreigingen met brand en diefs al. Maar dat
gaat te ver! Omdat uwe zoon dwaasheden
begaat, zou ik mjj tot den badelstaf moeten
brengen? Gij overdrijft wat al te ste-k 1 Ja,
men weet, dat ik rjjk ben I Gij weet dat ik
geld heb!
(Zie vervolg Tweed* Blad)