No. 5571
Maandag 14 December 1903.
28ste Jaargang
QagBlaó voor &ïooró* en SLuió-éLollanó.
Aan onze Abonné's.
aoite ma nou agitate
Het daghet.
De weduwe Wendel en
hare kindeken,
Zondagsblad
ZONDAGSBLAD,
BUREAU St, Jansstraat Haarlem.
Onderhoudende leotuur voor de
huiskamer.
Zondagsblad tot 1 Januari, yrStlSa
BUITENLAND.
Italië.
DuitBchland.
Rusland.
HUIiLüttdE Ml RUT.
ABONNEMENTSPRIJS.
Per 3 maanden voor Haarlem
1,20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,50
Voor het buitenland 2,90
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
Hoof dredacteu r-D irecteur W. KÜPPERS.
BSHEB
PRIJS DER ADVERTENTIE».
Van 16 regels 50 Cent
Elke regel meer7l/a
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale Publicité, Etrangère
G.L. DATJBE fy Co JOHN., F. J ONES SuccParts 316m Faubourg Montmartre
Wfj wekken onze lezers op om, zoo zjj
nog niet mochten hebben ingeteekend
op ODS
hetwelk wg bjj deze courant verkrijg
baar stellen, alsnog hun verlangen aan
ons kenbaar te maken.
Nieuwe ioteekenaren ontvangen ons
Wjj wjjzen op den rjjkdom van inhoud
die een waar sieraad is op de huistafel
en een schat van lectuur bevat op het
gebied van den gezonden humor.
Wjj leveren ons Zondagsblad voor
den zeer goedkoopen prjjs van slechts 25
Cents per kwartaal, franco per post 30
Cents.
Onderstaand inteekeubiljet gelieve men
ingevuld, toe te zenden aan
DE ADMINISTRATIE.
He ondergeteekende verlangt geregeld bij de
courant te ontvangenhet
tegen den prijs van 25 ets. per 3 maande
fr. p. p. 35 ets.
WOONPLAATS. NAAM.
God heeft de natiën geneesbaar gemaakt.
Een troostvolle en opbeurende gedachte,
wauneer wjj, bjj het aanschouwen van
de vele kwalen waaronder de tegenwoor
dige maatecbappjj ljjdt, geneigd zouden
zjjn mismoedig en mistroostig het hoofd
te laten zinken en aan de to,k raast te wan
hopen. En die kwalen zjjn vele. Wie tal
ze allen opsommen,wie hunne diepte pei
len. Overal zien wjj verzwakki ng, overal
verval. Verval van geloot, verval van za
den, verval van rechtsgevoel, verval van
kennis van goed en kwaad. Verzwakking
van het gezag in de maatschappij en hethuis
gezin; verzwakking van recht en billijkheid,
overal een geestelijke en maatschappelij
ke anemie, in een woord diepgewortelde
FEUILLETON
51.
Vervolg.)
Zoo, zijn deze aanvallen nog niet be
daard herhaalde La Marannclé langzaam.
Welnu, hernam zij na eenige oogenblikken
gezwegen te hebben, dan moet men hem
een muilband aan doen en alle dagen naar
de wei brengen. Breng hem eens hier, moe
der Ursula.
De oude vrouw stond op en ging haar stier
halen, die in een stevigen stal stond vlak bjj de
hut.
Op dit oogenblik waschte een meisje aan
{le fontein een roode jurk uit, die zij des
avonds wilde aandoen.
Maar nauwelijks had zjj het dier bemerkt
wiens booze streken zjj kende of zjj vluchtte
weg, te-wjjl zjj haar waschgo.'d liet liggen
De weduwe Wendel nam het dier bij het
touw, liet het een stap of wat doen en scheen
het toen met groote oplettendheid te onder
zoeken. Haar blik en hare gedachten waren
evenwel elders.
Zjj dacht aan Frits en hare oogen keken
den weg langs dien hij komen moest.
Weldra bemerkten zjj hem tusschen de sol
kwalen en ziekten die de levenssappen
uitputten en de krachten sloopen. Alles
waggelt en dreigt in een te storten, over
al moeten stutten en schorren worden
aangebracht om het wankelend gebouw
staande te houden.
Wie zou, bg hbt aanschouwen van zoo
dreigend gevaar, niet de hoop voelen zin
ken en de toekomst douker inzien.
En toch: God heeft de natiën genees
baar gemaakt, hce diep ook het kwaad
mocht ingeworteld zgn, hoe zeer ook het
leven der volken bedreigd wordt.
Maar die genezing zal niet komen zon
der onze medewerking. Ja, God heeft de
natiën geneesbaar gemaakt, maar alleen
op de voorwaarde dat wjjzelven de ge
nezing bewerken; zonder zeiven de hand
aan het werk te slaan, zonder zei ven de
geneesmiddelen aan te wenden, die alleen
in staat zgn de zieke maatschappij op te
beuren en nienwe krachten in te storten,
zal die genezing niet plaats hebben, zal
geen nieuwe levenskracht door het li
chaam der Maatschappij stroomec, zullen
de kwade sappen die het ondermijnen,oiet
worden weggenomen.
Maar om een ziekte te genezen, om de
rechte geneesmiddelen te kunnen aanwen,
den, moet meu in de eerste plaats de oor
zaak kennen die de ziekte heeft doen ont
staan. Zonder die kennis zullen wij in
den blinde rondtasten, geen gscezing kun
nen bewerken, veeleer de kwaal vererge
ren en het herstel van de g' zondheid,
moeieljjker, ja ten slotte onmogelgk ma-
k 6D.
Welke zgn dan de oorzaken van den
algemeenen ziektetoestand onzer Maat
schappij Er is er slechts eeae maar die
eene is van zooveel gewicht, beheerscht
zoo ten volle het geheele ziekteproces,
dat geen redding denkkaar noch mogelgk
is, wanneer die oorzaak niet wordt weg-
getomen.
En die oorzaak is De ontkenning
van God in het Staatsbestuur, het willen
in stand hoaden van de Maatschappij zon
der God.
Ddze negatie is de groote, de eenige
oorzaak van de algemeene malaise die de
gezondheid van Staten en Volken in ge
vaar brengt.
God, dis de hoogste Harmonie, de on
eindige Orde is, heelt alles in orde en
harmonie geschapen.
Daar is geen wanorde, geen disaccoord
dan die welke de mensch door zgn vrjjen
wil in het leven roept, maar God wil die
wanorde niet, al laat Bg ze cok toe.
Alle gezag komt van God, alle gezag
daten in, die hem tot geleide dienden.
Toen zij nog slechts enkele passen van de
markt wareD, greep de weduwe de roode jurk
die het kind had laten liggen, zwaaide hem
voor de oogen van den stier en sloeg er hem
verscheidene malen mee om den kop,
Woedend sprong het dier op, en begon met
zijne horens rechts en links te stooten, terwjjl
het overal een vjjand zocht, want de weduwe
Wendel was het huis binnen gevlucht terwijl
zij de oude Ursula meetrok.
Juist op dit oogenblik kwam de sergeant
met de manschappen, die Diet gezien had
den, wat er gebeurd was op de markt, en zjj
bevonden zich plotseling tcgeno/er dezen ge-
duchtsn vjjand.
W einig gewoon aan dit soort van gevecht
gingen de soldaten op de vlucht en zochten
eene schuilplaats.
Maar alle deuren waren gesloten.
Irit? maakte van dit oogenblik van wan
orde gebruik, liep vastbesloten naar den stier
toe, die tegen een muur stond en met horens
en pooten geweldig te keer ging.
Het dier vestigde zijne met bloed beloopen
oogen op den jongen man maai hem her-
kennende stak hij hem zjjn dikken kop toe,
als een olifant, die zijn cornac teruggevonden
heeft.
I Frits greep hem toen zonder aarzelen bij
de hore..s, sprong op zijn rug en klom vlug
j den muur over.
De sergeant Wathias en een van zijne man
schappen wilden den vluchteling achtervol-
i gen j maar zoodra de stier hem zag naderen,
dat zich buiten en zonder God wil doen
gelden, staat op den lossen zandgrond
van wisselvallige en onduurzame mee
ningen en stelsels van den mensch.
Een gezag zonder God is eeu schip zon
der roer op een onstuimige zee; een zwak
riet, door wind instormen heen en weer-
geslingerd, een colossus, soms, maar op
leemen voeten.
De moderne Staat heeft het zonder God
willen doen, en God heeft Zjjn Hand te
ruggetrokken en lait Staten en Volken en
Maatschappijen aan zich zei ven over.
En waar het Gezag niet erkent dat het
van God komt, daar oogst het 'Gezag wat
het gezaaid heeft: het wordt zelfs niet meer
erkend en ziet zich belaagd en bedreigd,
Het waggelt en wankelt en zoekt thans
naar een steunpunt, maar vindt dat niet.
Het kan ook geen steunpunt vinden, want
het heeft ie hoeksteen, waarop het ge
bouwd is, weggeworpen en mist nu alle
vastheid, alle stabiliteit. Geen stelsels,
geen thtoriiëu, geen wetten kunnen hier
baten, vermogen geen steunpunt te bie
den, want die stelsels en theorieën en
w etteu missen ook den eenigen vasten
grondslag van vastheid God, omdat
zjj door den Staat zonder God, zgn in 't
leven geroepen en gemaakt.
At Hieu n% Maitre Geen God en geen
MeesterZiedaar de laatste en uiterste
negatie van hetGezag. Maar ook de nood
zakelijke en noodljttige consequentie van
een Staat, die, als drager van het Gezag,
het Oppeiste Gezag ontkent en miskent.
Welk recht heeft dat Gezag om zich te
beklagen over die miskenning
Geen enkel. Het oogst wat het gezaaid
heeft. Geen gezag vaa God, geen gezag
van den Staat, geen gezag van de c uders
Vrijheid, bandelooze vrjjheid.
Ma 'J het daghet.
Daar heeft zich in ons Parlement .een
stem, een krachtige, welsprekende stem
verheven, om dat gezag van God te
herstellen. Alle Gezag komt vaa God.
De Staat en het Gezag zonder God zgn
voor het gansche laad, voor geheel de
wereld veroordeeld.
Een kloek, een manneljjk woord. Maar
bovenal een chriateljjk woord, den chris
ten Staatsman waardig, die, al kunnen
wjj heen, helaas, geen broeder in het Ge
loof noemen, door zjjn Geloof in Goden
door zgn kloek en krachtig opeischen dat
God, de oorzaak van het Gezag, ook
heeischen moet in den Slaat, dat de Maat
schappij slechts vast kan staan wanneer zij
steuut op dien eeuwigen, onveranderljj-
ktn grondslag, die is Goj, het opperste
scheen zijne woede weer te ontsteken en hij
versperde hun den weg.
In dezen tjjd won de jonge klompenmaker
een goed stuk op z ,ne vervolgers. Van muur
tot muur voortklauterend, kwam hjj op een
dak van het huis naast dat 'van den ouden
Melzer. Als hjj dit dak over is, is hij gered.
Maar de sergeant rukte het geweer uit de
hand van een zjjner manschappen, legde op
Frits aan en gat vuur. De zoon der weduwe,
die even getroffen werd door den hagel, bracht
de hand aan het voorhoofd, wankelde een
oogenblic op de helling van het daken ver
dween toen.
Een tweede schot werd door een der sol
daten gelost, en met den knal van deze los
branding, vermengde zich een zonderling ge
raas, waarvan niemand zich rekenschap wist
te geven.
Allen lieten toen den stier meester van
het terrein en liepen langs verschillende we
gen naar het huis toe, waar de gevangene van
het dak gevallen was, en omringden het van
alle kanten.
Frits was in de serre van den ouden Gas-
pard Melzer gevallen en had in zijn yal een
groot deel van het glazen dak gebroken.
Versuft door den schok bleef hjj een oogen
blik liggen, zonder dat hjj zich op kon rich
ten. Maar hoewel half bedwelmd door
het bloed, dat uit zjjn voorhoofd liep, be
merkte hjj al spoedig op tien passen van hem
af Gretly, die op den grond lag en in een
diepen slaap gedompeld scheen.
Door dit soort van ingeving, waarmede ver -
Gezag, de hoogste Harmonie, de onver
woestbare, die de wereldorde heeft ge
schapen en alles in orde en harmonie re
geert en regeeren zal in alle eeuwigheid.
Waarljjk, het daghet in het Oosten.
De volken zgn door God geneesbaar
gemaaktlaten wjj dan medewerken aan
die genezing van ons volk, van onzen
Staat, van oos dierbaar Vaderland, tot
eere van God, enZjjne oneindige Majes
teit.
Werken wjj mede; alleD, ieder op zgn
gebied, ieder in zgn kring, ieder volgens
zgn vermogen. Steunen wjj onze chris-
teljjke Regeering helpen wjj haar het
gezag hooghouden, laten wjj dat Gezag
eerbiedigen en ook eischen dat het Gezag
geëerbiedigd wordt m eigen kring; niet het
Gezag dat op leemen voeten staat, maar
het Gezag dat rast op dien arduinen grond
steen, die God is, de God van Orde en
Harmonie.
In den Italiaanschen Senaat heeft de
minister G i o 11 i 11 i in antwoord op
een interpellatie gezegd, dat Italië het
oog gericht houdt op het behoad vaa dea
vrede en de vriendschap met andere mach
ten. Hjj hecht bet grootste belang aan
het Driivoudig Verbond. Hg wjjst ten
krachtigste de verantwoordelijkheid voor
de irredeatistische bewegingen af. T i t-
t o n i sloot zich bjj Giolitti aan en
gaf ook de verzekering van de vastbe
slotenheid der Regeering ia de leiding
der buitenlandsche politiek.
In den Daitscben Rjjksdag heeft graaf
V o n B 1 o w den socialist B e b e 1
een afstraffing toegediend, nadat deze
een vinnigen aanval op het Centrum had
gedaan, de vlootuitbreiding een gevaar-
ljjke wereldpolitiek eu het Regeerings*
beleid op financieel gebied had gelaakt.
Ook laakte de Rijkskanselier de teu-
gellooze kritiek die B e b e 1 op Rusland
heeft uitgeoefend in strjjd met Duitsch-
land's belaDgen.
V o n B ii 1 o w verweet den socialisten,
dat hjj al twintig jaar wacht op het or
ganisatieplan van hun toekomststaat. Er
ontspon zich een tweegevecht tusschen
Von Bülow en Bebei, waarbjj de
Rijkskanselier tegen zgn gewoonte scherp
aanvallen 1 te werk ging en een groot
oratorisch succes behaalde. Ln den begin
nen kalm, was het debat al heftiger. Von
Bülow begon met bjjtenden spot over
B e b e 1 uit te pakken, zoowel wat diens
buitenlandsche als binnenlandsche poli
tiek betreft. Van een politiek standpunt
beschouwd was het verrassend enopmer-
keljjk, hoe scherp Bülow daarbjj na
druk legde op Dultschland's goede betrek
liefden alleen schijnen begaafd te zijn, raadde
Frits wat er gebeurd was.
Den ijzeren pen uit den kram trekkend,
opende hjj de deur, nam Margaretha in zjjne
armen en ging haar op de kleine bank van
groene zoden neerleggen in het priëel. Toen
liep hij naar de keuken, waar juffrouw Ca-
iharina gewoonlijk haar verblijf hield en riep
binnentredend
Water, gauw, water!
Toen de huishoudster zoo eensklaps Frits
voor zich zag, wiens gelaat en kleeren met
bloed bevlekt waren, en voor wien zjj de deur
niet geopend had, zoodat hij buiten haar we
ten binnengekomen moest zjjn, deinsde zjj van
schrik achteruit.
O, ongelukkige, sprak zjj, wat is u over
komen
Er is van mjj geen sprake, juffrouw
Catharina, maar van Gretly, die sterft. Kom,
kom
Juffrouw Catharina nam in alle haast
eene kom met frisch water en volgde den
zoon der weduwe Wendel. Maar in de nauwe
gang, die naar den tuin leidde, ontmoetten zjj
den ouden Melzer, die al langer dan een
uur het heele huis door naar zjjn kind liep
te zoeken.
Toen hjj Frits zag, bedekt met bloed,blee f
de grjjsaard verstomd staan.
Gij hier, riep hjj uit, wat komtgjj hier
doen, vervloekte jongen?
Gretly stertt, begrijpt gjj dat antwoord
de de jonge klompenmaker buiten zich zei
yen, terwjjl hjj Gaspard bjj den arm greep en
kingen met Rusland. Men moet bjjpa ge-
looven, dat het den Rijkskanselier thans
zeer aangenaam was een geschikte ge
legenheid te vinden zoo duidelijk mo
gelyk van de vriendschap voor Rusland
te getuigen. Wij Lebben, zei hg, niets in
Mantsjoerge te maken. Wil de heer B e-
b e 1 als Pieter Spa daarheen gaan, dan
mag hg het heel alleen doen, maar met het
diepste leedwezen vervpjt mjj de toomeloo-
ze wjjze van critiseeren, welke dp heer Be -
bel zich hier over de binnenlandsche aan
gelegenheden van een bevriend naburig
rgk heeft veroorloofd.
Woedend schreeuwen de socialisten.
Maar Von Bülow giqg voort en slingert
den socialisten het woord «schreeu wleeljj-
kers» voor devoeten.Ik,zei deRgkskanselier
heb den heer B e b e 1 zonder hem in de rede
te vallen, aangehoord; doet evenzoo met
mg, als gjj tenminste van plan zjjt, fat
soenlijk te debatteeren. Geen partjj is
zoo bekrompen, geene onderdiukt de
vrgheid vaa opinie zoo misseljjk als gjj
(Groot geschreeuw links,) «Denkt, ver
volgt Bülow, maar aan uw Dresden-
schen partjjdag.» (Aan alle kanten van
het Huis breekt de storm nu lps, Het
is alsof Bülow's uitlating als een lang
verwacht bevrjjdiogswooid is gevallen,
aan een algemeen ingehouden spanning
een eind maakt. Op de banken der bour
geoisie glauzen alle gezichten vol pret
en instemming, terwgl bg de socialisten
deels kwaadheid en verlegenheid, deels
een slecht gehuichelde vrooljjkheid te
voorschjju komt.)
Daarop gaat van Bülow voort: Nog
nooit is er een concilie geweest met zoo
veel ketterjagerjj en kleingeestigheid,
nog nooit is er een bul uitgevaardigd,
welke deu geest wil knechten als die van
B e b e I te Dresdeu, waarvan de inhoad
eenvoudig luidt: «Wilt gg niet mjja broe
der wezen, dan sla ik u de hersens in!»
Verder verwjjt Von Bülow den so
cialisten: Nergens heerscht minder vrjj-
heid dau bg u; gg moogt niet eens uw
leed in de couranten uitstorten zooals gg
wilt, want anders wordt gjj uitgebannen.
Wanneer nu de bozen der partjj en de
schriftgeleerden, sedert de party zoo groot
is geworden, ons tenminste het program
ma van den toekomststaat, zooals B e-
b e l herhaaldeljjk beloofde, maar wilden
laten zien.» Eo tot B e b e 1 zich wen
dende: «Heer, toon one het paradjjs, waar
heen gjj ons wilt leiden 1» (Ironische uit
roepen uit deu socialistenhoek: «U nemen
wjj niet mee».).Bülow antwoordt, ter
wgl hg een brochure vau Kantskyin
groenen band in de hoogte houdt: «Jam
mer, dat gg mjj hier wilt laten. Ik heb
mjj toch uw groenen Baedeker voor het
land van Utopia al aangeschaft 1»
Niet dikwjjls hebbeu da socialisten
zoo'n gevoelige les gehad als hun door
den Duitschen- Rgkskanselier werd toe
gediend.
De studenten te St* Petersburg hielden
eon betooging voor het Universiteitsge-
mee trok naar den tuin.
Mijn kind.' herhaalde Melzer verplet
terd, mjjn arm kind, o, ellendeling die ik
ben 1
Voor de zodenbank gekomen knielden allen
bjj Margaretha neer, die nog steeds bewuste
loos was. Men maakte hare slapen nat, riep haar
bjj den naam en poogde haar tot het leven
terug te brengen.
Mjjne Gretly, mjjn lief kjmj 1 sprak Gas
pard snikkend, doe de oogen tooh open en
hoor naar de stem van uw ouden vader. Ik
ben zeer streng, zeer wreed voor u geweest,
maar het berouwt mjj zoo, dat ik u verdriet
gedaan heb, en ik vergeef u uit den grond
mjjns harten. Kom, lach weer tegen mjj, kleine
lieveling, en alles is vergeten 1
Margaretha, die door de goede zorgen van
juffrouw Catharina weer langzaam totbewust-
zjjn kwam, sloeg de oogen op. Zjj zag aan hare
voeten haar vader zitten, die weende, en Frits
die, bleek en bebloed naar treurg toelachte,
zooals hjj haar in den droom verschenen was.
Margaretha, die voor de eerste maal in haar
leven haar vader lag weenen, greep dehand
van den. grjjsaard, en kuste ze, terwjjl er heete
tranen op neer druppelden.
O, ik ben wel schuldig en ondankbaar
jegens u geweest, stamelde zjj op gebroken
toon. Vergiffenis, vader I
{Wordt vtrvügd)