No. 5622 Dinsdag 16 Februari 1904. 28ste Jaargang $)ag6laó voor efflooró- en oCtiió-élollanó. Aiigustinus Josephus Gallier, Truitjes Huwelijk, BUREAU St, Janastra&t. Haarlem. Zaligheid ia den Heer. BUITENLAND. Rusland. Frankrijk. IISOHI COliltilT. ABONNEMENTSPBIJS; Per 3 maanden voor Haarlemf 1,20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,50 Toor het buitenland 4 4 4 2,90 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. Hoofd re dacteur-Directeur W. KÜPPERS. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels 50 Cents Elke regel meer7l/s Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. AOIl'E MA NON AGITATE Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale PublieitéEtrangèrt G.L. DA UBE Sf Co JOEN., F. JONES Succ- Paris 31 bis Faubourg Montmartre. door de Gsnade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel Bisschop van Haarlem, aan de Geestelijkheid en de gelcovigen van ons Bisdom. Over geheel de wereld, Beminde Ge- loovigen, bereiden zich de Katholieken voor, om aan het einde van dit jaar met bjjzonderen luister den dag te vieren, waarop vóór vjjftig jaren door Z. H. Pam Pi us IX omringd door een ontzaglijke menigte van Kardinalen en Bisschoppen in de Vaticaansche basiliek onder alge- meenen jubel der geloovigen plechtig werd uitgesproken en vastgesteld dat de leer stelling welke inhoudt —dat deallerzalig- ste Maagd Maria op het eerste oogenblik harer ontvangenis door eea buitengewone genade van den Almachtigen God en door een byzonder voorrecht met het oog op de verdiensten van Christus Jezus, den Zaligmaker van het menschelijk geslacht, voor alle vlek der erf-:chuld is bewaard gewordeneene door God geopenbaarde waarheid is en derhalve door alle geloo vigen vasteljjk en standvastig geloofd moet worden. Die voorbereiding is nagenoeg overal, Wat de viering zelve van het feest zal moeten zjjn een blyde uitdrukking van dankbaarheid, in onze kerken aan God gebracht, voor het bjjz >nder voorrecht, dat Hy verleende aan haar, die wy ver veren en lieihebben als de aardsche moe der van den Verlosser en da heme'.sche moeder van de verlosten. Inderdaad, B. G., wis Jezus onzen gol- delyken Zdigmaker waarachtig liefheeft, moet zich verheugen over dit onwaardeer baar voorrecht van Zyoe mosder, niet slechts omdat in het algemeen het eene eervoer de kinderen is als zjj edele ouders hebben (Prov. XVII. 6) eo ouders zonder eere een smaal zjja voor de zinen (Eccli III, 13), maar vooral omdat de eer, wel ke van de ouders op de kinderen afstraalt, hier aan de moeder werd gegeven, om Hem, die haar Zoon zou worden, en haar voorrecht de vrucht i» van Zijne verdien sten. Immers alle heiligheid en iedere genade, aan Maria verleend, ook dit bui tengewoon en eenig voorrecht, is door den Verlosser verdiend is Zij de glorie van het Jerusalem der verlosten, die glorie straalt uit van Hem en keert van haar tot Hem terng; want ook Jezus'H. Moe der behoort onder de door Hem verlosten FEUILLETON, 16 Vervolg Zjj had geen oog gesloten, sedert zjj hemde h»nd gereikt en het nauweljjks hoorbare ja gefluisterd had 1 Zjj wist, dat hij haar lieihad; rjj had het zich reeds duizendmaal voorge steld, hoe het zjjn zou, als hij haar dat zeide en nu was het toch nog zoo onverwacht snel gekomen. Lief had z\j hem reeds lang, reeds, toen zij hem de eerste maal gezien had, en sedert dien tijd was haar niets geschonken geworden van ai de tranen en vreugde een er innige toegenegenheid. Zij nam niets licht op, Uiets half, en met volle kracht had zij zich aan de bekoring overgegeven. W ie het nu wilde beproeven hem haar te ontnemen, die moest haar het hart uit de borst rukken. De tranen rolden haar, terwijl zij daar zoo stond, in groote druppels over het bleeke ge laat, maar om den kleinen, trotschen mond Wam een glimlach. Ik weet het immers wel, knikte zjj fluis terend tegen het beeld van haar vader, u zou hjj bevallen, papa 1 En in zalige herinnering klonken hiar de woorden nog in het oor, die Linden gisteren gesproken had, van zijn een zaam huis daar buiten, van zjjn verlangen en iu Haar viert Zijn verlossingswerk den hoogsten triomf, omdat Hy Zyne Moeder niet alleen, zooals alle andere verlosten, gerukt heeft uit de macht van Zijn Vijand den duivel, maar heeft voorkomeo, dat Zij ooit ooder zjjn macht kon geraken. Geheel het Kerkelgkofficie op dit eenige feest spreekt dan ook over nie's anders dan over dit werk, niet van Maria, maar van God zeiven«Wonderbaar» zoo luidt het in den kerkzang«wonderbaar is Uw Naam, o fleer! over de geheele «aarde, omdat Gy in de Maagd Maria U «een waardige woonplaats hobt bereid» en als de Kerk, om Maria te verhefien, haar vergelijkt met de zon, dan doet zy het met woorden,die alles aan God toe schrijven. «In de zon heeft god zya woon- tent gesteld» en zy prijst er Gods barmhar tigheid voor«In hare ontvangenis o.it- «ving Maria zegen van den Heer, en barm- «hartigheid van Gol, haar Verlosser;» zy spreekt de H. Maagd toe «Ontrukt heeft «de Heer uwe ziel aan dea dood, en tegen «uw vyand was Hy uw beschermer; zy legt Maria ds woorden in den mond: «Myi hel- «per was God in den vroegen morgen «myas levens, de Allerhoogste heelt Zyn «woontent ingewyd. Komt en hoort gy «allen die God vreest, en ik zal u ver- «haleo, hoe groote dingen de Heer aan «myne ziel heeft gedaan; jubelt den Heer «toe geheel de aarde; heft den psalm aan «ter eere Zijns naams. Met groote bljjd- «schap verheug ik my iu den Heer en «myne ziel juicht in Gol, want Hij heeft cmjj gekleed met het kleed de>~ hails en «my omhangen met het gewaad der ge- «rechtigheid en my getooid als eene bruid. «U, O Heer zal ik verheffen, want Gy «hebt mg aangenomen en niet toegelaten «lat mjjn vyand aan my vreugde voad». Eo als de Kerk gehoor gevend aan dis uitnoodiging, die zy Maria in dm mond legde, den psalm aanheft, dan jubelt zy hare vrjugie over de openbaring dier glorie van Maria uit met de woorden «Verheugt u allen in den Heer en her denkt luide Zjjue heiligheid, want de «Heer heeft Zya wsrk bekend gemaakt, «in het aanscbyn der volkeren geopeu- «baard da glorie Zguer mosder». Wy vieren dus waarlyk B. G., è:i ia het voorrecht, aan Maria geschonken, èn in de belijdenis daarvan voor de geheele wereld, vooral en in de eerste plaits God, onzen Verlo3sar ze'.ven en Zyn vol komen zegepraal over den helschen vyand, en die blyde feestviering is das op de eerste plaats een uiting onzer liefdevoor Jezus, plechtig en luide uitgesproken voor naar haar, en dat hjj haar niets aanbieden kon, dan juist deze eenzame, arme woning en een eerljjk hart. Zjjn eenig bezit waren op dit oogenblik tal van zorgen. Laat mij deze zorgen met u dragen, er is voor mjj geen grooter geluk op de wer/ld dan dit, zoo had zij gaarne willen spreken maar zjj had toch de oogen neergeslagen en hem slechts de hand gedrukt. Er wilde geen woord over hare lippen komen. Alsof zij tot nu toe in eene koude, dikke duisternis gegaan was, en nu plotseling in een helderen, verwarmenden zonneschijn trad, zoo gloeide en klonk het in haar hart. Het is te veel, te v el geluk 1 had zjj van morgen vroeg bjj het opstaan gedacht, zjj dacht het ook nu nog en de tranen, die zij weende, kwa men haar voor als eene rechtmatige schatting voor eene al te groote zaligheid. Als mama nu dadelijk ,.ja en amen// gezegd, en er bij gevoegd had, hjj zal voor mjj een lieve non zijn, breng hem mjj hier, dat zou te vjel ge weest zijn was deze weigering, dit wantrou wen niet juist gepast, opdat z j niet overmoe dig werd van geluk Het was de sneeuwstorm, die in het voorjaar door de lucht bruist en bladeren en bloemen bedekt, maar als hij voorbjj is, begint alles dubbel zoo schoon te bloeien. In de aangrenzende kamer werd het gesprek nu weder levendiger. Truitje hoorde de kla- gende, weenende stem der moeder duidelijker dan te voren, het deed haar opnieuw pijnlijk aan en onwillekeurig bleef haar blik aan het heel de wereld, Niets echter natuurly ker, dan dat wy in onzen geest niet van elkander kunnen losmaken de zegepraal des Verlossers en het bevoorrechte schepsel, waarin Hij zich die zegepraal verwierfdat wy de oogen richtend naar den alverwinnendan Hei land, tevers opzien naar Haar, die zelve blijde kon getuigen «groote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig en Wiens naam heilig is» dat wy, ontvlamd in liefde voor den barnabartigen God, Die den diepgevallen menveh uit de zonde oprichtte, ons voelen aangetrokken tot de gezegen de vrouw, in wie Bij de menschelijke natuur zoo hoog verhief in het ryk der genade dat wg niet slechts Hem zegenen en pryzen, Die om ons te verlossen is mensch geworden, maar ook Haar zalig spreken, die Hij zoo wonderbaar verloste om straks in baren schoot de measche- ljjke natuur aan te nemen in ééa wooid, niets natuurljjker, dan dat wjj in onze bewondering en liefde niet scheiden wat God zelf zoo nauw vereenigd heetthet Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld en de onbevlekte, die dat god- deljjk Lam ter w.reld brachf den zich diep vernederenden God eo Zjjne hoog verhevene moeder. En dit doen wy te liever, omdat zy dien Zoon, Wien door een wonder van God, de overschaduwing van den H. Geest, alleen Zy en geen ander mensch ter wereld Zoon kon noemen en Wien zy reeds daardoor alleea meer moeder liefde toedroeg dan ooit een mosder voor haar eenig kind gevoelen kon, dien Zoon, wien zy bovendien met een bovennatuur lijke liefde als Haar God liefhad meer dan alle mioder heilige schepselen God beminnen kunnen, stiaks zou morten af staan eu werkelyk afst md en offerde voor ons en voor o .ze zaligheid. Zoo toch kwam het leven der genada, waar in wy ons verheugen, haar op meer smart te staan, dan het natuurlijk leven eens menachen ooit kostte aan zyn natuurlijke moeder eu kannen wjj met het \uLte recht ook tot ons gesprokm rekenen de woorden van den stervenden Verlosser tot den vertegenwoordiger der Kerk on der het kruis: Zoon, ziedaar uwe moe- dor. De meest gerechtigde liefde derhalve van goedgeaarde hinderen voor hunne lieve moeder spreekt zich uit in onze feestviering en ai? wij daarbjj ook tot Haar onze gebeden richten, dan doen wij dit als schuldbewuste kinderen, die aan de hand hunner mosder ea gesteun f door portret haars vaders hangen, alsof hjj ook nu nog hooren kon, wat de onophoudeljjke kwel ling in zjjn leven geweest was. Truitje herin nerde zich zooveel tooneel/n waarbg gejam merd en gehuild w wd in diezelfd: kam:r daar. Hoe dikwjls had daar de bedarende stem van haar vader in haar oor geklonken, en had zjj de woorden gehoord: Goed, O di lle, gij zult uwen zin hebben, maar maak het mij niet langer lastig. En hoe dikwjjls was dan door die deur een bleeke man gekomen en zwjgand op de sofa gaan zitten, alsof hjj hier bij zijn kind eene vrijplaats vond. Ach, zoo was het ook geweest op dien dag, op dien vreesslijken dag, waarop het later zoo stil werd, zoo angstig stil. Ja, daar klonk het luid geween weder, hare aanklachten tegen den hemol, die haar tot de ongelukkigste vrouw gemaakt had en nu nog in hare kinderen strafte. Dan werd er met de deuren geklopt, bedienden Hepen heen en weer, Truitje meende zelfs de scherps lucht vau valeriaan druppels te be»p3uren, die me vrouw - Ottilia Baumhagen gewoon was te ge bruiken, als zij hat erg op de zenuwen kreeg Eu nu vloog de deur open en mevrouw Jenny kwam binnen. Mama is heelemaal van streek, sprak zij op een toon van verwijt,ikheb om den dokter moeten sturen, en Sophie legt haar compres- sen op het voorhoofd Een schoone dag, waar lijk 1 Het doet mij zoo leed, Jenny, sprak het jonge meisje op een toon van spjjt. haar allesvermogende voorspraak tot God naderen met de heiligste verlangens naar reinigende genade. De H. Kerk laat ons dan ook bidden«O God, die om den «dood van Uwen Zoon Maria voor alle «zondesmet hebt bewaard, sta ons op ha- «re voorspraak toe, tot U te~ komen en «met reine harten aan dezs feestviering «deel te nemen Geef ons althans de ge- «nezing van die wonden, waarvoor Gy «Gy haar gevrywaaid hebt.» Docb, B. G gy weet het woor den van eerbied en liefde zyn niet ge noeg. Wanneer zy niet door daden wor den vergezeld, zouden wy het verwjjt verdienen van Gol«Wat roept gy tot «My Heer, Heeren doet gy Diet wat Ik zeg» (Luc. VI, 7). Zelfs is het uit spreken van goede verlangens nog geen goed gebeddaarvoor is noodig dat het begeerten zyn des harten, en wie waar achtig met het hart begeert iets te ver krijgen, vraagt niet s'echts, maar doet ook alles, wat in zyn vermogen ligt, om het begeerde te erlangen. Wy moeien das onze liefde voor onzen Zul igmaker en Zyn onbevlekte moeder toonen, door te leven zooals betaamt aan kinderen eener zoo heilige moeder, die door ha ren Goddelyken Zoon voor den prjjs van Zyn kostbaar bloed van de zonde zyn vrjjgekochtwjj moeten zelf streven naar die reinheid des harten, waarom wy hen bidden wy moeten waardige vruchten voortbrengen van die oprechte boetvaar digheid, die den zondaar met God ver zoent en den rechtvaardige nog meer lou tert, en daardoor beiden instaat zal stel- len om met reine haiten het leest van Jesus erbarmende liefde en Maria's bevoor rechting te vieren. Laten wy dan al'en met die heilige msen'ng de verstervingen verrichten, welke de aanstaande vasten tijd ons oplegtwant het gebed, dat God onze goedgemeende maar zwakke pogin gen om ook heilig te worden moge steu nen en sterken door Zyne genade, vindt ziker verhooriag, wanneer het wordt aan gedrongen door zeltversterving «goed is het gebed vereenigdmet «vasten», zoo sprak de engel tot Tobia°. Tevens bevelen Wy dringend in uwevurige gebeden aan ds belangen van onze H. Kerk en van ons dierbaar vaderland, het gduk en den ar beid van uw geestelijke en wereldlijke Overheden bidt hartelyk voor hare Ma jesteit, onze geliefde Koningin en haar Koninklijk Huis, en dit jaar vooral voor de Koningin-Moeder, die thans reeds vijfen twintig jmr aan geheel ons volk ouder Ja, maar het kwam ook als een bom uit de lucht vallen. Ik moet u eerljjk bekennen, dat ik u Diet begrijp, Geertruitien maal bebt gij een man al esn blauwtje laten loopen, het was een kiezen en schiften zonder eind en nu, neemt gjj den eersten den bosten. Den besten in elk geval, dacht Truitje, maar zij zweeg. De kleine vrouw hield dit na'uurljjk voor de uitwerking ka'er woorden. Zie eens, kind, vervolgde zij, denk ei toch nog eens goed over na, g'j Jenny, houd op 1 verzocht het meisje met vaste stem. Wat geefs u het recht, zoo te spreken? Heb ik mij veroorloofd een woord over uwe keuze te z eggen Ben ik niet altgd vriendelijk geweest tegen Arthur Waarin is hij boven Linden verheven, waarom zou hij brier zijn Ik alleen heb mjj rekenschap te geven over dezen stap, waar van ik de gevolgen alleen dragen wil. Het is onrechtvaardig invloed te willen uitoefenen op een mensch, in eene zaak, die zoo indivi dueel is, zoo geheel buiten de verantwoorde lijkheid van anderen. Maar mjjn God, wind u maar niet zoo op, hernam mevrouw Jenny bedarendwij vinden alleen maar, dat hjj geen passende party voor u is, reeds daarom, wjjl hjj vol strekt geen vermogen bezit. Over Truitjes bleek gelaat kwam een don kere schaduw. Ach, laat het geld toch buiten spel, zoo menig opzicht ten rjjken zegen en ten lichtend voorbeeld is geweestbidt dat zjj nog vele jaren gespaard moge worden voor Neerlands Koningin en volk. Overeenkomstig de ons daartoe door den Apostolisohen Stoel verleende vol macht, geven wy U dit jaar de gewone dispensation in de kerkelijke wetten van onthouding onder de gewone voorwaar den welke dispensatiëu en voorwaarden door de WelEerwaarde Pastoors en Rec toren zal worden afgekondigd. Krachtens Apostolische volmacht ver- leenen wjj aan de geloovigen van ons Bisdom, weder voor dit jaar, d.i. tot aan de 40-daagsche Vasten van het volgend jaar, dispensatie in de ODthoudingswet op alle Zaterdagen, uitgenomen die Zaterda gen welke geboden Vastendagen zyn. Echter vermanen wjj U, om door aal moezen en andere goede werken aan te vallen wat door het gebruik maken van deze dispensatie aan uwe boetedoening ontbreekt. En zal dit 'ons herderljjk schryven op den Zondag Quinquagesima in alle tot ons Bisdom behoorende kerken, alsmede in de kapellen waarover een Rector is aan gesteld,'op de gebraikeljjke wjjze worden voorgelezen. Gsgeven te Haarlem, den lstenFebr. 1904. f AUGUSTINUS JOSEPHUS. Bisschop van Haarlem. Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, M. P. J. MöLLMANN Secretaris. Toen een deputatie uit den Rijksraad een adre3 van hulde overhandigde aan den Czaar, zeide Z. M. na zyn dank te hebben betuigd, «Ik hoop dat Rasland thans evenals vroeger uit deze ernstige, zware beproeving met eere zal te voor schijn komen, en naar binnen eu naar buiten versterkt zal teragkeeren tot de aan gelegenheden van den voor mjja hart zoo dierbaren vrede. Inmiddels heeft de Czaar een dagorde uitgevaardigd waarby by be zeelt uit de de Oost-Siberische infanterie-regimenten No3. 33, 34, 35 en 36 een nieuw Oost- Siberische infanteria-biigede te vormen. De Russkei Invalid meldt dat de tegen woordige commandant van Port Arthur, luitenant-generaal H e s s e 1, tot comman dant van het derde Siberische legerkorps is benoemd. De Fransche Kamer van Afgevaardigden verzocht zjj op angstigen toon, verstoor den schoonsten droom van mijn leven niet spreek er niet van Jenny 1 Maar Jenny vervolgde: Neen, daar zvrjjg ik niet over, want gjj leeft in idealen en men moet u ook eens de werkeljjkheid voor oogen houden, opdat gij later niet al te onverwacht» uit uwen hemel van geluk neervalt. Verbeeldt gij u misschien, dat mjjnheer Erans Linden zoo haastig geweest zou zya met zjja aanzoek als gjj niet juist Truitje Baumhagen geweest waart Zeker niet 1 Ik houd het voor mjjn plicht u te zeggen, dat zoowel mama en Ar thur als ik van meming zjjn, dat hjj in de eerste plaats aan datgene gedacht heeft, wat onze vader zaliger in vaste kapitalen voor ons Zjj verstomde, Ti uitje stond hoog opgericht, in dreigende houding voor haar. —Stel u daarover gerust, JenDy, bracht zjj met moeite uit, ik geloof aan hem en spreek geen woord terverdediging uit. Gjj en de an deren, gij moogt denken, dat ik het u niet verhinderen kan, neen ik kan het u niet eens kwaljjk nemen, gjj zjj zweeg, het bit tere oordeel wilde zjj toch niet uitspreken. Wees zoo goed, mama voor mjj te zeggen, sprak zjj dan veel kalmer, dat ik mjjn gege ven woord houd. Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1904 | | pagina 1