No. 5641 Woensdag 9 Maart 1904. 28 ste Jaargang ®ag6laó voor *3fiooró' on 3&uió*éiollanó. Vondels .Lucifer" in onzen tijd. Truitjes Huwelijk, BUREAU St, Jansstraat. Haarlem. HERM. SMITS Az. BUITENLAND. Balgie. Frankrijk. Rusland. Duitsohland. De oorlog In het Oosten. (HE tOtltllT. ABONNEMENTSPRIJS; Per 8 maanden yoor Haarlemf 1,20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,50 Voor het buitenland Aizonderljjke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. Hjo of dredacteu r-D i r e c t e u r W. KÜPPERS. 2,90 0,03 A1N HEEM AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. Vfn 1—6 regels50 Cenls Elke regel meer7'/» r Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale PuhlicitèEtrangère Q.L. DAÜBE fy Co JOHN., F. JONES SuccParis 31 bis Faubourg Montmartre. Buiten God is 't nergens veilig. {Slot.) Het heilige treurtooneel, door Vondel opgeschoven van Lucifer en al den handel der oproerige geesten, passé tQen in dezen zin toe. De dichter zelf schreei in zjjne opdracht, Ban den Roomsch-keizer Ferdinand III. «Op dit rampzalige voorbeeld van L u- c i f e r, den Aartsengel, en eerst heerlijk sten boven alle Engelen, volgden sedert, bjjkans alle eeuwen door, de wederspan- nige geweldenaars, waarvan oude en nieuwe historiën getuigen En de strekking, door V o nd e 1 aan zyn Lucifer toegekend, is deze«den \erwilderden aard in te toornen en ze den in te scherpen.» Vondel beschouwde de dichtkunst niet anders, dan als een middel tot stich ting en verbetering zyner medemen- schen.1) Is het niet. als hoort men bij het lezen van den Lucifer den profetischen toon, de krachtige Godstaai van I s a a s wanneer hjj den gerechteljjken strjji tus- schen Jehova en zyn weerbarstig en on dankbaar volk schildert: «De machtigen, de hoofden en aanvoerders des kwaads? Zy zullen wezen als werk oi grof vlas hunne gruwelen zeiven worden de vonk, en beiden zullen branden en vergaan in een onuitbluschbaar vuur.» Woorden, die een liefderijken, maar tevens waarschuwenden en piotetischen vloek behelzen «'t Is de aankondiging eener straf, daizendmaal verdiendeen goddeljjke donderslag, de zonde verplet tend en misschien den verharden zondaar uit zyn doodslaap nog opwekkend Hoe billyk en rechtvaardig is de gram schap Gods 1 Alleen den bioze treft ze den ondankbaren, wêerspannigen ver rader, die durft raken aan den appel van God's oog, en, met tergende minachting, de eindelooze goedheid, ten einde toe, bespot Is het wonder, dat onze va- derlandsche V 6 n d e 1, tot het hoogste zyner vlucht verheven, als ongemerkt telkens en telkens in den fijneren ether- stroom van des Heeren dichtkunst over drijft, dat ook hjj scms zingt in dan geest, en als met de eigen woorden der heilige poëzie:» 2), 1) Van Lennep I blads. lit 2) Ontleend van E. J. Pierik Soc. Jes. Can tics Sion L F E O I L L E'T O N, Vervolg.) 36 Mjjn rjjtuig, oom, herhaalde de jonge vrouw. Wacht toch ten minste, verzocht mevrouw Jenny, tot mama's notaris. Dat ontbrak er nog maar aan, bromde oom Heinrich; als Arthur maar hier geweest was, dan was deze vervelende geschiedenis niet zoo dadelgic de vrouwen in handen ge komen. Ik zal laten inspannen, Truitje. Iwe paarden zjjn zeker naar de fabriek, Jenny Een oogenblik geduld dan! Truitje was half versuft bij het raam gaan staan, zg had nog geen duidelijk begrip van de zaak. De heele stad spreekt er over, hoorde zg hare moeder nog snikken. Maar waarover dan toch P 'L\j beproefde zich met geweld tot na denken te dwingen, maar het ging niet. Doch dit eene stond haar duidelijk voor den geest: Het is niet waar. Z|j balde de kleine vuisten in de glacé handschoenen. Leugen 1 leugen 1 kwam het over hare lippen. Maar als een dichten nevel had deze leugen zich over haar jong geluk ge .Heilig! heilig! nog eens heilig/ Driemaal heiligEer zij God 1 Buiten God is 't nergens veilig Heilig is het hoog gebod Vondel, «dichter boven allen en dich ter met zjju gansche ziel rjjst iu zyn Luciferals in zoovel e andere inspiratiën van zyoe gewijde Muze, vóór de geestes oogen zijuer lezers als een wreker, vei- kondiger en tolk der wet God's. Hjj pre dikt, zouder zich als boetgezant op te werpen, maar altjjd getrouw aan het verheven doel, dat by nastreeft (ol. «den verwilderden aard in te toornen, en zeden in le scherpen») de immer ware, onfeil bare, onloochenbare les, welke als met gloeiende staven in het diepste des hal ten behoort gegrift te worden //Zie 's Heeren vrees, dit is de wjjsheid van 't kwaad te wijken, dit is het verstand! 2) Ach hadden zy het altjjd begrepen, zy die zoo dikwyls eene roekelooze hand te gen het heiligdom des Heeren durfden uitsteken! Hadden zjj den Heer gevreesd, die toch zoo duidelijk heeft gesproken, hoeveel volkomener en gelukkiger zon-, den zij niet slechts de ai rdsehe bloemen maar ook de hemelsche vruchten van God's rechtvaardigheid en liefde hebben genoten. Zoo zoekt V o n d e 1 in zij n heilig treur - tooneel de krashtigste trekken en bedient zich van de treffendste beelden en beeld rijkste uitdrukkingen. Geen gewyde dich ter heeft het verder gebracht in het krachtig uitdrukken der gedachte, of in warmte van tint. Het zyn «als met jjzer gewapende, en als de bliksem branden de pijlen, die van zyn boog ontvlieden»3) Vondel is sierlijk en verheven, beeld- rjjk en deftig en niet minder door rjjk- dom en overvloed, dan om zjjn kracht en statigheid verwonderlijk. In de gedachte vinden wjj eene onge looflijke verheffing, majesteit, goddelijk heid in de beelden de tnffendste geljjk- heid, waardigheid, schoonheid, viucht- baarheid, gepaard met de keurigste af wisseling, in de uit drukking eene bui tengewone sierlijkheid, en, by zoo groot eene donkerheid der zaken die hjj heelt voor te stellen, een verwonderlijke klaar heid en duidelijkheid. De lezer houde het ons ten goede, dat wjj ons een oogenblik uitsluitend met den 1) Lucifer, Toezang, einde eerste bedrgf. 2) Job. XX ?m. 3) mgr. Pl&ntier over liederen en proza van Mozes. legd, zoo beklemmend dat zg naar adem hijgde. Zal ik met u mede rgden? vroeg Jenny achter haar. Juist kwam het rijtuig over het marktplein. Ik dank u. Tusschen mijnen man en mg mag geen derde staan, klonk het vlijmend scherp. Gg ziet er zoo ontsteld uit, steunde haar moeder. Dan is het zooveel te beter dat ik gauw thuis kom. Maar zeud dan toch dadelijk een bood schap. Misschien gelooft gg wel, dat hg mg slaat? vroeg ig niet minder scherp en maakte zich gereed de kamer uit te gaan. Kind! kind! riep meviouv Baumhagen, en strekte de armen naar haar uit, gebruik toch uw verstand; wees toch niet zoo verblind als de daadzaken spreken. Maar zg keerde zich niet meer om, kalm nam zg in de gang haren mantel van den kleerenstandaard. 8ophie keek met angstige oogen naar het stille, bleeke gezicht der jonge vrouw, die geheel vergat, de oude dienstbode een vrien- delgk woord toe te voegen. Bg de trede van het rgtuig stond oom Heinrich. Ik wil u begeleiden, Truitje, sprak hg. Zg schudde bet hoofd. Het is zuiver egoïsme van mij, Truitje, vervolgde hg. Als ik niet weet, hoe het bij u thuis wordt, ben ik bet overige gedeelte van den dag ziek. vorm van het heilige treurtooneel hebben bezig gehouden.'s Dichters bescheidenheid heeft hem doen schryven, dat «de persona- giën, die de stellagie des tooneels stof feerden enhun rollen speelden, zocdanig en zoo heerljjk waren, dat ze eenen heerljjker stijl vereischen en hooger laarzen, dan hy haar zou weten aan te trekken.» Te genover sulk eene verklaring van onge noegzaamheid behoort in velerlei toon aarden het tegendeel luide verkond'gd te worden. Maar het wordt tjjd om onB van V o n d els spreekwyze te bedienen dat wy sluiten, en een kosteljjk borstju- weel aan de keten onzer beschouwing over den ODgeëvenaarden Lucifer hangen. Vondel wjj leggen daarop nog maals deu wijsvinger heeft den Luci fer geschreven, «ten klaren spiegel van alle ondankbare staatszuchtigen, die zich stouteiyk tegen de geheiligde Machten en Majesteiten, en wettige Overheden, dur ven verheffen.» Hy vergelykt elk Chris tenrijk by een schip in wilde zee, aan alle kanten bestormd en in nood van schipbreuk, zoodat het «ten hoogste de eendrachtige eerbiedigheid tot het gezag vereischt, om dan algamsenen erfvjjaud des Kristen naams te stuiten, en den Ryksbodem en zijne grenzen tegen den inbreuk der woeste volken te veiligen en te sterken.» De actualiteit van den L u c i f e r in het licht te stellen, de leerzaamheid voor onze eeuw van muitery, verzet, oproer eo dwingelandjj aan te toonen, tewjjzen op de verhevene strekking iotioming van den verwilderden aard en inscherping der zaden, ziedaar wat ons bewogen heeft om op den 200sten verjaardag van het heilige treurtooneel de pen ter hand te nemen. «De oude en nieuwe historiëa tomen, hoe geweld, doortraptheid en listige aan slagen der ongerechtigen, met glimp en schjjn van wettigheid v irmomd, ijdel en k rachteloos zyD, zoolang God's Voorzie nigheid de geheiligde Machten en Ssam- men handhaaft, tot rust en veiligheid van allerhande Staten, die zonder een wettig Opperhoofd in geene burgerlijke gemeenschap kunnen bestaan.» Zoo schreef Vondel nog in zjjne opdracht aan deu Roomsch-keizer Fer dinand. En wjj, die ons verheugen in eene christelgke meerderheid, een segen, waar op zoovele weidenkenden moed dragen, wij zingen met een erkentel jjken blik omhoog, met onbeklemde borst, den dich- Neeo, oom, wij hebben samen niemand noodig. 't Is beter, dat we elkander onder vier oogen spreken. breek niet dadelgk dea staf over bem, mgn kind, sprak hg zacht. Dat behoeft ge mg niet te zeggen, oom Heinrich. Hij lichtte den hoed op boven den ka len schedel. Er lag iets eerbiedigs in zgne oogen. Vaarwel, Truitje, beste, kleine Truitje, als ik mgn zin had kunnen doordrgven, zoudt gg er niets van vernomen hebben. Zij knikte hem ernstig toe. Het is zoo goed, oom, dan reed zg den zelfden weg terug, waarlangs zg gekomen was De regen kletterde tegen de rammelende ruiten en trommelde op de lederen kap van het rgtuig, en de tocht ging zoo langzaam. De jonze vrouw staarde naar buiten in het nevel achtige landschap; de bloemenpracht was ver waaid, de witte bloemblaadjes dreven in de plassen van den straatweg. Eene enkele zonne straal maar! dacht zg, het weder drukte haar geheel ter neer. Hoe belachelgk ter van het heilig treurtooneel na: Gezegend is het Bgk, gezegend zijn de volken, Daar zgn voorzienigheid genadig 't oog op houdt, En hem de weegschaal wordt van 't heilig recht betrouwd: Een arend brocht zgn zwaard en schepter uit de wolken, Een kroon verciert het hoofd, ter heerschappij Dit hoofd verciert de kroon, en schept «en gulden tgd.» 1) 1) Op zijne Keizerlgke Majesteit Ferdinan- dus den Derden. Amsterdam. ERRATUM. In ons nummer van Zaterdag j. 1. is door verzuim van den zetter een gedeeltelgke zin in het hoofdartikel weggelaten. Men leze ach ter den volzinWaren de gunsten, door Philips aan de Spanjaarden boven de Neder landers toegestaan, de eerste aanleiding tot den opstand der Edelen, zoo waren ook de gunsten, door God aan deu mensck verleend, de eerste oorzaak van'den"val der Engelen. Het Belgische Koningsproces wordt te Brussel voortgezet, een groote menigte woont de terechtzitting bjj. De heer Paul Jansoo eindigde gis teren zyn pleidooi voor de gravin de Lonyay. Hy besprak de quaestie van de rechtmatigheid der vordering, en poogde aan te toonen, dat een huwelyks- contract om geldig te zyn, voor een no taris moet worden opgemaakt. Het ge- meene recht bestaat evengoed voor Ko ningen, zeide bij, als voor andere bur gers. De advocaat eindigde zyn pleidooi, met een beroep op den Koning. «Het is nog tjjd», ,riep hy uit, «dit proces te staken, dat de openbare meeniog in België op windt De advocaat voor den Koning, de heer Wiener, zette breedvoerig uiteen, dat vorstelyke huwelijken volgens de con ventie en volgens de diplomatieke over eenkomsten worden gesloten, die werke lijke internationale tractaten vormen. Hjj haalt daarvoor verschillende voorbeelden aan en concludeert daaruit tot de wet tigheid van de huweljjksacte van koning Leopold II. De debatten zullen Woensdag worden voortgezet. De brutaliteit der Regeering van de Franecbe Republiek kent geen grenzen. Behalve de Aartsbisschop van Lyon zyn ook de Aartsbisschoppen van Parys, Reims en Toulouse, die zich verzet had den tegen het wetsontwerp op de ophef- Frans, ik moet u nog iets vertellen, maar 't is belachelgk, Frans I Denk eens aan, gg hebt iemand tot een bitteren vijand gemaakt, en zijne wraak is zoo bespottelgk, hg beweert zg lachte nu werkelijk .Ja, zoo zou het gaan. Daar reed zg juist den wachttoren voorbg. Waaraan dacht zg toch ook, toen zg heenreed? Ja juist, een diepe blos bedekt haar gelaat aan de wieg op denzolier. Zg zag het oude meubelstuk zoo duidelgk voor zich; twee roode rozen waren aan het hoofdeinde geschil derd, in het midden een vergulde ster en daaronder stond; //Gelukkig dengeen, die vreug de beleeft aan zgne kinderen.» Zg stak de hand in den zak en haalde het aanteekenboekje eruit de wagen kroop 'zoo langzaam tegen den berg op, zij kende de woor den nog hiet heelemaal, zg moest het nog eens lezen //Toen ik voor dag en dauw te velde ging, //En gg nog sliept met purperroode wangen', //Toen keerde ik op den weg my jjiingg om „En zag mgn huis, omringd door lenteprscht, toch! Hoe kon zg zoo on- 1 der den indruk komen van dwaze redeneerin- I gen! Mama zag altgd somber inen, al sprak xr t-"""' zg ook altgd de wiarheid,— deze geschiedenis «f1 nestJe» eerst onlangs opgebouwd, l had men haar op den mouw gespeld. Arme venster «ras omzankt door wilden win Frans! Nu zal »Een zwaluwpaar vloog van den schoorsteen [neder. het ergernis geven, het eerst e verdriet! Zg wilde het hem op schertsenden toon mededeelenna het diner, als alleen in de kamer waren, zou zg zg zeggen, [geid „En met een zienaarsblik heb ik daarbinnen [u aanschouwd. //Voor een klein wiegje laagt gg neergeknield fing van congreganistisch ond erwys, on der beschuldiging van ambtsmisbruik ge dagvaard om te verschjjnen voor den Raad van State. —Men verwacht in Frankrjjk een spoe dige mobiliseering van de vloot. In mn- riuekringen houdt men rich levendig be zig met het in staat van verdediging bren gen der kustplaatsen aan het Kanaal. De onderzeesche booten Francais en Al- génen zullen weldra ter verdediging van Duinkerken uit Cherbourg, vergezeld door een torpedoboot daarheen vertrekken. De Czaar heeft besloten de oorlogs schepen Warjag en Korejetz, die teTsje- moelpo verloren gingen, weder te laten herbouwen geheel volgens hetzelfde mo del. De Czaar zal de kosten voor zyn rekening nemen. De Warjag alleen heeft 12 millioen roebel gekost. Te St. Petersburg verneemt men dat de Sb ah van Perzië bevel heelt ge geven, dat de Afghaansche grenzen in staat van verdediging gebracht zullen worden30,000 man zyn daartoe naar de grenzen gezonden. Op zyn tocht door de Middellandsche Zee zal keizer Wilhelm koning V i c- tor Emmanuel van Italië ontmoe ten. Het Journal des Debats meent te weten, dat ook de heer Loabet, pre sident der Fransche Republiek, den Duit- schen Keizer op zee zal ontmoeten. Dit bericht wordt echter voor alsnog vry fan tastisch gevonden. —•Zonderling moet Prins Prosper V o n Aremberg zich in den laatsten tjjd en ook voor den Krygsraad, waar voor hjj terecht stond, gedragen hebben. De doctoren hebben verklaard, dat de Prins, door erfelyke belasting en tenge volge van zyn buitensporige levenswjjze, niet toerekenbaar is voor zjjne daden. Omtrent het raadselachtige bombar dement van Wladiwostok, waarby da Japanners voor vier ton kruit hebben verschoten zonder de Russen zeer te doen, wordt niets naders gemeld. Van een schjjnaanval der Japanners om elders hun slag te slaao, wordt eveneens geen melding gemaakt, daarom is ons bet bombardement even raadselachtig als on- Eigenaardig is ook, dat Zaterdag jl.nit New-York melding werd gemaakt dat de schepen van het Wladivostock-eskader nadrukkeljjk bevel hadden ontvangen om zich niet van de batterjjea te verwjjderen. Wanneer dit bericht op waarheid gegrond is, Ijjkt het telegram betreffende het bom bardement, al heel bespottelyk. Is het echter waar wat de Weekly Dis patch mededeelt dat de Russische vloot Wiadiwostok verlaten had en Donderdag bjj Gensan gezien was, dan zouden de //En zongt een wiegeliedje voor den lieven [kleiae, //Van zgnen vader, die in bosch en veld ter [jacht was. //En wat schoons zou medebrengen voor zgn [jongen.// Zg liet het blad zinken; zg wist immers, vrellc lied hy meendehet oude wiegeliedje, dat zg eens voor haar petekind gezongen had, toen hij daar buiten voor het raam luisterde; hg had het haar verteld en ook dat hg op dat oogenblik geheel onder hare bekoring ge raakt was. „Nu komt vadertje ganw, Thuis uit het groene woud.» Zg drukte het boek tegen de lippen. Ach hoe ver was zg verheven boven mensohenhaat en elke kleingeestigheid, hoe nietig, onbedui dend schenen ze haar toe in vergelgking van deze gelukkige verwachting. Daar waaide een blad er uit, blauwachtig schrgfpapier. Zg nam het op, het was een stuk van een brief, op den onbeschreven kant aan- teekenmgen van Frans' haad: Een halven een- tenaar graszaad, het adres van eene fabriek van landbouwgereedschappen en machineriën. {JTortU vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1904 | | pagina 1