5708
Dinsdag 31 Mei 1904.
29ste Jaargang
^DagBlaó voor s&looró-on S/uió-éLollanó.
Wees blijmoedig.
HET geheim
vaD een Vorstenhuis,
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen
Hoofd re dacteu r-D irecteur W. KÜPPERS.
BUREAU St.gJansBtraat. Haarlem.
f 1,20
1,50
2,9C
0,03
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meer 7l/«
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale PublicitéEtrangèrt
G.L. DAÜBE Co JOHN., P. JONES SuecParis 31üi Faubourg Montmartre
Wie ouzer keut niet dezen uitstekenden
levensgezel.Wees dus blij moed g lezer, in
alle omstandigheden des leveQS.
Wien is het onbekend dat zgn al- of
niet tegenwoordig zgn oorzaak is voor
een groote mate van 'smenschen geluk oi
ongeluk.
Ons verblijf op aarde is nu eenmaal
volgens het oude heilige woord een bal
lingschap, een strjjd, onze dagen zgn a's
van een huurling.
Dit land van verbauning kan rgeen
paradjjs meer zgn, de oorlog dien wg„te
voeren hebben, sluit allen vrede uit, de
slaaf kent geen levensgenietingen, maai
harden arbeid en een ellendig bestaan.
Daarbij die oneindige reeks van ram
pen en slagen, welke de menechen-ge-
slachten, allen, en van deze weer familie
naast familie bg voortduriog kwellen! D e
tegenspoeden en ongelukkea, die ziekten
en dood, hoe zouden ze zonder iavloed
bljjven op onze opvattingen en onze stem
ming!
Wat al teleurstellingen, wat al mis
kenningen, wat al afgnnst en meer, kwelt
den mensch, en toch weerklinkt er zoo
dikwjjls in 't gesohrei en ach-9n-weege-
klaag een heldere schaterlach, een gulle
vroolgkheid, toch zgn er menschen, en
niet weinigen gelukkig, die de ellenden
van zich afschudden als van hunne
kleeren het stof, die voor een^oogenblik,
Boms een dag of langer diep terneer ge
drukt door ondervonden leed diep voelen
maar zich weten op te heffen en als ont
waakt de toekomst met blijmoedigheid
ingaan.
En de sleutel van dit raadsel? de oplos
sing van dit geheim,?
Dat zjj zich gewoon hebben gemaakt
nimmer dien goeden gezel van ecbt chris
telijke blijmoedigheid nit bun gezelschap
te verjagen.
DeB morgens en dei avonds, bg dag en
bg nacbt, zoo goed als bg voorspoed ook
bg tegenspoed, leerden zij nooit, zich
zondar rede of gedachte laten leiden door
de omstandigheden, maar integendeel ze
te beheerschen, en, daarover meester
bljjvende, ook niet te vervallen, zoo min
als in overmatige uitbundige vreugde,
in een toegeven aan sombere droefgees
tigheid.
Omdat za van het geluk,,hier op aarde
genoten, steeds de broosheid beschouw
den, en van het oageluk ea de rampea,
'FEUILLETON,
51
Vervolgd
//Vader,// zeide zij, //eene vrouw uit Buchau
verlangt u te spreken.//
//Welke vrouw?//
//Zjj noemt zich Elsje en zegt dat zjj bjj
den overleden Brand heeft gediend.//
/rik kan voor deze vrouw nietsjdoen, geef
ha»r eenen thaler Bedelwerk
„Dat is het niet, vader, wat zij vraagt.//
Wat dan?//
Naar zjj zegt, wil zjj inlichtingen nopens
den jongen Brand
«Donder en bliksem
«Wordt toch niet driftig, vader!
«Moet ik dan op mjjne knechten passen,
alsof zjj mjjne zoons waren
«Gij hebt hem naar de fabriek gezonden,
vader, en hjj is sedert
«Dat is waar... bij klaarlichten dag. De
ondankbare, in wien ik zooveel vertrouwen
stelde, is niet gekomen. Meer we.t ik er niet
van, meer kan ik er niet van weten.
De dochter week ontsteld achteruit voor
den toorn haars vaders, wiens oogen met bloed
gevuld schenen.
Hjj liet zjjn groffen vuist op den lesse;
het voorbijgaande niet uit het oog ver
loren.
Z<ke-, hei leveu is geen carnavalsdag;
het vraagt en eischt, h:t beeft eeu volle
recht op eeu ernstige opvatting. Bg een
sterfgeval het uit te gieren van pret, bg
een zwaren tegenslag te schaterlachen,
zou allicht gekrenktheid verraden van
hersenen.
Doch er zgn er, die altijd met hun oog
de wolken zoeken, en daarom het heerlgk
gouden zonnelicht niet zien, dat de hemel
zoo gul laat schgnen.
Aak'iig, somber, droefgeestig, huive
ringwekkend kan zoo'n landschap toe
scheen, als in waarheid een zwarte
wolk het hult in schemerdonker. Geen
kleuren, geen leven, en, als 't oog de
spiegel onzer ziel genoemd wordt, dan
werpt die spiegel hier al dat trieste en
doodeche ia oas gemoed terug.
Diep kan me.i z cb in zulke 2aken ge
krenkt gevoelen wanneer minachting het
deel wordt van edele handelingen.
Maar de wolk is voorbg gedreven. Hei
licht, het sprankelend fel-sehgnend licht,
toovert goud en schept leren, en het trilt
op in ons gemoed en big oordeelend
noemen wg Gods natuur overheerlijk.
Die geen zonneschijn, maar wolken
te zoeken gewoon is, wendt nu 't hoofd
schuw af, de arme, en zegt dan dat er
niets dan wolken zjjn en de zon nimmer
straalt.
Wat doet blijmoedigheid ons goed, altgd,
overal.
Als bet werk begonnen wordt, daa ver-
lriscbt z) onze krachten, dan zet ze de
muizenissen uit het hoofd: als de volle
zwaarte on3 neerdrukt, dan heft za ons op,
sterkend, steunend, en ze kroont het einde
op dubbele wijze.
Wordt de sombergestemde, de zwaar
tillende, de droefgeestige vermeden, den
bljjmoedige omringt meu zoo gaarne,
want zgn tegenwoordigheid is medicijn.
Ea bjj dit alles, 't past zoo schoon in
't Christelijk karakter, dat de wereldsche
ellenden ter zjjde pleegt te zetten, om bjj
voortduring ons te wjjzen dat een vader
land ous wacht, waar elke traan gedroogd
zal worden en elk Igden vervangen door
verbljjden.
Als mensch derhalve, maar als Christen
vooral, met bigden moed het leven door
gegaan! Dan, maar ook dan alleen, zgn
geen zorgen te zwaar, oog en hart naar
omhoog zal de mensch met z/ete hoop
vervullen op eene gelukkige eeuwigheid,
—o
Drankmisbruik.
Wg breugeu ia herinne ing waartoe
drankmisbruik den meosch brengen kan.
1. De gezondheid wordt geruineerdZe
nuwkoorts, waterzucht, lougontsteking,
uittering, zgn des drinkers aandeel en
wachten op hem.
2. üêt vermogen gxat ellendig te gronde.
De scbuldeu groeien, bet gewin Loudt
op, de drinker valt de openbare armen
zorg ten laste, de kinderen moeten bjj
vreemde meuschen ondergebracht worden.
3. De vrede wijkt uit het huis. De vrouw
schimpt, scneid', weent en beschouwt deu
dronkaard, haren man, als haren levens-
vtrgdtiger. De kinderen verachten en
verafschuwen hunnen vader.
_4. De dronkaard verliest zijn eer. Nie
mand wordt dieper veracht dan de dronk
aard.
5. De dronkaard vernedert zich ben eden
het dier. Is de mensch bedronken, dan
is het ellendig met hem gesteld naar li
chaam en geweten.
6. Het getal zonden stijgt tot het on-
eindigde. Zonden in gedachten, in woor
den, en handelingen, die da dronkaard
zelf begaat of waarvan hij oorzaak is bjj
anderen io en buiten het huis, root al
door het slecht voorbeeld aan zjju kinde
ren Welke verantwoordelijkheid
7. Hoe sterker ds gewoonle hoe moeilij
ker de bekeerinq. En dan Allicht zal
de dronkaard in zgn zonden sterven
Welk een einde!
8. Eindeljjk herinneren wg aan het
woord van den H. Paulus aan de Co-
rinthiërsGeen dief, geen vrek, geen
dronkaard zal het rjjk Gods binnen
treden.
BUITENLAND
nasr vallen, dat het zware meubel beefde.
Ga, riep hij met forsche stem, zeg dat
aan dia vrouw. Zoo mjj iets ter oore komt
over den lichtzinnigeu knaap, dien ik niet
had moeten zenden, zal ik het te Buchau la
ten weten. O, wij zullen nog schoona dingen
hooren
Louise wist niet wat te beginnen. Zij stond
te beven en aanschouwde haren vader, die
haar den rug had gekeerd- Een schrikkelijk
voorgevoel fluisterde haar toe: hjj weet meer
dan hij zeggen wil. Zjo had haar vader zich
nooit tegenover haar getoond. En dan het
gesprek, dat hjj mat den woest uitzienden
man had gevoerd, het geld dat deze waar-
schjjnljjk van hem ontvangen had
Slechts met onbeschrijfelijke m leite kon het
arme meisje de tranen tegenhouden, die uit
hare oogen wilien dringen.
Eensklaps wendde zich de meester timmer
man tol haar, zeggende
Zijt gij nog niet weg? Ga naar de kerk
en bid daar met uwe moeder
Met zwaar hart ging Louise heen. Bid daar
met uwe moeder, had haar vader gezegd, die
zelden en slechts gedwongen de kerk bezocht.
In deze woorden lag een onmiskenbare
hoon en deze hoon kon niet de zaak, maar
hare moeder gelden.
In deze woorden lag eene ruwheid, die het
fijngevoelige meisje diep kwetste.
Kan een kind gelukkig zjjn, dat eene
scheinheilige moeder en eenen ruwen vader
bezit? De dierbaarste wezens waaraan zich een
kind hecht, schjjnen in dat geval hatelijk en
Engeland.
De Koninklijke commissie in zake de
hervormingen der vrjj willigs militie, heeft
heden eeu opzienbarend verslag uitge
bracht, waarin zij verklaart, dat dienst
plicht het eenige doeltreffende hervor
mingsmiddel is, tot weertaarmakiug van
het Bntsche volk. De commissie zet uit
een, dat aigemeene oefenplicht den alge-
meenen weerplicht moet vergezellen, maar
de weerplicht gen beboeren niet allen het
kazerneleven te Isiden.
Volgens de raming der commissie be
schikt Engeland over 380,000 twintig
jarigen de helft daarvan behoort jaar
lijks in den wapenhandel geoefend te wor-
üen, met verplichting desuoods onier de
wapenen te komen. Bionen drie ja-en
zou Eigeland langs dezen weg gaan be
schikken over circa 350,000 man voor
de iandsdefensie. De commissie stelt voor
de vrijwilligers te reorganiseeren. Het
advies der commissie is feitelgk met
aigemeene stemmen genomen alleen S i r
Ralph Knox ontkende dat dienst
plicht nooJig zou zgn.
bjjgevolg verachtingswaardig.
Elsje zat ineen gedoken op eenen stoel.
Welnu, kan ik den meester spreken?
vroeg zij haastig.
Louise gaf haar behoedzaam de Verklaring,
welke zjj geven kon.
Vader wil navorschingen doen, zoo be
sloot zij. Ik zelve zal onderzoeken en u doen
weten wat ik verneem,
Weet de meester dan van niets? stamel
de de meid.
Louise schudde het hoofd.
Zij durfde hare lippen niet openen, vree-
zend te verraden, wat er in haar omging.
Waarom weent gij? vroeg Elsje Lieve
Godl gjj moet stellig meer weten dan gjj zeg
gen wilt, verzwjjg mjj toch niets, mjjne onze
kerheid is vreeseljjk!
Ik heb Albert gekend, geacht en geëerd
wjjl hjj steeds vlijtig en fatsoenljjk was; zjjn
lot gaat mij ter harte. Ach, ik zelve wou
gaarne zekerheid hebben.
Waarheen zal ik mjj wenden? Elsje, wjj
zullen ods vereenigen en te zamen navorechen.
Gjj te Buchau, ik hier.
Dat zullen wij.
Maar men spreekt van eene reis, welke
Albert gedaan heeft.
Weet gjj daar iets van,
Wie spreekt daarvan?
Vader.
—Boe is het mogeljjk?
Ik lees op uw gelaat, dat eene heimei jj'
ke reis heeft plaats gehad.
Mjjn God, ja, 't is waar.
De onderzeeeche mijnen.
Naar aanleiding van den Rnssisch-Ja-
panschen oorlog vestigen wg de aandacht
op het gevaarljjkst zeeoorlogsmiddel van
den tegenwoordi gen tgd de onderzessche
mijnen, veel gevaarlijker dan de onder-
zeesche booten.
Men heeft, naar aanleiding der jongste
vetnielingsuit'indiDgen wel eens gezegd,
dat eeD der meest afdoende middelen om
het nitbreken van den oorlog te voor
komen, juist gelegen was in die uitvin
dingen. Tot dusver i9 dit nog niet be
waarheid, doch de mogelijkheid is geens
zins uitgesloten dat, na hetgeen nu reeds
tengevolge van die mjjuen zoowel ten
nadeele van Rusland als van Japan is
voorgeva'len, deze zaak later een onder
werp zal uitmaken van internationale be
sprekingen, die misschien znllen leiden
tot de algemeen9 erkenning vaa het on
geoorloofde om van dergelgke middelen
gebruik te maken, ook wegens het groot
gevaar dat daaruit voor schep an van on-
zjjlige Staten kan ontstaan.
Wtrden die mjjnen nu nog op be
paalde plaatsen gelegd, van waar zjj niet
konden wegdrjjvea ea waren zjj alzoo
een soort van onderzeesche vestingwerken,
dat zou dit een waarschuwing voor den
vjjand kunnen zgn om de onv ilig ge
maakte plaats niet ta naderen. Maar de
wjjze, waarop men in den tegenwoordi-
gen ooriog van die iaderdaad helsche
werktuigen gebruikt maakt, is een oor
logvoeren op de meest barbaarsche wgze
ea zeker onwaardig de StateD, die zich
tot de beschaafde landen van Europa of
Azië willen rekenen.
Zoo verhaalt men nu dat de mjjnen
van de Russen, die thans vrjj in onzjjdige
wateren ronddrijven in de richting, waaiin
zjj door wind en stroomingen gevoerd
worden, zgn zoogenaamde kettingmjjneo,
door één ketting saamverbonden. Wan
neer das een schip op een dier mjjnen
stoot, dan slaat de geheele mjjnketting
tegen het schip en is het dus oumiddel-
ljjk reddeloos met zgn geheele bemanning
verloren.
Dat men in Engeland voor zulk een
vreeseljjk gevaar beducht is, is licht ver-
klaarbaar. De Eogelscbe pers beziet de
zaak meer van een materieel standpunt
en zegt dat wanneer aan een schip van
een onzjjdige Mogendheid en er zjj a
verschillende van die schepen in de on
middellijke nabjjheid vaa het oorlogster
rein het ongeluk overkwam op zulk
een mijn te stooten en daardoor te gronde
te gaan, Rusland ontzagljjke sommen als
schadevergoeding voor schip en beman
ning zou hebben te betalen. Natuurljjk
zou dit ook voor Japan gelden, wanneer
een onzjjdig schip door een Japansche
mijn zou vergaan.
Of het na altgd mogeljjk zal wezen
met zekerheid uit te maken door welke
van de oorlogvoerende partjjen ds
mjjnen zgn gelegd, gelooven wjj niet,
Wg herinneren ons toch dat na het ver
gaan van het groote Russische oorlogs
schip, veel strjjd is ontstaan omtrent de
vraag of het Bchip gestooten had op een
door Rusland dan wel door Japan gelegde
mjjn.
Ook om aan die moeieljjkheid te ont
komen, maar vooral nit het oogpant der
menscheljjkheid, is het te wenschen, dat
het gebruik der onderzeesche mjjnen al
gemeen zou worden verboden, behalve
dan wanneer dit een middel van verdedi
ging kan zgn tegen het binnenloopen
van een vjjande'.jjke vloot in de haven
van den tegenstander. Stoot een vjjande-
Ijjk schip dan op znlk een mjjn, dan bljj-
ven de gevolgen natuurljjk wel dezelfde,
maar dan heeft men te doen met een ge
val van wettige zelfverdediging.
Italië.
In de vertrekksn van Z. Em. kardinaal
Merry del Val, staatssecretaris van
Z. H. P i u s X, heeft eene vergadering
plaats gehad van Kardinalen beboorende
tot de Congregatie der buitengewone ker-
keljjke aangelegenheden. Besproken werd
het geschil tusschen den H. Stoel en de
Fransche Republiek.
Bulgarije.
Het schjjnt vast te staan, dat prins
Ferdinand van Bulgarjje, op herhaald
verzoek van den Sultan, een bezoek zal
brengen aan Konstantinopel. Het Bal-
gaarsche Kabinet verwacht ran de reis
den Vorst naar den Saltan veel
van
Om hier met vracht te kannen werken
Elsje, is het noodzakelijk dat ik alles weet,
ook wat die reis betreft.
Elsje begreep dit en vertelde al wat zjj ervan
wist. Zjj geloofde niets verkeerd te doen
met zich met de dochter van den meester
timmerman tot Albert's geluk te vereenigen.
De goede vrouw ver:weeg ook met, dat
vader Braad deze reis meer daa eens had on
dernomen en bracht hiermede hare gissingen
nopens de afkomst van den jongeling in ver
band, die, naar men algemeen,zeide, een von
deling moest zjja.
Louise had verwonderd geluisterd.
Uit deze mededeeling putte zjj de hoop,
dat haar geliefde niet verongelukt of door
een vjjand gedeerd was.
—Ja, riep zjj, zjjn verdwjjnen zal met deze
reis in verband staan.
Ik denk, voegdj Elsje er aan toe, dat
hjj de zoon moet zqn van aanzienljjke ouders
die hem om eene oi andere reden weggegeven
hebben en du erkennen willen, nu hjj zulk
een heerljjk joDgsling geworden is.
Want men moet het hem toegeven; hjj ge-
ljjkt volstrekt i^a geenen timmermansknecht.
Dikwjjls heb ik er mjjne gedachten laten
gaan.
Maar waarom heeft zjjn pleegvader niet
beter voor hem gezorgd?
Hjj had toch inlichting moeten geven.
Wel, Brand was een wonderljjk menschl
riep Elsje driftig.
Dat hjj iets op zjjn ziel bad, is stellig.
Waarom wilde hjj immers zijne zuster spre-
Duitichland.
Een allertreurigst geval heeft zich te
Freiburg in Badea voorgedaan. Dr. Rie-
g e r, een der geestelgken van het bisdo m
Freiburg die reeds geruimen tgd blgken
gaf van verstandsverbijstering, waarom
hem de vergunning om godsdienstonder-
wjji te geven was ontnomen, heeft in een
vlaag van vervolgingswaanzin uit een met
scherp geladen revolver eeu schot gelost
op Z.D. H. Mgr. N r b e r, aartsbisschop
van Freiburg.
Te Tillowiti zgn in «en logeerzaal
der koralenfabriek vjjjeugdige Poolsche
meisjes door een gasont mapping gestikt.
Oo 3tenrijl£-Hongarije.
In Weenen wordt van niets anders ge
sproken dan van de geheimzinnige ver
dwijning van professor M e i s s n e r, pro
fessor aau de Universiteit tj Göttingen
en directeur van hetphysiologiscb in
stituut. Hg zou voor zes dagen met een
lief jong meisje uit Göttiageo getrouwd
zjja. Zg scheelden veel in leeftgd waar
om er velen tegen dat buwelgk gekant
waren. Hjj had in het belang van het
meisje ïat engagement willen verbreken
doch zg had hierin niet toegesteml.
Op den bewasten dag verscheen de braid
alleen in de kerk en kwam tr ook zon
der echtgenoot uit. Zg heeft geen enkel
spoor van professor M e i s s n e r kannen
ontdekken.
ken? Waarom heeft hjj Albert den laatsten
Zondag naar de stad gezonden? Toen mevrouw
Wiprecht kwam, was het te laat.//
Nog ,lang spraken zjj te samen, zood&t
Louize alles vernam wat in Brands huisje
was voorgevallen.
Toen Eitje heenging, zeide zjj
„Nu ben ik gerust. Maar gjj zult niets
verraden van hetgeen ik n heb toevertrouwd
niet waarP«
«Geen woord,verzekerde Louize.
Toen ze op straat was, dacht zjj
„Men kan het mjj niet uit het hoofd pra
ten dat Louize van Albert houdt. Voor haar
mag ik mjjn hart wel uitstorten, het doet
mjj goed. Ach, kwam de arme jongen maar
terug
Zjj zette haren weg naar het dorp voort.
Louize stond aan het venster.
«Albert, de zoon eener voorname familie,//
dacht zjj.
Zoo hjj dit is, zal hjj mjj zeker niet
verlaten, want hjj is een brave jongen en hjj
zal mjj getrouw bljjven.
Zoo rjjkdo n en rang zjjne gezindheid moe
ten veranderen, had ik liever 4a' hjj tim
merman bleef
De naam van Brand is zoo eerbaar als een
andere.
{Wordt vervolgd.)
(«tilt IT.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DEB ADVERTBNTIEN.