No. 5777
Dinsdag S3 Augustus 1904.
29ste Jaargang
en a&uió-<9CoUanó.
Geen reactie.
HET GEHEIM
vaD een Vorstenhuis.
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
f 1,20
1,50
2,00
0,03
Hoofd re dacteu r-D i r e c t e u r
BUREAU St, Jansetraat. -
W. KUPPERS.
- Haarlem.
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meer 77, .r
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
AGrITE MA NON AGITATE.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale PubliciléEtrangère
G.L. DA UBE 4r Co JOHN., f. JONES SuceParis 31ói« Faubourg Montmartrt.
Generaal resultaat der verkiezing voor
da Algemeene Raden in Frankryk. Van
1410 leden, die vervangen moesten wor
den, waren 774 miniiterieelen, 579 anti-
minislerieelen eD 57 onzekeren. Er zya
thans in de Algemeens Raden 883 mi-
nisterieelen, 48o anti-ministerieelen en
41 onzekeren. De ministerieeleu hebben
dus 109 zetels gewonnen. Eu zulks op
het oogenblik, dat de Regeering haar
strjjd tegen Rome, tegen de Katholieke
Kerk ten einde toe doorzet, dat alle di
plomatieke betrekkingen met Rome wor
den afgebroken, dat htt Concordaat gaat
opgezegd worden, dat de kloosterlingen
uit Frankrjjk zjjn verdreven, dat aan het
katholiek onderwjjs den doodsteek wordt
toegebracht, dat de inkomsten dar bis
scLoppen en priesters zullen worden in
gehouden, dat| vele kerken en gebouwen
aan den katholieken eeredienst zullen
worden onttrokken, dat de bisschoppen,
die hunne onderwerping en hunne gehoor
zaamheid aan den Paus, bun geestelijk
Opperhoofd betuigen, als «oproerlingen»
worden beschouwd en bestempeld, nu
verzekert het Fransehe volk aan dat mi
nisterie van logemannen en godloochenaars
een nieuwe overwinning. Het Katholieke
Fransehe Volk? Waar is dat Het Ka
tholieke Fransehe volk, dat uitriep in de
vlakte van Clermont: «God wil het!»,
hst vclk van den H. Lodewjjk, zoo rijk
aan martelaren voor het Katholieke ge
loof het volk der missionarissen, die het
Geloof hebben gebracht in Chiaa en Ja
pan, in Canada en in de landen over da
zee der Antillen, in Afrika en ovtral, de
geheels wereld door, het Fransehe
volk, zoo vol geestdrift voor al wat
schoon was en edel en groot, waar
is dat volk, zoo vroom, het volk der be
devaarten, zoo rijk begnnstigd boven alle
volkeren der wereld, ook door de Onbe
vlekte Moeder-Maagd, die van de hoogte
der Pyreneëu hare zegenende hanien er
over uitstrekte
Zieltogend ligt het neder, op het ly-
densbed nedergeworpen dooreen vreeseljjke
ziekte.
Zie, geen kracht is er meer in de spie
ren, geen geestdrift op het ge'aat, dof
staan de oogen, mat en ingevallen is het
gelaat.
Een bende godloochenaars schendt zjjne
Moeder, de H. Kerk, verdrijft zjjne best»
zODen en dochteren, vertrapt de vrjjheid,
spot met verdragen, hoont den Paus, ,en
het katholieke Frankrjjk verroert zich niet,
laat alles geschieden en geeft aan die
FEUILLETON
121 (.Vervolg.)
Albert kwam met den graaf terug bij het
gezelschap. Ook de genadige heer betuigde
zijne verwondering toen hij Charlotle za>,
wier treffende gelijkenis met het portret hjj
opmerkte. Vriendelijk vroeg hij naar hare
moeder. De dochter gal hem op merkens-
waardige wijze antwoord. Na een kort ge
sprek nam hij afscheid. Men zag zijn rijiuig
naar het bosch rijden en weldra onder de
boomen verdwijnen.
Wat heeft de genadige heer u gezegd
vroeg Frederika.
Albert was angstig geworden.
Niet veel, antwoordde hij. Morgen
komt de genadige heer terug, en dan moet
ik hem vergezellen.
Waarheen? vroeg Frederika en Louize
tegelijk.
Dit heeft hy met gezegd.
Verder werd er over dit punt niet meer
g sproken.
Albert werd weer spoedig vrooljjk. Nu
geleidde hjj de twee meisjes door den tuin
en wees hun zjjn geliefd plaatsje.
Charlotte was spraakzaam. Hare vroolijk
bende zjjne goedkeuring by de verkie
zingen, steunt de macht vaa den verra
der, van den renegaat en bereidt hemde
eene overwinuing na 4e aadere. Hg slaat
dat katholieke volk in het gelaat, Irapt
htt onder den voet, tergt en bespot het,
maar geen reactie. Het katholieke
Frankrjjk is ziek, ljjdt aan die vreeselyle
ziekte de onverschilligheid.
Wie heeft Frankrjjk die ziekte gebracht.,
die onverschilligheid voor alles, wat het
katholieke Geloof behoeft?
Ten ellen tjjd is Frankrjjk doof ge
bleven voor de stem der dwaalleeraren,
die een valsehen godsdienst wilden pre
diken. De ketterjj heelt er geen vasten
voet kunnen krjjgen, ook het protestan-
tismus kou er geen levensvatbaarheid
toonen. Een valsehen godsdienst kan men
er niet brengon, maar mea maakte het volk
onverschillig voor zjjo H. Geloof. Ea dat
deed in de eerste plaats de pers
Lees de geschriften van de laatste helft
der 184e eenw, de werken der Encyclo
pedisten, van Voltaire, Diderot,
Jean Jacques Rousseau en zoo
vele anderen? Wat bevatten zjj Hoon
en spot voor de Kerk, ondermijning van
het wereldljjk gezag, maar nog meer van
het geesteljjk gezag, twjjfel aande Waar
heid, door God veropenbaard, de ontken
ning der Veropenbaring.
En gelijktijdig daarmede, ontkenning
van de verplichting tot onderwerping aan
de wetten der zedelijkheid, de verwerping
van het bovennatuurlijke en de verhef
fing van den cultus der ziuneijjkheid.
Ei later, wat een breeds stroom van
verderfelijke lectuur gaat over Frankrjjk
henen! Hoe wotdt de dienst der zimen
hoog verheven, het dierljjke inden mensch
geprezen, verheven, gevleid en al het
goddeljjke neergetrokken in het eljjk
Hoe wordt het volk stap voor stap ont
trokken aan de vervulling van de H.
Godsdienstplichten, aan den «erbied voor
de reinheid der vrouw, voor den heilig
heid van het huweljjkHoe treedt -
kunst in den dienst der zmoelijkhrdd e>
schaamtelooze romans en gedichten, -i
gewaagde voorstellingen op het gebit
van schilder- en beeldhouwkunst
En de dagbladpers I Waar boeken en
tjjdechriften niet binnendringen daar komt
het dagblad en strooit het bedwelmende,
het ziekte brengende zaad en waar het
volk de kunst, de bedorven, onteerde
kunst niet gaat bewonderen in museums,
daar stroomt het naar tooneelzaien en
tiogeltangels en hooit en ziet, wat het
zedeljjk gevoel vernietigt en de zinnen
prikkelt t„t dierljjke wellust
Genieten, zinneljjk genieten in allee,
wat de Fransehe litteratuur leert en leer-
a vrt sinds meer dan een eeuw De Kerk,
die wijst naar een hooier leven, wordt
bespot en de wetten, die onthouding pre
diken, met V09ten getreden Langs al
lerlei, ook onrechtvaardige wegen, tracht
men zich de middelen te verschalden tot
dat genot, en het Fransehe volk aan het
genot verslaafd, wordt ongevoelig voor elk
hooger leven, onverschillig voor het god
deljjke in 's monschen natuur, onverschil
lig voor godsdienst en g-lojf
Wie, wat zal het Fransehe volk doen
opschrikken uit die onverschilligheid
Ho9 zal mea het wit gloeiende jjzer bren
gen aan de nog gevoelige pl.kken van
dat slapende lichaam om bet te doen her
leren tot kracht en werkzaamheid?
Want er is nog te veel kracht, te veel
goeds, in het Fransehe volk, dan dat he
onherroepelijk ten doode zo rde zjjn opge-
geschreven.
God redde het Fransehe volk, en be
ware ons voor die verschrikkelijke ziekte
der onverschilligheid.
Want grooter vjjanden van de Katho
lieke Kerk dan zjj, die bjj name hare
vjjandeu heeteo, zjjn diegenen, die on
verschillig zjjn, die ia naam hare kin
deren heeten, maar die te onverschillig,
te lamlendig zjjo, of te zelfzuchtig eu te
ang8tvalhg, om inderdaad te tooneD, dat
zjj katholiek zjjn.
Hoe ver het gekomen is?
Te Bonjan in het departement fie-
rault, trouwde dezer dagen een berucht
vrjjdenker, die deze heugljjke gebeurtenis
met een daad van vrijgevigheid wilde
vieren. Daaiom begiftigde bjj in zjjne
edelmoedigheid de schoolbibliotheek zjjner
geboorteplaats met al de werken van
den beiuchlen E m i 1 e Z o 1 a 1
Natuurljjk vielen die kinderen gretig op
die zonderlinge geestesspijze aan en toen
de schoolopziener deze manier van op-
'eidiug tot Christelgke en maatschappe-
'\s.< deugden toch wel een beetje te kras
eu wees op de ongeschikte lectuur,
^den de vrydenkers eene groote ver
gadering, waarin werd besloten oin een
volksbibliotheek op te richten waar Zola's
werken en nog anderen van dat soort in
zullen worden opgenomen, te einde den
kinderen gelegenheid te geven om hun
jeCjt;dig voedsel alsnog te laven aan dit
verkwikkend voedsel.
fleerljjke zeden in het Chiisteljjk Frank
rjjk, die ook buiten de grenpsalen van
dat ongelukkige land, tot zelfs in deze
omgeving, zijn doorgedrongen.
Ia Frankrjjk regent het, hier staan
wjj onder den druip!
Hoe mea ia oaze dageu
het bestaaa regelt
De vrijdenker Hen riMaret brengt
in de Rappel hulde aan Combes, ze
komt ons zeer grappig maar tevens te
kenschetsend van den toestand voor die
alom heerscht, om ze niet onder hst oog
onzer lezers te brengen.
M a r e t, echrjjft
Combes kan soms geestig zjjn, zeer
geestig zelfs.
Wat mjj betreL, ik zal volhouden,
tot de dood erop volgtC o m b e s is
een geestig man.
Of is het niet beerljjk dat bjj dien
charmanten term heeft ontdekt: «het be
staan der congregaties regelen» in plaats
van dat ruwe schokkende woordde
kloosterorden vernietigen.
Iemand anders, minder geraffineerd zou
eenvoudig hebben gezegd«Ik heb de
kloosters doen sluiten». De heer Com
bes zegt«Ik heb hun bestaan wette-
ljjk geregeld.» Is het laatste niet dui-
zen Imaal eleganter
Ik voor mjj ben verrukt over zulk een
uitdrukking.
Zjj bekoort mjj bovenmate.
Ik kende reeds de uitdrukking, die
men in de hooge boosdoenerskringen
gebruikt, wanneer men spreekt van «een
rekening vereffenen», als men iemand om
kond maakt.
Maar «het bestaan regelen» is toch
neindig veel leuker.
Het beeld is vermakelijk in de hoogste
mate, en het idee, dut de congregaties
geen regelmatig bestaan kunnen voeren
alvorens te zjjn gestorven, is wel in staat
om ieder, die mooie taalvormen op prjjs
stelt, ten zeerste te verheugen.
Zoo hebben de Japanners het bestaan
geregeld der Russische zeelieden in den
slag bjj Rond-Eiland.
Zoo zag minister von Plehwe zjjn
bestaan geregeld toen zjjn lichaam in
duizsnd stukken werd geslagen door de
moordende ontploffing.
«Wat heeft n ertoe gedreven het bestaan
van deze hui3hewaard«ter te regelen?» zal
voortaan de rechter vragenalsmen een jeug
digen inbreker-moordenaar vóór hem
brengt
En de rechterlijke instructie zal toe
nemen in vreedzame waardigheid 1
B UITflfiJLAND
heid kwam terug en ej] gaf er zich ongestoord
aan over.
Ook Louize vergat hare zorgen, zij steunde
vast op baren geliefde, en zjj dacht steeds
aan het geluk van met hem verbonden te
worden.
Albert waagde het niet Charlotte zuster te
noemen, hoewel in het gesprek veel voor-
kaam waaruit men stellig beider verwant
schap kon opmaken. Hij sprak hartelijk en
innig met haar en vroeg naar hare moeder,
die lang voor hem de kamer bewoond moest
hebben.
Eensklaps vroeg Louizs die dacht dat Al-
bert stilzwjjgend geworden was en uit dit
stilzwijgen eene ongunstige wendiug in de
zaken afleidde
Maar, Albert, wat heeft de graaf u zoo
al medegedeeld
Ik heb 't u gezegd, antwoordde hij,
niet rjj van zekere verlegenheid.
En wat zjjt gij voornemens te doeu
Ik vergezel u, riep hjj, zonder te over
leggen. Mejuffrouw Charlotte zal zoo goed
zjjn mjj tot hare moeder te geleiden.
Fabiaan verscheen en noodigde door teekens
het geze'sebap uit om in huis te komen. Hjj
richtte hiyrbg zijnen blik op Charlotte, welke J
hij niet genoeg aanschouwen kon, en wilde
heen gaan.
Wacht eens, Fabiaan, verzocht het vroo-
ljjke meisje.
Fabiaan keerde zich nieuwsgierig om.
Zjjt gig altijd van de spraak beroofd ge
weest?
De stomme sohudde het hoofd.
Gjj hebt de vorstin het leven gered, toen
gij u voor den dolk van den vertoornden vorst
wierp't is zoo niet?
Deze woorden brachten den kleinen man in
groote verlegenheid. Hjj maakte met zjne hand
eene ontkennende beweging, doch kon de tra
nen niet bedwingen die onafgebroken uit zj|ne
goedhartige oogen stroomden,
Ja, ja, zei Charlotte bewogen, gjj zjjt
dezelfde Fabiaan, de zwakke rjjknecht, van
wien mijne moeder mjj heeft verteld. Gij hebt
haar het leven gered.
Zjj reikte Fabiaan de hand, welke hjj kuzte.
Hoewel hij aan zjjn aandoening geen woorden
kon geren, las men toch op zjjn gelaat wat
in zgn binnenste omging. Gaarne zou Albert
den stomme zjjne dankbaa beid betuigd en
hem er luid voor geprezen hebben, dat Fabi
aan ook hem het leven had gered, maar hjj
zweeg om Louize niet te beangstigen. Onder-
tusschen kwam men te huis. Frederika ont
haalde hare gasten met het beste uit keuken en
kelder.
De houtvester Körner Was als verjongd; hij
klonk op de gezondheid van den vorst en
geheel de vorsteljjke famili?. Spoedig verstreek
de,namiddftg.|en de twee meisj es dachten er aan
huiswaaits te keeren. Nu naderden voor den
arme^lbert smarteljjke ooganblikken. Hjj moest
de twee brave menschen bedriegen, die hem
zoo innig genegen waren ea den vorst beloofd
hadden over hem te waken. Dit viel zjjn eerlijk
hart zwaar, maar hjj moest.
OosteD rij k-Hongarije.
In Oobtenryk-HongaryeJ is het verbod
uitgevaardigd tot uitvoer van voedings
middelen.
Dit verbod is op 12 Augustus 1904 in
werking getreden en betrof:
melasse, maïs, haver, paardeboonen,
wolfsboonen, wikken, Bardappelen, ver-
sche en gedroogde voedingakrniden, als
klaver, hooi, en dergelykestroo en
hakael, fijne klaver (Streuklee), mout-
kiemen, oliekoeken, schlempe, draf en
wortelsuee (Rübenschnittlinge.)
De boodschap van dea graaf dwong er hem
toe.
Na zich door den aanblik zjjner bekoor-
ljjke bruid vermand te hebbeD, ging hjj naar
zjjn kamer en nam daar eenige onontbeerljjke
voorwerpen mee.
Graaf Ignaaz meent het tooh niet eerljjk,
dacht hij, terwjjl hij bezig wa» met zijn gerief
in te pakken, hij heeft beloofd mjj met Louize
te vereenigen, en evenwel neen, ik bljjf
timmerman en houd den eed, dien ik Louize
gezworen heb. Zonder haar is het leven niets
voor mij. Ik zal terugkomen zoodra ik
met mgne bruid onverbreekbaar verbonden
ben
Hjj ging tot den houtvester, dien hjj in het
voorhuis vond. Zoo be daard mogeljjk deelde
hjj hem zijn besluit mede, zjjne bruid naar de
stad te vergezellen,
Ik heb het al gedacht, mompelde Körner
glimlachend. Het rijtuig komt terug, en zoo
zult ge ook wel terugkomen, niet waar.
Stelligl antwoordde Albert.
'Gjj weet dat ik mjj voor u verantwoor-
deljjk heb gesteld bjj den genadigen heer.
Dal weet ik zeer goed, mijnheer de
houtvester.
Ga dan met uw bruid, welke ik uit al
mjjn hart hoogacht Er is overigens geen
gevaar meer ie vreezen, daar uw rjjand en
moordenaar op het kerkhof ligt.
Het rytuig stond voorde deur. Fabiaan die
de toestemming van den hautves'er had gezien,
was verheugd dat zijn jonge meester ham
vergezelde.
T sichen de Hongaarsche en Oosten-
ryksche Reg9eringea is overeengekomen
noch in algemeenen vorm, nösh in spe
ciale gevallen, uitzonderingen tos te laten.
Het verbod wordt gemotiveerd door den
ongunstigen oogst ia 1904, in verband
met de groote aankoopen van voedings
middelen voor buitenlandsche rekening,
waardoor gevaar ontstaat voor de bin-
nenlandsche behoefte.
Partgen waarvan bewezen wordt, waar-
bjj vóór 12 Augustas 1904 reeds voor
vei voer per baan of schip opgegeven zjjn,
worden nog doorgelaten.
Rasland.
De Czaar richtte tot generaal S t s-
8e 1 het volgend telegram: «In myn en
gansch en Rutland's naam draag ik n op,
de garnizoenstroepen, de zeelieden en ds
inwoners van Port- Arthur geluk te wen-
schen met het in de gevechten van den
26n, den 27n en den 28a behaalde succes.
«Ik ben volkomen overtuigd van uwe
bereidvaardigheid om den krijgsroem van
onze wapenen door onbegrensde dapper
heid te handhaven. Ik betuig al'en myn
warmen dank.De Allerhoogstezegene nwen
zslfopofferanden heldenmoed en beveilig»
Pirt Arthur tegen de aanslagen van dm
vgaud. NICOLAAS.»
Een keizerljjke ukase beveelt het
bjjeenroepeo der reservisten uit de gou
vernementen Poltawa, Koeisk, Twer, Sa
mara, Saretatow, Astrakan, Olfa, Sim
birsk, Perm, Petersburg, Nowgorod,
Pakow, Ljjfland-Estlaod, Archaogelsk en
Olanez.
Bovendien worden bepaalde categorieën
reservisten opgeroepen uit twee districten
der gouvernementen Poltowa, Charkow,
Kiew, Pojalie en Tschernigow, en nit 7
districten der gouvernementen Twer en
Nischini nowgorod. Yoorts wordt gelast
het cp.oepen der reserva-offi neren in het
gansche Rjjk.
Duitsohland.
De Regeering te Berljja heeft in het
belang van den landbouw de heerljjkheil
Creszavrj in Posen, die «en gebied van
11.000 morgens omrs', »oor ruim 3 mil-
lioen mark gekocht, om er Duitscbe boe
ren op neder te zetten.
De inzameling van geld voor de
benadeelde volkaplanters in Duitsch Zuid
West- Afrika heeft tot half Augustus
ruim 255.000 mark belorpen.
De eigenaar van een staal- en ijzer
handel te Potsdam zond dezer dagen aan
den Duitschen Kroonprins een scheermes
ten geschenke. Het was een prpchtig
mes met Damascener kling met paarle
moer ingelegd, een opschrift was er op
aangebracht.
De gever kreeg het mes per omme
gaande post terngde Kroonprins nam
geen geschenken aan en kocht de voor
werpen, die hg noodig bad.
Toen bmd de zakenman het me» den
Kroonprins te koop, en vroeg er 300
mark voor. De Kroonprins ging niet op
den koop in-
Juffronw Frederika van Albert aficbeid ne
mende, fluisterde hem tt e
Denk aan hetgeen u de genadige heer
gezegd heeft en blijf trouw aan uwe belofte.
Albert knikte toestemmend met het hoofd.
Heimeljjk zei de houtvester tot Fabiaan
Ik druk u de zorg voor onzen vriend
op het hart zonder hem komt ge niet te
rng!
De stomme verzekerde door onmiskenbare
gebaren en het rjjtuig ree l in volle vlucht
met de drie jongelieden weg.
Gaarne gun ik hem dit genoegen, zsi
de houtvester tot zjjn vrouw. Denkt gjj nog
aan den tjjd onzer jeugd Frederika? Toen
was 'der minuut kostbaar welke wjj te za-
men konden doorbrengen. Gjj begeleiddet mjj
als ik heenging tot aan de beek, en ik bege
leidde u weder huiswaarts.
Weet je nog wol oulje, dat daar nooit een
einde aan kwam.
Ach ja, zei Frederika, het was een heu-
geljjke tjjd Nu zjjn wjj ouder geworden.
Jacob en zjjn altjjd te zamen.
Is het samenzjjn iets ouds, nu, wacht
maar, als de lieve God mjj zal oproepen
Zeg toch zulke dingen niet, Jacob. Wjj
kunnen immers nog een poo3ja le ren, en al»
de dood komt, sterven wij samen.
Wordt vervolgd)
agBlaè
ABONNEMENTSPBIJS
PBIJS DEB ADVEBTBNTIEN.