No. 6083 Zaterdag 26 Augustus 1905 30ste Jaargang, k ïïagBlaó voor cföooró- on BERICHT! Greep uit 't leven. Raymond's wraak. Buitenland f 1,20 1,50 2,90 0,03 Japan. Frankrijk. Spanje. Engeland. De Oorlog in het Oosten. ABONNEMES TSPRIJ Is Per 3 maanden voor Haarlem m Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen Hoofd re dacten r-D ireoteur W. KÜPPERS. BUREAU St, Jansc trast Haarlem PRIJS DBB ADVERTENTIE» Van 16 regels 50 Cents Elke regel meer 77, r Groote letter* worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant. Hoofdagenten voor het Buitenland Compagnie Génerale PublieitéEtrangèn *AGXTE MA NON AGITATE. DA DBE Co JOHN., F. JOA'ES Svee. Parit 31 bisFaubourg Montmartre. Nu de dagen korter en de avonden langer wor den, stijgt als van zelf de leeslust onder het publiek. Niemand zal ontkennen, dat een Katholiek blad, dat dagelijks het huisgezin binnenkomt, den lezers niet op de hoogte houdt van wat er gebeurt in de maatschappij, dat het den lezer leert ken nen de middelen om zijn toestand te verbeteren, dat het zijn geest ontwikkelt en zijn kennis van toestanden vermeerdert. Men leest een courant. Maar welke courant? Be NIEUWE HAARLEMSCEE COU RANT vraagt bij u binnengelaten te worden. Zij noodigt u uit een abonnement op haar te willen nemen. Steeds getrouw aan haar beginsel, streeft zij naar uitbreiding, door het geven van actueele hoofdartikelen, buiten- en binnenlandsch nieuws en van al datgene, wat men van een ernstig en goed geredigeerd blad mag verwachten. Zij die zich van af heden op de NIEUIFE HAARLEMSCEE COURANT, met of zonder het erbij behoorende ZONDAGSBLAD, abon- neeren, ontvangen deze bladen tot 1 October a. a. gratis. DE ADMINISTRATIE. Het moet den zwakten en weifelenden mensch pjjnljjk aandoeu, als de bekente nis hem van het hart moet, dat een an der rechtvaardiger en eerlijker in zgn op treden onder de menechen is dan hg zelf. Vooral moet het hem zeer doen, wan neer het iemand betreft, dien men geen goed hart toedraagt. Te erkennen, dat een tegenstander of eeu vijand in zedelijk opzicht zgn meer dere is, ach! hoe weinigen, die dat ver mogen. Hulde te brengen aan de overweldigen de macht van het goede, ook waar het zjjn tegenstanders geldt, getuigt daarom van waren zielen-adel. Den verdrukte in bescherming nemen, hem opbeuring schenken in zgn Ijjden tegenover zgn vervolgers, is een werk van barmhartigheid, waarop Gods zegen moet rusten. En waar, bg de beoefening dezer deug- deD, het goede en edele ons in onze me deburgers tegemoet treedt, ook al zgnzg oDze tegenstanders, dat zgn voorzeker de beste en grlukkigste oogenblikken van ons leven. FEUILLEION I. De Judaskus. Heeren van de jury, acht gjj den gevangene voor de balie schuldig of niet schuldig P Gedurende een oogenbl k heerschte er een doodeljjke stilte; het slaapwekkend gegons van een wesp tegen het raam vav het rechts- gebouw, gepaard aan het onophoudelijk ge tiktak der klok, was het eenige geluid in de dicht be'.ette zaal. Ieders oog was gevestigd op den voorzit ter der jury, wiens stem hem scheen begaven ti hébben onder het gespannen aanstaren der menigte. Eindelijk, terwijl hjj zenuwachtig de houten leuning van de loge der jury omklemde, klonken de haastig afgebroken woorden uit zijn mond. Wjj vinden den gevangene... schuldig. Er steeg een snik op uit den hoop volks, «n het gelu'd van eeu doffen val midden in de zaal werd gevolgd door een gesehuitel met de voeten, daar tal van medelijdende hel pers e n bewusteloos geworden vrouw weg droegen. De gevangene, bleek als marmer en ern- Dai worden wij, als 't ware wakker geschud. Dan is bei, 0f er em stem tot ons komt, die ons toeroept«Gg hebt wèl gedaan.» Maar niet altjjd, noen, wat zsg ik, slechts zelden laat de mersch, het edele tot zgn hart doordringen, waar wereld- sche beslommeringen hem aanmanen tot eigen voordeel werkzaam te zgn. Velen toch is de zinnelijkheid ts mach tig. Hoe mecigaen moet het in stilte er kennen,dat een aoder,di8 zich vrij wget te houden van de smetten, welke er kleven aan zgn leven, rechtvaardiger is dan hg. Maar helaas Hoe menigeen moet daar- bjj teveus erkennen, dat de zinnelijkheid hem te machtig is, dat hg in stede vaner over te heerechen, er door beheerscht wordt. Hoe groot is dikwjjls onze gdelheiJ Hoe klein zgn we vaak in waarheidsliefde eu eenvoud Zoodoende misleiden wg oos zelven. En zoo 't maar eenigszins door den schga wordt gerechtvaardigd, zjja wg al heel spoedig geneigd te verklaren, dat we toch beter zgn dan hg, met wien we ous ver gelijken. Hoe verdeifeljjk is ons vaak de macht der misleiding, en boe menigmaal spelen de onzen den vjjand onzer beginselen, den vijand van onzen godsdienst, de troeven in handen, waarmede zjj het spel in de samenleving winnen. Dat is een treurig vencbjjnsel in onze dagen van menschendienst, w a s r godsdiens moest heerscaec, waar miskenning van het goede aan het kwaad steun verleent. De verleiding tracht de heilige indruk ken weg te nemen, door de stem Gods in de menschenwereld op ons .teweegge bracht. En dit alles maakt het den mensch moeilijk, om de stem Gods, zooals die uit de menschenwereld tot ons spreekt, tehoo- ren en te volgen. Gelukkig en wèl hem, wien 't gelukt aan de verleiding weerstand te bieden. Helaas, wg leven in zedelgk zoowel als in stofifelgk opzicht, veel te veel bg den dag. We leven te veel bg de af wiss lende indrukken, die wg ontvangen. Dit na zou op zichzelf nog niet zoo erg zgD, als wg daarbg slechts ons ver mogen, om die indrukken naar hun ge halte te waardeeren, aan 't werk hielden. Maar dit doen we veelal niet. Yandasr dan ook, dat wg den eenen dag ons zelven overtreffen, om den ande- stig, sloeg hen doodbedaard gade, doch geen enkel woord verried, wat er omging in zijne ziel. 't Is zjjn moeder, arm schepsel, zeide een vrouw. Stilte in 't hof, riep de deurwaarder. De rechter zette zijn bril op en wach'.te tot de opschudding bedaard was. H ij keek naar de berookte zoldering van da vuile gerechts zaal en vestigde na een oogenblik zijne oogen op den gevangene, die dien blik beantwoordde met een ongevoelig voo: komen van zelf be- heersching. Raymond Mannington, begon de man der wet, gij stondt vandaag terecht voor een misdaad, welke ik zonder de minste aarzeliDg noem een der schreeuweadste voorbeelden van slechtheid en ondankbaarheid, die 't ooit mjjn pijnig ka plicht was te behatde- len. Hier hield hjj een ooge iblik op en keek, om zich te inspireereD, over zijn bril heen naar den leelijken muur aan de o .erzijde. Er is te uwen gunste aangewend, vervolgde hjj op kouden, afgemeten toon, dat ge iemand zjjt van goeden hui re en die eea goede op voeding genoten heeft. Alle hoedanigheden van geest en lichaam zjjn voor ons bloot gelegd en door ons over wogen, of zij ook als redenen konden dienen, om uwe schuld te verminderen. Uw verdedi ger heeft een aandoenlijk tafereel opgehangen van uwe moeder, die weduwe is, en dat on getwijfeld niet overdreven zal zijn. Maar het gerecht heeft daarmede niets te maken ren dag weder ver beneden ons te blij en waardoor we ten slotte èi voor anderen èn voor ons zeivbd steeds een raadsel big ven. Neen, we moeten de heilige indrukken, die we ontvangen, op ons laten inwerken. Daardoor moet ons leven als't ware een kanatwerk zgn, waarin we de zedelgke idee trachten te vrrwezenlgken. Waaneer wg dit doen, dan gaat ook van ons, in welken stand wij geplaatst mogen zjja in de maatschappij, kracht uit ten goedp. Want dan dwingen wg,door geheel ons zjjn onzehuisg8nooten en onze maatechap- peljjke omgeving telkens ea telkens weer tot de verklaring«hg is rechtvaardiger dan ik. Dan zal 't ons gaan als David, van wien Saul, hoezeer hij hem ook haatte, moeat getuigen, dat hg zgn meerdere was. Gaan wg dan aldus door het leven, letten wg niet op da kleinzielige tegen werking van hatelgke measchen die zich wentelen in ongerechtigheden. Verrichten wg onz8n arbeid met de stille maar heilige bede, dat er kracht van boven tot ons kome, dat wg heilige indrukken mogen opvangen en verwerken in ons bart. Want alleeD, wanneer wg dat doen, zal er kracht nitgaen van ons. Dat zoo menig mensohenleven Onbeteeknend is gebleven. Dient ook daaraan toegeschreven: Dat men zelve aan zgn leven Geen beteekenis wist te geven. Japan krjjgt een pluimpje van den H Stoel, eene welveidiende loftuiting. Men meldt uit Rome aan de Éclair'. Ta. H. de Pans wil eeu bjjzonder ge zantschap naar Japan uitzonden, om den Mikado dank te brengen voor diens be- scherming van de missionarissen en de Katholieken in China gedurende den oorlog, welke nog voortduurt. Ta. D. H. de Bisschop van Portland zal den Mikado een eigenhandig geschreven brief van den H. Vader aanbieden. Het verdwjjnen van J e a n G a 11 e y met eenige miilioenen van het Comptoir d' Escompe heelt geheel Parjjs in opschud ding gebracht. De Parjj-.che politie heeft 3,600 francs bitaald am de telegrammen, gezonden naar alle streken der wereld, om den op lichter op te zoeken. gjj daarentegen- kunt er uit leeren, welk een schande gg ovtr hare grijze haren ge- b acht hebt. Wat uw geboorte en opvoeding aanbe'an- gen, zjj vermeerderen uwe schuld. Waart ge iemand zonder ontwikkeling, iemand die* nooit een hoogere beschaving had gekeud of ontvangen, die onbekwaam was om de uitgestrektheid vanj het kwaad dat hjj deed te begrijpen, dan zou ik geneigd z&n geweest, om verzachtende omstandigheden in aanmeiking te nemen, maar gjj, die met het be gripsvermogen van een welopgevoed man de schandelijke laagheid eener misdaad ten volle beseftet en kendet, gevoeldet nochtans geen gewetensbezwaar om die te beJrjjven, en ik gevoel dat evenmin door u te veroordeelen. Gg hebt vooroedachteljjk uw weldoener be nadeeld, waarschijnlijk zonder dat nadeel ooit te kunnen herstellen, zijn naam misb uikt, zjja handieekening nagemaakt, groote sommen gelds hem ontnomen, en dat alles me', een geraffineerdheid, welke geen twijfel overlaat omtrent de verschrikkelijke koelbloedigheid, waarmede de misdaad is gepleegd. Het was hi r geen onbezonnen poging van jeugdige lichtzinnigheid om verliezen door he: spel geleden te herstellen, met de meening en in de hoop om het geld terug te betalenneen, het was een voorbedachtelijk overlegd en x,iet minder slim uitgevoerd plan, van het begin tot het einde. Ik aarzel dan ook niet, om u te veroo.deelen tot de zwaarste straf, welke in mjjn macht staat u op te leggen. Ik ver oordeel u tot tien jaren dwangarbeid. Het Comptoir looft een percent uit van het ontvreemde bedrag aan den per soon, die de politie op het spoor van den oneerlgken bediende zal brengen. De verlaten vrouw van Jean Galley heeft zich naar het Comptoir begeven en de juweelen, die zjj vau haren man ga- kregen had en eene som van drieduizend francs, die hg haar uit Havre had gezon den, aangeboden. De directeur wensshte haar geluk met hare handelwjjz», maar weigerde iets aan te nemen; daarna deponeerde mevrouw Galley haar kostbaarheden en het geld bg den Officier van justitie. De Agence Uavas meldt nit Tanger, dat vier Fianschen voor de poorten van Tao- ger zgn uitgeplunderd door gewapende lieden. De onveiligheid wordt steeds grooter. Men zegt, dat de gearresteerde A'gerjjn is vrjjgelaten en dat de schadeloosstelling van 2000 doeros is betaald. Het gerucht omtrent de regeling van deze kwesti wordt echter nog niet bevestigd. De Franeche bladen bljjveu intuaschen op krachtig handelen aandringen. De «Echo de Paris» schrjjft: De sultan zal ongetwjjfeld toegeven, indien althans in Marocco niet de waanzin heerscht en hem tot een tegenstand dringt, waarvan de gevo'gen voor Frankrjjk zoo nuttig zonden kunnen zgn, dat wg hem zeker niet zonden hebben te betreuren. De hongersnood, die in het land dei- lachende citroenen op onrustbarende wjjze heerscht, wordt in de anti-clericale pers natuurljjk weer aangewend, om de Katho lieke Kerk en hare bedienaren te belas teren en verguizen. Het heet n.b., dat de kloosters en de prie^ers zich verrjjken ten koste van het at me volk. Zfilke beschuldiging pakt bg wie niet 1 beter weten en lokt heftige protesten nit j tegen de begeerlijkheid der priesters. Maar dezelfde pers, die zalke laster praatjes uitstrooit weet zoo goed als de best», dat niet de Kerk, niet de kloosters en de priesters aan den hongersnood debet zgn, maar de malaise op velerlei gebied, I zooals overproductie, werkeloosheid enz. Ook kan zjj weten, dat bet juist de kloosters en de priesters zjjD, die het krachtigst den geesel van den hongersnood bestrjjden door werken van liefdadigheid in den meest uilgebreiden zin. Ook het Hof in de anti-clericale pers soms zoo sohandeljjk belasterd j iaat geen middel onbeproefd om den geesel Ie bestrjjden en aan de ouvrjj- j willige werkeloosheid een einde te maken, j Maar het Katholieke Spanje bljjft nu 1 eenmaal een mikpunt van de Kerkvervol- j gers en Godloochenaars. Alle rampen, die het land teisteren, w. rden niet, geljjk in andere landen, aan hunne ware oorzaak toegeschreven, maar En hjj nam den bril af en leunde achter-,over in zjjn rechtelijk;n zetel. De gevangens uitte geen woord, maar zgn opeengeklemde lippen en de verwilderde blik zjjner oogea toonden, duideljjker dan woorden hadden kannen uitdrukken, zjjn ontzettende wanhoop aan. Er liep een gemompel van me- deljjden door de zaal, want hjj was jong en zeer begaafd en had dapper gestreden tegen het onmeedoogetd noodlot, dat ham overstelpte. p Een gerechtsdienaar tikte hem op den schouder, en hg keer 'e zich om, ten eiude de bank der beschuldigden te verlaten. Toen hjj naar beneden ging, bleef hjj een oogenblik staan en boog zich over naar een jongen man, die naar hem toegekomen was. Vaarwel, Robert, zcide hij. Wees goed voor moeder en Nelly, wil je? En laat hen nooit denken, dat ik schuldig beD, want zoo waar er een God hierboven is, ik ben onschuldig. j Kom vooruit, zeide de agent barsch; 't is niet geoorloofd met anderen te praten. Nog éen handdruk, en hjj ging. Zgn vriend wachtte tot hjj uit zjjn gezioht verdwenen was en keerda toen weder terug naar den achter kant der gerechtszaal, waar een meisje bitter zat te weenen. Ga meê naar buiten in de friseche lucht, zeide hjj vriendeijjk. Zjj gehoorzaamde hem haast werktuigelijk, sn hjj geleidde haar naar een bank welke beschaduwd werd door de boomen, die rondom het statige plein stonden. komen ten laste van de Kerk en hare die naren de priesters. Dit is nu eenmaal koren op den molen van de anti-clericale pers: schimpen op den godsdienst en aan de Kerk de schuld geven van wat Datuurljjke gevolgen zgn van de wisseling der fortuin. Het optreden van het Hof van Madrid en van het Spaansche Episcopaat loochent op schitterende wjjze zalke hatelgke ver zinsels. Den Hertog van Manchester overkwam dezer dagen het navolgendeHjj deed een rit per automobiel door Ierland. De auto reed over een vrjj smallen weg tusfehen landerjjen achter een boe renkar aan. Het paard werd, bg 't hoo- ren van 't vreemdsoortig geraas achter zich, schichtig. De boer ontstak in woede, bleef met de kar dwars op den weg staan en noodzaakte aldus de automobiel tot ophouden. Toen de hertog uit de auto gestegen was om te trachten den boer te bewe gen den wagen te lateu passeeren, nam de vertoornde Ier zgn stok en sloeg er duchtig op los. Eindeljjk gelukte het den hertog door een ander geluid, n.l. het rammelen van geld, den boer tot andere gedachten te brengen. Het bljjft toch maar volslagene onze kerheid over den toestand der Russische en Japaneche troepen daarginds in het Verre Oosten. Niets lekt er uit, wat maar eenigszins tot het heset kan leiden, wat de twee vjjandeljjke legers in het senild voeren. Van een wapenstilstand in offici ëren zin is niets bekendvan bewe gingen en verkenningen wordt niets ver nomen, van versterkingen en stemming verneemt men niets. Dat duurt nu reeds eene geruime poos, en men kan zich lichteljjk eene voorstel ling maken van de doodeljjke onrust die in Bnsland voor het uitbljjren van nieu we berichten bg de achtergebleven betrek kingen der soldaten moet he rschen. 't Kan zgn, dat deRussischestrgdmacht welvarend is en aan niets gebrek ljjdt. 't Kan zgn, dat geen ziekten de gele deren dunnen en lichameljjk uitputten 't kan zgn, dat er hoop en vertrouwen heerscht op den gunstigen uitslag van de vredesonderhandelingen of op eene keering van het krggsgeink bjj hervatting van de vjjandeljjkheden. Maar ook bet tegendeel van wat we opsomdeD, is mogelgk, ja, niet onwaar- Want was d e tosstand daarginds op de stille oorlogsvelden inderdaad bevre digend, dan zoude Russische Regeering instede van te zwjjgeD, de achtergelaten betrekkingen toch niet in onzekerheid latèn. Zjj barstte opnieuw nit in een hnrtochteljjk snikken. O, 't vreesdjjk, vreeseljjk, nokte zjjmaar ik zal op hem wachten, als 't noodig is levens lang, maar eens, en er kwam een trillende toon van twjjfel in bare stem, eens begon ik waarljjk te vreezen, dat hij schuldig was. Hjj had veel meer moeten zeggen. Ob, Robert, zeg mjj, dat je werkeljjk en waarachtig aan zijn o schuld gelooft. En zjj keek hem in het gelaat met eeu aandoenlij ken blik, waarin de bitterheid van uit het hart geperste tranen lag opgesloten. Hij nam hare hand en streelde die teeder. Klein aim ding, arm klein ding, zeide hjj. Het spjjt mij zoo, het spijt mij zoo innig om jou. Ik zon alles in de werald er om willen ge.en, als ik jou verdriet kon basparen. Zjj rnkte hare hand los en kealc hem aan met een paar oogen, groot van schrik. Waarom antwoordt je mjj i iet vroeg zjj stotterend-.. Je spreekt, alsof je een tweeden slag wildet verzacüten. Hjj keek een oogenblik naar den grond, en toen hij zijne oogen naar haar ophief, was er meedoogenloosheid in te lezen. Mij dunkt, Nelly, dat ik verkeerd zou han- kelen, als ik uw jeugdig leven wilde koppe len aan 't lot van iemand, die enkel zijn verdiende loon heeft gekregen Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1905 | | pagina 1