No. 61H
Donderdag 28 September 1905.
k
30ste Jaargang,
HbagBlaè voor eSTooró
en &uió-<JCollanó.
BERICHT.
Bijzonder onderwijs.
Om Mijnentwil.
ABONNEMBNTSPBUB
Pei 3 maanden tooi Haarlem f 1,20
Voor de overigé plaatsen in Nederland franco per post 1,50
Voor het buitenland 2,90
Afzonderlijke nnmtners 0,03
Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen
Hoofd re daoten r-D i r e c t e u r W. KÜPPERS.
BUREAU St. Jansutraat Haarlem
PBU3 DBB ADVBBTBHtTBN.
Van 1—6 regel50 Cent»
Elke regel meer 7'/, r
Groote letters worden berekend naar plaatsraimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentieh Con taak
Hoofdagenten voor het Buitenland Compagnie Génerale PublicitéEtrangèn
AXMTE MA NON agitate. G.L. DAUBE Co JOHN., F. JONES Suoo. Pari» BlbitFaubourg Montmartre.
Zij, die zich nu reeds als abonné
op de «NIEUWE HAA.RLEM-
SCHE COURANT» of het ZON
DAGSBLAD opgeven, ontvangen
de tot 1 October a.s. verschijnende
nummers GRATIS.
De Staatscourant bevatte dezer dagen
twee Koninklijke besluiten, op de uit
voering der jongste wjjziging van wet
op het L. O. betrekking hebbende.
Om de belangrijkheid der zaak laten
we den inhoud hier verkort volgen:
I,
(Staatsblad no. 266). BESLUIT vaD
den 12den September 1905, tot vasts'el-
ling van nadere bepalingen nopens de
akte van aanstelling van bjjzondere on
derwijzers en nopens de samenstelling
en werking der commissiëu van beroep
voor deze onderwijzers.
Wij WILHELMINA, bjj Te gratie
Gods, Koningin der Nederlanden, Prin
ses san OraDje-Nassan, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister
van Binnenlandsche Zaken van 6 Juni
1905. Afdeeling Aljemeene Zaken en
Comptabiliteit no. 4736/3
Gezien hst eerste lid Bub. 6 en 7,
zoomede het laatste van artikel 59 der
wet tot regeling van het lager onder
wijs, waarvan de gewijzigde tekit is be
kend gemaakt bjj Koniukljjk besluit van
den 26sten Juni 1905 Staatsblad no.
219);
Den Raad van State gehoord (advies
van den 25sten Juli 1905 no. 25
Gelet op het nader rapport van On
zen voornoemden Minister van 8 Sep
tember 1905, Aldeeling Algemeene Za
ken en Comptabiliteit no. 7318
Hebbn goedgevonden en verstaan:
met ingang van den dag, waarop in
werkiDg treedt de wet van 3 Juni 1905
Staatsblad no 151) vast ts stellen de
navolgende nadere bepalingen Dopens
de akte van aanstelling van bjjzoLdere
onderwijzers en nopens de samenstelling
en werkkiiag der Commissiëo van be
roep voor deze onderwjjzers
A. Nadere in de akte van benoeming
op te nemen voorwaarden.
Artikel 1. Iade «kte van benoeming,
nit te reiken krachtens het bepaalde in
artikel 59, eerste lid, sub 6 der wet
PKVILLKIOti
Vervolg
Als gij er zoo'n gez'cht bij zet,... ja!
Doch daar komt GrootmaIk heb uw
neef, mjjnheer den professor Gregorg verzocht,
Zondag-avond mijne woning eens te komen
zien en een uurtje met mg te praten. U hebt
daar toch zeker nie's tfgen P
Volstrekt niet, mjjn kind. Gjj kunt dan
's avonds met mg en mijne gasten thee drin
ken. Gjj wilt al gaan, lieve Paul?
Het is hoog tjjd voor mij I Tot z'ens
nichtZondsg-avond om zeven uur danl
De generaalsweduwe lachte den professor
veelbeteekenend toe, toen hg haar de band
gat en fluisterde nauwelijks hoorbaarDat
treft heel goed.
Annalieze nam haar tamboerijn van den
grond op en begon een liedje te neuriën.
Den volgenden dag voerde de November-
maand een boozen dans uit voor de gosde
inwoners van B.
Aan den hemel verschenen, dreigende, don
kere wolken, die zich in eene geweldige ha
gelbui ontlastten.
tot regeling van het Lager onderwjjs,
wordt, behalve de daar genoemde voor
waarden nog het volgende vermeld
a. de wjjze, waarop de bezoldiging zal
worden uitbetaald
b. voorziening, ingeval van opheffing
der school ot betrekking.
De snb b bedoelde voorziening houdt
in, dat het onderwijzend personeel teu
minste drie maanden van te voren van
het voornemen tot opheffing wordt ver
wittig] en, zoo voor dat geval een wacht
geld in uitzicht wordt gesteld, de voor
waarden, waaronder dit zal worden ver
leend.
B. Samenstelling en werking der com-
missiën van beroep.
Art. 2 De bestoren eener groep bijzon
dere scholen, welke een commissie van
beroep, als be loeld in artikel 59, eerste
lid, snb 7 der wet tot !a$er onderwjjs
hebben ingesteld, geven daarvan kennis
aan Onzen met de uitvoering dier wet
belasten minister, onder opgave van de
aangesloten scholsD, van de regeling
welke voor de verkiezing van de leden
der commissie is getroffen en van de
namen der door de besturen en het on
derwijzend personeel gekozenen. Wijzi
gingen, ia een en ander gebracht, wer
den eveneens aan Onzsn voornoemden
Minister meegedeeld.
Art. 3. In de regeling voor de ver
kiezing van de leden der commissie,
krachtens het vorig artikel getroffen,
wordt in elk geval bepaald
a. dat om de drie jaar een der door
de besturen en een der door het onder
wijzend personeel gekozen leden aftreedt
volgens een door de commissie op te
maken, bjj loting vast te stellen rooster;
b. dat de voorzitter worde verkozen
door de leden der commissie voor den
tijd van drie jaar
c. dat zoowel de aftredende voorzittir
als de aftredende leden aan9tords her
kiesbaar zijn.
Art. 4. Binnen tien dagen na zjjn
verkiezing geeft de voorzitter da u*van
kennis aan de schoolbesturen, welke tot
de groep behooren, met aanduiding van
zjjn woonplaats en van de plaats waar
de commissie zitting zal houden. Veran
deringen van deze plaatsen wordeu me
degedeeld binnen tien dagen, nadat zjj
zijn ingetreden.
De besturen geven van een en ander
binnen tien dagen kennis aan het aan
hun school verbonden ODderwjjzend per
soneel.
Te witte korrels sprongen op bet plaveisel
der straat in de hoogte eo dansten lust g
kletterend tegen de vensterruiten, tot groot
vermaak van de kinderen die jubelend de
langzaam smeltende korreltjes opvingen.
Op den hagel volgden geweldige regenbuien
die de gierende Noord-Oostenwind, scherp
als staal, den menschen in het gezicht zweep
ten.
Een treurig schemerlicht hulde menschen
en voorwerpeu in een onvriendelijk grauw,
de dakgooten zouden beken water over de
straten en de hoofden der voorbijgangers neer,
de paraplus dropen, i n op het asphalt waren
hagel, regen en s-ol tot eene taaie brjj ver
mengd, die het gain bemoeilijkte en aan
de japonnen der dames bleef kleven. Novem
ber
Paul Gregorg had eene vriendelijke woning
in de Wjjnbergstraat in het h-.is eener oude
weduwe, die voor zjjn eten zorgde, terwjjl
bare dochter hem bediende.
Zjj waren beide goed met elkander tevreden,
de professor namelijk achtte zich gelukkig
dat de weduwe uitstekend kon koken en
volstrekt geene praatster was.
Zjj had menigen zwaren slag te verduren
gehad en was eene stille, gedrukte vrouw,
die met haren huurder alleen de noadwendig-
ste vragen en antwoorden wisselde natuur-
ljjk op zeer beleefden toon, en daarmee waren
beiden zeer tevreden.
Heden had de professor zich plechtig be
loofd den gansehen dag te werken en zich
door geen tien paarden uit huis te laten
Arf. 5. De commissie stelt ren huis
houdelijk reglement voor hare werkzaam
heden vast, waarin in elk geval wordt
geregeld:
j a. de wjjze, waarop de beroepen zullen
worden behandeld, met dien verstande,
dat aan het school-besluur en den ap
pellant dcsverlangd gelegenheid wordt
gegeven hun belengen moLdeling voor te
dragen of te doen voordragenen dat een
afschrift van de uitspraak der commissie
zoowel aan het schoolbestnar als aan den
appellant zal worden uitgereikt
j b. de verdeeliüg van de kosteD, wsar-
I toe de werkzaamheden der commissie
aanleiding geven, over de tot de groep
behoorende schoolbesturen, met dien ver-
j ttande, dat de mogelijkheid wordt voor
behouden, om de schadeloosstelling van
getuigen en deskundigen bjj de uitspraak
der comnciisie geheel of gedeelteljjk ten
laste van de in hit ongeljjk gestelde
partjj te brergen.
Art. 6. Het in het vorig artikel be
doelde huishoudelijk reglement wordt on
derworpen aan de goedkeuring van Onzen
met de uitvoering van de wet tot regeling
van het lrgrr onderwjjs b Tasten mioist t.
Ooze Minister van Binnenland'che Za
ken is belast met de uitvoering van dit
besluit, dat in het Staatsblad zal worden
geplaatst en waarvan afschrift zal wor
den gezonden aan den Raad van State.
Het Loo, den 121en September 1905.
WILHELMINA.
De Minister van
Binnenlandscbe Zaken,
P. Riok.
Uitgegeven dm een en twiatigsten Sep
tember 1905.
De Minister van Justitie,
E. E. VAN RAALTE.
II.
(Staatsblad no. 267). BESLUIT vtnden
12den September 1905, tot vastst lling
van de regelen omtrent den boaw en de
inri btiog van scfcoollokalen, bedoeld in
het vijfde lid onder A van artikel 59 d r
wet tot regeliDg van het lager onderwjjs,
waarvan de genjj igde tekst is bekend
gemaakt bjj Koninklgk bednit van den
26sten JuJ 1905 (Staatsblad no. 219).
Wjj WILHELMINA, bp de gratie
Gode, Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz., enz-, enz.
Op de voordracht van Onzen Minister
van Binnenlandsche Zaken van 6 Juni
j 1905 no. 4736/4, afdeeling Algemeene
j Zaken en Comptabiliteit.
I halen. Hjj moest meermalen aan zijee nicht
en bare kleindochter denken, die heden naar
1 den leesiavond moesten maar zjj hadden
immers eene equipage, en als men m't iemand
medelijden moest hebben, dan kon het
hoogstens met Martin zijn, die op den bok
zat.
Hoe bekoorlijk had het jonge meisje er in
baar fantastiseït zigeunerscostuum uitgezien
Paul kon zich niet voorstellen, dat een der
medewerkende leden nog mooier was. Dat
was gisteren een heerljjke aaubl k voor hem
geweest.
Met dese gedachten nam hjj voor zijne
sehrijftafel plaats, met zjjn woordenboek voor
z ch.
Het werk ging hem vlug van de hand;
zjjn geest dwaalde niet af en het denkbeeld,
dat hjj des middags eten moest, kwam hem
voor als eea storend oponthoud.
Zjjne werkkamer was net als zjjn slaap
vertrek zeer hoog en ru m; het salon daaren
tegen, waarin hjj bezoeken ontviDg, slechts
klein en lang niet zoo gezellig ingeticht. Dat
kenmerkte Gregorgs levensopvatting hjj hield
het voor zijne gezondheid onontbeerlijk in
eene groote ruimte te slapen en voor zjjn
werk was hem de beste kamer nauwelijks goed
genoeg; bezoek echter ontving hjj niet dik-
wjjls, hjj hield dat voor eene soort van tjjd-
verkwisting, waarbij zelden iets leerzaams
verhandeld werd daarom korden die
menschen het wel met dit kleine salon voor
lief nemen 1
Gezien artikel 59, vijfde lid sub A dei-
wet tot regeling van het lager onderwjjs,
waarvan de gewjjzigde tekst is bekend
gemaakt bjj KoDinkljjk besluit van den
26attn Juni 1905 (Staatsblad no. 219);
Den Raad van State gehoord (advies
van den 25sten Jnni 1905 no. 25);
Gezien het nader rapport van Onzen
voornoemden Minister van 8 September
1905 no. 7318, afdeeling Algemeene Za
ken en Comptabaliteit
Hebben goedgevonden en verstaan
Met ingang van den dag, waarop in
werking treedt de wet van 3 Juni 1905
(Staatsblad no. 151), vast te stellen de
volgende regelen omtrent den boaw en
de inrichting van lokalen voor bjjzonder
lager onderwjjs waaraan moet zjjn voldaan,
om aanspraak te maken op de in het
vjjfde lid sub A van art. 59 der wet tot
regeling van het lager onderwjjs bedoel
de bjjdragen der tegemoetkoming in de
kosten om te voorzien in de behoefte aan
schoollokalen
Par. 1. Van lokalen, te stichten of in
gebruik te nemen voor tijzonder lager
onderwjjs.
Artikel 1. Alvorens over te gaan tot
het slichten, verbouwen of uitbreiden
eener school zendt het bestaur het daar
voor opgemaakt bestek, zoomede de tee-
keningen van den platten grond, de door
snede en het uitwendige op de schaal
van 1 tot 190, ter beoordeeling aan den
districtsschoolopziener, die deze slakken
binten dertig dagen, voorzien van zjjn
advies, aan den schoolopziener terug
zendt.
Art. 2. Er is binnenshuis geen gemeen
schap tusschen schoolgebouw en ocder-
wjjzerswoning.
Art. 3. Elk schoolvertrek wordt voor
niet meer 100 leerlingen bestemd. Ver
trekken voor meer dan 50 leerlingen
worden zoo ingericht, dat zjj door eene
afscheiding in twee doelmatige vertrek
ken kannen worden verdeeld.
De vloeroppervlakte van elk fichool-
vertrek bed-aagt ten minste 0,8 M2 voor
iederen leerling. De licbameljjke inbond
van elk schoolvertrek bedraagt ten min
ste 3,6 M3 voor iederen leerling.
De hoogte tusschen den vloer en de
zoldering bedraagt ten minste 4,5 M.
Art. 5. De afstand tusschen den werk-
muur en de voorste bank is ten minste
1,3 M.de overige gangpaden langs de
maren of de afscheiding zjjn ten minste
0,6 M. breed en ds gangpaden tnssschen
de naaBt elkander geplaatste rjjen ban-
Van hooge boekenplanken zagen de klas
gieken van den ouden en nieuwen tjjd op zjjn
werk neer een klein exemplaar van Home
rus lag, voorzien van een aantal aanteeke-
nirgen, altjjd voor het grjjpen op eene vaste
plaats op zjjne schrijftafel.
Hjj beweerde, dat hjj beter kon denken en
schrjjveD, wanneer hij van tjjd tot tjjd eene
nladzjjde van dezen, zjjnen lievelingsschrijver
halfluid voorlas.
Eene voortreffelijke groote schilderjj van
fiafaëls Athauisc'ae school hing tusschen twee
rijen boekenplanken.
Tegenover hem het Avondmaal van Lio-
nardo.
De werkkamer gaf uitzicht op eene stille
binnenplaatsgeen geluid naar buiten ver
stoorde de gedachten van den geleerde.
Zij.e studenten, van wie hjj veel hield,
deed hjj de eer aaD, hen hier in zjjn stil
heiligdom te ontvangen wjjn en sigaren
stonden ten allen tjjde voor hen op een klein
tafeltje gere d.
Daags na den geweldigen regen en hagelbuien
stond de zon weer sihitterend aan het uit
spansel.
De hemel was helder blauw, als schaamde
hjj zich over zjjne onstuimigheid van gisteren
en een zacht windje, dat volstrekt niet aan
den ruwen November herinnerde, streelde
zacht het gelaat der wandelaars, of het ver
geving kwam vragen.
Ook Gregorg vond, dat hjj gisteren vljjtig
genoeg gewerkt had, om zich heden zjjne
gewone, lange wandeling te gunnen, waaraan
ken hebben een breedte van ten minste
0,4 M.
De afstand tusschen den werkmauren
de leaning der daarvan verst verwjjder-
derde banken is niet grooter dan 6,5 M.
Art. 6. De wanden van het schoolver-
trek zjjn licht en mat gekleurd. De vlak
ken der schoolborden zjjn mat.
Art. 7. De buitenmaren hebben ten
minste 0.23 M. dikte.
Art. 8. De lichtramen worden zoo ge
plaatst en ingericht, dat het school vertrek
voldoende en doelmatig verlicht zjj en
dat te sterk invallend licht worde ge
temperd.
Zjj worden bjj voorkeur gep laatst in
den muar terlinkerzjjde der leerlingenen
nimmer in den werkmaar.
Het bovengedeelte der in de muren
aangebrachte lichtramen moet ten allen
tjjde gemakkeljjk kannen woiden geopend.
Art. 9. iGdien de vloer van het school
vertrek niet geheel van hout is, behooren
althans de vrjje ruimte vóór dea werk
maar met hoat belegd en de zitbanken
van voetplanken oi latten voorzien te zjjn
j Art. 10. De deuren van het schoolver
trek zjjn niet in de onmiddelljjke ge-
meenscLap met de baitenlucht.
De gaogen en portalen zjjn behoorljjk
verlicht, ten minste 2 M breed en niet
lager dan 2.5 M.
Art. 11. De schoolbanken worden voor
zien van een lendenlenuing.
De schoolbanken hebben niet meer dan
twee zitplaatsen.
Het tafelblad van een voldoend aantal
der schoolbanken wordt, ia scholen waar
vak k, bedoeld in art. 2 der wet tot re
geling van het lager onderwjjs wordt
onderwezen, ingericht voor de handwer
ken van meisjes.
Art. 12. Bjj elk schoolgebouw ie een
voldoend aantal privaten. Gebouwen, waar
jongens ter school gaan, zjjn bovendien
van de noodige waterplaatsen voorzien.
Voor jongens en voor meisjes zijn
afzonderljjke privaten ingericht.
Alle privaten zjjn voorzien van deuren
Privaten en waterplaatsen, ipet bet tchool-
vertrek gemeenschap hebbende, zjjn daar
van gescheiden, door voorportalen.
Er bestaat geen gemeenschap tusschen
de privaten of de waterplaatsen onder
ling, noch tusschen de daarvoor geplaat
ste portalen voor een jongensprivaat
en de daaraan grenzende waterplaats mag
een gei^eenschappeljjk portaal ingericht
worden.
Privaten, waterplaatsen en voorportalen
hij zioh heel regelmatig hield, en die hg niet
gaarne opgaf.
De Wgnbergstraat lag een weinig ter zjjde
van den grooten verkeersweg, een voorrecht,
dat de professor zeer op prjjs wist testellen.
Toen hij een eindweegs geloopen had,
ontmoette hjj een zjjner studenten, een man,
die al niet meer zoo jong was, wiens jjver
voor de wetenschap hem zeer aangenaam
was.
Nu, waar gaat gjj heen? sprak hg
hem aan en nam hem vertrouweljjt onder
den arm. Hebben wjj misschien denzelfden
weg
Ikjaik weet niet, mjjnheer de pro
fessor—de student was een weinig verlegen
namelijk, ik wilde in de kerk
Wel verbazend, dat is een ongewoon
doel voor je, ia niet
Ja, daar heeft eene trouwpartij plaats
een officier trouwt, en onder de bruidsmeisjes
zjjn bekenden »an mg, enkel mooie meisje»
die ziet men niet alle dagen zoo bjj elkaar.,..
Gregorg herinnerde zich den naam niet
meer, dien zjjne nicht hem genoemd had,
maar daar deze genoemde bruidegom ook
oificier was, en ook heden trouwen zou, waj
het tien tegen een, dat dit dezelfde bruiloft
was, wa&rbjj Annalieze Von Guttenberg eene
rol speelde.
(Wordt venolyd-)