No. 6277.
Maandag i6 April 1906.
3Isle Jaargang.
kbaaêlaó voor <3%ooró- on Suió-éCoffanó.
PASCHEN.
Een gewezen Luitenant.
VIT K Ui L A n u.
BI vjNütNL lN i).
Per 3 meenden voor Haerlem I 1,20
Voor de overige plaatoen in Nederland franco per poet 1,50
Voor het buitenland 2,90
Afxonderljjke nummer*0,03
Dit blad verschijnt dagtlijln, behalve Zon- en Feestdagen
H oof d re d a c t e u r-Dir e ot e u r W. KÜPPERS.
BUREAU St. J ansa treat. Haarlem.
PBUS DBBADVBBTnniHB.
Van 1—6 regel*,- 50 Cent*
Elke rsgel meer71/, r
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Con t an t
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale Publkité, Etranabn
9. L. DA O BE Sf Co J OHN., f. J ONES SueePane Slbie Faubourg Mcntmarlre
HF* Wegens het Hoogfeest van
FASCHEN zal deze Courant Maan
dag niet verschijnen.
Dit Nummer bestaat uit TWEE
BLADEN.
In de natuur om ons henen spreekt alles
van nieuw leven, en weer luiden de feest-
klokken om den bljjden en glorievol! en
feestdag van Paschen aan te kondigen.
Returrexit, sicut dixit, Alleluja
Zoo klinkt heden onafgebroken de jubel
kreet door Gods Kerk, die in heilige ver
voering feestviert, omdat haar Goddelijke
Stichter, door eigen macht en kracht uit
het graf opstond.
IJdele voorzorg van het door woede en
vervolgingswaanzin benevelde bloot men-
schelijke verstand: de Heer verrees uit
het graf in volle Majesteit.
Zoo is geschied!
En een Bode van het eeuwige Licht,
vol jeugd en schoonheid, nam de plaats
in der verschrikte wachters, om aan Jeru
salem's vrome vrouwen, die kwamen om
het lijk van dea Gekruiste te balsemen,
de bigde tijding te verkondigen.
ReturrexitHg is verresen. Hü is hier
nietZie de plaats waar zg Hem gelegd
hebben
Hjj, die uit liefde door twee braven
In deze groeve werd begraven,
Verzegeld door den Hoogen Baad
Hjj heeft, trot* zegel en soldaten,
Het welbewaarde graf verlaten,
Bjj 't krieken van den dageraad.
Juicb, Christenschaar, door bigde zangen
Den sombren rouwtoon nu vervangen,
Geslaakt om Jesus' droeven dood
Doe aan heel de aard uw lofzang hcoren
Stem luide in 't lied der Engelkoren,
En juich: de Heer is waarljjk groot I
v
Is het wonder, dat jaarlijks deze glo
rievolle opstanding met weergaloozen luis
ter gevierd wordt
Wjj weten het, deze hooggestemde geest
drift doet ook de Berodianen van onzen
tjjd in hunne waanwijsheid sidderen. De
ongeloovigen knarsen de tanden bjj dezen
jubel van Christus' Bruid, tegen wie alle
JEIILLETON.
machten der hel, volgens het woord van
Christus Zeiven, met lamheid en onmacht
geslagen staan. Voor hen is het Alleluia
huiveringwekkend en verschrikkelijk, her
inneren als het hen doet aan de heerlijke
overwinning van den Leeuw van Juda, te
gen Wien al hunne aanvallen en pijlen
ondoeltreffend bleken. Ja, het Alleluia van
de Kerk is de doodklok voor het oogeloof.
De doodklok van het ongeloofZjj ver
kondigt de gdelheid van alle aanslagen en
vervolgingen tegen Christus enZjjne Bruid,
en schudt het geweten wakker van wie in
grenzenloozen overmoed de heiligschen-
nende handen naar de Kerk en hare die
naren uitsteken. Zegepraal op zegepraal
bevecht de Kerk op hare vjjanden. Niet
door wapenen en geschut, onder dreunen
de kanonnen en bloedvergieten, maar door
den glans en luister, de beerlgkheid en de
glorie, waaruit zjj na iederen aanslag te
voorschjjn treedt. Dat heefc zjj gemeen
met haren Goddeljjken Stichter, dat alle
aanslagen en vervolgingen, alle hoon en
ljjden, alle smarten kommer slechts nieu
we parelen voegen in bare weêrgalooze
gloriekroon, bjj wier beschouwing het
menscheljjk hart als door eene huivering
bevangen wordt.
De doodklok voor het ongeloofPaar
is een Koning, daar is een God, die
Meester is van den dood, gelijk Hij ook
de Heer is van het leven. Zingt niet, op
het hoogfeest van heden, inhareheerljjke
prefatie, onze Moeder de Kerk, spre
kende van de Opstanding van haren triom-
feerendenStichter, van 's Heeren allesover-
treffende zegepraal over den dood en het
grafMortem, nottram rnoriendo destrnxit, HÜ
heeft ons, door te sterven, van den dood
gered, et vitam resurgendo reparaviten schonk,
door Zjjne opstanding, het leven aan ons
terug.
Pezs zegepraal op den dood is voor de
ongeloovigen de genadeslag. Zg. die van
ge ne eeuwigheid, van geene onsterfelijke
ziel, geen hemel of geene hel weten wil.
len en alles met dit leven willen beëin
digd zien, sidderen en klapper anden bjj
de hooggestemde Alleluia's op het hoog-
eest van 'a Heeren Verrijzenis.
Zoo is het Paaschfeestvoor den een eene
bron van zaligheid, voorden ander eene
a tleiding tot knaging en tot wroeging.
Want rotsvast, neen, staat bij niemand
de overtuiging, dat met dit leven alles
eindigtéén woord, éen enkel slechts,
kan deze overtuiging doen wankelen en
het arme hart overleveren aan de diepste
verlatenheid en de meest doodeljjke on
rust «Die in Mij gelooft, zal leven in
eeuwigheid.»
Dat woord prediken de klokken op het
Hoogfeest van heden, galmen de orgel
tonen ons tegemoet, getuigen de breede
scharen van Christenen, in wier hart het
Alleluia de edelste snaren trillen doet.
Moge de triomf van Christus' Bruid,
de zegepraal van de Kerk, de oogen openen
van wie ziende niet blind en hoorende
niet doof willen zijn.
Het ongeloof moet telkens nieuwe mid
delen te baat nemen in den strijd tegen
de H. Kerk, terwjjl de H. Kerk, onver
anderlijk in hare leerstellingen, en trots
de sluwste en listigste aanvallen, steeds
zegevierend te voorschjjn treedt.
Dat alleen reeds is eenjbewjjs van haren
Goddelgken oorsprong.
Daaraan reeds erkennen wjj, dat hier
de menschelijke geest aan zjjne luimen
niet bot viert, zooals overal, waar de
wereldsehe wetenschap zich uit, maar dat
hnr een God als Stichter en als Leeraar
moet zijn opgetreden.
Het Alleluia van heden zg voor de
ongeloovige en halsstarrige wereld eene
nieuwe en hoogst ernstige les en waar
schuwing, om toch niet blindelings te
bljjven voorthollen op den weg van het
eeuwig bederf.
EEN WERKZAAM MAN.
Wjj bedelen hier den te Rome op
80 jarigen leeftjjd overleden markies Vi-
telleschi.
Deze wakkere grjjsaai 1 was niet ge
makkelijk; bjj was een man van plichts-
bet achting, terwjjl zjjn kraebtig, soms
sojjdend en spotziek woord menigeen tot
rede bracht.
D e werkkracht van dezen man was
verbazend. Hij echreei veel, voerde de
administratie over zjjn eigendommen en
van talrjjke andere zaken. Overdag ver
toefde hjj tasschen de werklieden van de
Romeinscbe Campagne, gedurende lange
aren. 's Avonds was bjj het middelpunt
van de ijjnsta gezelschappen in de toon
aangevende kringen.
Daar tosschen in vood bjj gelegenheid
een boek te schrjjren of een tijdschrift
artikel, een redevoering, een dagorde of
werkprogram voor een administratief col
lege, een laadbouw-comité, een kiezers-
vereeniging.
Zjjn tegenstanders verweten hem Blechts
ééoe font, n. 1. dat hg degenen, die zjjne
meeoiog Diet waren toegedaan, geheel en
al beschouwde als nulliteiten.
De Markies had geen ongeljjk. Immers
moetten Diet velen blozen van schaamte,
dis den tjjd laten vosrbg v'iegen, dien
allerkostbaarstea tjjd, nooit moer terug
te roepen of goed te maken?
(Vervolg)
Eindelijk, eindelijk volgde de uitspmk.
Ze luidde //Ze» jaren gevangenisstra'», om
dat men de aanleiding tot de daad al* ver
zachtende omstandigheid liet gelden.
«Zes jaar 1» Eene huivering voer den ver-
▼eioordeelde door de leden van het hoofd tot
de voeten. Dat wa» ever goed, of men hem
veroordeeld had, leve.d begraven te worden.
Plotseling kwam een ijskoude rust over hem,
de kalmte van den vertwijfelde, die mets
meer te verliezen heeft. Zjjn besluit was ge
nomen vluchten of sterveD.
Op den weg van de rechtszaal naat de
brug vormde bjj rijn plan, een vermetel,
waanzinnig plan, maar het was het eenige,
waarbij redding ten minate niet geheel on
mogelijk waa.
Het transport bevond zich ongeveer op het
midden der brugbedaard liepen beide sol
daten met den gevangene voort. Met order
zoekenden nlik loerde deze achterom. Daar
beneden, rechts, stroomafwaarts, lag de Dam-
voorstad, door weiden en tuinen van de ri
vier gescheiden.
Daar zaten moeder en zuster vol vertwij
feling den zoon en broeder als een vetlorene
te beklagen. Nog eenmaal baalde hjj diep
adem. Dan een sprong naar den kant der
brug, en bliksemsnel, nog voor zjjne bewa
kers goed wisten wat er gebeurde, was hjj
op de leuning, en vandaar in de rivier ge
sprongen.
Toen de vluchteling weer uil het water
opdook, hielden de beide bewakers bjj de
leunirg der brug hunoe geweren gereed.
Zoodra zjj het hoo'd van den zwemmer zagen,
gaven zjj vuur. Maar de reeds ingevallen
1 schemering en hun opgewonden toestand ver-
j hinderden nauwkeurig te mikken of was
het medeljjden met huu kameraad, die om
zjju leven worstelde, dat hunne hand deed
be ven
i Op de brog ontstond een oploop, een
haastig roepen en vragen. Scharen voorbij
gangers bieren staan om daar beneden in de
diepte naar den koenen zwemmer te kg ken,
i terwijl beiden soldaten, door eenige nieuws
gierigen begeleid, naar het einde der brug
snelden, om in een boot de vervolging te
beginnen.
Maar de vluchteling, een geoefend swem-
m6r, had reeds een grooten voorsprong, be
gunstigd door den snellen s'room der rivier,
en toen de soldaten eindeljjk in ge:elsohap
van een schipper vaa wal stieten, had hjj
reeds niet ver van de voorstad den oever
bereikt. In vollen loop snelde hjj de weiden
en tuinen door, hoewel de natte kleeren hem
zwaar aan het ljjfzaten. Geene vrees ver-
yulde bem meer, maar nog slechts de ge
lach e aan de met eiken poleslag, met eiken
ademtocht verlangde vrjjbeid.
Van den tuinkant naderde hjj het huia
ijjner moeder. Voorzichtig loerend, of iemand
bem ook zag, sloop hjj het huis in en storm
de dan de kleine woonkamer bisneo.
Met een luiden kreet van ontzetting spron
gen teide vrouwen op. Met opgespelde oogen
staarden zjj den zoon en broeder aan, die ia
zjjne druipende kleeren, n aar adem hjjgend
voor haar stond. Zonder een woord te kunnen
uitbrengen, zonk de ontstelde vrouw voor
haar stoel op de knieën neer en strekte de
armen vol verlangen en hulpeloos als een
kind naar den geliefden zoon uit. Deze
sprong op haar toe en sloot haar in zjjne
armen.
Bedaard, moeder, badaard riep hjj, de
bevende vrouw liefdevol ondersteunend.
Gauw, gauw, zes jsar hebben ze mjj ge-
ge'en, zes jaar! Ik ben bun ontsnapt, mjjne
vervolgers zjjn achter mjj I Om Gods wil,
bedaard. Mjjne burgerkleeding, ÜLlara 1 Gauw,
voor het te laat is I
Reeds had bjj zjjn natte uniform uitge
trokken, en terwjjl zjjne zuster zonder een
woord te spreken naar de achterkamer snelde
om de kieeren van haar broeder te halen,
deed deze droog ondergoed aan om dan in
vliegende haast zijn burgerpak aan to trek
ken. De oude vrouw hielp hem, zooveel zjj
kon, hoewel zjj in zoo'n opgewonden toestand
verkeerde, dat alles aan haar lichaam beefde.
Alle kleur was uit haar gezicht geweken.
Frans, Frans, wat zaltgjj nu beginnen f
Waarvan zult gjj leven?
Frankrijk.
De werkstakers hebben getracht den
Dein van Perawetz naar ViemCondé
die Belgische mijnwerkers vervoerde, te
laten ontsporen, door steenen op de rails
te leggeD.
Het gevaar werd echter ontdekt, maar
toen de trein Btilstond vielen de stakers
de Belgen aan en mishandelden velen.
Ook bjj Mouiin Farot hebben de sta
kers een treiD, die Belgische mijnwerkers
kwam halen, aangevallen. De Belgen
konden echter vluchten, zoodat het hier
niet tot mishandeling gekomen is.
De Fransch* gendarmen waren niet bjj
machte de Belgische arbeiders te bescher
men.
De heer Lacroix, lid vaa de Fransche
academie van wetenschappen, is in op
dracht van den heer Brisnd, minister van
onderwjjs, naar Italië vertrokken om een
onderzoek in te stellen naar de ooizaak
van de uitbarstingen van den Vesuvine.
Hongarije.
Het nieuwe ministerie vindt geestdrif-
tigen bjjval.
Niet alleen ia Boedapest waren de
menschen zoo nitgelaten op alle stations
die de ministers passeerden zelfs waar
de trein niet stilstond, waren de bewo
ners gekomen om de nfenwe Regeeriog
toe te juicheo, als een bswjjs van erken
telijkheid voor het tot stand gebrachte
werk.
We zgn na maar benieuwd, hoe lang
dat moois dnren zal. Vooreerst moet het
ministerie de verkieziugen leiden en dan
Terwille van den sjmpathieken
Keizer hopen we er 't beste van.
Het nieuwe Kabinet heeft alle door het
ministerie Fejervary benoemde comitaats-
beambten ontslagen, en de vroegere we
der in functie gesteld. Verder werd het
verbod van colportage van bladen opge
heven.
Naar verlaidt, zal de minister van jaa-
titie den Koning voorstellen de tslrgke
troffen aan het oog en den nek. Ik tracht
te binnen in de kerk een schqilpl&ats te
vinden, toen juist een woeste menigte de
kerk kwam binnendringen, een crucifix
opnam en mg dwong een allerzonderlin-
ste processie te organiseeren, bg het
licht vaa slechts enkele walmende fakkels.
De hooiden wareD gedekt met pannen
en potten ter bescherming tegen den
steenenregen.
Na afloop van de processie kwamen de
geloovigen weder in de kerk terag, waar
uit ik vruchteloos trachtte hen te ver-
drjjveo, want het gsbonw dreigde in te
storten. Ik zelf ging naar buiten, maar
de ongelnbkigen, die gebleven waren,
werden onder het pain verpletterd».
Italië.
Niet ginder haiver'ngwekkend dan het
dratra van Courriares is de vernielende
uitbarsting van den Vesavins.
De pastoor van Ottejano, ooggetuige
van de ramp aldaar, verbaalt daarvan
hel navolgende
Zaterdagavond kwam ik van Gosco-
Trecese naar Ottajano terug. Alles was
rnstig. Tegen 11 nar, ik Btond op den
drempel van de Annonziatakerk, begon
een zware ateeaenhagel en werd ik ge-
ROTTERDAM, 13 April. De aitsleg
der gehouden herstemming voor daa Raad
dezer gemeente is als .olgt:
Aantal kiezers 4878. Aautal uitgebrach
te stemm n 2064; van onwaarde 30
geldig 2034.
Gekozen de heer W, H. van Oordt H.
W. Azn. met 1170 stommen.
De heer Jos. van Steen (r.-k.) had
864 stemmen.
Ue nitslag der eerste stemming op
Woensdag 4, April waa de volgende:
Aantal uitgebrachte stemmen 2580;
,van onwaarde 14; geldig 2566; volstrekte
meerderheid 1284.
Herstemming tasschen de heeren Jos.
van Steen (r.-k.) met 733 en W. H. van
Oort H. W. Azn. met 730 stemmen.
Dr F, D. A. G. van Moll (lib.) had
729 en de heer L. M. Hermans (soc.-
dem.) 374 stemmen.
OUDER-AMSTEL, 12 April, In de
gisteren gebonden Raadsvergadering sprak
de voorz., den heer C.J.Kea, wethouder,
die heden den dag htrdenkt van zjj a 25-
jarig lidmaatschap van den Gemeenteraad
hartelgk toe en bood hem mede namens
den Raaijen secretaris een fraaien fauteuil
aan.
ZAANDAM, 13 April. In deze ge
meente hebben de Katholieke, en anti-
revolationaaire kiesvereenjgingen en de
tine a«n noning voorstellen ae tsirgse ue
onder de vroegrre Regesring begonnen **Pae'M|!1Fg «Zaiddjjks Belang» tot can-
politieke processen te schorsen. didaat voor den ge neenteread (vactare-P.
Pauw) gesteld den Heer A. J. t^Weseem
Door zijne tranen heen moest hjj lachen-
Dat is het minste wel, moeder. Als ik maar
eerst in het buitenland ben 1 Voor verhonge-
ren ben ik niet bang.
Heer in den hemel zoo ver, naar
het buitenland? En zjj snelde, zoo haastig
hare wankelende beenen baar dragen konden,
naar de secretaire van haar gestorven man,
haalde uit eene lade het gouden horloge te
voorschijn, dat Frans van zjjn vader geë'fd
had, maar in de kazerne niet draden mocht,
en reikte bem dit over. l'an wilde zjj hem
met alle geweld al het geld, dat zjj in huis
had opdringen. Maar hjj nam er slechts een
gedeelte van en wees het overige vastberaden
at. Nu trok hjj zjjne moeder en zuster aan
zjjne borst voor een laatsten afscheidsgroet.
Een enkel «ogenblik werd ook zgn hart zoo
we k, dat hjj zjjn saikken niet bedwingen
kon. Dan verzamelde hjj al zjjn moed.
Wees bedaard, moeder, wees stil. Gjj
zult spoedig van ,wjj hooren en. dan komt gjj
mjj na, gjj en Elara, en alles is goed.
Zjj kjemde zieh aan hem vast, alsof zjj
hem niet van zieh wilde laten gaan, en hjj
moest zich bjjra met geweld van haar los
rukken.
Bljjf bra-f, Klara, blSf goed. Troost
uwe moeder.
Reeds stond hjj aan de deur. Daar viel
hem nog iets in. Zich omkeerend wees hjj op
de natte kleedingstukken, die op den grond
lagen
Verbergen in den tninl Eu dan
Pauw) gesteld
(lib.)
VOLENDAM, 13 April. Tot stations
chef alhier (nieuwe Ijja der. H.IJ. S. M.)
is benoemd de Heer W. Bonwes, thans
stationschef bjj de 2ie Noordhollandscbe
Tramwegmaatschappjj te Edatn.
HA ARLEMMERLIEDE EN SPAARN-
WOUDE, 13 April. In deze gemeente is
Dooderdag een collecte voor den waters
nood in Zeeland gehouden door jonge
dames aan die in da afdeejing Halfweg
de rivier in. En zeg niet, dat ik hier geweest
ben.
Dan was-hjj ia de gang, en nu ging het
in snellen draf het erf op, den- tuin door,
terug nasr het weilaud en van hier kngs
een omweg naar da laodstraat. Terwjjl hjj nu
eens voorlreude als een gejaagd hert, dan
langzaam, voorzichtig loerend, {voortging, ever-
legde hjj wat te doen. Het veiligste scheen
hem een paar uur te voet af te leggen en
dan, nog in de duisternis ran den naobt, of
met het aanbreken van den morgen, op een
der naaste stations den trein te nemen. Als
dan geen noodlottig toeval «jjnen vervolgers
te hulp kwam, kon hjj zieh als gered be
schouwen.
Toen hjj op .jlen grooten weg kwam, hield
hjj, naar adem hggend een oogenblik stil. In
koortsachtige spanning luisterde hij in de
richting vaa de stad. Daar hoorde hjj duide-
ljjk paardgetrappel, dat snel naderde. Eene
cavallerie patrouille, die hem achtervoigJe
Hjj sloop in het kreupelhout en luisterde
met ingehouden adem. Nu onderscheidde hjj,
dat het een wageu was, die weinige minuten
later zicht aar werd, Eene ongekende vreugde
stroomde den vluchteling door de ziel
het was een boer, die uit da stad naar huis
terugreed eu op Wagners geroep stilhield.
Wordt vervolgd.)
ABOBBBXBBTBPBIJ»
A.9ITB MA BOB AGITATE