No. 6328. Dinsdag 19 Juni 1906. 3Isle Jaargang, Ter Overweging. EEN GEHEIM. BUITENLAND, Voor de 'overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het buitenland üsonderljjka nummers Dit blad verschijnt dagtlijk»behalve Zon- en Feestdagen Hoofd re daoteu r-D ireoteur W. KÜPPERS. BUREAU St. Jansstraat. Haarlem. t 1,20 1,50 2,90 0,03 Van 1—6 regels 50 Cents Elke rsgel meer i 4 71/, r Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale Publieiti, Etrangèm 9. L. DA ÜBE 4- Co JOHN., f. JOKES Suoc. Fgrie 31 bie Faubourg Montmartre Op den Limburgschen Katholiekendag heeft de ZeerEcrw. Hooggel. heer H. M. H. Battels een groot gedeelte vau den beschikbaren tjjd ia beslag genomen met te spreken orer de Katholieke Pers. Met de woordenWat de school is voor het kind is de Pers voor de vol- wasseneoc, begon spreker zgn betoog en betreurde, dat velen dit niet beseffeD, en er Katholieken zjjn die buitenmate vrg- gevig zich toonen voor bgna alle liefda dige doeleinden, maar Oost-Indisch doei blijven voor de roepstem om de Katho lieke Pers te steunen. Niet onaardig vinden wg, dat da ge- wjjde redenaar wees op Frankrgk, dat duizenden en nog eens duizenden gaf voor de missiën en anderszins, maar de eigen Pers verwaarloosde en daardoor steeds dieper en dieper ten val kwam. Hebben we de Pers, zn pastoor Bar- tels, dan hebben we alles. De groote wereldkampioenen, de wereldbeheerschers de grootste strgders staan niet op het Blagveld, maar zitten achter hun lesse naar?, en hun zwaard is de pen. Wg verwaarloozen, riep Sprdker uit, te veel deze groote macht Na vinden wg het heel mooi, dat op den Limburgschen Katholiekendag, door een ond-professor eeue lans gebroken is voor het goel recht van de Katholieke Pers, opdat zg haar verheven roeping kan vervullen bg de opvoeding van het volk. Bleet het echter maar niet bg woorden. Daden tnankeeren, en het gevolg er van is, voortdurende nederlagen. Nog steeds blgtt de ernst dor zaak achter wege. Men weet niet wat men wil. Waar het geldt voor de toekomst te werken, daar dient men verdiecsten ta erkennen, wat goed is te behouden en steun daaraan te veileenen. De leiders der Katholieken hebben den plicht het goede en rechtvaardige te handhaven, ten einde het volk in de verwarring van onzen tgd een vast stean- pnnt te kannen bieden. Men volgt echter nog steeds de oude politiek der illnsies, waaruit niets tot stand komt en afgebroken wordt wat goed is. Velen doan zulks uit onwetendheid, JSLILLETON. 17; Vervólg.) En de familie de Xantraille f l)e weduwe overleed tien jaar na haar man wat jonker Hector betreft, hjj had heel dien familietrots overgenomen en buitenstaat zqnde zelfs door eene betrekking of wel een rijk huwelijk den vroegeren luister aan zjjn naam weer te geren, verkoos hjj voortaan zjjne armoede voor de oogen der wereld te verbergen. Nooit heeft men na den dool der moeder iets meer van hem en zijne zuster ge hoord. Op het dorp en in heel do streek gelooftmen, dat beiden allang zjjn gestorven. Ik alleen weet beter, want ik alleen gaf mjj de moeite hun spoor te volgenmaar ik heb het nooit tegengesproken, als men mij verte'de, dat er niemand meer overbleef van het geslacht. Ik wist, dat jonker Hector liever had, dat men dit meeode. Gij, mevrouw, zijt de eerste, die ooit iets anders van mjjne lippen boort j g|j zult echter het geheim weten te bewaren en misschien in stilte iets voor hen kannen weer anderen uit gemakzucht of onver- tchilligheid, niet weinigen echter bewust en moedwillig, uit vrees anders bua in vloed te zallen verliezen, een iovloed, grcotendeels gebaseerd op de domheid der onontwikkelde massa. Eu zalke heerei hebben ons hun kri tiek niet gepaard! In milden overvloed hebben zg de fiolen hunner verontwaar diging over ons uitgestort, en ook de min edele wapenen vau kleineering, verdacht making enz. gebraiken zg tegen ons ter handhaving hunner «Katholieke* begin selen met eene behendigheid, die yaa hnnne routine in het vak eene verras-? seode getuigenis aflegt, Intasschenles idees marchent 1 De ideeën gaan hansweegs, de denkbeelden maken voortgaDgGeen macht ter wereld, die ze tegenhoudt. De menschelgke berekeningen zgn, zoodra afgunst in 't spel komt, kort. God alleen, die de toekomst kent, kan het antwoord geven. «Helpt n zelf, zoo helpt n God.* Deze woorden missen echter hun kracht, zoodra men zich overgeeft aan onedele daden. Wil men de vermaningen van Z. H. Leo XIII en Z. H. Pius X opvolgen en zich aaneensluiten tot bestrijding van den gemeenschappelgken vgand, dan make men z ch niet schuldig aan werken van oneenigheid, want dan is de nederlaag geen gevolg van een hoogere macht of ietr wat niet te voorzien was, maar dan ie ze enkel en alleen veroorzaakt door eigen fonten en tekortkoming. De waarheid is maar al te beschamend. Deze te verkondigen is in veler oog eene verachtelijke zaak, een schrikba rende, vervelende geschiedenis, waarmede men niet is ingenomen. En toch zg moet gezegd. De Katholieke Pers heeft ten plicht op de lauwheid en onverschilligteid te wgzen; zg moet den oorsprong dezer on deugden naspeuren en er voor waar schuwen. Tot den vooruitgang en tot ieierer verbetering moet zg aaasporen. Zg die meecen, dat de goede God steeds een wonder moet doen, ook al steken de menschen geen vinger uit, om den door hen zelron veroorzaakten onge- lnkkigen toestand te verbateren vergissen zich. Zulke dweeperg, dut illusionisme, 't doenf Gaarno. Ik beloof u, dat mjjne tante er werk van zal maken. Waar wonen zij Te Parijs, kien kan daar het best zqne armoede verbergen, zegt de freule, en 0 I zjj lijden gebrek, mevrouw. De freule zou knap genoeg zqn om iels te verdienen, maar zq kan haar broeder niet alleen la'en, hjj is bjjna voortdurend ziek en zij moet hem oppassen, voor hem koken, hunne beide kamertjes schoonhouden, hunne kleederen maken en verstellen. Zij houdt geen oogenblik over. Ziet gjj, dat is het verdriet van mjjn ouden dag. Ik kan zelfs niet meer doen dan hen des zomers wat groenten en vruchten, teren den winter wat aardappelen zenden en dan moet ik er nog fcjjvoegen, dat het uit mijn eigen tuin is, an ders zon het hun maar kreDken. Ik ben en bljjf slechts een burgerman, maar lieden van gelijken stand kunnen veel eerder iets voor elkander doen. Das, sis mevrouw het wilde beptoeven, maar dsn nog heel voorzichtig, zoo dat het hun geen pijn kan doen. Wees heel gerust. Geef mjj hun adres slechts. De oude man stond op, zocht in een la tafel en keerde met een adres terug, dat hjj voor Hélène op tafel legde. Zjj hebben den naam aangenomen hun ner moeder: Spinetti, zooals gq ziet, ver klaarde hjj. Als ik dood ben, zullen zjj dit huisje en het stukje grond er bij krijgen. Het is toch altjjd nog iets waard, en zjj kunnen er dan niet meer boos over zjjn. De dood maakt allen geljjk; maar jik ben nog ijzer- sterk en kan, wie weet, hoe oud worden, ter- welk geheel over het hoofd ziet, dat de ernst der tjjden werk vereitcht, is de vgand die ons verdeelt, ii als een kanker te beschouwen,diede actie verlamt en onze vganden doet zegevieren in den stigd. Geen nood, al tracht men ons met een zwarte kool te teekenen, Wg luisteren naar het woord van den Pans en storen ons niet aan het leelgke gedoe van bet weters die zich een macht toekennen van «je doe maar», en a tort et a travers» alles tegenwerken wat in hun kraam niet past. Noorwegen. Vrgdag a.s. viert de afgescheiden twee lingzuster van Zweden, het jonge zelf standige Koninkrgk Noorwegen, den schit terenden kroningsdag van zgn jeugdigen souverein, en de mogendheden laten zich bg deze plechtigheid niet orsbetuigl. Ook stroomen er uit alle landen nieawi- gierigen en be'augstellenden samen, om ter gelegenheid van dit feest tevens ken nis te maken met de schoonheden van dit Bjjk, dat meer en meer een aanttek- kingrpunt voor toeristen en natuurbewon- deraars wordt. Noorwegen onderscheidt zich dan ook door afwisselend en grillig sehoon'tis een land, uitstekend tevens voor handel en industrie, zoodat hst, bg gestadige ontwikkeling, tot een belangrjjke hoogte kan opklimmen. De jongste Hofherichten nic de resi dentiestad verluiden Koning Haakon en Koningin Maud zgn voor de kroning ait Christiania ver trokken naar Drontheim. Kroonprins Olal is mee. De reis gaat niet rechtstreeks met den trein naar Drontheim,maar tot Otta, het eindpunt van de zglgn, die bg Hamar de hoofdlgn verlaat. Van Otta gaat het met paard en rgtnig verder door het Gud- bransdal en door het RomBdal naar de Romsdalsijord. Daar gaat het Koninklijk gezin aan boord van de kanonneerboot «Heimdal». Begeleid door de liniesche pen «Norge» en «Eidsvold» en de ka nonneerboot «Aeger» stoomen zg dan, over Molde en Chiistiansond,naar Dront heim, waar zg den lden aankomen. De Koning en deKoningin maken dus met een een prachtige reis door hun nieuwe land. Na de kroning kteren »jj langs de kust naar Christiania terug. De kronir g zal, den 22eD, aldus in haar werk gaan. Bisschop Wexshen zalft den Koning voorhoofd en polsen. Mich-l- sen, de eerste minister, zet hem de kroon op Lonland, de minister van bnitenland- sche zaken, geelt hem den scepter over Arctander, de minister vau handel en wijl zjj iD hunne armoede voorttobben. Zjj zullen geholpen worden en dat reeds binnenkort, verzekerde Hélène opstaande maar nu, goeden dag, mijnheer Bémy. Ik moet nog verder. L'e grjjsaard deed haar uitgeleide tot aan zjjne huisdeur en zjj spoedde zich thans den weg op naar Noirville. Ik heb zoo vurig gebeden, dat dit be zoek mjj licht zou brengen, dacht zq onder bet ga*n. Zou al de tijd,dien ik hier heb doorgebracht, dan toeh tot niets dienen,tot in het geheel niets? En toch is God een hoorder der gebeden, toch weet Hij,dat ik geen goud ol eer najang,dat ik slechtseen onschuldige zoek te bevrijden van da afgrqseljjke verdenking die op bem rust, dat ik hem recht poog te doen geschieden 1 Neen, mjjn gebed kan niet verloren jjn gegian. God heeft gehoord en verhoord. In de woorden van dien man moet een leiddraad zjjn te vinden. Niet voor niets heeft hjj tegenover mq het stilzwjjgen verbroken, zoolang door hem be waard. In de geschiedenis der Xantraille's moet het spoor van de oorzaak tot de mis- 1 daad te vinden zijn. En teiwjjl zq vervuld van nieuw vertrouwen verder schreed, staarde de invaliie haar met vochtige oogen na en de muts van het hoofd 1 nemende, prevelde, hjj Zjj zullen geholpen Worden. Lieve Heer, heb dank scheepvaart, den rjjkeappelOlsson, do minister van oorlog, het rijkszwaard LecheD, de boofdrechter, legt hem den koningsmantel om de schenders. Daarna gebeurt hetzelfde met de Koningin, be halve. dat zg geen zwaard ontvangt. Frankrijk. Zaterdag iv, onder voorzitterschap vaa Ballot-Biaupré, de herziening van de Dreyfuszaak bg het Hooggerechtshof der Seine aangevangen. Heien,Maandag, openbare behandeling. De rapporteur Moras zal heden en mor gen zgn rapport voorlezen, dat als con- clasie heeftcassatie met verwijzing dar zaak naar een nienwen krjjgsraad. Da procureur-generaal Bertrani zal daaren tegen in zgn requisitoir, dat drie of vier zittingen in beslag zal nemen, concla- deeren tot erssatie zonder verwg'zing. Moroard, Drajfas' advocaat, zal in zgn pleidooi aandringen op cassatie, zonder verwgzing, van het vooois van den krjjgs raad te Reanes, waarbjj Alfred Drey las veroordeeld werd tot tien jar dn ge range- nis straf en militaire degradatie. Rusland. Vreeseljjk is de Jodenslachting t^Bie- lostock. Het bloedbad, daarbg aangericht kan ni et anders dan de heftigste kreten van verontwaaidiging doen opstijgen. Beulenwerk is het, dat hst bloed van ieder mensch, die tot geene byena ge worden it, in de aderen doet ver-tjjven. Hier mag de arm des gerechts niet dan met gzeren kracht optreden en dient het zwaard der wraak nit de schede gehaald om de tjjgers in msnschengedaante ta tachtigen. Ziehier een getrouw verhaal van de oninenscheljjke slachting: In esn der hoofdstraten te Bielostock werd een bom tuschen de menigte gewor pen, waardoor <ea Russüch priester en vele omstanders gedood werden. Onmid dellijk na de ontploffing begonnea de Joden uit de ramen der buizen op de menigte te schieten met geweren en re volvers. Soldaten rakten aan, omsingel den 'thuis en openien een snelvaar op de vensters. De woedende Russen gingen onderwjjl een afschawljjken plundertocht beginnen tegen de acdere Jodenhuizen in de s'ad. Alle winkels werden het ODder.t boven gehaald,de winkelwarea vertrapt, in brand gestoken of in de rivier gewor pen, den Joodschen eigenaars zonder vorm van proces ds hersenkas ingeslagen, Massa's Joden kwamen aldus om. Zg, dis hunue hoizan hadden kannen verla'eu bgtgdi vl jchtten in dichte drom men naar 't station, doch de Russen hadden hen spoedig in de gatei, en een wilde jacht om het leven had plaats, Talloozs Jodenljjken bedekten den weg. waarlaDgs de jacht had plaats gehad. V. Hélène's tweede bezoek gold eene oude vrouw, die iu eene kleine woning aan den weg na«r het kasteel leefde. Zjj was al sedert jaren buiten staat ieta anders te verrichten dan strompelend door het vertrek naar haar eten om te zien en het weinigje, wat zjj be zat, schoon te houden maar gebrek ljjden deed zjj daarom niet, want in ba'e jeugd wss keukenmeid geweest en later nog dikwjjls als noodhulp werkzaam geweest of had met koken' geholpen, waaneer er hier of d.sar in den amtrek een feest gegeven werd, en men vertelde, dat zjj al hare verdiensten zorg vuldig ter zijde had gel eg i om er op haar ouden dag eene lijfrente van te koopen, Zjj zat voor het veis ster te lezen, toen de jonge vrouw bjj haar binnentrad. Mevrouw de Eotbourg 1 riep zjj uit, als kou zjj hare oogen niet gelooven. Ja, ze:de Hélène, ik ben wat vermoeid. Mag ik even bij u uitrusten P Of gq dat moogt zeide de oude ziel, opstaande, om hsar een stoel toe te schuiven, met plezier hoor 1 Ik zal gauw wat koffie voor u zetten. Neen, dank u, ik heb geen dorst. Als ik hier maar even zitten mag, ben ik tevreden. Men kan bet u aanzien, dat gjj vermoeid zijt, sprak de vrouw, haar bezorgd aanblik kende; het zqn dan ook harde dagen voor u. Men drong de huizen in, waar men docht Joden te vinden en drie der ongelnkki- gen werden nit een vierde verdieping naar beneden op de straatsteenen neer geploft, waar zg als geknakte vleesch- klompen bleven liggen. Voor zoover de vluchtende Joden het station en vertrekkende treinen konden bereiken schoten zg nit de waggonraamp- jes nog op hon vervolgers, 't geen de Joden, die niet zoo gelnkkig geweest wa ren den trein te bereiken, moesten ont gelden. Zoo goed als geen bleef er in leven. Onmiddellijk toegezonden soldaten vermochten niets tegen de woedende me- n'gte. Men vreest herhalingen van 't bloedbad. Duit soh land. Hoereer een samengaan van alle Chris telijke elementen in öaze dagen van on geloof en stof vergading gebiadend wordt, leeren de gebeurtenissen en de Staatkun dige bewegingen om ons henen. De dam tegen de moderne strooming moetgesta- dig opgehoogd, en dit kan niet anders, dan door eene hechte aaneensluiting van alle Christelijke krachten. Wordt deze aaneensluiting gemist of raken de ver bondenen los, dan zgn de noodlottige gevolgen daarvan niet te overzien. De navolgende mededeeling, aan de «Kola. Vztg» ontleend, zal alle vertoogen des- aangaande met dikke Ijjnen onderstree- pen Aan Kardinaal Fisscher, aartsbisschop van Keulen, is dezer dagen een feestmaal aangeboden. Toen Nacken, een lid van het Centrum in den Rjjksdag, den Kardinaal meedeel de, dat ook niet-Katholieken tot de ver siering van de zaal en de aanrichting van het banket hadden bijgedragen, ver klaarde bg daar zeer verhengd over ts zgn. Hg kon, zei hg, van zichzelf getnigen, dat hg voor al zgn medeburgers, van welken geloove ook, een hartelijke gene genheid koesterdeen dat hjj er naar streefde met hen op goeden voet te leven. «Altjjd heeft het mg», vervolgde de Kardinaal, «in het diepst van mjjn ziel gesm rl, wanneer ik van confessioneele oprniing moest hooren. Dat smart mg □iet alleen sis Bisschop, maar het doet ook mjja vaderlandsliefde zeer. Ik meen, dat in ons gemeenschappelijk vaderland, dat nu eenmaal, met Gods gedoogenis, ia gezindten verdeeld is, al degeoen, die op den vasten bodem van het Christen dom staan, juist op dit oogenblik, na een kwade geest over ons land gevaren is, alle reden hebben, om iets beters te doen dan elkander over en weer te be« stoken. Zjj moesten er steeds op nit zjjn wat zjj gemeenschappelijks hebbea en wat hen vereeoigt, niet wat hen soheidt, op den voorgrond te plaatsen en zich Ik zeg maar altjjd, een mensch kan hierbe- neien wat beleven De OTertuigiog, dat mjjn echtgenoot onschuldig is, houdt mjj staande, adtwoordde Hélène, haar geen twjjfel willende overlaten aaa hare gevoelen». Men zal spoedig inzien, hoe ongegrond deze verdenking was. Het is eene vreeselijke geschiedenis. Ja, stemde het oudje toe. Vreeseljjk 1 En te denken, dat ik de kamer van den moord even goed ken als mjjn eigen ver trekje! Ik zie nog de plek, waar hjj neerge; Vallen moet zjjn. Zjjt gjj dan wel eens op Noirville ge weest klonk het verwonderd. Of ik er wel eens geweest b6H en het vrouwtje hief de handen omhoog. Dat zon ik denken. Ik diende er over de twintig jaar. Het was nog in den tjjd Van baron Georges; de nieuwe eigenaa-s hadden mjj wel willen houden, maar ik hield te veel van mjjne vroe gere meesters, om anderei in hnnne plaats te kannen zien. Dus ging ik maar liever al« noodhulp uit. Om nog eens op den moord terug té komen, hebt gjj al het portret van den doodo gezien, dat vandaag in de courant is ver schenen vroeg de jonge vrouw, haar een doordringenden blik toewerpende. Wordt vervolgd.) SCffll C0IR4VT. kfraaSlaó voor tSSooró- en Suió-dtollanó. ABOBTSEKHHTSPBIJB Per S maanden Toor Haarlem AGITE HA HOK AGITATE PBIJS DEB AD VBBTBITIBI

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1