Vrijdag 20 Juli 1906. No. 6354. 31" Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. BUITENLAND. BINNENLAND. LIEFDE EN PLICHT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65 Afzonderlijke nummers 0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht - HAARLEM. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Staatkundig Overzicht. Uit het Witboek, pas door de En- gelsche regeering uitgedeeld en betrek king hebbend op den loop der gebeur tenissen in Egypte, spreekt duidelijk de groote bezorgdheid èn van lord Cromer èn van het gouvernement. Een kwart eeuw heeft Engeland zijn bezettingsleger in het land der oude Pharao'sen thans moet het bekennen bij monde van zijne hoogste bewind voerders, dat er zich onder de Egyp- tenaren eene hoogst gevaarlijke bewe ging tegen Engeland openbaart. Gisteren vermeldden wij reeds te dezer plaatse,- hoe met het oog op de gisting in het bezette land, het leger aldaar zoo spoedig mogelijk versterkt zal worden. Volgens de „Daily Mail" is uit Alexandrië het bericht ingekomen „Hot legerbestuur werkt, op bevel van de Engelsche regeering, koorts achtig om onverwijld de Egyptische, Soedansche en Engelsche garnizoenen te versterken. Het vertrouwt, dat de Engelsche troepen in Egypte en Soedan eerlang zoo versterkt zullen worden, dat zij alle Pan-Islamitische uitspat tingen en pogingen om de Egyptische troepen tot muiterij te brengen zullen kunnen breidelen." Waarschuwend zeide lord Dufferin vroeger„Al doen wij den Egyptena- ren al het goede, dat in ons vermo gen is, tevens de bezetting van hun land handhavend, zullen zij ons met volle recht hartgrondig verfoeien, want de onafhankelijkheid is niet te schat ten." De Egyptenaar ziet in de Engelsche indringers, die bovendien de fout be gingen en nog begaan, om het hoofd van den Islam telkens te vernederen, gelijk nog onlangs bij de Tabah-ver- wikkelingen. En de Engelsche ver wonderen zich thans dat het fana tisme van den Moslim in de Egyp- tenaren ontwaakt; thans wijst lord Cromer er op gelijk wij even eens reeds gister vermeldden dat van Turksche zijde dat fanatisme krachtig wordt aangewakkerd en een groot gevaar dreigt te worden. Niet alleen voor ons, maar ook voor Frankrijk, dat in Noord-Afrika even eens te kampen zal hebben met jde volgelingen van den Profeet, schrijven de Engelsche bladen. De Tribune gaat een stapje verder en spoort de Repu bliek aan, om met Engeland te Con- stantinopel den Sultan behoorlijk aan den band te leggen. Het staat onge twijfeld te vreezen, dat, wanneer een maal de heilige oorlog gepredikt wordt, ook Frankrijk den weeromstuit daar van in zijne Afrikaansche bezittingen zal gevoelen. Toch schijnt de Republiek niet ge neigd, om het trouwelooze Albion, dat in Egypte Frankrijk verdrong in deze moeilijke verwikkelingen te steunen. Er valt veeleer eene strooming waar te „Het dagblad zet de eerste goede opvoeding voort en voltooit ze, of wel, als het een slecht dagblad is, het ver nietigt al het goede der jeugd." (Anonymus.) nemen ten gunste van de Egyptische nationalisten. Zit „de groote vriend" des Sultans, zit Duitschland bij dit alles achter de schermen Het wordt gegist. Hoe 't zij, voor Engeland lijkt Egypte een wespennest te worden en Frank rijk mag zich wel tweemaal bedenken alvorens daarin de hand te steken. Even gevaarlijk als het is met groote lui kersen te eten, van wege hunne hebbelijkheid om met de steenen te werpen, even gevaarlijk de geschie denis bewijst het telkens opnieuw moet het genoemd, zich met Engeland voor dergelijke ondernemingen te span nen. Het „trouwelooze Albion" plukt er altoos of meestal alleen de vruch ten van. RUSLAND. De woelige zittingen der Doema duren voort. Eergisteren was aan de orde het verslag van de commissie over het voorstel, om in zake het vraagstuk-grondbezit een manifest aan het volk uit te vaardigen. Prof. Petrasjitski vond een derge lijk manifest bedenkelijk het zou ook, het aanzien van de Doema verlagen. Hij stelde voor, de zaak te verdagen. Dat werd verworpen. De voorzitter deelde mede, dat er 55 sprekers ingeschreven waren. Er werd besloten, dat ieder slechts vijf minuten mocht spreken. Prof. Kara- wajef zeide o. a., dat de leden der Doema zich hun verantwoordelijkheid wel bewust moeten zijn, aangezien het volk geen ander gezag in het land erkent dan haar. Zij wordt dus aan sprakelijk gehouden voor 't geen er in Rusland gebeurt. Een aantal spre kers pleitten er voor, dat de Doema zich in de kwestie van het grondbezit rechtstreeks tot het volk wende. Met 185 tegen 99 stemmen werd toen besloten, niet uiteen te gaan voor het voorstel voor de eerste maal gelezen is. Graaf Heyden verwijt velen leden van de linkerzijde gebrek aan politieken zin. Het was beter in de afdeelingen te werken, dan tot .mid dernacht te zitten luisteren naar klin kende volzinnen, die altijd denzelfden inhoud hebben, n.l. dat het ministerie niet het vertrouwen van het völk heeft. Tegen acht uur wordt de zitting een uur verdaagd. Na de hervatting komt de vergadering meer en meer in opgewonden stemming, vooral na een rede van Lednitski, die zegt, dat de Doema zich aanstonds tot het volk moet richten en niet wachten tot steden en dorpen in vlammen opgaan en get geheele land aan de anarchie ten prooi wordt. Van de linkerzijde worden deze woorden stormachtig toe juicht. De sprekers der constitutioneel-de- mocraten weiden uit over het voorstel Letsinsky en zeggen dat een manifest der Doema de passende weerlegging zal zijn van het regeeringscommuni- qué, dat beslist de gedwongen ont eigening van den grond verwerpt. Obinsky zegt dat men het beroep op 't volk moet voorbehouden als laatste wapen. Donderdag wordt het debat voort gezet. De onlusten onder de Russische boeren duren in verschillende streken des lands nog voort. In Brobrof (gou vernement Woronesj) moeten ze al zeer hevig zijn. In't noorden van het district is de plundering van land goederen begonnen, en ze heeft zich snel uitgebreid. Op sommige landgoe deren zijn menschen gedood en gewond. Eergisteren zijn 20 plunderaars in de gevangenis gezet, en de gouverneur is met troepen te Bobrof aangekomen. Er moet voor millioenen schade aan gericht zijn, Te Sewastopol is, onder voorzitter schap van generaal Andrejef, het pro ces begonnen tegen de eerste groep (uit 96 man bestaande) van de matro zen die aan de groote muiterij in No vember 1905 hebben deelgenomen. De werklieden van de marine-werven hebben, om hun sympathie met de beklaagden te betuigen, het werk ge staakt; de handelsbedienden volgen hun voorbeeld, en het tramverkeer staat stil. Overal zijn de patrouilles versterkt, maar tot dusver hebben er geen botsingen plaats gehad. Te Tiflis is kolonel Maximof zwaar gewond bij een bommenaanslag. Gisteren is de wet verschenen, door Rijksdoema en Rijksraad aangenomen en door den Tsaar bekrachtigd, waarbij de Regeering machtiging krijgt vijf tien millioen roebel voor de honger lijdende boeren te besteden. D i t i s de eerste wet, die in de nieuwe orde van zaken tot stand is gekomen. Volgens bericht uit Odessa is het De minister van oorlog heeft een commissie benoemd onder voorzitter- terschap van generaal Pavlof, om een onderzoek te doen naar de oproerig heid in verschillende regimenten. De bladen geven een, onvolledige, lijst van die regimenten. Daarbij zijn er zes van de garde: het Preobradzjensky-, Pavlofsky-, Finsclie, grenadiers-, uhla- nen- en kurassiersregiment; dertig linie-, twee cavelerie- en vier Kozak ken-regimenten en vijf compagnieën van de genie. PERZIË. Uit Teheran wordt gemeld, dat do ongeregeldheden gedaan zijn. Zondag bleven de bazars nog gesloten, maar Maandag waren ze weer open. De troepen zijn naar de kazernes terug getrokken, en de priesters hebben de groote moskee verlaten. Intusschen schijnt de regeering den wenk ter harte te nemen, gegeven door de troebelen van den laatsten tijd, waarvan algemeen erkend wordt, dat ze, al hans ten deele, een politiek karakter dragen. Een keizerlijk besluit is in de staats courant verschenen waarbij een minis terie van justitie ingesteld, en de or ganisatie van dat nieuwe departement in bijzonderheden geregeld wordt. AMERIKA. Het geschil tusschen San Salvador en Guatamala schijnt door de goede zorgen van president Roosevelt en van president Porlirio Diaz van Mexico, geen verdere vijandelijkheden meer te zullen uitlokken. Presideht Roosevelt heeft de vol gende bepalingen gemaakt, die door de regeeringen van San Salvador, Guatamala en Honduras zijn goedge keurd: Als leider der onderhande lingen treedt op de plaatsvervangende •minister van buitenlandsche zaken Bacon. De onderhandelingen worden gevoerd aan boord van den Ameri- Tsaanschen kruiser „Marblehead", die daarvoor in de wateren van Guata mala gestationeerd wordt. Als scheids rechters zijn aangewezen de gezanten der Vereenigde Staten in Guatamala en San Salvador, en de Mexicaansche gezant bij de Midden-Amerikaansche Staten. De beslissing dier scheids rechters, zelfstandig gegeven onder leiding van minister Bacon, die slechts een adviseerende stem heeft, wordt door de regeeringen van Guatamala, San Salvador en Honduras zonder tegenspraak aanvaard. Nadere berichten geven een minder rooskleurige schildering van den toe stand. Men oordeele Het consulaat-generaal van de re publiek San Salvador te Parijs beves tigt, dat generaal Regalado, de aan voerder van de Salvadoreezen, den 12en dezer in het gevecht bij El Jida- ro is gesneuveld, en ook dat de vre- de tusschen San Salvador en Guate mala gesloten is, dank zij de vriend schappelijke bemiddeling van de pre sidenten Roosevelt en Porfirio Diaz. Volgens een telegram uit La Liber- tad (Salvador) zou de wapenstilstand vandaag bij het aanbreken van den dag beginnen. De New York Herald verneemt uit Mexico, dat tot op 16 Juli aan de zijde van San Salvador gesneuveld waren 700, gewond 1100 man. Daar entegen worden de verliezen aan den kant van Guatemala geraamd op 2800 döoden en 3900 gewonden. Een later bericht meldt echter, dat, volgens een telegram uit San Salva dor, ondanks de tusschen Estrada Cabrera, president van Guatemala, en Porfirio Diaz, president van Mexico gesloten overeenkomst, de troepen van Guatemala die van San Salvador verleden Maandag bij Metapa en gis teren opnieuw bij Platamar hebben aangevallen. San Salvador heeft in beide gevallen de overhand behouden. President Cabrera wordt beschuldigd van kwade trouw en van slechte be handeling der gevangenen. Een lid van een invloedrijke familie uit San Salvador moet door lieden van Guate mala verminkt zijn. Verder brengt een telegram uit New-York het bericht, dat de troepen van Guatemala» Jutvapa zijn binnen gerukt- ENGELAND. Een belangrijk gedeelte van de onderwijswet is Maandag door het Lagerhuis afgehandeld. Met instemming van nagenoeg het heele Huis kreeg het onderwijsgezag de bevoegdheid om voor kinderen van de lagere school de gelegenheid te openen, gedurende de vacantie zich op school nuttig en aangenaam bezig te houden, en werd verplichtend gesteld schoolartsen te benoemen om de kin deren bij hun komst op school en later geneeskundig te laten onderzoeken, Verder werd bepaald, dat er speel plaatsen ingericht zullen worden, waar kinderen uit verschillende scholen toegang hebben, ook in de vacanties. Dan besloot het Huis om het onder- wijsgezag de bevoegdheid te geven, ouders aan te moedigen hun kinderen op school te laten ook na den tijd, dat zij ze er af mogen nemen, door hun een tegemoetkoming te geven voor 't verlies aan loon, dat de kin deren anders in 't huishouden zouden brengen. In den loop van het debat smeekte Balfour den minster van onderwijs om zooveel mogelijk aan „het afschuwelijke vacantiewerk" een einde te maken. De minister had er ooren naar. Vermelden wij nog, dat de minister terloops de dansles op school aanprees. Hij noemde het dan sen een nuttige en tevens een sierlijke kunst. Officieele Berichten. De minister van landbouw, nijver heid en handel brengt ter kennis van belanghebbenden, dat het voornemen bestaat twee tijdelijke controleurs van den havenarbeid te Amsterdam te benoemen. Deze ambtenaren zullen onder leiding van de commissie van onderzoek voor het havenbedrijf al daar werkzaam zijn bij het instellen van een onderzoek naar de arbeids verhoudingen in dat bedrijf. Om voor eene benoeming in aanmerking te komen wordt vereischt: 1°. bekend heid met den havenarbeid; 20. be kwaamheid om te beoordeelen of bij het ladon en lossen van schepen genoegzaam maatregelen zijn genomen in het belang van de veiligheid van hen die bij dien arbeid betrokken zijn. Tot aanbeveling strekt bekendheid met de Engelsche en Duitsche taal, benevens kennis van een der Noorsche talen. Personen die in bovengemelde be trekking genoemd worden en niet vertrouwd mochten zij met het opne men van den ijk van schepen die on- gewogen ladingen hebben overgeno men of aangebracht, zullen verplicht zijn zich die bekwaamheid binnen den kortst mogelijken tijdeigen temaken. De tijdelijke aanstelling zal geschie den voor ten minste 6 maanden. Aan die betrekking is verbonden een belooning van f25 per week. Zij die voor eene benoeming in aanmerking wenschen te komen, moeten vóór 9 Augustus e. k. een daartoe schriftelijk verzoek indienen bij den voorzitter van bovengenoemde commissie, den heer J. H. L. van Deinse, inspecteur van den arbeid te Amsterdam, aan diens kantoor Stadhouderskade no. 133. Dit verzoekschrift moet bevatten eene duidelijke opgave van naam, voor namen, woonplaats, datum en plaats van geboorte van den sollicitant, als mede van de betrekkingen, waarin hij tot dusver werkzaam is geweest en moet voorts vermelden den datum waarop hij de begeerde betrekking zou kunnen aanvaarden. Slct Het Tuinfeest op het Loo. Gister had op 't Loo het tuinfeest plaats, in verband met de Rembrandt- herdenking georganiseerd. De genoodigden kwamen om tien minuten over half drie stadstijd per extra-trein aan; het waren leden van j de verschillende Rembrandt-comité's, s de ministers, autoriteiten en dames en heeren uit de kunstenaarswereld, komende van Amersfoort, Amsterdam, Baarn, Den Haag, Haarlem, Hilver sum en Leiden. Ook de Koninklijke Militaire Kapel, onder leiding van den directeur, den eerste luitenant N. A. Bouwman, was met dezen trein medegekomen. Ten paleize werden de genoodigden ontvangen door de dienstdoende Ka- merheeren-ceremoniemeestersterwijl ook de opperceremoniemeester graaf van Randwijck tegenwoordig was. Kort nadat de gasten bijeen waren)' in de lanen, nabij de bloemisterij, verschenen H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der Nederlanden met hun gevolg en ving de Cour aan. H. M. liet zich verscheidene genoo- j digden voorstellen; ook Z. K. H. trad met verschillende aanwezigen gesprek. De muziek der Koninklijke Militaire j Kapel voerde een met zorg gekozen j program uit. Met den trein van 5 u. 3 (stadstijd) J vertrokken de genoodigden weder. Onze Tweede Kamer. Een snuffelaar heeft bevonden, dat op ons Binnenhof zitting hebben: 49 meesters in de rechten. 7 burgemeesters. 7 officieren. 6 predikanten. 5 industriëelen. 5 landbouwers. 4 hoogleeraren. 4 leeraren M. O. 4 journalisten. 3 ingenieurs. 2 administrateurs bij den handel. 2 diplomaten. 2 onderwijzers. 1 geneesheer. 1 drukker. 1 smid. 1 biljart-maker. 1 schilder. 1 timmerman. 1 slager. Voorts wat den leeftijd betreft: Tusschen de 3040 jaar zijn 13 leden. Vredespaleis. 34 23 2 Men bericht uit Den Haag Het moet in de bedoeling liggen, het Paleis Buitenrust aan den Ouden Scheveningschen Weg voorloopig niet j af te breken, doch dit gebouw tijdens den bouw van het Vredespaleis tot directiegebouw te bestemmen. Ook de Russische kapel zou voorloopig blijven staan, totdat het Vredespaleis voltooid is. Men rekent, dat de aanbesteding voor den bouw wel niet zal kunnen plaats hebben vóór het begin van het' volgende jaar en dat de uitvoering' wel 21/2 jaar zal in beslag nemen, zoodat het Vredespaleis op zijn vroegst in den zomer van 1909 gereed zou kunnen zijn. FEUILLETON. 15. En ik ben niet voor niets uw dochter, zeide het meisje, dat geen schrede terugweek en zijn toorn met standvastigheid trotseerde. Gij hebt '"ij geleerd, de eer boven alles te stellen, welnu, ik beschouw het als Tjjn eer, Arthur in het ongeluk ter Ujde te staan, want ik bemin hem 10 eer dan mijn leven, meer dan u, lJilpa, meer dan Doch haar woorden prikkelden den °orn van Warnstorf nog meer, hij egon te beven en al het bloed week an zijn gelaat. 1 Gij zult gehoorzamen! viel hij laar met donderende stem in de rede. (j De ongelukkige moeder was tot usverre een zwijgende getuige ge- eest van het heftige tooneel tusschen ader en dochter; thans kwam zij sschenbeiden en naderde Hilda met Ieekend gevouwen handen. In naam van Arthur bid ik u, gehoorzaam aan den wil uws vaders, zeide zij. De tijd zal komen, dat hij beter zal kunnen oordeelen over den man, dien hij een uur geleden nog zijn vriend noemde. Haar stem schokte, zij barstte in snikken uit. Hilda sloeg de armen om haar heen en kuste haar op het bleeke gelaat. Neen, mama, ik ga met u, geen macht ter wereld kan mij daarvan terughouden, zeide zij. Met ruw geweld voelde zij zich bij den arm grijpen; zij zag in het van woede verwrongen gelaat baars va ders. Kan ook mijn vloek u niet terughouden? vroeg Warnstorf op dreigenden toon. Het meisje wankelde bij deze vree- selijke woorden. Papa, papa, stamelde zij, om Godswil, wat zegt gij daar? Als ge mijn kind moet'zijn, dan hebt ge mij te gehoorzamen, zeide Warnstorf steeds dreigender. Beter geen kind dan een weerspannig. Hilda's Joogen begonnen te fonkelen zij richtte zich in haar volle lengte op Goed dan papa, vloek mij, zeide zij vastberaden* Welk een ellendig schepsel zou ik zijn, wanneer ik de proef, waarop het ongeluk mijn liefde en trouw heeft gesteld, niet onver saagd doorstond. Ik geloof aan de onschuld van Arthur, ik wil die over luid bevestigen, ja, ik ben er trotsch op, zijn verloofde te wezen. God sta mij bij, Hij helpe mij uw onrecht- vaardigen vloek dragen, ik kan niet anders handelen. Met stomme, teedere bewondering zag mevrouw Wilser naar het lief tallige meisje, dat tot dusverre slechts de lichtzijde van het leven had leeren kennen en dat in dit hachelijk oogen- blik eensklaps een edele, moedige vrouw in de ruimste beteekenis van het woord was geworden. Warnstorf stond sprakeloos; het was nooit bij hem opgekomen, dat er ooit zoo iets tusschen hem en zijn geliefd eenig kind zou voorvallen. Was het uit vrees dat misschien een enkel woord zijn kind voor eeuwig van hem vervreemden zou; was het een onwillekeurige eerbied voor de vastberadenheid zijner dochter, die hij nooit anders dan als een dartel, ge lukkig kind had bijgewoond, hoe dan ook, hij bedwong zich en zweeg. Een paar minuten later stonden vader en dochter tegenover elkander zonder een woord te spreken; toen ging de handelsraad naar den wand en schelde. Mijn dochter wenscht uit te rij den, laat terstond inspannen, beval hij den bediende, die binnentrad. Met een kreet van vreugde snelde Hilda, zoodra de bediende de deur achter zich had dichtgetrokken, op haar vader toe. Gij hebt toch een goed, een edel hart, juichte zij. Maar met een toornige handbewe ging stootte Warnstorf haar terug. Mogen de gebeurtenissen uw geloof rechtvaardigen, zeide hij dof, alleen dan zal ik den dag van heden kunnen vergeten; voorloopig heb ik ingezien, dat ik machteloos tegenover u sta, volg dus uw wil, ik zal u daarvan niet terughouden, maar mij zult gij toestaan, naar mijn eigen be grip van eer te handelen, ik wensch geen gemeenschap te hebben meteen moordenaar. Hij boog met stijve beleefdheid voor mevrouw Wilser daarop, zonder zijn dochter met een blik meer te ver waardigen, verliet hij de kamer en trok de deur heftig achter zich dicht. V. Commissaris Wachtel bevond zich in een blijkbaar slechte luim. Een even moeielijken als vrucht- loozen arbeid had hij zooëven vol bracht. Hij had zoowel de woning als het kantoor van den advocaat nauwkeu rig doorzocht, zonder iets belangrijks gevonden of ontdekt te hebben, dat eenig licht verspreidde over de drijf- veeren, die Wilser tot zijn vreeselijke daad gebracht konden hebben. Alleen in de slaapkamer van Ar thur had Wachtel een kleine ontdek king gedaan. In de kachel had hij namelijk de asch gevonden van papier, dat waar schijnlijk eerst in den afgeloopen nacht verbrand was geworden, iets wat in Juni zeker de aandacht trok. Daarbij kwam, dat het dienst meisje, in verhoor genomen, verklaard had, dat zij op bevel van mevrouw Wilser eerst eenige dagen geleden alle j kachels had schoongemaakt omdat j de smid zou komen om die voorden zomer op te bergen. Nog een ontdekking had Wachtel gedaan in het notitieboek van Arthur, dat in beslag was genomen. Daarin had hij namelijk onderaan, j dus eerst kort geleden, genoteerd, ge-, vonden 20,000 mark, wissel nationale1' bank, privaat conto. Te vergeefs had Wachtel evenwel het kantoor-personeel van den gevan- gene in verhoor genomen,om te weten, of men in de laatste dagen zulk een- bedrag afgehaald of uitbetaald had. Niemand wist zich daar iets van te herinneren en de oudste bediende meende, dat deze notitie geen betrek king op de zaak kon hebben, daar hij de geldzaken van zijn patroon be heerde, en hij de administratie voerde over het belangrijke bedrag, dat Ar thur op de nationale bank had be legd. Wachtel oordeelde het van gewieht, zoo spoedig mogelijk naar de natio nale bank te gaan. (Wordt vervolgd rnmrn NIEDWE HAARLEMSCHECOURANT JE MAIN Tl END flÖITE Mfl HON AGITATE. uitzicht van den oogst door aanhou denden regen nog verergerd. jJ; 5jc ïfC 4050 28 50—60 60—70 70—80

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1