Vrijdag 20 Juli 1906.
No. 6354. 31" Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
LIEFDE EN PLICHT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65
Afzonderlijke nummers 0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht - HAARLEM.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
Staatkundig Overzicht.
Uit het Witboek, pas door de En-
gelsche regeering uitgedeeld en betrek
king hebbend op den loop der gebeur
tenissen in Egypte, spreekt duidelijk
de groote bezorgdheid èn van lord
Cromer èn van het gouvernement.
Een kwart eeuw heeft Engeland zijn
bezettingsleger in het land der oude
Pharao'sen thans moet het bekennen
bij monde van zijne hoogste bewind
voerders, dat er zich onder de Egyp-
tenaren eene hoogst gevaarlijke bewe
ging tegen Engeland openbaart.
Gisteren vermeldden wij reeds te
dezer plaatse,- hoe met het oog op de
gisting in het bezette land, het leger
aldaar zoo spoedig mogelijk versterkt
zal worden.
Volgens de „Daily Mail" is uit
Alexandrië het bericht ingekomen
„Hot legerbestuur werkt, op bevel
van de Engelsche regeering, koorts
achtig om onverwijld de Egyptische,
Soedansche en Engelsche garnizoenen
te versterken. Het vertrouwt, dat de
Engelsche troepen in Egypte en Soedan
eerlang zoo versterkt zullen worden,
dat zij alle Pan-Islamitische uitspat
tingen en pogingen om de Egyptische
troepen tot muiterij te brengen zullen
kunnen breidelen."
Waarschuwend zeide lord Dufferin
vroeger„Al doen wij den Egyptena-
ren al het goede, dat in ons vermo
gen is, tevens de bezetting van hun
land handhavend, zullen zij ons met
volle recht hartgrondig verfoeien, want
de onafhankelijkheid is niet te schat
ten."
De Egyptenaar ziet in de Engelsche
indringers, die bovendien de fout be
gingen en nog begaan, om het hoofd
van den Islam telkens te vernederen,
gelijk nog onlangs bij de Tabah-ver-
wikkelingen. En de Engelsche ver
wonderen zich thans dat het fana
tisme van den Moslim in de Egyp-
tenaren ontwaakt; thans wijst lord
Cromer er op gelijk wij even
eens reeds gister vermeldden dat
van Turksche zijde dat fanatisme
krachtig wordt aangewakkerd en een
groot gevaar dreigt te worden.
Niet alleen voor ons, maar ook voor
Frankrijk, dat in Noord-Afrika even
eens te kampen zal hebben met jde
volgelingen van den Profeet, schrijven
de Engelsche bladen. De Tribune gaat
een stapje verder en spoort de Repu
bliek aan, om met Engeland te Con-
stantinopel den Sultan behoorlijk aan
den band te leggen. Het staat onge
twijfeld te vreezen, dat, wanneer een
maal de heilige oorlog gepredikt wordt,
ook Frankrijk den weeromstuit daar
van in zijne Afrikaansche bezittingen
zal gevoelen.
Toch schijnt de Republiek niet ge
neigd, om het trouwelooze Albion, dat
in Egypte Frankrijk verdrong in deze
moeilijke verwikkelingen te steunen.
Er valt veeleer eene strooming waar te
„Het dagblad zet de eerste goede
opvoeding voort en voltooit ze, of wel,
als het een slecht dagblad is, het ver
nietigt al het goede der jeugd."
(Anonymus.)
nemen ten gunste van de Egyptische
nationalisten.
Zit „de groote vriend" des Sultans,
zit Duitschland bij dit alles achter
de schermen Het wordt gegist.
Hoe 't zij, voor Engeland lijkt Egypte
een wespennest te worden en Frank
rijk mag zich wel tweemaal bedenken
alvorens daarin de hand te steken.
Even gevaarlijk als het is met groote
lui kersen te eten, van wege hunne
hebbelijkheid om met de steenen te
werpen, even gevaarlijk de geschie
denis bewijst het telkens opnieuw
moet het genoemd, zich met Engeland
voor dergelijke ondernemingen te span
nen. Het „trouwelooze Albion" plukt
er altoos of meestal alleen de vruch
ten van.
RUSLAND.
De woelige zittingen der Doema
duren voort. Eergisteren was aan de
orde het verslag van de commissie
over het voorstel, om in zake het
vraagstuk-grondbezit een manifest aan
het volk uit te vaardigen.
Prof. Petrasjitski vond een derge
lijk manifest bedenkelijk het zou ook,
het aanzien van de Doema verlagen.
Hij stelde voor, de zaak te verdagen.
Dat werd verworpen.
De voorzitter deelde mede, dat er
55 sprekers ingeschreven waren. Er
werd besloten, dat ieder slechts vijf
minuten mocht spreken. Prof. Kara-
wajef zeide o. a., dat de leden der
Doema zich hun verantwoordelijkheid
wel bewust moeten zijn, aangezien
het volk geen ander gezag in het land
erkent dan haar. Zij wordt dus aan
sprakelijk gehouden voor 't geen er
in Rusland gebeurt. Een aantal spre
kers pleitten er voor, dat de Doema
zich in de kwestie van het grondbezit
rechtstreeks tot het volk wende.
Met 185 tegen 99 stemmen werd
toen besloten, niet uiteen te gaan
voor het voorstel voor de eerste maal
gelezen is. Graaf Heyden verwijt velen
leden van de linkerzijde gebrek aan
politieken zin. Het was beter in de
afdeelingen te werken, dan tot .mid
dernacht te zitten luisteren naar klin
kende volzinnen, die altijd denzelfden
inhoud hebben, n.l. dat het ministerie
niet het vertrouwen van het völk
heeft. Tegen acht uur wordt de zitting
een uur verdaagd. Na de hervatting
komt de vergadering meer en meer
in opgewonden stemming, vooral na
een rede van Lednitski, die zegt, dat
de Doema zich aanstonds tot het volk
moet richten en niet wachten tot
steden en dorpen in vlammen opgaan
en get geheele land aan de anarchie
ten prooi wordt. Van de linkerzijde
worden deze woorden stormachtig toe
juicht.
De sprekers der constitutioneel-de-
mocraten weiden uit over het voorstel
Letsinsky en zeggen dat een manifest
der Doema de passende weerlegging
zal zijn van het regeeringscommuni-
qué, dat beslist de gedwongen ont
eigening van den grond verwerpt.
Obinsky zegt dat men het beroep
op 't volk moet voorbehouden als
laatste wapen.
Donderdag wordt het debat voort
gezet.
De onlusten onder de Russische
boeren duren in verschillende streken
des lands nog voort. In Brobrof (gou
vernement Woronesj) moeten ze al
zeer hevig zijn. In't noorden van het
district is de plundering van land
goederen begonnen, en ze heeft zich
snel uitgebreid. Op sommige landgoe
deren zijn menschen gedood en gewond.
Eergisteren zijn 20 plunderaars in
de gevangenis gezet, en de gouverneur
is met troepen te Bobrof aangekomen.
Er moet voor millioenen schade aan
gericht zijn,
Te Sewastopol is, onder voorzitter
schap van generaal Andrejef, het pro
ces begonnen tegen de eerste groep
(uit 96 man bestaande) van de matro
zen die aan de groote muiterij in No
vember 1905 hebben deelgenomen. De
werklieden van de marine-werven
hebben, om hun sympathie met de
beklaagden te betuigen, het werk ge
staakt; de handelsbedienden volgen
hun voorbeeld, en het tramverkeer
staat stil. Overal zijn de patrouilles
versterkt, maar tot dusver hebben er
geen botsingen plaats gehad.
Te Tiflis is kolonel Maximof zwaar
gewond bij een bommenaanslag.
Gisteren is de wet verschenen, door
Rijksdoema en Rijksraad aangenomen
en door den Tsaar bekrachtigd, waarbij
de Regeering machtiging krijgt vijf
tien millioen roebel voor de honger
lijdende boeren te besteden. D i t i s
de eerste wet, die in de nieuwe
orde van zaken tot stand is gekomen.
Volgens bericht uit Odessa is het
De minister van oorlog heeft een
commissie benoemd onder voorzitter-
terschap van generaal Pavlof, om een
onderzoek te doen naar de oproerig
heid in verschillende regimenten. De
bladen geven een, onvolledige, lijst
van die regimenten. Daarbij zijn er zes
van de garde: het Preobradzjensky-,
Pavlofsky-, Finsclie, grenadiers-, uhla-
nen- en kurassiersregiment; dertig
linie-, twee cavelerie- en vier Kozak
ken-regimenten en vijf compagnieën
van de genie.
PERZIË.
Uit Teheran wordt gemeld, dat do
ongeregeldheden gedaan zijn. Zondag
bleven de bazars nog gesloten, maar
Maandag waren ze weer open. De
troepen zijn naar de kazernes terug
getrokken, en de priesters hebben de
groote moskee verlaten.
Intusschen schijnt de regeering den
wenk ter harte te nemen, gegeven
door de troebelen van den laatsten
tijd, waarvan algemeen erkend wordt,
dat ze, al hans ten deele, een politiek
karakter dragen.
Een keizerlijk besluit is in de staats
courant verschenen waarbij een minis
terie van justitie ingesteld, en de or
ganisatie van dat nieuwe departement
in bijzonderheden geregeld wordt.
AMERIKA.
Het geschil tusschen San Salvador
en Guatamala schijnt door de goede
zorgen van president Roosevelt en van
president Porlirio Diaz van Mexico,
geen verdere vijandelijkheden meer
te zullen uitlokken.
Presideht Roosevelt heeft de vol
gende bepalingen gemaakt, die door
de regeeringen van San Salvador,
Guatamala en Honduras zijn goedge
keurd: Als leider der onderhande
lingen treedt op de plaatsvervangende
•minister van buitenlandsche zaken
Bacon. De onderhandelingen worden
gevoerd aan boord van den Ameri-
Tsaanschen kruiser „Marblehead", die
daarvoor in de wateren van Guata
mala gestationeerd wordt. Als scheids
rechters zijn aangewezen de gezanten
der Vereenigde Staten in Guatamala
en San Salvador, en de Mexicaansche
gezant bij de Midden-Amerikaansche
Staten. De beslissing dier scheids
rechters, zelfstandig gegeven onder
leiding van minister Bacon, die slechts
een adviseerende stem heeft, wordt
door de regeeringen van Guatamala,
San Salvador en Honduras zonder
tegenspraak aanvaard.
Nadere berichten geven een minder
rooskleurige schildering van den toe
stand. Men oordeele
Het consulaat-generaal van de re
publiek San Salvador te Parijs beves
tigt, dat generaal Regalado, de aan
voerder van de Salvadoreezen, den
12en dezer in het gevecht bij El Jida-
ro is gesneuveld, en ook dat de vre-
de tusschen San Salvador en Guate
mala gesloten is, dank zij de vriend
schappelijke bemiddeling van de pre
sidenten Roosevelt en Porfirio Diaz.
Volgens een telegram uit La Liber-
tad (Salvador) zou de wapenstilstand
vandaag bij het aanbreken van den
dag beginnen.
De New York Herald verneemt uit
Mexico, dat tot op 16 Juli aan de
zijde van San Salvador gesneuveld
waren 700, gewond 1100 man. Daar
entegen worden de verliezen aan den
kant van Guatemala geraamd op 2800
döoden en 3900 gewonden.
Een later bericht meldt echter, dat,
volgens een telegram uit San Salva
dor, ondanks de tusschen Estrada
Cabrera, president van Guatemala,
en Porfirio Diaz, president van Mexico
gesloten overeenkomst, de troepen
van Guatemala die van San Salvador
verleden Maandag bij Metapa en gis
teren opnieuw bij Platamar hebben
aangevallen. San Salvador heeft in
beide gevallen de overhand behouden.
President Cabrera wordt beschuldigd
van kwade trouw en van slechte be
handeling der gevangenen. Een lid
van een invloedrijke familie uit San
Salvador moet door lieden van Guate
mala verminkt zijn.
Verder brengt een telegram uit
New-York het bericht, dat de troepen
van Guatemala» Jutvapa zijn binnen
gerukt-
ENGELAND.
Een belangrijk gedeelte van de
onderwijswet is Maandag door het
Lagerhuis afgehandeld.
Met instemming van nagenoeg het
heele Huis kreeg het onderwijsgezag
de bevoegdheid om voor kinderen van
de lagere school de gelegenheid te
openen, gedurende de vacantie zich
op school nuttig en aangenaam bezig
te houden, en werd verplichtend gesteld
schoolartsen te benoemen om de kin
deren bij hun komst op school en later
geneeskundig te laten onderzoeken,
Verder werd bepaald, dat er speel
plaatsen ingericht zullen worden, waar
kinderen uit verschillende scholen
toegang hebben, ook in de vacanties.
Dan besloot het Huis om het onder-
wijsgezag de bevoegdheid te geven,
ouders aan te moedigen hun kinderen
op school te laten ook na den tijd,
dat zij ze er af mogen nemen, door
hun een tegemoetkoming te geven
voor 't verlies aan loon, dat de kin
deren anders in 't huishouden zouden
brengen. In den loop van het debat
smeekte Balfour den minster van
onderwijs om zooveel mogelijk aan
„het afschuwelijke vacantiewerk" een
einde te maken. De minister had er
ooren naar. Vermelden wij nog, dat
de minister terloops de dansles op
school aanprees. Hij noemde het dan
sen een nuttige en tevens een sierlijke
kunst.
Officieele Berichten.
De minister van landbouw, nijver
heid en handel brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat het voornemen
bestaat twee tijdelijke controleurs van
den havenarbeid te Amsterdam te
benoemen. Deze ambtenaren zullen
onder leiding van de commissie van
onderzoek voor het havenbedrijf al
daar werkzaam zijn bij het instellen
van een onderzoek naar de arbeids
verhoudingen in dat bedrijf. Om voor
eene benoeming in aanmerking te
komen wordt vereischt: 1°. bekend
heid met den havenarbeid; 20. be
kwaamheid om te beoordeelen of bij
het ladon en lossen van schepen
genoegzaam maatregelen zijn genomen
in het belang van de veiligheid van
hen die bij dien arbeid betrokken zijn.
Tot aanbeveling strekt bekendheid
met de Engelsche en Duitsche taal,
benevens kennis van een der Noorsche
talen.
Personen die in bovengemelde be
trekking genoemd worden en niet
vertrouwd mochten zij met het opne
men van den ijk van schepen die on-
gewogen ladingen hebben overgeno
men of aangebracht, zullen verplicht
zijn zich die bekwaamheid binnen den
kortst mogelijken tijdeigen temaken.
De tijdelijke aanstelling zal geschie
den voor ten minste 6 maanden.
Aan die betrekking is verbonden een
belooning van f25 per week. Zij die
voor eene benoeming in aanmerking
wenschen te komen, moeten vóór 9
Augustus e. k. een daartoe schriftelijk
verzoek indienen bij den voorzitter
van bovengenoemde commissie, den
heer J. H. L. van Deinse, inspecteur
van den arbeid te Amsterdam, aan
diens kantoor Stadhouderskade no. 133.
Dit verzoekschrift moet bevatten eene
duidelijke opgave van naam, voor
namen, woonplaats, datum en plaats
van geboorte van den sollicitant, als
mede van de betrekkingen, waarin
hij tot dusver werkzaam is geweest
en moet voorts vermelden den datum
waarop hij de begeerde betrekking
zou kunnen aanvaarden. Slct
Het Tuinfeest op het Loo.
Gister had op 't Loo het tuinfeest
plaats, in verband met de Rembrandt-
herdenking georganiseerd.
De genoodigden kwamen om tien
minuten over half drie stadstijd per
extra-trein aan; het waren leden van j
de verschillende Rembrandt-comité's, s
de ministers, autoriteiten en dames
en heeren uit de kunstenaarswereld,
komende van Amersfoort, Amsterdam,
Baarn, Den Haag, Haarlem, Hilver
sum en Leiden.
Ook de Koninklijke Militaire Kapel,
onder leiding van den directeur, den
eerste luitenant N. A. Bouwman, was
met dezen trein medegekomen.
Ten paleize werden de genoodigden
ontvangen door de dienstdoende Ka-
merheeren-ceremoniemeestersterwijl
ook de opperceremoniemeester graaf
van Randwijck tegenwoordig was.
Kort nadat de gasten bijeen waren)'
in de lanen, nabij de bloemisterij,
verschenen H. M. de Koningin en Z.
K. H. de Prins der Nederlanden met
hun gevolg en ving de Cour aan.
H. M. liet zich verscheidene genoo- j
digden voorstellen; ook Z. K. H. trad
met verschillende aanwezigen
gesprek.
De muziek der Koninklijke Militaire j
Kapel voerde een met zorg gekozen j
program uit.
Met den trein van 5 u. 3 (stadstijd) J
vertrokken de genoodigden weder.
Onze Tweede Kamer.
Een snuffelaar heeft bevonden, dat
op ons Binnenhof zitting hebben:
49 meesters in de rechten.
7 burgemeesters.
7 officieren.
6 predikanten.
5 industriëelen.
5 landbouwers.
4 hoogleeraren.
4 leeraren M. O.
4 journalisten.
3 ingenieurs.
2 administrateurs bij den handel.
2 diplomaten.
2 onderwijzers.
1 geneesheer.
1 drukker.
1 smid.
1 biljart-maker.
1 schilder.
1 timmerman.
1 slager.
Voorts wat den leeftijd betreft:
Tusschen de 3040 jaar zijn 13 leden.
Vredespaleis.
34
23
2
Men bericht uit Den Haag
Het moet in de bedoeling liggen,
het Paleis Buitenrust aan den Ouden
Scheveningschen Weg voorloopig niet j
af te breken, doch dit gebouw tijdens
den bouw van het Vredespaleis tot
directiegebouw te bestemmen. Ook
de Russische kapel zou voorloopig
blijven staan, totdat het Vredespaleis
voltooid is.
Men rekent, dat de aanbesteding
voor den bouw wel niet zal kunnen
plaats hebben vóór het begin van het'
volgende jaar en dat de uitvoering'
wel 21/2 jaar zal in beslag nemen,
zoodat het Vredespaleis op zijn vroegst
in den zomer van 1909 gereed zou
kunnen zijn.
FEUILLETON.
15.
En ik ben niet voor niets uw
dochter, zeide het meisje, dat geen
schrede terugweek en zijn toorn met
standvastigheid trotseerde. Gij hebt
'"ij geleerd, de eer boven alles te
stellen, welnu, ik beschouw het als
Tjjn eer, Arthur in het ongeluk ter
Ujde te staan, want ik bemin hem
10 eer dan mijn leven, meer dan u,
lJilpa, meer dan
Doch haar woorden prikkelden den
°orn van Warnstorf nog meer, hij
egon te beven en al het bloed week
an zijn gelaat.
1 Gij zult gehoorzamen! viel hij
laar met donderende stem in de rede.
(j De ongelukkige moeder was tot
usverre een zwijgende getuige ge-
eest van het heftige tooneel tusschen
ader en dochter; thans kwam zij
sschenbeiden en naderde Hilda met
Ieekend gevouwen handen.
In naam van Arthur bid ik u,
gehoorzaam aan den wil uws vaders,
zeide zij. De tijd zal komen, dat hij
beter zal kunnen oordeelen over den
man, dien hij een uur geleden nog
zijn vriend noemde.
Haar stem schokte, zij barstte in
snikken uit.
Hilda sloeg de armen om haar heen
en kuste haar op het bleeke gelaat.
Neen, mama, ik ga met u, geen
macht ter wereld kan mij daarvan
terughouden, zeide zij.
Met ruw geweld voelde zij zich bij
den arm grijpen; zij zag in het van
woede verwrongen gelaat baars va
ders.
Kan ook mijn vloek u niet
terughouden? vroeg Warnstorf op
dreigenden toon.
Het meisje wankelde bij deze vree-
selijke woorden.
Papa, papa, stamelde zij, om
Godswil, wat zegt gij daar?
Als ge mijn kind moet'zijn, dan
hebt ge mij te gehoorzamen, zeide
Warnstorf steeds dreigender. Beter
geen kind dan een weerspannig.
Hilda's Joogen begonnen te fonkelen
zij richtte zich in haar volle lengte op
Goed dan papa, vloek mij, zeide
zij vastberaden* Welk een ellendig
schepsel zou ik zijn, wanneer ik de
proef, waarop het ongeluk mijn liefde
en trouw heeft gesteld, niet onver
saagd doorstond. Ik geloof aan de
onschuld van Arthur, ik wil die over
luid bevestigen, ja, ik ben er trotsch
op, zijn verloofde te wezen. God sta
mij bij, Hij helpe mij uw onrecht-
vaardigen vloek dragen, ik kan niet
anders handelen.
Met stomme, teedere bewondering
zag mevrouw Wilser naar het lief
tallige meisje, dat tot dusverre slechts
de lichtzijde van het leven had leeren
kennen en dat in dit hachelijk oogen-
blik eensklaps een edele, moedige
vrouw in de ruimste beteekenis van
het woord was geworden.
Warnstorf stond sprakeloos; het
was nooit bij hem opgekomen, dat er
ooit zoo iets tusschen hem en zijn
geliefd eenig kind zou voorvallen.
Was het uit vrees dat misschien een
enkel woord zijn kind voor eeuwig
van hem vervreemden zou; was het
een onwillekeurige eerbied voor de
vastberadenheid zijner dochter, die hij
nooit anders dan als een dartel, ge
lukkig kind had bijgewoond, hoe dan
ook, hij bedwong zich en zweeg.
Een paar minuten later stonden
vader en dochter tegenover elkander
zonder een woord te spreken; toen
ging de handelsraad naar den wand
en schelde.
Mijn dochter wenscht uit te rij
den, laat terstond inspannen, beval
hij den bediende, die binnentrad.
Met een kreet van vreugde snelde
Hilda, zoodra de bediende de deur
achter zich had dichtgetrokken, op
haar vader toe.
Gij hebt toch een goed, een edel
hart, juichte zij.
Maar met een toornige handbewe
ging stootte Warnstorf haar terug.
Mogen de gebeurtenissen uw
geloof rechtvaardigen, zeide hij dof,
alleen dan zal ik den dag van heden
kunnen vergeten; voorloopig heb ik
ingezien, dat ik machteloos tegenover
u sta, volg dus uw wil, ik zal u
daarvan niet terughouden, maar mij
zult gij toestaan, naar mijn eigen be
grip van eer te handelen, ik wensch
geen gemeenschap te hebben meteen
moordenaar.
Hij boog met stijve beleefdheid voor
mevrouw Wilser daarop, zonder zijn
dochter met een blik meer te ver
waardigen, verliet hij de kamer en
trok de deur heftig achter zich dicht.
V.
Commissaris Wachtel bevond zich
in een blijkbaar slechte luim.
Een even moeielijken als vrucht-
loozen arbeid had hij zooëven vol
bracht.
Hij had zoowel de woning als het
kantoor van den advocaat nauwkeu
rig doorzocht, zonder iets belangrijks
gevonden of ontdekt te hebben, dat
eenig licht verspreidde over de drijf-
veeren, die Wilser tot zijn vreeselijke
daad gebracht konden hebben.
Alleen in de slaapkamer van Ar
thur had Wachtel een kleine ontdek
king gedaan.
In de kachel had hij namelijk de
asch gevonden van papier, dat waar
schijnlijk eerst in den afgeloopen
nacht verbrand was geworden, iets wat
in Juni zeker de aandacht trok.
Daarbij kwam, dat het dienst
meisje, in verhoor genomen, verklaard
had, dat zij op bevel van mevrouw
Wilser eerst eenige dagen geleden alle j
kachels had schoongemaakt omdat j
de smid zou komen om die voorden
zomer op te bergen.
Nog een ontdekking had Wachtel
gedaan in het notitieboek van Arthur,
dat in beslag was genomen.
Daarin had hij namelijk onderaan, j
dus eerst kort geleden, genoteerd, ge-,
vonden
20,000 mark, wissel nationale1'
bank, privaat conto.
Te vergeefs had Wachtel evenwel
het kantoor-personeel van den gevan-
gene in verhoor genomen,om te weten,
of men in de laatste dagen zulk een-
bedrag afgehaald of uitbetaald had.
Niemand wist zich daar iets van te
herinneren en de oudste bediende
meende, dat deze notitie geen betrek
king op de zaak kon hebben, daar
hij de geldzaken van zijn patroon be
heerde, en hij de administratie voerde
over het belangrijke bedrag, dat Ar
thur op de nationale bank had be
legd.
Wachtel oordeelde het van gewieht,
zoo spoedig mogelijk naar de natio
nale bank te gaan.
(Wordt vervolgd
rnmrn
NIEDWE
HAARLEMSCHECOURANT
JE MAIN Tl END
flÖITE Mfl HON AGITATE.
uitzicht van den oogst door aanhou
denden regen nog verergerd.
jJ;
5jc ïfC
4050 28
50—60
60—70
70—80