Woensdag 25 Juli 1906.
No. 6355. 31s,e Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
LIEFDE EN PLICHT.
p~
kn
o-
te
ig
in
X'.
.le
8,
o,
r-
ot
e.
:el
a.
e-
n-
P-
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht - HAARLEM.
Hoofdagenten voor bet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Qo., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
Staatkundig Overzicht.
De Doema ontbonden Wat wij gis
teren in telegram-stijl daaromtrent
mededeelden, willen wij thans eenigs-
zins uitvoerig bespreken.
Zondag voor drie uur in den mor
gen was er te Sint Petersburg nog
niets bekend van het Keizerlijk mani
fest; De Beurscourant bracht in bui
tengewone uitgaven de groote tijding
onder de menigte.
In liet kort komt het manifest des
Tsaren hierop neerGroote hervor
mingen hebben wij voorgesteld. De
vertegenwoordigers van het volk heb
ben ons eene bittere teleurstelling be
reid.
Geheel buiten de rol zijn ze getre
den, die wij hun hadden toebedeeld.
Onwettige daden hebben zij gesteld,
zooals <fé oproep der Doema aan het
volk. De landlieden, misleid door der
gelijke dingen, en niets verwachtend
van wettelijke middelen ter verbete
ring van hun lot, hebben zich op ver
schillende plaatsen aan openlijke plun
dering overgegeven.
Dan doet de Tsaar een beroep op
aller goeden wil, om den vrede in 't
dierbaar Vaderland te herstellen en
daartoe met het gezag mede te werken.
Het lot der boeren zal verbeterd
worden, zonder den eigendom van an
deren te schaden evenwel. De Doema
der toekomst zal dit nader ïlangs wet-
telijken weg regelen. Wij blijven bij ons
onwankelbaar besluit, om de Doema
te handhavende verkiezing barer
leden zal den 5den Maart 1907 plaats
hebben. Gewelddaden zullen niet
geduld, verzet zal gebroken worden.
De Tsaar besluit met zijn vertrou
wen uit te spreken in de toekomst
van Rusland, over 't welk Gods barm
hartigheid zich ontfermen zal. Trouwe
kinderen van Rusland, eindigt hij, Uw
Tsaar roept u gelijk de vader zijne
zonen, om u te vereenigen, ten einde
het land te doen herleven.
Geven we nog de meening van een
'hoogst onverdacht getuige,Leo Tolstoï,
•over de Doema, die, opmerkelijk ge
noeg, het troetelkind mocht genoemd
van de revolutionaire partijen in alle
landen
„Drie indrukken zijn me van de
Doema bijgebleveneene comische,
eene weerzinwekkende en eene walging-
wekkende.
Eene comische, omdat het mij voor
kwam alsof kinderen zich als groote
menschen voordeden; er is niets
nieuws, niets belangwekkends in hunne
redevoeringen. Eene weerzinwekkende
omdat het mijne overtuiging is, dat
de leden van dit Parlement beneden
het gemiddeld peil der samenleving
blijven en met te groot zelfvertrouwen
op zich nemen, om over het lot van
honderd millioen menschen te beslis
sen. Eene walgingwekkende tenslotte
wegens de grofheid, de valschheid der
beweegredenen, door hen aangegeven
•en vooral wegens de kwaadaardigheid,
waarvan zij blijken geven
Is dit oordeel te streng In toornig
(geschreeuw, in onwaardig gekijf en
•gescheld hebben deze mannen den
kostbaren tijd verkwist. Den hemel
Mueenden zij hunnen kiezers te verzeke
ren door hunne onbekookte beslissin
gen en uitspraken.
Het einde is geweest, dat zij, na
maanden nutteloos en onwaardig
parlement)e-spelen, als stoute kinderen
door „Vadertje" aan de deur zijn ge
zet.
Na de revolutionaire beslissing van
den nacht tusschen Donderdag en
Vrijdag 1. 1., ondanks het optreden
der Const, democraten genomen, schoot
er niets over dan ontbinding of toe
geven aan verdere eischen en onwet
tige besluiten der Doema.
Maar wat nu?
Indien er niet met de grootste staats
manwijsheid, de uiterste voorzichtig
heid en eene toegevendheid, diegeens-
zins een krachtig optreden buitensluit,
door de dragers van het Gezag wordt
gehandeld, staat misschien eene bloe
dige omwenteling te wachten.
Autocratie en Revolutie Tusschen
die beide gaat het en de dwaze beloften
der laatste zullen misschien eerder
geloofd worden dan de toezeggingen
der eerste, hoe eerlijk ook gemeend.
Vooral nu de verkiezing der nieuwe
Doema in een betrekkelijk zoo verre
toekomst ligt.
ENGELAND.
Op de interparlementaire Conferen
tie is gisteren ook het Parlementaris
me in Rusland ter sprake gebracht.
Graaf Apponyi, Hongaarsch minis
ter van onderwijs en voorzitter van
de Hongaarsche groep op de interpar
lementaire conferentie, noemde de
gister door den eersten minister te
Westminster gehouden redevoering
ten gunste van het parlementarisme
in Rusland en van de Rijksdoema,
merkwaardig.
Het algemeen oordeel van de inter
parlementaire conferentie stemde hierin
overeen met het oordeel van Appo
nyi, dat de meerderheid der leden de
toespraak van den eersten minister
beschouwde als een bedekte berisping
van den Tsaar wegens zijn houding
ten opzichte van de Doemadaarom
juist werd dit gedeelte zoo toege
juicht.
Overigens kenmerkte zich de rede
van den eersten minister door de be
wondering voor hetgeen reeds ver
richt werd op het gebied van het in
ternationale vredeswerk naast de rus
teloos voortgaande zorgwekkende in
ternationale bewapeningen. Bannerman
zag hierin een buitensporige tegenstel
ling. Niemand zal ontkennen, dat het
beginsel van arbitrage zelfs in de laat
ste drie jaren groote vorderingen heeft
gemaakt, want, ofschoon het in 1903
niet werd toegepast, hebben de betrok
ken mogendheden thans reeds 38 ar
bitrageverdragen gesloten. Maar deson
danks en niettegenstaande de vrede
lievende pogingen van regeeringen en
volken,biedtEuropanogsteedshet beeld
van een reusachtig kamp. De allerwege
bestaande ontzettend hooge begrootin
gen voor vloot en leger zouden kunnen
denken, dat de menschheid slechts
één middel kent om geschillen te ver
effenen, n.l. het ruwe geweld en dat
de menschheid dientengevolge noch
verzoening noch arbitrage kent.
Dit gedeelte van de toespraak van
Bannerman werd sterk toegejuicht;
daarentegen lokte zijne aanhaling van
de woorden van den Czaar tot bijeen
roeping van de eerste Haagsche Vre
desconferentie een spottend gelach uit.
Met daverende geestdrift werd echter
Bannerman weder begroet toen bij het
zinnelooze van de uitputtende volkswa
pening brandmerkte, waarin een pa
niek een andere uitlokt, zoodat ten
slotte het er mede nagejaagd ideaal
van veiligheid, als een fata morgana
al verder en verder af schijnt te zijn.
Vervolgens sprak Bannerman de
Rijksdoemaleden toe, hij drukte er zijn
vreugde over uit, dat de eerste inter
nationale daad der Rijksdoema was
geweest het zenden van een afvaardi
ging naar Londen, ten einde mede te
werken aan de verwezenlijking van de
beginselen en de idealen door den Tsaar
verkondigd, toen hij de eerste Haag
sche vredesconferentie bijeenriep. Wij
zijn niet in staat de jongste gebeurte
nissen te beoordeelen, maar wij kun
nen slechts de verwachting uitspreken,
dat de Rijksdoema weder zal herleven.
De Doema is dood, leve de Doema!
Bannerman eindigde zijn lange re
devoering met het uitspreken van de
hoop, dat de naar hun vaderland terug-
keerende congresleden er bij hunne
regeeringen op aan zullen dringen,
dat zij afgevaardigden zullen zenden
naar de tweede Haagsche vredescon
ferentie. Vastbesloten de onzinnige
internationale wapeningen te breidelen,
zullen de afgevaardigden elkaar in den
Haag ontmoeten. De Engelsche afge
vaardigden zijn even begeerig hetzelf
de doel te bereiken.
Onder andere belangwekkende voor
vallen op het congres, valt te vermel
den de rede van den Amerikaan Bryan,
die een ingrijpende internationale
arbitrage bepleitte, alsmede een tele
gram van de Poolsche groep der
Rijksdoema, waarin zij betreurde het
congres niet te kunnen bijwonen.
RUSLAND.
Over het algemeen is de buiten-
landsche pers slecht te spreken, van
hetgeen wordt aangeduid als een
staatsgreep van den Tsaar.
De Russische Autocratie en een Par
lement als het nu naar huis gezondene,
is zoo wat lood om oud ijzer, als het
op sympathie aankomt.
De „Temps" gispt den Tsaar zeer
strengslechts enkele Parijsche bladen
keuren het heenzenden der Doema
goed. Verschillende Reuter-telegram-
men melden het volgende
De hier bijeengekomen vroegere le
den van de Doema namen een voor
stel aan tot uitvaardiging van een
manifest, waarin de regeeringsdaad
van 21 Juli wordt gekenschetst als
een poging om Rusland voor langen
tijd van zijn volksvertegenwoordiging
te berooven. Vervolgens wordt daarin
gezegd„als logisch uitvloeisel van
die grondwetschennis door de regeering
volgt daaruit voor de burgers de
plicht geene belastingen meer te be
talen en geen soldaten meer te leve
ren". Het manifest spoort het volk
aan, zich met kracht te verzetten tegen
elk gewelddadig optreden. Bij de be
handeling waren tweederden van de
leden en een president aanwezig. Al-
geheele eensgezindheid heerschte er
niet. onder de leden, daar velen hunner
niet konden besluiten het manifest
te onderteekenen. Zes leden werden
belast met de redactie van een de
finitieven tekst.
Volgens een" mededeeling van het
Petersburgsche Telegraafagentsclnip is
de publicatie van een keizerlijke oekase
te verwachten, waarbij op grond van
art. 99 van de Rijksgrondwet, tijdelijk
de arbeid van den Rijksraad zal wor
den geschorst. Deze schorsing zal ech
ter vermoedelijk zooveel mogelijk
worden verkort.
Volgens het Petersburgsche Tele-
graafagentschap is bij keizerlijke oekase
op grond van art. 99 van de Rijks
grondwet bepaald, dat de Rijksraad
tot 5 Maart 1907 hare werkzaamheden
zal staken. Bij een andere oekase wordt
de staat van beleg afgekondigd voor
het gebied der Donsche kozakken.
In een onderhoud met een verslag
gever van het Neue Tayeblatt verklaar
de de minister Stolypine, dat het
nieuwe ministerie slechts tijdelijk op
treedt. De Tsaar wenscht een krachtige
regeering, teneinde de orde te her
stellen er is geen sprake van het
doen van een achterwaartsehe schrede.
Het Russische Telegraafagentschap
meldtDe opperprocureur van de
Heilige Synode, prins Sjirinsky Sjah-
matof, is op zijn verzoek van zijn
ambt ontheven, met behoud van zijn
waardigheid als senator.
In het manifest, waartoe door te
Wiborg vergaderde vroegere Doema-
afgevaardigden werd besloten, wordt
gezegd, dat de ontbinding van de
Doéina had plaatsgevonden wegens
het streven van dat lichaam om aan
de boeren land te verschaffen uit lan
derijen, aan de kroon toebehoorende,
de kerkgoederen en door gedwongen
onteigening van particulier eigendom.
Gedurende 7 maanden zal nu de re-
geeriug de volksvertegenwoordiging
bestrijden, en zoo zij daarmede succes
heeft, in het geheel geen Doema meer
bijeenroepen. Het manifest spoort
de burgers aan, om de onmiddellijke
wederbijeenroeping van de Doema af
te dwingen, daar de regeering niet het
recht heeft buiten goedkeuring der
Doema belastingen te heffen, recruten
op te roepen en leeningen, gesloten
zonder goedkeuring van de Doema
ongeldig zijn. „Geen macht" zegt het
stuk, zal weerstand kunnen bieden
aan den onbuigzamen wil van het
volk."
Het Petersburgsche Telegraafschap
deelt mede, dat het manifest aan het
Russische volk der te Wiborg verga
derende vroegere Doema-leden door
alle aanwezigen werd onderteekend,
met uitzondering van graaf Heyden
en den heer Stachowitsj, die nauwe
lijks een half uur ter vergadering
waren geweest. De meeste afgevaar
digden zijn weder naar Petersburg
vertrokken.
DU1TSCHLAND.
Zullen de kiezers te Hagen, het
voormalig district van Eugen Richter
zich aan het verkiezingsparool houden
Zoo ja, dan bestaat er geen gevaar,
dat deze zetel in den Rijksdag door
een socialist bezet zal worden. Het
kiescomité der nationaal-liberale partij
beveelt den liberalen candidaat opper
burgemeester Cuno aan diens natio
naal-liberale medecandidaat bij de
eerste verkiezing heeft dé hulp zijner
medestanders ingeroepen om de ver
kiezing van den vrijzinnige te verzet
keren, en het Centrum laat zijn kiezers
vrij, al of niet te steunen, maar stel-
hun tot plicht in geen geval den
socialist te steunen. Maar men heeft
in den laatsten tijd in Duitschland
bij herstemmingen dikwijls zulke
vreemde dingen beleefd, dat men ook
hier voor eene verrassing kan komen
te staan.
TURKIJE.
Er zouden te Hedjas in Arabië zeer
ernstige onlusten zijn uitgebroken en
de Porte schijnt niet bij machte ze te
onderdrukken.. De particuliere corres
pondent van den Berl. Lok. Am. te
Konstantinopel seint daaromtrent aan
zijn blad: Ofschoon de Turksche re
geering alle berichten uit Hedjas wij
zigt, of, zoo mogelijk geheel en al
tegenspreekt, is toch langs indirecten
weg bekend geraakt, dat de toestand
hoe langer hoe zorgelijker wordt en
dat de opstandelingen hoe langer hoe
driester optreden en de geheele macht
in handen hebben»
Van het Paleis het Loo.
Uit Apeldoorn wordt gemeld, dat
Hare Majesteit de Koningin de laatste
dagen zich van het maken van rij
toeren onthoudt en slechts kleine
wandelingen doet in het Koninklijk
Park.
Het Koninklijk Echtpaar woonde
Zondagmorgen in de Hofkapel op het
Loo de godsdienstoefening bij, waar
bij voorganger was dr. Laurillard, van
Amsterdam, die tijdelijk alhier ver
toeft.
Celebes.
Blijkens éen van het gewestelijk
militair commando van Macassar
bij het ministerie van koloniën ont
vangen telegram, is bij de vermees
tering van berbentings nabij Bon-
todsoe in de Torodjalanden op 18
dezer een Inlandsch militair gesneu
veld en zijn daarbij gewond negen
Europeesche en twaalf Inlandsche
militairen, allen beneden den rang
van officier.
De correspondent der N. R. Ct.
te Batavia seint
De Doeri-colonne heeft de sterke
bergbentings Pondok en Kadok den
18en dezer de een na den ander
genomen.
De aanval werd door scheepsge
schut ondersteund. De vijand bood
hevigen tegenstand. Wij kregen 20
dooden en gewonden, onderofficieren
en soldaten.
Den 19en werd Bonsoe-Aroe ge
nomen. Thans ligt Bengala, de hoofd
plaats van het Goean-Tikoe-gebied
voor ons open.
De Oorlogsbegrooting.
Naar men aan het Vaderland me
dedeelt, is de begrooting van oor
log voor het jaar 1907 geraamd op
f26,055,000, dat is ruim f944,000
lager dan die voor het loopende
jaar is vastgesteld, en zulks in
weerwil, dat v erschillende posten
verhoogd zijn moeten worden, ook
in verband met de uitbreiding der
landweer in 1907 en met de nog
in uitvoering zijnde legeruitbrei-
ding, terwijl ruim een ton meer
dan verleden jaar voor nieuwen
kazernebouw wordt aangevraagd.
Het totaal-bedrag der lagere ra
mingen op verschillende artikelen
bedraagt f 1,402,000, waarbij echter
valt op te merken, dat de bijdrage
uit de begrooting van oorlog \ten
behoeve van de vestingbegrooting,
in verband met de plannen van
den minister ten opzichte van de
stelling van Amsterdam, voorloo-
pig ruim f-169,000 lager geraamd isi
dan het vorige jaar.
De minister van landbouw, nij
verheid en handel brengt ter ken-'
nis van belanghebbenden, dat eene
verzameling van monsters Kauri-
gom gedurende 21 dagen, te reke
nen van heden, zal worden tentoon
gesteld in het Bureau voor Han
delsinlichtingen te Amsterdam. De;
vice-consul Aucland (Nieuw-Zee-
land), door wien deze verzameling"
is bijeengebracht, zal gaarne op aan
vrage alle gewenschte inlichtingei
aan belanghebbenden verstrekken
(Stet.)
Het Slsbl. no. 181 bevat de we-
van den 9den dezer, houdende goed
keuring van den afstand door dei
staat van zijne eigendomsrechte)
op het Amstel-Aarkanaal en bij be
hoorende werken, ten behoeve va:
de provinciën Noord en Zuidholland
Uitleveringsverdrag.
Op den 20sten dezer heeft te Athe
ne de uitwisseling plaats gehad dei
acten van bekrachtiging van lit
op 26 Augustus 1905 aldaar tui
schen Nederland en Griekenlan
gesloten uitleveringsverdrag.
Wie weet iets nog leuker?
De Vaderlander schrijft
De heer Tazelaar heeft ontdekt, d:
Rembrandt een Calvinist wasmi
scliien zullen zijne nasporingen er nt
toe leiden, dat Jan Steen zal blijkt
een eerzaam ouderling of te wel o]
„leder Katholiek behoort zijn off
te brengen aan de Katholieke Per
God zal stellig niet in gebreke blijve
die offers rijkelijk te beloonen."
(Mgr. de Preuxja
FEUILLETON.
19.
En al had ik dat nu werkelijk
geschreven, zeide hij daarop, wat be
wijst het dan nog? Dat ik er op be
dacht -was, het vermoeden van mij
■af (te wenden.
- (Gij hebt het waarschijnlijk wil
len doen voorkomen, alsof de ver
moorde met zijne laatste krachtsin
spanning dit woord had geschreven?
vroeg Wachtel onnoozel.
- Hij was terstond dood, hernam
-Arthur, neen, ik schreef dit woord
alleen in de verwachting, dat niemand
'den moordenaar zoo dom zou gelooven
djn eigen naam bij het lijk te schrij
den. Gij ziet dat ik volgens nauw
keurige berekening te werk ging. Nog
'een bewijs in mijn voordeel trachtte
'k mij door den wissel te verschaffen
door het den schijn te geven alsof
'de moord om dit kostbare papier ge
pleegd was; ik maakte daarom ook
een notitie in mijn journal, die uwer
scherpzinnigheid zeker niet zal ontgaan
zijn.
Wachtel knikte met het hoofd.
Welnu, vervolgde Arthur, een
verloopcu individu uit mijn clientèle
liet zich gemakkelijk vinden om de
wissel te gaan ontvangen, natuurlijk
moest hij mij naderhand het geld
terugbrengen en op die manier dacht
ik al mijn maatregelen genomen te
hebben.
Het verwondert mij echter, dat
gij, na al die scherpzinnige maatre
gelen, uw misdaad vanmorgen zoo
verrassend snel bekend hebt, sprak
de commissaris, terwijl hij sluw met
de oogen knipte.
Arthur haalde de schouders op en
zweeg.
Ik wil u eens wat zeggen, her
nam Wachtel, terwijl hij weder geen
acht sloeg op het kuchen van den
rechter van instructie. In mijn langen
diensttijd is mij zelden een schuldige
voorgekomen, die zich zooveel moeite
gaf om zijn onschuld als gij om
uw schuld te bewijzen, jammer maar
c|at deze naam niet door u, maal
foor mijzelf geschreven is.
Arthur stampte ongeduldig met den
voet.
Ik moet u verzoeken mij weg
te laten voeren, zeide hij, de opeen
stapeling van aandoeningen dezen
dag, mijn wond die mij hevig pijn
doetbovendien moest gij begrij
pen dat al uw vragen nutteloos zijn,
want ik volhard bij mijn bekentenis.
Opnieuw wilde Wachtel met vragen
beginnen, maar hiertegen verzette zich
de rechter van instructie, door op vrij
scherpen toon aan te merken
Met uw verlof, mijnheer de com
missaris, gij gaat nu wel eenigszins
buiten uw bevoegdheid.
Hij schelde en beval den agent, die
binnen trad, den gevangene naar zijn
cel terug te brengen.
Met een droevigen, hopeloozen blik,
het hoofd op de borst gezonken, verliet
Arthur de kamer.
Bock wenkte zijn griffier, dat deze
zich eveneens kon verwijderen en zeide,
toen deze de deur achter zich gesloten
had, op bitsen toon tegen den commis
saris:
Ik maak u mijn compliment, gij
hebt een wonderlijke takt om vragen te
stellen, zoudt gij dien heer niet liever
met ronde woorden zeggen door
welke uitvlucht hij zich redden kan
Gij moet toch de bedoeling van
Wilser reeds lang begregen hebben,
zeide de commissaris bedaard. Hij
is onschuldig, dat lijdt geen twijfel,
de eenvoudigste voorvallen op de plaats
der misdaad zijn hem onbekend
ook weet hij niets van de bloedige
letters.
Maar Bock lachte sarcastisch.
Maar, mijn waarde, ik zou wer
kelijk meer scherpzinnigheid van u
verwacht hebben, zeide hij minach
tend. Ziet gij dan niet in, dat die
man een afschuwelijke komedie met
ons speelt? Hij houdt zich maar zoo
onwetend, om later voor de jury met
die onwetendheid te kunnen pronken.
Die wisselgeschiedenis geloof ik woord
voor woord, dat is een echte advo-
catenstreek, die hem echter weinig
baten zal, want zijn schuld is zoo
klaar ais de dag.
Ik ben zoo vrij, dat nog te betwijfe
len, sprak de commissaris.
Hij wilde er nog iets bijvoegen,
maar de rechter van instructie wenk
te hem afwerend met de hand toe.
Met uw verlof, ik heb er nu voor
vandaag genoeg van bromde hij knor
rig. Dat heer zal ons nog een
harde noot te kraken geven, zelfs zijn
spoedige bekentenis houd ik voor een
slimmen zet, hij speculeert zeer be
hendig op het medelijden van de jurv
en zal bij de terechtzitting niet in ge
breke blijven zich voor te doen als
een edel martelaar, die zich voor zijn
moeder opoffert. Haha, ik zal zijn
programma wel wijzigen, die onvoor
zichtigheid zal hij zich beklagen, ons
eerste werk moet zijn den man op
tc zoeken, die vanmorgen den wissel
heeft geïnd.
Zoo denk ik er ook over stemde
de commissaris volmondig toe, dan
komt het overige wel van zelf.
De rechter van instructie lachte
spottend.
Ik weet niet, waar gij heen
wilt, zeide hij, terwijl hij hoed en
stok nam. Ik had u werkelijk voor
een man van doorzicht gehouden,
beste Wachtel. Het geval is zoo dui
delijk als 't kan en de schuld van
dien man zoo goed als bewezen, maar
toch zal het nog hoofdbreken kosten.
Ja, ja, het is een moeilijk maar mooi
geval, wij zullen der wereld toonen,
dat er buiten mijnheer den advoca
Wilser nog meer knappe mann<
zijn maar ik breng hem op het sch
vot of ik wil op mijn ouden dj
nog een gering klerkje worden.
Met een trotschen, zegevierende,
blik ging de rechter van instruct,
weg.
Zijn ondergeschikte keek hem m
een spottend lachje na. Ten slot,
haalde hij zijn snuifdoos uit zijn z;
en nam een snuifje.
Een van ons beiden moet noo,
zakelijk een uitgemaakte domlo
zijn, mijn waarde heer Bock, moi<
pelde hij voor zich. Tot mijn v<
doening geloof ik echter, dat ik dj
domkop niet ben.
Daarmee ging de commissaris zij
weegs.
Hij verliet het paleis van justit.'
stapte in een rijtuig en reed naar 1
huis van den advocaat Wilser. - i
Daar vond hij de troostelooze rn<
der van Arthur in gezelschap van
niet minder neerslachtige verlool r
van den ongelukkige.
(Wordt vervolgd)?
X's
in
te
m
NIEUWE
iABLIMSCH
AGITE MA HON AGITATE.
-j-