Woensdag 25 Juli 1906. No. 6355. 31s,e Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. BUITENLAND. BINNENLAND. LIEFDE EN PLICHT. p~ kn o- te ig in X'. .le 8, o, r- ot e. :el a. e- n- P- ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht - HAARLEM. Hoofdagenten voor bet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Qo., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Staatkundig Overzicht. De Doema ontbonden Wat wij gis teren in telegram-stijl daaromtrent mededeelden, willen wij thans eenigs- zins uitvoerig bespreken. Zondag voor drie uur in den mor gen was er te Sint Petersburg nog niets bekend van het Keizerlijk mani fest; De Beurscourant bracht in bui tengewone uitgaven de groote tijding onder de menigte. In liet kort komt het manifest des Tsaren hierop neerGroote hervor mingen hebben wij voorgesteld. De vertegenwoordigers van het volk heb ben ons eene bittere teleurstelling be reid. Geheel buiten de rol zijn ze getre den, die wij hun hadden toebedeeld. Onwettige daden hebben zij gesteld, zooals <fé oproep der Doema aan het volk. De landlieden, misleid door der gelijke dingen, en niets verwachtend van wettelijke middelen ter verbete ring van hun lot, hebben zich op ver schillende plaatsen aan openlijke plun dering overgegeven. Dan doet de Tsaar een beroep op aller goeden wil, om den vrede in 't dierbaar Vaderland te herstellen en daartoe met het gezag mede te werken. Het lot der boeren zal verbeterd worden, zonder den eigendom van an deren te schaden evenwel. De Doema der toekomst zal dit nader ïlangs wet- telijken weg regelen. Wij blijven bij ons onwankelbaar besluit, om de Doema te handhavende verkiezing barer leden zal den 5den Maart 1907 plaats hebben. Gewelddaden zullen niet geduld, verzet zal gebroken worden. De Tsaar besluit met zijn vertrou wen uit te spreken in de toekomst van Rusland, over 't welk Gods barm hartigheid zich ontfermen zal. Trouwe kinderen van Rusland, eindigt hij, Uw Tsaar roept u gelijk de vader zijne zonen, om u te vereenigen, ten einde het land te doen herleven. Geven we nog de meening van een 'hoogst onverdacht getuige,Leo Tolstoï, •over de Doema, die, opmerkelijk ge noeg, het troetelkind mocht genoemd van de revolutionaire partijen in alle landen „Drie indrukken zijn me van de Doema bijgebleveneene comische, eene weerzinwekkende en eene walging- wekkende. Eene comische, omdat het mij voor kwam alsof kinderen zich als groote menschen voordeden; er is niets nieuws, niets belangwekkends in hunne redevoeringen. Eene weerzinwekkende omdat het mijne overtuiging is, dat de leden van dit Parlement beneden het gemiddeld peil der samenleving blijven en met te groot zelfvertrouwen op zich nemen, om over het lot van honderd millioen menschen te beslis sen. Eene walgingwekkende tenslotte wegens de grofheid, de valschheid der beweegredenen, door hen aangegeven •en vooral wegens de kwaadaardigheid, waarvan zij blijken geven Is dit oordeel te streng In toornig (geschreeuw, in onwaardig gekijf en •gescheld hebben deze mannen den kostbaren tijd verkwist. Den hemel Mueenden zij hunnen kiezers te verzeke ren door hunne onbekookte beslissin gen en uitspraken. Het einde is geweest, dat zij, na maanden nutteloos en onwaardig parlement)e-spelen, als stoute kinderen door „Vadertje" aan de deur zijn ge zet. Na de revolutionaire beslissing van den nacht tusschen Donderdag en Vrijdag 1. 1., ondanks het optreden der Const, democraten genomen, schoot er niets over dan ontbinding of toe geven aan verdere eischen en onwet tige besluiten der Doema. Maar wat nu? Indien er niet met de grootste staats manwijsheid, de uiterste voorzichtig heid en eene toegevendheid, diegeens- zins een krachtig optreden buitensluit, door de dragers van het Gezag wordt gehandeld, staat misschien eene bloe dige omwenteling te wachten. Autocratie en Revolutie Tusschen die beide gaat het en de dwaze beloften der laatste zullen misschien eerder geloofd worden dan de toezeggingen der eerste, hoe eerlijk ook gemeend. Vooral nu de verkiezing der nieuwe Doema in een betrekkelijk zoo verre toekomst ligt. ENGELAND. Op de interparlementaire Conferen tie is gisteren ook het Parlementaris me in Rusland ter sprake gebracht. Graaf Apponyi, Hongaarsch minis ter van onderwijs en voorzitter van de Hongaarsche groep op de interpar lementaire conferentie, noemde de gister door den eersten minister te Westminster gehouden redevoering ten gunste van het parlementarisme in Rusland en van de Rijksdoema, merkwaardig. Het algemeen oordeel van de inter parlementaire conferentie stemde hierin overeen met het oordeel van Appo nyi, dat de meerderheid der leden de toespraak van den eersten minister beschouwde als een bedekte berisping van den Tsaar wegens zijn houding ten opzichte van de Doemadaarom juist werd dit gedeelte zoo toege juicht. Overigens kenmerkte zich de rede van den eersten minister door de be wondering voor hetgeen reeds ver richt werd op het gebied van het in ternationale vredeswerk naast de rus teloos voortgaande zorgwekkende in ternationale bewapeningen. Bannerman zag hierin een buitensporige tegenstel ling. Niemand zal ontkennen, dat het beginsel van arbitrage zelfs in de laat ste drie jaren groote vorderingen heeft gemaakt, want, ofschoon het in 1903 niet werd toegepast, hebben de betrok ken mogendheden thans reeds 38 ar bitrageverdragen gesloten. Maar deson danks en niettegenstaande de vrede lievende pogingen van regeeringen en volken,biedtEuropanogsteedshet beeld van een reusachtig kamp. De allerwege bestaande ontzettend hooge begrootin gen voor vloot en leger zouden kunnen denken, dat de menschheid slechts één middel kent om geschillen te ver effenen, n.l. het ruwe geweld en dat de menschheid dientengevolge noch verzoening noch arbitrage kent. Dit gedeelte van de toespraak van Bannerman werd sterk toegejuicht; daarentegen lokte zijne aanhaling van de woorden van den Czaar tot bijeen roeping van de eerste Haagsche Vre desconferentie een spottend gelach uit. Met daverende geestdrift werd echter Bannerman weder begroet toen bij het zinnelooze van de uitputtende volkswa pening brandmerkte, waarin een pa niek een andere uitlokt, zoodat ten slotte het er mede nagejaagd ideaal van veiligheid, als een fata morgana al verder en verder af schijnt te zijn. Vervolgens sprak Bannerman de Rijksdoemaleden toe, hij drukte er zijn vreugde over uit, dat de eerste inter nationale daad der Rijksdoema was geweest het zenden van een afvaardi ging naar Londen, ten einde mede te werken aan de verwezenlijking van de beginselen en de idealen door den Tsaar verkondigd, toen hij de eerste Haag sche vredesconferentie bijeenriep. Wij zijn niet in staat de jongste gebeurte nissen te beoordeelen, maar wij kun nen slechts de verwachting uitspreken, dat de Rijksdoema weder zal herleven. De Doema is dood, leve de Doema! Bannerman eindigde zijn lange re devoering met het uitspreken van de hoop, dat de naar hun vaderland terug- keerende congresleden er bij hunne regeeringen op aan zullen dringen, dat zij afgevaardigden zullen zenden naar de tweede Haagsche vredescon ferentie. Vastbesloten de onzinnige internationale wapeningen te breidelen, zullen de afgevaardigden elkaar in den Haag ontmoeten. De Engelsche afge vaardigden zijn even begeerig hetzelf de doel te bereiken. Onder andere belangwekkende voor vallen op het congres, valt te vermel den de rede van den Amerikaan Bryan, die een ingrijpende internationale arbitrage bepleitte, alsmede een tele gram van de Poolsche groep der Rijksdoema, waarin zij betreurde het congres niet te kunnen bijwonen. RUSLAND. Over het algemeen is de buiten- landsche pers slecht te spreken, van hetgeen wordt aangeduid als een staatsgreep van den Tsaar. De Russische Autocratie en een Par lement als het nu naar huis gezondene, is zoo wat lood om oud ijzer, als het op sympathie aankomt. De „Temps" gispt den Tsaar zeer strengslechts enkele Parijsche bladen keuren het heenzenden der Doema goed. Verschillende Reuter-telegram- men melden het volgende De hier bijeengekomen vroegere le den van de Doema namen een voor stel aan tot uitvaardiging van een manifest, waarin de regeeringsdaad van 21 Juli wordt gekenschetst als een poging om Rusland voor langen tijd van zijn volksvertegenwoordiging te berooven. Vervolgens wordt daarin gezegd„als logisch uitvloeisel van die grondwetschennis door de regeering volgt daaruit voor de burgers de plicht geene belastingen meer te be talen en geen soldaten meer te leve ren". Het manifest spoort het volk aan, zich met kracht te verzetten tegen elk gewelddadig optreden. Bij de be handeling waren tweederden van de leden en een president aanwezig. Al- geheele eensgezindheid heerschte er niet. onder de leden, daar velen hunner niet konden besluiten het manifest te onderteekenen. Zes leden werden belast met de redactie van een de finitieven tekst. Volgens een" mededeeling van het Petersburgsche Telegraafagentsclnip is de publicatie van een keizerlijke oekase te verwachten, waarbij op grond van art. 99 van de Rijksgrondwet, tijdelijk de arbeid van den Rijksraad zal wor den geschorst. Deze schorsing zal ech ter vermoedelijk zooveel mogelijk worden verkort. Volgens het Petersburgsche Tele- graafagentschap is bij keizerlijke oekase op grond van art. 99 van de Rijks grondwet bepaald, dat de Rijksraad tot 5 Maart 1907 hare werkzaamheden zal staken. Bij een andere oekase wordt de staat van beleg afgekondigd voor het gebied der Donsche kozakken. In een onderhoud met een verslag gever van het Neue Tayeblatt verklaar de de minister Stolypine, dat het nieuwe ministerie slechts tijdelijk op treedt. De Tsaar wenscht een krachtige regeering, teneinde de orde te her stellen er is geen sprake van het doen van een achterwaartsehe schrede. Het Russische Telegraafagentschap meldtDe opperprocureur van de Heilige Synode, prins Sjirinsky Sjah- matof, is op zijn verzoek van zijn ambt ontheven, met behoud van zijn waardigheid als senator. In het manifest, waartoe door te Wiborg vergaderde vroegere Doema- afgevaardigden werd besloten, wordt gezegd, dat de ontbinding van de Doéina had plaatsgevonden wegens het streven van dat lichaam om aan de boeren land te verschaffen uit lan derijen, aan de kroon toebehoorende, de kerkgoederen en door gedwongen onteigening van particulier eigendom. Gedurende 7 maanden zal nu de re- geeriug de volksvertegenwoordiging bestrijden, en zoo zij daarmede succes heeft, in het geheel geen Doema meer bijeenroepen. Het manifest spoort de burgers aan, om de onmiddellijke wederbijeenroeping van de Doema af te dwingen, daar de regeering niet het recht heeft buiten goedkeuring der Doema belastingen te heffen, recruten op te roepen en leeningen, gesloten zonder goedkeuring van de Doema ongeldig zijn. „Geen macht" zegt het stuk, zal weerstand kunnen bieden aan den onbuigzamen wil van het volk." Het Petersburgsche Telegraafschap deelt mede, dat het manifest aan het Russische volk der te Wiborg verga derende vroegere Doema-leden door alle aanwezigen werd onderteekend, met uitzondering van graaf Heyden en den heer Stachowitsj, die nauwe lijks een half uur ter vergadering waren geweest. De meeste afgevaar digden zijn weder naar Petersburg vertrokken. DU1TSCHLAND. Zullen de kiezers te Hagen, het voormalig district van Eugen Richter zich aan het verkiezingsparool houden Zoo ja, dan bestaat er geen gevaar, dat deze zetel in den Rijksdag door een socialist bezet zal worden. Het kiescomité der nationaal-liberale partij beveelt den liberalen candidaat opper burgemeester Cuno aan diens natio naal-liberale medecandidaat bij de eerste verkiezing heeft dé hulp zijner medestanders ingeroepen om de ver kiezing van den vrijzinnige te verzet keren, en het Centrum laat zijn kiezers vrij, al of niet te steunen, maar stel- hun tot plicht in geen geval den socialist te steunen. Maar men heeft in den laatsten tijd in Duitschland bij herstemmingen dikwijls zulke vreemde dingen beleefd, dat men ook hier voor eene verrassing kan komen te staan. TURKIJE. Er zouden te Hedjas in Arabië zeer ernstige onlusten zijn uitgebroken en de Porte schijnt niet bij machte ze te onderdrukken.. De particuliere corres pondent van den Berl. Lok. Am. te Konstantinopel seint daaromtrent aan zijn blad: Ofschoon de Turksche re geering alle berichten uit Hedjas wij zigt, of, zoo mogelijk geheel en al tegenspreekt, is toch langs indirecten weg bekend geraakt, dat de toestand hoe langer hoe zorgelijker wordt en dat de opstandelingen hoe langer hoe driester optreden en de geheele macht in handen hebben» Van het Paleis het Loo. Uit Apeldoorn wordt gemeld, dat Hare Majesteit de Koningin de laatste dagen zich van het maken van rij toeren onthoudt en slechts kleine wandelingen doet in het Koninklijk Park. Het Koninklijk Echtpaar woonde Zondagmorgen in de Hofkapel op het Loo de godsdienstoefening bij, waar bij voorganger was dr. Laurillard, van Amsterdam, die tijdelijk alhier ver toeft. Celebes. Blijkens éen van het gewestelijk militair commando van Macassar bij het ministerie van koloniën ont vangen telegram, is bij de vermees tering van berbentings nabij Bon- todsoe in de Torodjalanden op 18 dezer een Inlandsch militair gesneu veld en zijn daarbij gewond negen Europeesche en twaalf Inlandsche militairen, allen beneden den rang van officier. De correspondent der N. R. Ct. te Batavia seint De Doeri-colonne heeft de sterke bergbentings Pondok en Kadok den 18en dezer de een na den ander genomen. De aanval werd door scheepsge schut ondersteund. De vijand bood hevigen tegenstand. Wij kregen 20 dooden en gewonden, onderofficieren en soldaten. Den 19en werd Bonsoe-Aroe ge nomen. Thans ligt Bengala, de hoofd plaats van het Goean-Tikoe-gebied voor ons open. De Oorlogsbegrooting. Naar men aan het Vaderland me dedeelt, is de begrooting van oor log voor het jaar 1907 geraamd op f26,055,000, dat is ruim f944,000 lager dan die voor het loopende jaar is vastgesteld, en zulks in weerwil, dat v erschillende posten verhoogd zijn moeten worden, ook in verband met de uitbreiding der landweer in 1907 en met de nog in uitvoering zijnde legeruitbrei- ding, terwijl ruim een ton meer dan verleden jaar voor nieuwen kazernebouw wordt aangevraagd. Het totaal-bedrag der lagere ra mingen op verschillende artikelen bedraagt f 1,402,000, waarbij echter valt op te merken, dat de bijdrage uit de begrooting van oorlog \ten behoeve van de vestingbegrooting, in verband met de plannen van den minister ten opzichte van de stelling van Amsterdam, voorloo- pig ruim f-169,000 lager geraamd isi dan het vorige jaar. De minister van landbouw, nij verheid en handel brengt ter ken-' nis van belanghebbenden, dat eene verzameling van monsters Kauri- gom gedurende 21 dagen, te reke nen van heden, zal worden tentoon gesteld in het Bureau voor Han delsinlichtingen te Amsterdam. De; vice-consul Aucland (Nieuw-Zee- land), door wien deze verzameling" is bijeengebracht, zal gaarne op aan vrage alle gewenschte inlichtingei aan belanghebbenden verstrekken (Stet.) Het Slsbl. no. 181 bevat de we- van den 9den dezer, houdende goed keuring van den afstand door dei staat van zijne eigendomsrechte) op het Amstel-Aarkanaal en bij be hoorende werken, ten behoeve va: de provinciën Noord en Zuidholland Uitleveringsverdrag. Op den 20sten dezer heeft te Athe ne de uitwisseling plaats gehad dei acten van bekrachtiging van lit op 26 Augustus 1905 aldaar tui schen Nederland en Griekenlan gesloten uitleveringsverdrag. Wie weet iets nog leuker? De Vaderlander schrijft De heer Tazelaar heeft ontdekt, d: Rembrandt een Calvinist wasmi scliien zullen zijne nasporingen er nt toe leiden, dat Jan Steen zal blijkt een eerzaam ouderling of te wel o] „leder Katholiek behoort zijn off te brengen aan de Katholieke Per God zal stellig niet in gebreke blijve die offers rijkelijk te beloonen." (Mgr. de Preuxja FEUILLETON. 19. En al had ik dat nu werkelijk geschreven, zeide hij daarop, wat be wijst het dan nog? Dat ik er op be dacht -was, het vermoeden van mij ■af (te wenden. - (Gij hebt het waarschijnlijk wil len doen voorkomen, alsof de ver moorde met zijne laatste krachtsin spanning dit woord had geschreven? vroeg Wachtel onnoozel. - Hij was terstond dood, hernam -Arthur, neen, ik schreef dit woord alleen in de verwachting, dat niemand 'den moordenaar zoo dom zou gelooven djn eigen naam bij het lijk te schrij den. Gij ziet dat ik volgens nauw keurige berekening te werk ging. Nog 'een bewijs in mijn voordeel trachtte 'k mij door den wissel te verschaffen door het den schijn te geven alsof 'de moord om dit kostbare papier ge pleegd was; ik maakte daarom ook een notitie in mijn journal, die uwer scherpzinnigheid zeker niet zal ontgaan zijn. Wachtel knikte met het hoofd. Welnu, vervolgde Arthur, een verloopcu individu uit mijn clientèle liet zich gemakkelijk vinden om de wissel te gaan ontvangen, natuurlijk moest hij mij naderhand het geld terugbrengen en op die manier dacht ik al mijn maatregelen genomen te hebben. Het verwondert mij echter, dat gij, na al die scherpzinnige maatre gelen, uw misdaad vanmorgen zoo verrassend snel bekend hebt, sprak de commissaris, terwijl hij sluw met de oogen knipte. Arthur haalde de schouders op en zweeg. Ik wil u eens wat zeggen, her nam Wachtel, terwijl hij weder geen acht sloeg op het kuchen van den rechter van instructie. In mijn langen diensttijd is mij zelden een schuldige voorgekomen, die zich zooveel moeite gaf om zijn onschuld als gij om uw schuld te bewijzen, jammer maar c|at deze naam niet door u, maal foor mijzelf geschreven is. Arthur stampte ongeduldig met den voet. Ik moet u verzoeken mij weg te laten voeren, zeide hij, de opeen stapeling van aandoeningen dezen dag, mijn wond die mij hevig pijn doetbovendien moest gij begrij pen dat al uw vragen nutteloos zijn, want ik volhard bij mijn bekentenis. Opnieuw wilde Wachtel met vragen beginnen, maar hiertegen verzette zich de rechter van instructie, door op vrij scherpen toon aan te merken Met uw verlof, mijnheer de com missaris, gij gaat nu wel eenigszins buiten uw bevoegdheid. Hij schelde en beval den agent, die binnen trad, den gevangene naar zijn cel terug te brengen. Met een droevigen, hopeloozen blik, het hoofd op de borst gezonken, verliet Arthur de kamer. Bock wenkte zijn griffier, dat deze zich eveneens kon verwijderen en zeide, toen deze de deur achter zich gesloten had, op bitsen toon tegen den commis saris: Ik maak u mijn compliment, gij hebt een wonderlijke takt om vragen te stellen, zoudt gij dien heer niet liever met ronde woorden zeggen door welke uitvlucht hij zich redden kan Gij moet toch de bedoeling van Wilser reeds lang begregen hebben, zeide de commissaris bedaard. Hij is onschuldig, dat lijdt geen twijfel, de eenvoudigste voorvallen op de plaats der misdaad zijn hem onbekend ook weet hij niets van de bloedige letters. Maar Bock lachte sarcastisch. Maar, mijn waarde, ik zou wer kelijk meer scherpzinnigheid van u verwacht hebben, zeide hij minach tend. Ziet gij dan niet in, dat die man een afschuwelijke komedie met ons speelt? Hij houdt zich maar zoo onwetend, om later voor de jury met die onwetendheid te kunnen pronken. Die wisselgeschiedenis geloof ik woord voor woord, dat is een echte advo- catenstreek, die hem echter weinig baten zal, want zijn schuld is zoo klaar ais de dag. Ik ben zoo vrij, dat nog te betwijfe len, sprak de commissaris. Hij wilde er nog iets bijvoegen, maar de rechter van instructie wenk te hem afwerend met de hand toe. Met uw verlof, ik heb er nu voor vandaag genoeg van bromde hij knor rig. Dat heer zal ons nog een harde noot te kraken geven, zelfs zijn spoedige bekentenis houd ik voor een slimmen zet, hij speculeert zeer be hendig op het medelijden van de jurv en zal bij de terechtzitting niet in ge breke blijven zich voor te doen als een edel martelaar, die zich voor zijn moeder opoffert. Haha, ik zal zijn programma wel wijzigen, die onvoor zichtigheid zal hij zich beklagen, ons eerste werk moet zijn den man op tc zoeken, die vanmorgen den wissel heeft geïnd. Zoo denk ik er ook over stemde de commissaris volmondig toe, dan komt het overige wel van zelf. De rechter van instructie lachte spottend. Ik weet niet, waar gij heen wilt, zeide hij, terwijl hij hoed en stok nam. Ik had u werkelijk voor een man van doorzicht gehouden, beste Wachtel. Het geval is zoo dui delijk als 't kan en de schuld van dien man zoo goed als bewezen, maar toch zal het nog hoofdbreken kosten. Ja, ja, het is een moeilijk maar mooi geval, wij zullen der wereld toonen, dat er buiten mijnheer den advoca Wilser nog meer knappe mann< zijn maar ik breng hem op het sch vot of ik wil op mijn ouden dj nog een gering klerkje worden. Met een trotschen, zegevierende, blik ging de rechter van instruct, weg. Zijn ondergeschikte keek hem m een spottend lachje na. Ten slot, haalde hij zijn snuifdoos uit zijn z; en nam een snuifje. Een van ons beiden moet noo, zakelijk een uitgemaakte domlo zijn, mijn waarde heer Bock, moi< pelde hij voor zich. Tot mijn v< doening geloof ik echter, dat ik dj domkop niet ben. Daarmee ging de commissaris zij weegs. Hij verliet het paleis van justit.' stapte in een rijtuig en reed naar 1 huis van den advocaat Wilser. - i Daar vond hij de troostelooze rn< der van Arthur in gezelschap van niet minder neerslachtige verlool r van den ongelukkige. (Wordt vervolgd)? X's in te m NIEUWE iABLIMSCH AGITE MA HON AGITATE. -j-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1