Maandag 30 Juli 1906. No. 6360. 31ste Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. BUITENLAND. BINNENLAND. LIEFDE EN PLICHT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE A CONTANT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht - HAARLEM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, Slbis Faubourg Montmartre. Staatkundig Overzicht. Dom en barbaarsch noemde de vre- desman Sir Campbell Bannerman den oorlog. Er is echter in genoemden Staatsman evenals in den knecht van Harpagon nog een ander personage, namelijk een Engelsch minister, die scliier ter zelfder tijde in bet Lagerhuis do noodzakelijkheid bepleit, om En geland de blijvende heerschappij ter zee te kunnen verzekeren. Een minister, die millioenen en millioenen vraagt voor ieder nieuw oorlogsschip van een type als geen andere mogendheid bezit; een minis ter met andere woorden, die spijt alle interparlementaire en andere vredes conferenties voorbereid wil zijn op den oorlog. Iemand dus, die zijne ont- wapenings-theorieën door de practijk als onzinnig en zinledig verklaart; Balfour spotte dan ook zeer terecht dat Europa wel niet veel hechten zou aan de goede trouw der Engelsche re geering. Wie vertrouwt iemand, die altoos dubbel spel speelt, gelijk John Buil, en langs slinksche wegen zijn doel poogt te bereiken Wie ver trouwt hem vooral bij deze zaak wereldvrede, algemeene ontwapening, waar de geschiedenis der eeuwen leert hoe het trouwelooze Albion altoos het „verdeel en heersch" in toepassing bracht, en de volkeren niet slim ge noeg om den gluiperd met verachting den rug te keeren door lijne drog redenen en scheeve voorstellingen poogde te misleiden. Desondanks heeft het Lagerhuis de bezuinigingen op leger en vloot goed gekeurd, zal men zeggen. Menvergete echter nieter is eene voorwaarde aan vast, die deze goedkeuring tot een echt Engelsch product maakt. Die voorwaarde, waarmee lord Tweed- mouth zoet gehouden werd en bewo gen om niet zijn ontslag te nemen luidt ongeveer„indien de Haagsche Conferentie iets tot stand brengt, wat beperking der algemeene krijgstoerus ting tot gevolg heeft. En of zij dat doen zal Misschien „Et c'est un grand peut-être 1" RUSLAND. Particuliere telegrammen maken telkens melding van aanslagen op spoorwegen enz., waarbij vooral roof en plundering beoogd worden. Zoo telegrafeert men den 28en dezer uit Warschau Op de Warschau-Weener-spoorweg is bij Proeskof de van Alexandrowo komende personentrein, hedenavond om 8 uur door een gewapende bende aangehouden. Bijzonderheden ontbre ken. Ofschoon het reeds D/2 uur over den tijd is, is de trein nog niet te Warschau aangekomen. Een paar uur later luidde het De bende, die hedenavond den per sonentrein Alexandro woW arsch au bij Proeskof aanhield, was ongeveer 50 man sterk. De postwagen is be roofd, waarbij den roovers een som van 75,000 roebel aan staatsgeld in handen vielen. Niemand is gedeerd. FRANKRIJK. Ex-minister André gaat voort met zijne „Mémoires" te publiceeren. Voor zichtig geworden door de waarschu wingen der Regeering, die hem de op merking gemaakt heeft, dat een par ticulier niet onder de groote menigte mag brengen, wat hij als minister te weten kwam, vooral wanneer het Staatsbelang daarmee gemoeid is, be paalt hij zich nu tot allerlei „praatjes." Ongelukkigerwijze voor den „bab belaar" blijken sommigen niet van die praatjes gediend en zoo gebeurde het nog dezer dagen, dat generaal de Négrier André openlijk als leugenaar op de kaak stelde. Dat is drie, want generaal Brugère en generaal Deloye hebben den gedenkschriften-schrijver reeds met zijne eigen bladzijden om de ooren geslagen. André had durven schrijven, dat de Négrier bij hem gekomen was, zijn verlangen te kennen gevend, om in ac tieven dienst te kunnen blijven. Daar voor voerde hij o. a. aan, dat ik te Langson opperbevelhebber geweest was. Nooit heb ik minister André iets verzochthij liegt dus. Bovendien weet eenieder, dat generaal de Lau- bépine, niet ik bij Langson het bevel had over onze troepen." Zal dit lesje helpen Wij gelooven het niet. André is eene nul, eene groo te nul gebleken. Thans poogt hij door reclame si la Barnum de goê gemeen te te foppen. Zijne ijdelheid zal hem in de toekomst evenzeer tot schrij ven aansporen als vroeger. ITALIË. Enkele Fransche bladen, ook een onzer groote couranten, hebben het gerucht verspreid, dat 's Pausen be slissing in zake de sclieidingswet en de houding, door het Katholieke Frankrijk aan te nemen, reeds ge vallen zou zijn. Uit Rome wordt door de Osser- vatore dit nieuws beslist tegengespro ken. Met zekerheid weet niemand, en kan niemand, weten, zoolang Z. Heiligheid niet openlijk zijne inzicli- teivbekend heeft gemaakt, hoedanig het te nemen besluit zal wezen. Algemeen echter is men in de kerkelijke kringen, ook de Pause lijke te Rome, van gevoelen, dat 's Pausen beslissing den middelweg zal gaan. Dat wil zeggen, de wet zal niet direct veroordeeld en even min erkend worden, 't Zal een voor zichtig geven en nemen zijn, teneinde het sectarisme geen nieuwe gelegen heid te bieden om nog grooter on heil te brengen over de zwaarbe proefde Kerk in Frankrijk. TURKIJE. Dreigen er tusschen Turkije en de Vereenigde Staten ook weer oneenig- heden? De pasbenoemde Amerikaan- sche ge?ant, de beer Leishman vond bij zijne aankomst te Oonstantinopel niemand, die hem namens den Sultan kwam verwelkomen. Daarover al een weinig verstoord, bracht de gezant de gebruikelijke bezoeken bij de vertegenwoordigers der andere mogendheden. Hij heeft den Sultan een audiëntie aangevraagd, ten einde hem zijne geloofsbrieven te kunnen overhan digen. Mocht de Groote Heer toonen, dat hij de gevraagde audiëntie voor onbepaalden tijd wil uitstellen, dan zal de heer Leishman onmiddellijk het Turksch gebied verlaten, alle diplomatiek relaties met Turkije afbreken en zijne Regeering verzoe ken, om de noodige tegenmaatrege len te nemen. Offlcieele Berichten. Bij Kon. besluit van 27 dezer is: le. aan S. R. Smit, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag ver leend als lid van het college van regenten over de gevangenissen te Alk maar, dankbetuiging voor de als zoo danig bewezen diensten; 2e. benoemd tot lid van het college van regenten over de gevangenissen te Alkmaar, mr. J. S. L. Aghina, advo caat en procureur aldaar. Bij Kon. besluit van 26 dezer zijn de commissiën, die gedurende één jaar, te ^Leiden,^Utrecht, Groningen en Amsterdam belast zullen zijn met het afnemen van de practische exa mens van apotheker, samengesteld als volgt, en mitsdien benoemd: A. van de commissie welke zitting zal houden te Leiden: tot lid en voorzitter: dr. H. P. Wijs man, hoogleeraar te Leiden; tot lid en secretaris: dr. P. A. Vos, apotheker te Rotterdam; tot leden dr. A. P. N. Franchimont en dr. J. M. Janse beiden hoogleeraar te Leiden tot plaatsvervangende leden dr M. Greshoff, directeur van het Koloniaal Museum te Haarlem; dr. A. Robertson, apotheker te Rot terdam, en mejuffrouw A. Grutterink, apothe ker in het stedelijk ziekenhuis te Rotterdam B. van de commissie welke zitting zal houden te Utrecht: tot lid en voorzitter: dr. H. Wefers Bettink, hoogleeraar te Utrecht; tot lid en secretaris: P. Denijs, apotheker te Utrecht; tot leden: C. Guldensteeden Egeling, apotheker te Zeist, en dr. A. A. Pulle, lector aan 's Rijks universiteit te Utrecht; tot plaatsvervangende leden: dr. F. A. F. C. Went, hoogleeraar te Utrecht; dr. L. van Itallie, leeraar aan 's Rijks veerartsenijschool te Utrecht; C. Slees wijk, apotheker te Utrecht en J. C. Leusden, lste-Apotheker in het gemeentelijk ziekenhuis teUtrecht; C. van de commissie, welke zitting zal houden te Groningen: tot lid en voorzitter: dr. C. van Wisselingh, hoogleeraar te Groningen; tot lid en secretaris: dr. H. G. de Zaaijer, apotheker te Groningen: tot leden: J. F. Eykman en dr. J. W. Moll, beiden hoogleeraar te Groningen; tot plaatsvervangende leden: dr. J. Böeseken, benoemd lector aan 's rijks universiteit te Groningen, te Assen, en M. J. Schroder, apotheker te Gro ningen D. van de commissie, welke zitting zal houden te Amsterdam: tot lid en voorzitter; dr. Ed. Ver schaffeit hoogleeraar te Amsterdam; tot lid en secretaris: P. van der Wielen, lector aan 's rijks universiteit te Amsterdam; tot leden: dr. N. Schoorl, lector aan 's rijks universiteit te Amsterdam, en C. J. Koning, apotheker te Bussum; tot plaatsvervangende leden: dr. A, F. Holleman, hoogleeraar te Amsterdam; Jac. Polak, apotheker te Amsterdam N. Keulemans, 2de-apotheker aan de gemeenteapotheek te Amsterdam en dr. J. F. Suyver, apotheker te Am sterdam. Bij Kon. besluit van 27 dezer is, met ingang van 15 Augustus, benoemd tot burgemeester der gemeente Heme- lumer Oldephaert en Noordwolde, mr. G. A. M. Kallenbach, met toe kenning van gelijktijdig eervol ont slag als burgemeester der gemeente Uitliuizermeden De (officieuse) „Norddeutsche All- gemeine Zeitung" schrijft: „Het bericht van de ontijdige bevalling van Koningin Wilhelmi- na der Nederlanden is in alle krin gen van Duitschland met levendige deelneming ontvangen tegenover de jonge Vorstin, Haren Gemaal, de Regeering en het volk van Neder land. „Enkele (Duitsche) bladen heb ben onkiesch zich bezig gehouden met beschouwingen over de quaestie der troonsopvolging. Wij kunnen dit slechts betreuren. „Deze beschouwingen zijn ook ongegrondde Koningin en het Ne- derlandsche volk mogen nog hopen op een voortbestaan van het Huis van Oranje en wij zullen ons over den dag verheugen, wanneer deze verwachtingen vervuld worden." Men meldt uit den Haag aan de N. R. Ct.: De ongesteldheid van H. M. de Ko ningin heeft geen oponthoud veroor zaakt in het afdoen der regeerings- zaken, daar H. M. bijna dagelijks de loopende stukken heeft geteekend. Het bericht uit Apeldoorn aan eenige bladen over het vertrek van het Ko ninklijk Echtpaar naar het buitenland, na volledig herstel van H. M. de Ko ningin, is geheel uit de lucht gegrepen en van allen grond ontbloot. Grafelijke Zalen. Het Bouwk. Wbl. bevat het rapport aan den minister van Waterstaat van de Commissie van advies voor de Grafelijke zalen te 's-Gravenliage over de werkzaamheden aan de verschil lende gebouwen. Deze omvatten in hoofdzaak de verdere herstelling van het Rolzaal gebouw, welke grootendeels werd vol tooid. Ook de vertrekken in den Haag toren werden in bewerking genomen. De trap, welke bestemd is bij de opening der Kamers als toegang naar de ministerskamer te dienen, is, ge plaatst; de afwerking is onderhanden. „Bij het indienen van het vorige rapport waren de werkzaamheden onderhanden, voortvloeiende uit de gewijzigde inrichting van de Hofzaal. Een en ander kwam tijdig gereed, zoodat bij de opening der Kamers Hare Majesteit de Koningin den troon kon bestijgen ter plaatse waar de Graven dit deden, wanneer zij hun ridders om zich vereenden. Zeker is het te betreuren dat de fraaie schouw bij de opening der Kamers tijdelijk door een zij het dan ook zeer schoon tapijt aan het oog is ont trokken, doch dit is ook het eenige bezwaar, dat zich bij de nieuwe in richting voordeed. De plechtigheid werd ongetwijfeld door de betere plaats van den troon zeer verhoogd. Prov. Staten. Bij beschikking van Gedeputeerde Staten is bepaald dat de verkiezing- van een lid der Provinciale Staten van Noord Holland In liet vlioniet Amsterdam VII (jaar van aftreding 1907); wegens het overlijden van den heer C. G. CRONE. zal geschie den op Dinsdag 21 Augustus en de stemming en herstemming zoo noodig respectievelijk op Dinsdag 28 Augustus en Dpnderdag 6 Sep tember a. s. Invoerrechten op sucade, enz. Naar de Tel. mededeelt, werd den 25sten dezer uit Amsterdam aan den minister van financiën het volgende telegram verzonden: „Afwijkende van uwe beslissing dato 21 Juli, No. 69, zal, naar thans verluidt, het Koninklijk besluit van 2 Juli gewijzigd worden voor zoover su cade, oranjes en citroenen betreft. Een zoodanige onvastheid zoude uw depar tement de basis doen zijn van unfaire speculaties ten koste van de bona fide handel, die een Koninklijk besluit, na rijpe overweging nogmaals bekrach tigd, als ernst beschouwt. Ten einde deze misbruiken voor goed onmogelijk te maken, waarbij de namen van justitie en Kamerleden zelfs genoemd worden, als pleitbezor gers van uitstel tot Mei 1907, verzoeke telegraphisch mededeeling of de eens genomen beslissing blijft." Minister De Meester heeft hierop den dag telegrafisch geantwoord: „Bericht in dagbladen is juist. Voorstel der verdaging gedaan op grond van nieuwe feiten, medegedeeld door president eener Kamer van Koop handel, Minister van justitie en Ka merleden staan geheel buiten de zaak." FEUILLETON. 24. De moed en geestdrift, die hij zoo even, in tegenwoordigheid van het lijk van den vermoorde en de diep- 1 neerslachtige mevrouw Wilser had ge voeld, waren thans weer geheel bij hem geweken. Bij een kalme beschou wing van den toestand kwamen de Bioeielijkheden, die hij te overwinnen had, hem veel zwaarder voor en zag hij duidelijk in, dat dit raadsel uiterst lastig, zoo niet geheel onoplosbaar Was. Wel geloofde hij vast en stellig, dat V('n ander dan de jonge advocaat dezen moord op den sedert lang dood- Sewaanden echtgenoot van mevrouw Y User had bedreven, maar dit was s'ecbts een veronderstelling, die wel eenige gronden berustte, maar 'vaaraan tocli voorloopig elk bewijs °ntbrak. Wanneer nu evenwel de rechter van instructie toch eens gelijk had, wan neer nu de gevangene eens slimmer was dan zij allen en, in plaats van ontkennen, er volgens een weldoor dacht plan mee begonnen was te be kennen en zich voor te doen als een edelen, zelfopoff'erenden zoon, alleen met het doel om de justitie op te dragen, allerlei bewijzen voor zijn on schuld te zoeken? De vermoorde had zich reeds een vierendeeljaars in de stad opgehouden, was het niet zeer waarschijnlijk, dat hij reeds kort na zijn aankomst zijn zoon had opgekocht'? In dat geval, overwoog de commis saris, had het Arthur wel kunnen ge lukken, schijnbaar op een goeden voet te komen met den vader, die voor hem zeker hinderlijk was. Hij had diens vertrouwen gewonnen; naeeni- gen omgang had de oude man van zijn zoon den wissel van dat hooge bedrag weten te verkrijgen en terwijl de vader argeloos en in verrukking met hebzuchtigen blik den kostbaren wissel had zitten bekijken, had de zoon hem veraderlijk van achteren aangevallen en hem de keel afgesne den. De dood was zoo plotseling ge weest, dat de ongelukkige zich niet tegen de moorddadige hand van zijn zoon had kunnen verdedigen. Maar de hond Welnu, kon deze zich niet aan Ar thur hebben gehecht? Mogelijk bad het dier, toen het zijn meester bloe dend zag neervallen, zich op den moor denaar geworpen en hem in de hand gebeten, vandaar de verwonding van Arthur. Daarop was het dier tot kalmte gekomen, de moordenaar had het in de alkoof gelokt en het daar eveneens afgemaakt. De commissaris moest toegeven, dat al die gevolgtrekkingen zeer waar schijnlijk waren, maar dan moest ook de advocaat Wilser een doortrapte misdadiger zijn bij wien de stem van het geweten reeds sedert lang ver stomd was. Als zoodanig kende de commissaris echter Arthur niet en daarom bleef hij aan zijn onschuld gelooven. Hij achtte den ongelukkige veel te hoog om hem tot zulk een eerlooze, diepgezonken handelwijze in staat te rekenenen. In deze overpeinzingen werd de com missaris gestoord door de kellnerin, die een nieuw glas bier voor hem neerzette. Zeg eens, mijnheer, hebt gij gis teren aan Lize niet gevraagd naar Hector, den grooten, zwarten New foundlander? begon zij vertrouwelijk. De commissaris keek verrast op; zou dit een vingerwijzing van het lot zijn Ik had hem maar een paar ma len gezien, antwoordde hij onverschil lig, ik ben een liefhebber van hon den en dat mooie dier beviel mij bui tengewoon. Nu, een mooi dier, een rakker was het, hernam de kellnerin, zoo kwaadaardig heb ik er in mijn leven nog geen gezien. Hij was eigenlijk van een ouden heer, maar aan mijn heer Schneidewin was hij veel meer gehecht dan aan zijn eigen meester. Wij hebben hier 3 weken geleden een toestand met dien hond gehad. Mijn heer Schneidewin had hem een stuk worst gegeven, maar zijn meester wilde het niet hebben en nam hem de worst weer af. Wat denkt ge, het beest vloog zijn eigen heer aan en zou hem gebeten hebben, wanneer niet een dozijn gasten toegesneld was en hem aan zijn halsband terugge trokken had. Sedert heeft onze pa troon er genoeg van en wil geen hon den in het lokaal toelaten. Hoe woe dend Hector ook was, stond hij toch zoo gedwee als een lam naast mijnheer Schneidewin en likte hem de hand. „Ik weet zelf niet, wat die hond in mij ziet", had hij tegen zijn vriend gezegd. Kent gij mijnheer Schneide win vroeg de kellnerin aan het eind van haar woordenvloed. De commissaris schudde ontken nend het hoofd. Alleen de hond had mijn aan dacht getrokker, antwoordde hij. Ik had hem wel willen koopen, maar als hij zoo kwaadaardig is Ach, dit is jammer, dan had mijnheer Schneidewin hem niet be hoeven dood te schieten, zeide de kellnerin. Verleden week heeft hij het aan zijn vriend beloofd. Hoe heet zijn vriend? vroeg Wachtel onverschillig. De kellnerin haalde de schouders °P- Dat weet ik met; hij was een onaangenaam mensch. Nu hebben wij hem in een paar dagen niet gezien Het Vod. zegt over deze quaestie o. m.: De voorzitter van de Kamer van Koophandel te Rotterdam heeft in die qualiteit een onderhoud gehad met den minister van financiën en in het belang van den handel in het alge meen, met klem aangedrongen op verdaging. De bemoeiingen van den heer Smeenge bepaalden zich tot toezending van een door hem van een belang hebbende ontvangen brief aan den minister van financiën. Hoog bezoek aan Marken. ZExc. de Commissaris der Koningin in ons gewest, mr. G. van Tienhoven, vergezeld van het lid der Ged. Staten, jhr. Boreel, en een hoofd-ambtenaar der Prov. Griffie, hebben het eiland Marken bezocht. Behalve de inspectie ten Raadhuize en ten kantore van den ontvanger, werden mede bezocht scholen, kerken, en burgemeesterswoning. Het dundoek was vrijwel algemeen ontplooid. Een waardige ontvangst is den hoo- gen bezoeker bereid. Te Bad Kissingen is overleden de heer A. H. Jannink, uit Ensche dé, bekend protectionist. Ned. R.-K. Volksbond. Zaterdag. 17de algemeene vergadering van den Centralen Raad op 28 Juli 1906 in het nonusgeDouw „»t. Bavo te Haarlem. Vergadering van Zaterdagavond. Nadat Mgr. Konings het openings woord gesproken had, nam de Cen traal president, de heer Passtoors, het woord en riep het welkom toe aan dé afgevaardigden, daarbij dank brengend voor de gastvrijheid der afd. Haarlem, die haar schoon gebouw welwillend ter beschikking stelde. De Alg. Secretaris, de heer B. Lam- mers, las daarna de zeer uitvoerige notulen, die onder applaus werden goedgekeurd. De heer Bos (Hoorn) bracht namens de commissie tot onderzoek der boe ken en bescheiden van den penning meester en van den administrateur verslag uit en verklaarde, dat alles in de meest volmaakte orde was bevon- i den. Uit het verslag van den penning meester over het afgeloopen j aar bleek, dat de inkomsten bedroegen f2891 30i/2, de uitgaven 2849,55 zoodat er een voordeelig saldo is van f41,75i,!.>. De gevraagde inlichtingen omtrent dit verslag worden verstrekt. De afdeelingen Weesp en Zaandam werden aangewezen om de boeken der penningmeesters na te zien. Vervolgens kwam de inrichting en het drukken van de Volksbanier ter sprake. Met de daarhij gemaakte opmerkingen zal het C. B. zoo moge lijk rekening houden. De stemming „Men geeft aan allerlei goede wer ken, maar wie geeft aan de Katholieke dagbladpers? (Chalamet.) hij zal vertrokken zijn, meent mijn-; heer Schneidewin, hij heeft het maar niet kunnen verkroppen, dat Hector- hem had gebeten en hij hem daarom moest laten doodschieten. Nu, gij schijnt met mijnheer Schneidewin zeer bevriend te zijn, dat' hij u dat alles vertelt, schertste de- commissaris, terwijl hij een grooten slok uit zijn glas nam. Zoo'n klein vrijerijtje, wat? De kellnerin lachte. Wat denkt u wel, zoo'n leelij- kerd? zeide zij bijna gekrenkt. an een verliefden aard is hij zeker, o j als men hem vriendelijk aankijkt, dan denkt hij terstond aan trouwen, vooral in den laatsten tijd, want hij heeft pas een erfenisje gekregen, en nu zou hij wel de eerste de beste willen trou wen, die hij op stnat tegenkomt, zoo'n verliefde zot als hij is, maar eer ik er zoo een nam! Zij zweeg en stootte den commis saris vertrouwelijk met den elleboog) aan. Kijk toch, fluisterde zij, daai gaat hij juist langs ons heen. (Wordt vervolgd). NIEDWE HAARLEHSCHECOURANT «3ITE MA KON AGITATE. jfc Ziekte lin H. M. Je Koningin. j|{

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1