Maandag 30 Juli 1906.
No. 6360. 31ste Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
LIEFDE EN PLICHT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE A CONTANT.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht - HAARLEM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, Slbis Faubourg Montmartre.
Staatkundig Overzicht.
Dom en barbaarsch noemde de vre-
desman Sir Campbell Bannerman den
oorlog. Er is echter in genoemden
Staatsman evenals in den knecht van
Harpagon nog een ander personage,
namelijk een Engelsch minister, die
scliier ter zelfder tijde in bet Lagerhuis
do noodzakelijkheid bepleit, om En
geland de blijvende heerschappij ter
zee te kunnen verzekeren.
Een minister, die millioenen en
millioenen vraagt voor ieder nieuw
oorlogsschip van een type als geen
andere mogendheid bezit; een minis
ter met andere woorden, die spijt alle
interparlementaire en andere vredes
conferenties voorbereid wil zijn op
den oorlog. Iemand dus, die zijne ont-
wapenings-theorieën door de practijk
als onzinnig en zinledig verklaart;
Balfour spotte dan ook zeer terecht
dat Europa wel niet veel hechten zou
aan de goede trouw der Engelsche re
geering. Wie vertrouwt iemand,
die altoos dubbel spel speelt, gelijk
John Buil, en langs slinksche wegen
zijn doel poogt te bereiken Wie ver
trouwt hem vooral bij deze zaak
wereldvrede, algemeene ontwapening,
waar de geschiedenis der eeuwen leert
hoe het trouwelooze Albion altoos het
„verdeel en heersch" in toepassing
bracht, en de volkeren niet slim ge
noeg om den gluiperd met verachting
den rug te keeren door lijne drog
redenen en scheeve voorstellingen
poogde te misleiden.
Desondanks heeft het Lagerhuis de
bezuinigingen op leger en vloot goed
gekeurd, zal men zeggen. Menvergete
echter nieter is eene voorwaarde aan
vast, die deze goedkeuring tot een
echt Engelsch product maakt. Die
voorwaarde, waarmee lord Tweed-
mouth zoet gehouden werd en bewo
gen om niet zijn ontslag te nemen
luidt ongeveer„indien de Haagsche
Conferentie iets tot stand brengt, wat
beperking der algemeene krijgstoerus
ting tot gevolg heeft. En of zij dat
doen zal Misschien
„Et c'est un grand peut-être 1"
RUSLAND.
Particuliere telegrammen maken
telkens melding van aanslagen op
spoorwegen enz., waarbij vooral roof
en plundering beoogd worden.
Zoo telegrafeert men den 28en dezer
uit Warschau
Op de Warschau-Weener-spoorweg
is bij Proeskof de van Alexandrowo
komende personentrein, hedenavond
om 8 uur door een gewapende bende
aangehouden. Bijzonderheden ontbre
ken. Ofschoon het reeds D/2 uur over
den tijd is, is de trein nog niet te
Warschau aangekomen. Een paar uur
later luidde het
De bende, die hedenavond den per
sonentrein Alexandro woW arsch au
bij Proeskof aanhield, was ongeveer
50 man sterk. De postwagen is be
roofd, waarbij den roovers een som
van 75,000 roebel aan staatsgeld in
handen vielen. Niemand is gedeerd.
FRANKRIJK.
Ex-minister André gaat voort met
zijne „Mémoires" te publiceeren. Voor
zichtig geworden door de waarschu
wingen der Regeering, die hem de op
merking gemaakt heeft, dat een par
ticulier niet onder de groote menigte
mag brengen, wat hij als minister te
weten kwam, vooral wanneer het
Staatsbelang daarmee gemoeid is, be
paalt hij zich nu tot allerlei „praatjes."
Ongelukkigerwijze voor den „bab
belaar" blijken sommigen niet van
die praatjes gediend en zoo gebeurde
het nog dezer dagen, dat generaal de
Négrier André openlijk als leugenaar
op de kaak stelde. Dat is drie, want
generaal Brugère en generaal Deloye
hebben den gedenkschriften-schrijver
reeds met zijne eigen bladzijden om
de ooren geslagen.
André had durven schrijven, dat de
Négrier bij hem gekomen was, zijn
verlangen te kennen gevend, om in ac
tieven dienst te kunnen blijven. Daar
voor voerde hij o. a. aan, dat ik te
Langson opperbevelhebber geweest
was.
Nooit heb ik minister André iets
verzochthij liegt dus. Bovendien
weet eenieder, dat generaal de Lau-
bépine, niet ik bij Langson het bevel
had over onze troepen."
Zal dit lesje helpen Wij gelooven
het niet. André is eene nul, eene groo
te nul gebleken. Thans poogt hij door
reclame si la Barnum de goê gemeen
te te foppen. Zijne ijdelheid zal
hem in de toekomst evenzeer tot schrij
ven aansporen als vroeger.
ITALIË.
Enkele Fransche bladen, ook een
onzer groote couranten, hebben het
gerucht verspreid, dat 's Pausen be
slissing in zake de sclieidingswet en
de houding, door het Katholieke
Frankrijk aan te nemen, reeds ge
vallen zou zijn.
Uit Rome wordt door de Osser-
vatore dit nieuws beslist tegengespro
ken. Met zekerheid weet niemand,
en kan niemand, weten, zoolang Z.
Heiligheid niet openlijk zijne inzicli-
teivbekend heeft gemaakt, hoedanig
het te nemen besluit zal wezen.
Algemeen echter is men in de
kerkelijke kringen, ook de Pause
lijke te Rome, van gevoelen, dat
's Pausen beslissing den middelweg
zal gaan. Dat wil zeggen, de wet
zal niet direct veroordeeld en even
min erkend worden, 't Zal een voor
zichtig geven en nemen zijn, teneinde
het sectarisme geen nieuwe gelegen
heid te bieden om nog grooter on
heil te brengen over de zwaarbe
proefde Kerk in Frankrijk.
TURKIJE.
Dreigen er tusschen Turkije en de
Vereenigde Staten ook weer oneenig-
heden? De pasbenoemde Amerikaan-
sche ge?ant, de beer Leishman vond
bij zijne aankomst te Oonstantinopel
niemand, die hem namens den Sultan
kwam verwelkomen.
Daarover al een weinig verstoord,
bracht de gezant de gebruikelijke
bezoeken bij de vertegenwoordigers
der andere mogendheden.
Hij heeft den Sultan een audiëntie
aangevraagd, ten einde hem zijne
geloofsbrieven te kunnen overhan
digen. Mocht de Groote Heer toonen,
dat hij de gevraagde audiëntie voor
onbepaalden tijd wil uitstellen, dan
zal de heer Leishman onmiddellijk
het Turksch gebied verlaten, alle
diplomatiek relaties met Turkije
afbreken en zijne Regeering verzoe
ken, om de noodige tegenmaatrege
len te nemen.
Offlcieele Berichten.
Bij Kon. besluit van 27 dezer is:
le. aan S. R. Smit, op zijn daartoe
gedaan verzoek, eervol ontslag ver
leend als lid van het college van
regenten over de gevangenissen te Alk
maar, dankbetuiging voor de als zoo
danig bewezen diensten;
2e. benoemd tot lid van het college
van regenten over de gevangenissen
te Alkmaar, mr. J. S. L. Aghina, advo
caat en procureur aldaar.
Bij Kon. besluit van 26 dezer zijn
de commissiën, die gedurende één
jaar, te ^Leiden,^Utrecht, Groningen
en Amsterdam belast zullen zijn met
het afnemen van de practische exa
mens van apotheker, samengesteld
als volgt, en mitsdien benoemd:
A. van de commissie welke zitting
zal houden te Leiden:
tot lid en voorzitter: dr. H. P. Wijs
man, hoogleeraar te Leiden;
tot lid en secretaris: dr. P. A. Vos,
apotheker te Rotterdam;
tot leden
dr. A. P. N. Franchimont en dr. J.
M. Janse beiden hoogleeraar te Leiden
tot plaatsvervangende leden
dr M. Greshoff, directeur van het
Koloniaal Museum te Haarlem;
dr. A. Robertson, apotheker te Rot
terdam, en
mejuffrouw A. Grutterink, apothe
ker in het stedelijk ziekenhuis te
Rotterdam
B. van de commissie welke zitting
zal houden te Utrecht:
tot lid en voorzitter: dr. H. Wefers
Bettink, hoogleeraar te Utrecht;
tot lid en secretaris: P. Denijs,
apotheker te Utrecht;
tot leden:
C. Guldensteeden Egeling, apotheker
te Zeist, en
dr. A. A. Pulle, lector aan 's Rijks
universiteit te Utrecht;
tot plaatsvervangende leden:
dr. F. A. F. C. Went, hoogleeraar
te Utrecht;
dr. L. van Itallie, leeraar aan 's Rijks
veerartsenijschool te Utrecht;
C. Slees wijk, apotheker te Utrecht en
J. C. Leusden, lste-Apotheker in
het gemeentelijk ziekenhuis teUtrecht;
C. van de commissie, welke zitting
zal houden te Groningen:
tot lid en voorzitter: dr. C. van
Wisselingh, hoogleeraar te Groningen;
tot lid en secretaris: dr. H. G. de
Zaaijer, apotheker te Groningen:
tot leden:
J. F. Eykman en dr. J. W. Moll,
beiden hoogleeraar te Groningen;
tot plaatsvervangende leden:
dr. J. Böeseken, benoemd lector
aan 's rijks universiteit te Groningen,
te Assen, en
M. J. Schroder, apotheker te Gro
ningen
D. van de commissie, welke zitting
zal houden te Amsterdam:
tot lid en voorzitter; dr. Ed. Ver
schaffeit hoogleeraar te Amsterdam;
tot lid en secretaris: P. van der
Wielen, lector aan 's rijks universiteit
te Amsterdam;
tot leden:
dr. N. Schoorl, lector aan 's rijks
universiteit te Amsterdam, en C. J.
Koning, apotheker te Bussum;
tot plaatsvervangende leden:
dr. A, F. Holleman, hoogleeraar te
Amsterdam;
Jac. Polak, apotheker te Amsterdam
N. Keulemans, 2de-apotheker aan
de gemeenteapotheek te Amsterdam en
dr. J. F. Suyver, apotheker te Am
sterdam.
Bij Kon. besluit van 27 dezer is,
met ingang van 15 Augustus, benoemd
tot burgemeester der gemeente Heme-
lumer Oldephaert en Noordwolde,
mr. G. A. M. Kallenbach, met toe
kenning van gelijktijdig eervol ont
slag als burgemeester der gemeente
Uitliuizermeden
De (officieuse) „Norddeutsche All-
gemeine Zeitung" schrijft:
„Het bericht van de ontijdige
bevalling van Koningin Wilhelmi-
na der Nederlanden is in alle krin
gen van Duitschland met levendige
deelneming ontvangen tegenover de
jonge Vorstin, Haren Gemaal, de
Regeering en het volk van Neder
land.
„Enkele (Duitsche) bladen heb
ben onkiesch zich bezig gehouden
met beschouwingen over de quaestie
der troonsopvolging. Wij kunnen
dit slechts betreuren.
„Deze beschouwingen zijn ook
ongegrondde Koningin en het Ne-
derlandsche volk mogen nog hopen
op een voortbestaan van het Huis
van Oranje en wij zullen ons over
den dag verheugen, wanneer deze
verwachtingen vervuld worden."
Men meldt uit den Haag aan de
N. R. Ct.:
De ongesteldheid van H. M. de Ko
ningin heeft geen oponthoud veroor
zaakt in het afdoen der regeerings-
zaken, daar H. M. bijna dagelijks de
loopende stukken heeft geteekend.
Het bericht uit Apeldoorn aan eenige
bladen over het vertrek van het Ko
ninklijk Echtpaar naar het buitenland,
na volledig herstel van H. M. de Ko
ningin, is geheel uit de lucht gegrepen
en van allen grond ontbloot.
Grafelijke Zalen.
Het Bouwk. Wbl. bevat het rapport
aan den minister van Waterstaat van
de Commissie van advies voor de
Grafelijke zalen te 's-Gravenliage over
de werkzaamheden aan de verschil
lende gebouwen.
Deze omvatten in hoofdzaak de
verdere herstelling van het Rolzaal
gebouw, welke grootendeels werd vol
tooid.
Ook de vertrekken in den Haag
toren werden in bewerking genomen.
De trap, welke bestemd is bij de
opening der Kamers als toegang naar
de ministerskamer te dienen, is, ge
plaatst; de afwerking is onderhanden.
„Bij het indienen van het vorige
rapport waren de werkzaamheden
onderhanden, voortvloeiende uit de
gewijzigde inrichting van de Hofzaal.
Een en ander kwam tijdig gereed,
zoodat bij de opening der Kamers
Hare Majesteit de Koningin den troon
kon bestijgen ter plaatse waar de
Graven dit deden, wanneer zij hun
ridders om zich vereenden. Zeker is
het te betreuren dat de fraaie schouw
bij de opening der Kamers tijdelijk
door een zij het dan ook zeer
schoon tapijt aan het oog is ont
trokken, doch dit is ook het eenige
bezwaar, dat zich bij de nieuwe in
richting voordeed. De plechtigheid
werd ongetwijfeld door de betere
plaats van den troon zeer verhoogd.
Prov. Staten.
Bij beschikking van Gedeputeerde
Staten is bepaald dat de verkiezing-
van een lid der Provinciale Staten
van Noord Holland In liet vlioniet
Amsterdam VII (jaar van aftreding
1907); wegens het overlijden van
den heer C. G. CRONE. zal geschie
den op Dinsdag 21 Augustus en
de stemming en herstemming zoo
noodig respectievelijk op Dinsdag
28 Augustus en Dpnderdag 6 Sep
tember a. s.
Invoerrechten op sucade, enz.
Naar de Tel. mededeelt, werd den
25sten dezer uit Amsterdam aan den
minister van financiën het volgende
telegram verzonden:
„Afwijkende van uwe beslissing
dato 21 Juli, No. 69, zal, naar thans
verluidt, het Koninklijk besluit van
2 Juli gewijzigd worden voor zoover su
cade, oranjes en citroenen betreft. Een
zoodanige onvastheid zoude uw depar
tement de basis doen zijn van unfaire
speculaties ten koste van de bona fide
handel, die een Koninklijk besluit, na
rijpe overweging nogmaals bekrach
tigd, als ernst beschouwt.
Ten einde deze misbruiken voor
goed onmogelijk te maken, waarbij
de namen van justitie en Kamerleden
zelfs genoemd worden, als pleitbezor
gers van uitstel tot Mei 1907, verzoeke
telegraphisch mededeeling of de eens
genomen beslissing blijft."
Minister De Meester heeft hierop
den dag telegrafisch geantwoord:
„Bericht in dagbladen is juist.
Voorstel der verdaging gedaan op
grond van nieuwe feiten, medegedeeld
door president eener Kamer van Koop
handel, Minister van justitie en Ka
merleden staan geheel buiten de zaak."
FEUILLETON.
24.
De moed en geestdrift, die hij zoo
even, in tegenwoordigheid van het
lijk van den vermoorde en de diep-
1 neerslachtige mevrouw Wilser had ge
voeld, waren thans weer geheel bij
hem geweken. Bij een kalme beschou
wing van den toestand kwamen de
Bioeielijkheden, die hij te overwinnen
had, hem veel zwaarder voor en zag
hij duidelijk in, dat dit raadsel uiterst
lastig, zoo niet geheel onoplosbaar
Was.
Wel geloofde hij vast en stellig, dat
V('n ander dan de jonge advocaat
dezen moord op den sedert lang dood-
Sewaanden echtgenoot van mevrouw
Y User had bedreven, maar dit was
s'ecbts een veronderstelling, die wel
eenige gronden berustte, maar
'vaaraan tocli voorloopig elk bewijs
°ntbrak.
Wanneer nu evenwel de rechter van
instructie toch eens gelijk had, wan
neer nu de gevangene eens slimmer
was dan zij allen en, in plaats van
ontkennen, er volgens een weldoor
dacht plan mee begonnen was te be
kennen en zich voor te doen als een
edelen, zelfopoff'erenden zoon, alleen
met het doel om de justitie op te
dragen, allerlei bewijzen voor zijn on
schuld te zoeken? De vermoorde had
zich reeds een vierendeeljaars in de
stad opgehouden, was het niet zeer
waarschijnlijk, dat hij reeds kort na
zijn aankomst zijn zoon had opgekocht'?
In dat geval, overwoog de commis
saris, had het Arthur wel kunnen ge
lukken, schijnbaar op een goeden voet
te komen met den vader, die voor
hem zeker hinderlijk was. Hij had
diens vertrouwen gewonnen; naeeni-
gen omgang had de oude man van
zijn zoon den wissel van dat hooge
bedrag weten te verkrijgen en terwijl
de vader argeloos en in verrukking
met hebzuchtigen blik den kostbaren
wissel had zitten bekijken, had de
zoon hem veraderlijk van achteren
aangevallen en hem de keel afgesne
den. De dood was zoo plotseling ge
weest, dat de ongelukkige zich niet
tegen de moorddadige hand van zijn
zoon had kunnen verdedigen.
Maar de hond
Welnu, kon deze zich niet aan Ar
thur hebben gehecht? Mogelijk bad
het dier, toen het zijn meester bloe
dend zag neervallen, zich op den moor
denaar geworpen en hem in de hand
gebeten, vandaar de verwonding van
Arthur. Daarop was het dier tot
kalmte gekomen, de moordenaar had
het in de alkoof gelokt en het daar
eveneens afgemaakt.
De commissaris moest toegeven, dat
al die gevolgtrekkingen zeer waar
schijnlijk waren, maar dan moest ook
de advocaat Wilser een doortrapte
misdadiger zijn bij wien de stem van
het geweten reeds sedert lang ver
stomd was. Als zoodanig kende de
commissaris echter Arthur niet en
daarom bleef hij aan zijn onschuld
gelooven. Hij achtte den ongelukkige
veel te hoog om hem tot zulk een
eerlooze, diepgezonken handelwijze in
staat te rekenenen.
In deze overpeinzingen werd de com
missaris gestoord door de kellnerin,
die een nieuw glas bier voor hem
neerzette.
Zeg eens, mijnheer, hebt gij gis
teren aan Lize niet gevraagd naar
Hector, den grooten, zwarten New
foundlander? begon zij vertrouwelijk.
De commissaris keek verrast op;
zou dit een vingerwijzing van het lot
zijn
Ik had hem maar een paar ma
len gezien, antwoordde hij onverschil
lig, ik ben een liefhebber van hon
den en dat mooie dier beviel mij bui
tengewoon.
Nu, een mooi dier, een rakker
was het, hernam de kellnerin, zoo
kwaadaardig heb ik er in mijn leven
nog geen gezien. Hij was eigenlijk
van een ouden heer, maar aan mijn
heer Schneidewin was hij veel meer
gehecht dan aan zijn eigen meester.
Wij hebben hier 3 weken geleden een
toestand met dien hond gehad. Mijn
heer Schneidewin had hem een stuk
worst gegeven, maar zijn meester
wilde het niet hebben en nam hem
de worst weer af. Wat denkt ge, het
beest vloog zijn eigen heer aan en
zou hem gebeten hebben, wanneer
niet een dozijn gasten toegesneld was
en hem aan zijn halsband terugge
trokken had. Sedert heeft onze pa
troon er genoeg van en wil geen hon
den in het lokaal toelaten. Hoe woe
dend Hector ook was, stond hij toch
zoo gedwee als een lam naast mijnheer
Schneidewin en likte hem de hand.
„Ik weet zelf niet, wat die hond in
mij ziet", had hij tegen zijn vriend
gezegd. Kent gij mijnheer Schneide
win vroeg de kellnerin aan het eind
van haar woordenvloed.
De commissaris schudde ontken
nend het hoofd.
Alleen de hond had mijn aan
dacht getrokker, antwoordde hij. Ik
had hem wel willen koopen, maar als
hij zoo kwaadaardig is
Ach, dit is jammer, dan had
mijnheer Schneidewin hem niet be
hoeven dood te schieten, zeide de
kellnerin. Verleden week heeft hij het
aan zijn vriend beloofd.
Hoe heet zijn vriend? vroeg
Wachtel onverschillig.
De kellnerin haalde de schouders
°P-
Dat weet ik met; hij was een
onaangenaam mensch. Nu hebben wij
hem in een paar dagen niet gezien
Het Vod. zegt over deze quaestie
o. m.:
De voorzitter van de Kamer van
Koophandel te Rotterdam heeft in die
qualiteit een onderhoud gehad met
den minister van financiën en in het
belang van den handel in het alge
meen, met klem aangedrongen op
verdaging.
De bemoeiingen van den heer
Smeenge bepaalden zich tot toezending
van een door hem van een belang
hebbende ontvangen brief aan den
minister van financiën.
Hoog bezoek aan Marken.
ZExc. de Commissaris der Koningin
in ons gewest, mr. G. van Tienhoven,
vergezeld van het lid der Ged. Staten,
jhr. Boreel, en een hoofd-ambtenaar
der Prov. Griffie, hebben het eiland
Marken bezocht.
Behalve de inspectie ten Raadhuize
en ten kantore van den ontvanger,
werden mede bezocht scholen, kerken,
en burgemeesterswoning. Het dundoek
was vrijwel algemeen ontplooid.
Een waardige ontvangst is den hoo-
gen bezoeker bereid.
Te Bad Kissingen is overleden
de heer A. H. Jannink, uit Ensche
dé, bekend protectionist.
Ned. R.-K. Volksbond.
Zaterdag.
17de algemeene vergadering van den
Centralen Raad op 28 Juli 1906 in het
nonusgeDouw „»t. Bavo te Haarlem.
Vergadering van Zaterdagavond.
Nadat Mgr. Konings het openings
woord gesproken had, nam de Cen
traal president, de heer Passtoors, het
woord en riep het welkom toe aan dé
afgevaardigden, daarbij dank brengend
voor de gastvrijheid der afd. Haarlem,
die haar schoon gebouw welwillend
ter beschikking stelde.
De Alg. Secretaris, de heer B. Lam-
mers, las daarna de zeer uitvoerige
notulen, die onder applaus werden
goedgekeurd.
De heer Bos (Hoorn) bracht namens
de commissie tot onderzoek der boe
ken en bescheiden van den penning
meester en van den administrateur
verslag uit en verklaarde, dat alles in
de meest volmaakte orde was bevon- i
den.
Uit het verslag van den penning
meester over het afgeloopen j aar bleek,
dat de inkomsten bedroegen f2891 30i/2,
de uitgaven 2849,55 zoodat er een
voordeelig saldo is van f41,75i,!.>.
De gevraagde inlichtingen omtrent
dit verslag worden verstrekt.
De afdeelingen Weesp en Zaandam
werden aangewezen om de boeken der
penningmeesters na te zien.
Vervolgens kwam de inrichting
en het drukken van de Volksbanier
ter sprake. Met de daarhij gemaakte
opmerkingen zal het C. B. zoo moge
lijk rekening houden. De stemming
„Men geeft aan allerlei goede wer
ken, maar wie geeft aan de Katholieke
dagbladpers?
(Chalamet.)
hij zal vertrokken zijn, meent mijn-;
heer Schneidewin, hij heeft het maar
niet kunnen verkroppen, dat Hector-
hem had gebeten en hij hem daarom
moest laten doodschieten.
Nu, gij schijnt met mijnheer
Schneidewin zeer bevriend te zijn, dat'
hij u dat alles vertelt, schertste de-
commissaris, terwijl hij een grooten
slok uit zijn glas nam. Zoo'n klein
vrijerijtje, wat?
De kellnerin lachte.
Wat denkt u wel, zoo'n leelij-
kerd? zeide zij bijna gekrenkt. an
een verliefden aard is hij zeker, o j
als men hem vriendelijk aankijkt, dan
denkt hij terstond aan trouwen, vooral
in den laatsten tijd, want hij heeft
pas een erfenisje gekregen, en nu zou
hij wel de eerste de beste willen trou
wen, die hij op stnat tegenkomt, zoo'n
verliefde zot als hij is, maar eer ik
er zoo een nam!
Zij zweeg en stootte den commis
saris vertrouwelijk met den elleboog)
aan.
Kijk toch, fluisterde zij, daai
gaat hij juist langs ons heen.
(Wordt vervolgd).
NIEDWE
HAARLEHSCHECOURANT
«3ITE MA KON AGITATE.
jfc
Ziekte lin H. M. Je Koningin.
j|{