Dinsdag 31 Juli 1906.
No. 6361. 31s,e Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Een groot sociaal
Gevaar.
BUITENLAND.
LIEFDE EN PLICHT.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht - HAARLEM.
Staatkundig Overzicht.
FEUILLETON.
Het meisje maakte een spottende
beweging achter zijn rug.
IAARLEMSGHECOURANT
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
1-20
1.65
0.05
Afzonderlijke nummers
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
MAIVVIPM) <,t/
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT.
ftGITE MR NON RGITRTE.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE <fc Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
li.
Er wordt geklaagd, hardgeklaagc
en al te dikwijls op goede gronden
over vele dienstboden.
Veeleischend, brutaal, ongeschikt
voor haar werk enz. Zoo luidt liet
en moesten wij het heele zonden-
register opnemen, het zou meerdere
kolommen onzer courant beslaan.
Doch waartoe noodig? Op haar
beurt zouden de dienstbaren ons
aan het „hoor en wederhoor" kun
nen herinneren en voor hare lijst
van ware of denkbeeldige grieven
misschien nog een kolommetje meer
opvorderen.
Dat velen onder haar trekvogels
blijken, die 't soms niet langer dan
één seizoen in denzelfden dienst uit
houden, of korter nog, wie durft
het tegenspreken?
Waar zijn de tijden, dat me
nige [dienstbode „een familiestuk"
mocht genoemd; dat zij waarlijk tot
het huisgezin behoorde, deelend in
al het lief en leed der familie
Om rechtvaardig te zijn en billijk
jegens beide partijen, zouden wij
ook deze andere vraag behooren te
stellen Hoe beschouwen meesteres
en meester in onzen tijd eene dienst
bare
Genegenheid en toewijding' moe
ten van weerszijden komenbeide
partijen behooren het hare te doen,
om zekere banden te leggen, te
versterken en zoo mogelijk onver
breekbaar te maken.
Wordt dat niet menigmaal uit het
oog verloren
Een meisje, dat de ouderlijke
Woning verlaat en onder een vreemd
dak leeft, mist er doorgaans alles,
waardoor het mensclielijk hart lang
zaam maar zeker gevangen wordt.
Men klaagt, en terecht over ver
wildering, bederf onder de dienst
boden en zelf spreekt men soms
„We gaan uit morgen. Aan de
meid zullen we 's middags vrijaf
geven. Dan zijn we ze kwijt".
Die redeneering der gemakzucht
staat gelijk met eene aanklacht.
Men jaagt de dienstboden om zoo
te zeggen de straat op, dwingt haar
tot uithuizigheid, tot zwerven langs
den publieken weg, tot laat op den
avond zelfs.
Zal men zich geheel van schuldt
„Zoo de slechte dagbladpers zooveel
Verwoestingen aanricht; indien zij een
der hoofdoorzaken is van den haat, van
het ongeloof, van de rampen onzes tijds,
behooren wij, Katholieken, dan niet al
het mogelijke te doen, om door het
ondersteunen der Katholieke dagblad
pers daaraan paal en perk te stellen
(Kanunnik Schordere
kunnen vrijpleiten, wanneer een
meisje op die manier in haar ver
derf loopt?
Beschouwt men zich inderdaad van
alle verantwoordelijkheid ontslagen
jegens inwonende dienstboden?
„Maar zij wil zelf gaarne uit;
toen zij zich verhuurde, heeft zij
bedongen, dat zij Zondags na den
middag en nog een avond in de
week vrijaf zou hebben", voert men
ons misschien tegen.
Mogelijk werpt men ons ten
overvloede naar het hoofd„Ik kan
ze toch niet vastleggen."
Zeker niet. Doch mogen wij u
nog even aan de treurige statistie
ken van ons vorig artikel herinne
ren Mogen wij er tevens op wijzen,
dat in de groote Duitsche steden,
om slechts weer deze te noemen,
de prostitutie onder de dienstboden
geweldig is toegenomen, sinds het
voor dezen regel is geworden daar,
dat zij tot 10 uur of later mogen
uitblijven
Dat dieptreurige feit geeft niet
alleen te denkenhet zal u als
Christelijke meesteres of meester er
misschien ook toe brengen, om u
zelf even af te vragen: „Ben ik
verantwoord voor God en mijn ge
weten met een „dan zijn we ze
kwijt!" of een andere zwakke reden
der gemakzucht.
Hier te lande bestaat gelukkig
de slechte gewoonte niet, welke te
Parijs, Berlijn, Keulen enz. een der
hoofdoorzaken is van den onder
gang van vele dienstboden. Wij be
doelen het soort van verbannings
decreet, dat de meiden naar de
bovenste verdieping verwijst (de 5de
6de of 7de), waar zij ieder een
slaapkamertje hebben. Eene afschu
welijke gewoonte, vooral om hare
afschuwelijke gevolgen.
Bij ons moet het uitgaan, vooral
het late uitgaan als de hoofdoor
zaak van den ondergang van menig
meisje worden aangeduid. Daartegen
vooral behoort dus gewaakt.
Zonder met hare meesters aan
dezelfde tafel te eten met eerbiedi
ging van den afstand, die tusschen
meester en dienstbode moet be
staan, zal het niet moeielijk vallen
de laatste tot op zekere hoogte tot
'misgenoote te maken, vooral door
te toonen, dat men 't hartelijk met
haar en haar geluk meent. Een
meisje van goeden wil, dat het hart
op de rechte plaats draagt, zal dit
in liooge mate waardeeren en het
vertrouwen, de betoonde hartelijk-
reid door trouwe plichtsbetrachting
enz. pogen te vergelden.
Op die manier zullen ook de
scherpe kanten weggeslopen worden
van het werkgever- en- werknemer
systeem, dat in de dienstboden-
quaestie zijn invloed doet gelden.
Heeft de meesteresse des huizes
niet het volle recht, ja sterker, heeft
zij niet de verplichting, om met de
ouders of voogden harer dienstbo-
de(n) het uitgaan dezer te regelen?
Wie dat doet, mag zich in bijna
alle gevallen verantwoord noemen
zal zich nooit de benauwende vraag
behoeven te stellen: „Ben ik niet
daaraan eenigermate schuldig
wanneer een zijner dienstbaren den
verkeerden weg opgaat.
Sinds einde October des vorigen
jaars bestaat er te Haarlem eene
inrichting, de Sint-Martliavereeni-
ging (Raamvest 61).
Weldadige dames wier offervaar
digheid ook in dit liefdewerk uit
blinkt en wie wij gaarne onze ne
derige hulde brengen, hebben daar
een Tehuis geopend voor Katholie
ke dienstboden.
Is dit nuttige sociale werk der
Christelijke Charitas genoeg bekend?
Geniet het den steun, waarop het
recht heeft
Wij hopen het èn voor den Wel
eerw. Heer L. H. J. Beyssens, ka
pelaan der H. Rozenkranskerk, die
met zooveel ijver als geestelijk ad
viseur optreedt èn voor de Da
mes, die voor dit hoogst verdien
stelijk, maar ook zeer moeilijk werk
geen tijd en. moeite sparen, èn ein
delijk voor dehonderden Katholieke
dienstboden onzer goede stad.
1) Onder de rubriek „Sociale Berichten"
zullen onze geachte lezeressen en lezers
het Huishoudelijk Reglement der Sint-
Marthavereeniging vernield vinden.
Ondanks alles blijken de meeste
buitenlandsche en ook sommige Ne-
derlandsche bladen de ontbonden
Doema in het harte dragen.
Durft men soms al niet. openlijk
voor die liefde uitkomen, de lezer be
merkt dan toch gauw, dat het bloed
kruipt, waar het niet gaan kan.
Niet overbodig mag het daarom
heeten nogmaals even een doorslaand
bewijs te geven van de waarlijk mis
dadige methode van bedrog, door de
leden der arbeiderspartij in de Doema
toegepast om de goede gunst der boe
ren te winnen.
Als wij bij voorbeeld lezen, wat dooi
den afgevaardigde Elias Guenatienko
aan een boer te Krasnopolki geschre
ven werd, zullen wij gemakkelijk het
overige begrijpen.
In dien brief, leugenachtig van liet
begin tot het einde, luidt liet onder
meer
„Weldra zal er een inventaris van
alle gronden opgemaakt worden. Zoo
zal men te weten komen, hoeveel boe
ren bijna niets bezitten, hoeveel ver
stoken zijn van alle grondbezit.
Daarna zal u gevraagd worden Hoe
veel land begeert gij voor uwe gansche
familie, voor ieder bewoner (de man
nen en misschien ook de vrouwen.)
Wilt gij het voor een bepaalden tijd
of voor goed in bezit nemen Ik raad
u aan, het voorgoed in bezit te nemen.
Neem geen stukje minder dan 5H.A.
voor ieder manspersoon. Er is in Rus
land land in overvloe I.
Is er in ons district niet genoeg,
dan zal men op 's lands kosten de
boeren naar elders overbrengen. Zeg
dat zonder vrees aan iedereen."
De brief bracht de geheele gemeente
in rep en roer. De armen verheugden
zichde rijken werden beschuldigd,
dat zij een telegram naarPetersburg ver
zonden,om de verdeeling van den grond
tegen te werken. Gevolg de woeden
de menigte greep 3 der rijkste bezitters
en twee vrouwen. Op dit vijftal koel
den zij met barbaarsche woede hare
granschap.
Ziedaar één staaltje. Zoo zijn er
meerdere. Kort en goed kunnen wij
zeggen de onrust, de misdadige woe
lingen onder het landvolk vinden
hare oorzaak in de onzinnige, leu
genachtige beloften van enkele partijen
der oude Doema.
Om welke redenen zulke mannen in
bescherming genomen worden is ons
een raadsel, tenzij
DU1TSCHLAND.
De liberalen zijn m de wolken, dat
hun candidaat Cuno de ovenvinning
mocht behalen en den zetel van wijlen
Eugen Richter in het district Hagen.
Schwelm bekleeden zal.
Ondanks alle grootspraak waren zij
wat benauwd, dat de Katholieke kie
zers het „leer om leer" toepassen en
den liberalen candidaat niet zouden
steunen.
Onze geloofsgenooten hebben an
dermaal getoond, dat zij beginsel boven
wraakneming over Iserlohn stelden,
dat zij niet de leuze huldigen „Liever
rood dan liberaalM. a. w. dat
zij van twee kwaden het minste weten
te kiezen. Uit de stemmingcijfers van
het district Hagen blijkt thans,
dat de meerderheid van centrum- en
nationaal-liberale kiezers de voorkeur
heeft gegeven aan den vrijzinnigen
candidaat boven den sociaal-demo-
cratischen.
De Vorwiirts heeft den brief van
den Engelschen socialist Bernard
Shaw opgenomen 'zonder meer. De
democratische Frankf. Ztg. neemt het
hoofdorgaan van de sociaal-democra
tische partij nu als volgt onderhanden.
Zijn (Shaw's) brief is vol schitte
renden geest. Maar deze geest is tege
lijk snijdende ironie en zeer bittere
hoon, en dat is wel te begrijpen. Shaw
is geen Marxist, maar een socialist.
Daarom moet het hem zeer doen te
zien, hoe een sterke partij die toch
niet alleen marxistisch, maar ook
socialistisch wil zijn, hare krachten
verspilt en onder dien indruk deelt
hij toornige geeselslagen uit. De Vor
wiirts heeft den brief van Shaw over
genomen en opgemerkt dat zij er niets
van wilde zeggen. Dat gelooven wij
graagSedert men Kurt Eisner uit de
Vorwarts gegooid heeft, is er geen
pen meer aan dat blad, die het ook
maar op de bescheidenste wijze tegen
Shaw zou kunnen opnemen. En wat
zou ook Eisner, of wie anders, aan
Shaw antwoorden Is Het niet waar,
dat de Duitsche sociaal-democratie in
den Rijksdag geen partij van de daad
is, maar een college dat zich er toe
bepaalt oude denkbeelden te predi-
sans
ken? Is het dan niet waar, dat onze
sociaal-democratie ook aan Duitscners
die voor allesjwat er eenigszins weten
schappelijk uitziet grooten eerbied
koesteren, hoe langer hoe meer een
voorbeeld van bekrompen geloof en
bekrompen piëteit lijkt? En is het
niet waar, dat de Duitsche soc.-dem.
die al lang ambten en invloed kon
hebben, als zij het niet zoo dom had
aangepakt, de werkelijke voordeelen
die een openbaar ambt medebrengt,
zorgvuldig uit den weg is gegaan en
gaat en zelfs nog gelooft, zoodoende
iets groots te hebben gedaan Dat
alles is waar en nog veel meer. Maar
hoe belachelijk dat is, begrijpt de
Vorwarts niet en alle partijgenooten
vermoedelijk evenmin van wie men
kan zeggen dat zij socialisten
phrase zijn.
FRANKRIJK.
Er is voor den Ministerraad eene
minder gemakkelijke taak op handen
dan het bestelen, langs wettelijk en
weg natuurlijk, en het uitdrijven van
onschuldige kloosterlingen.
De begrootings-commissie zit na
melijk voor de regeling van de wet
van 14 Juli 1905 tot ondersteuning
van behoeftige grijsaards, invaliden,
enz. De regeering heeft verklaard, met
het oog op de geringe middelen waar
over zij beschikt, de wet slechts ge
deeltelijk te kunnen uitvoeren, niet
meer dan vijf frs. per maand onder
steuning te kunnen betalen. De algem.
raad van het departement Bouches-du-
Rhöne heeft hiertegen bij minister
Clemenceau geprotesteerd, omdat de
bestaande uitkeering reeds hooger is
en de minister heeft nu naar aan
leiding van dit protest zijn collega
van financiën meegedeeld, dat hij liet
op diens aandringen verlaagde crediet
van 10 millioen francs weder tot twin
tig milioen wenscht te verhoogen.
De ministerraad zal thans hebben
te beslissen tusschen den minister
van financiën en dien van binnen-
landsche zaken. De laatste vindt steun
bij de begrootingscommissie die
wenscht dat de door de wet gegeven
beloften ook zullen worden vervuld.
Waar het geld vandaan moet ko
men, zeggen de heeren niet.
RUSLAND.
Ongeveer terzelfder tijd dat het be
sluit werd genomen tot ontbinding
van de Russische Doema werd aan
Finland een uitgebreider kiesrechten
een reorganisatie van den Landdag
verleend en thans terwijl de Russische
gevangenissen met arrestanten worden
overvuld komt het bericht, dat de
Tsaar aan de Finnen amnestie heeft
verleend voor alle overtredingen en
misdrijven door de stedelijke besturen
en door particuliere personen tijdens
de Russificeeringsperiode begaan. Een
manifest is verschenen, waarbij alle
straffen worden opgeheven, die de vroe
gere gouverneur-generaal over de weer
barstige Finnen heeft uitgesproken.
Het meest had de wet op den dienst
plicht aanleiding tot verzet gegeven.
De gemeenten weigerden recruteerings-
commissies te benoemen en vele dienst
plichtigen kwamen niet op. Tal van
ambtenaren bleven vasthouden aan
de Finsche wetten en stoorden zich
niet aan de nieuwe Russische veror
deningen. Ook deze ambtenaren zullen
nu op grond van het j ongste manifest
niet worden vervolgd, terwijl de Fin
nen, die naar het buitenland zijn ge
vlucht ongehinderd zullen kunnen te-
rugkeeren. Die houding ten opzichte
van Finland steekt scherp af tegen de
gedragslijn in Rusland zelf gevolgd.
In de zoogenaamde Petersburgsche
wijk deden gisteren gewapende mannen
een inval in een drukkerij. Terwijl de
directeur en andere leden van het per
soneel in hechtenis werden gehouden,
stiepten de inbrekers met meegebrachte
matrijzen het Wiborgsche manifest en
trokken er op de rolpers 150,000 af
drukken van. De politie hoorde eerst
van het geval, toen de mannen spoor
loos verdwenen waren.
Vele duizenden mijnwerkers hebben
te Joesofka een vergadering gehouden
en besloten, wegens de ontbinding van
de Doema in alle mijnen hier het
werk te staken. Dientengevolge is er
bevel gegeven, dragonders naar Joe
sofka te zenden.
De geestelijkheid staat aan de zijde
der regeering. De bisschoppen van
Nisjni-Xovgorod, Kiëf en eenige an
dere hebben bizondere dankdiensten
laten houden voor de ontbinding der
Doema.
Volgens een Laffan-bericht verhuist
het keizerlijke gezin, dat anders tot
einde Augustus te Peterhof pleegt te
blijven, eerdaags naar Tsarskoje Sein
Naar 't heet, zal er binnenkort een
nieuwe post van opperbevelhebber
van alle troepen in het Russische rijk
ingesteld en grootvorst Nikolai Niko-
lajewitsj daartoe benoemd worden.
Dit zou aanleiding gegeven hebben tot
het gerucht, dat er een dictator aange
steld zou worden.
De boeren- en de arbeiderspartij uit
de Doema hebben besloten zich ge
heel van de constitutioneele democra-
ten af te scheiden en afzonderlij k een
oproeping aan de boeren en het werk
volk in de steden te richten.
De raad van werkliedenafgevaar
digden heeft reeds een manifest uit- i
gevaardigd, waarin zij tot de alge-
meene staking oproept.
De Neue Freie Presse verneemt uit
Petersburg, dat het sociaal-democra
tische comité besloten heeft, het volk
niet vóór den 23en Augustus tot
actief optreden" op te roepen, en
waarschuwt om de krachten niet door
afzonderlij ke stakingen te verbrokkelen.
De jaarmarkt te. Nisjni-Nowgerod
is weder geopend. Ze wordt even sterk
bezocht als verleden jaar; toen waren
er echter meer groothandelaren, terwijl
thans de kleinhandelaren in de meer
derheid zijn. De aanvoer van goederen
is geringer dan het vorige jaar.
Een goede maatregel heeft het mi
nisterie van handel en nijverheid ge
nomen. Het heeft namelijk de verte-:
genwoordigers en autoriteiten der
industrie ontwerpen ter beoordeeling
toegezonden voor arbeidswetten ter
25.
Hierbij wees zij een baardeloozen,
'■ieker opvallend leelijken man aan,
6ie in de kleeding van een welgesteld
Werkman langzaam door de tamelijk
bezette zaal liep om een plaats te
zoeken. Juist ging hij het tafeltje van
oen commissaris voorbij, zonder op
dezen te letten, alleen de kellnerin
knikte hij vriendelijk toe.
- Dat is hij nu, zeide zij. Kijk maar,
bij vindt weer geen plaats, ofschoon
er toch stoelen genoeg zijn, maar hij
1,1 °et een tafeltje alleen hebben. Komt
'T dan een heer bij hem zitten, dan
'jkt hij hem aan alsof hij hem op wil
^evi, maar als er een dame komt, dan
Ooet ge eens wat zien. Is zij maar een
eetje mooi, dan doet hij haar in het
'erste uur al een liefdesverklaring.
De commissaris maakte een schert
sende opmerking, dronk zijn glas leeg
en gaf het aan de kellnerin terug, die
er lachend mee heenging om het te
laten vullen. Een oogenblik later
bracht zij het vol terug, zette het
voor den commissaris neer en ging
toen andere klanten bedienen.
Wie den kalmen man daar behaag
lijk zijn sigaar had zien rooken en
zijn bier drinken, zou niet vermoed
hebben, hoe onrustig zijn geest tege
lijkertijd bezig was.
Wachtel twijfelde er geen seconde
meer aan, dat hij den zoo ijverig ge-
zochten vriend van den vermoorde
in Schneidewin voor zich had. Wat
nu echter te doen? De commissaris
was wel een man van kalm overleg,
maar tevens gewoon doortastend te
handelen. Hier echter, in dit bijzon
der ingewikkelde geval, kon Hij het
zoo gemakkelijk niet met zichzelf
eens worden.
Het eenvoudigste zou zeker geweest
zijn, zich zonder veel omslag van
den persoon van Schneidewin te ver
zekeren.
Evenwel dacht de commissaris er
niet aan, dien maatregel aan te wen
den. Hij begreep maar al te duidelijk,
dat hij daarmee een onherstelbare
fout zou begaan.
Wanneer men het goed beschouwde,
dan bestond er tegen Schneidewin niet
eens een reden tot verdenking, laat
staan eenige zekerheid, dat hij tot de
misdaad in betrekking stond. Voor
zichzelf was de commissaris er wel
van overtuigd, dat de man, die daar
dicht bij hem aan een afzonderlijk
tafeltje de courant zat te lezen, de
werkelijke moordenaar was, maar als
geoefend politieman was, maar als
geoefend politieman diende deze over
tuiging hem voorloopig nergens toe.
Niemand kon slechts de geringste
aanwijzing geven dat Schneidewin op
den tijd dat de moord gepleegd moest
zijn in de woning van Wilser was ge
weest en dat was toch in de eerste
plaats noodig.
De commissaris kon slechts met
moeite zijn lust bedwingen, Schneide
win persoonlijk te visiteeren. Waar
schijnlijk had deze de 20.000 mark,
aan de nationale bank ontvangen,
voor het grootste gedeelte bij zich.
Het geld was wel hoofdzakelijk in
rollen, elk van 50 twintigmarkstukken
uitbetaald, maar er waren ook drie
biljetten van 1000 mark bij geweest,
waarvan Wachtel de nummers had
genoteerd.
De commissaris had eerst nog het
voornemen gehad, de nummers open
baar te maken, ten einde op die wijze
het spoor te vinden van den man, die
den wissel had aangeboden, thans
loofde hij zijn voorzichtigheid, die hem
daarvan had teruggehouden. Daar
door zou de misdadiger want vol
gens de vaste overtuiging van Wach
tel moest dat de houder van den wissel
zijn noodeloos verontrust zijn ge
worden en gewaarschuwd bovendien,
terwijl hij zich thans door de berich
ten in de couranten die hij zeker
las, in een bedriegelijke veiligheid
waande.
Wachtel dacht er een oogenblik
aan, den man, wegens het ontvangen
van den wissel te arresteeren, maar
ook dit plan verwierp hij na kort be
denken weder. Verondersteld zelfs dat
Schneidewin daarvan overtuigd werd,
kon hij dan niet duizend geloofwaar
dige ophelderingen geven!
Ongelukkigerwijze waren vermoe
delijk door een onbescheidenheid van
den zoozeer met zichzelf ingenomen
rechter van instructie de verhoo-
ren van Arthur bijna woordelijk in
de couranten opgenomen, dus ook
diens verklaring, dat hij den wissel
door een handlanger had laten ont
vangen, ten einde de justitie op een
dwaalspoor te brengen. Het was wel
aan te nemen dat Schneidewin de
berichten van de misdaad nauwkeurig
las en dus met die verklaring bekend
was; ongetwijfeld zou hij er in geval
van nood zijn voordeel mee doen.
Neen, die man moest op een andere
wijze in den val gelokt worden. Ruw
geweld zou zeker niet tot het doel
leiden, men moet dit door list en be
hendigheid bereiken.
De commissaris stond onverschillig
op en slenterde eens door het lokaal.
Hij wist het zoo in te richten, dat
hij tweemaal langs het tafeltje van
Schneidewin liep. Deze las niet meer
in de courant, maar schertste met de
kellnerin, die bij hem stond.
Wachtel was in de gelegenheid het
gelaat van den man, die niet op hem
lette, maar slechts oogen voor de
kellnerin had, nauwkeurig waar te
nemen. Het werd hem terstond dui
delijk, dat de kellnerin, waarmee hij
gesproken had, de waarheid had ge-i
zegd: Schneidewin scheen verzot op
de vrouwen en van zeer licht ont
vlambaar temperament te zijn.
Een echte (boeventronie, mom-,
pelde de commissaris voor zich.
Hij vertraagde zijn schreden zooveel
mogelijk, om ongemerkt iets van hei-
gesprek op te vangen. De man sprak
Duitsch, maar met een vreemde tong
val en doorvlochten met Engelscht;
woorden en uitdrukkingen; een be
wijs dus dat hij een Amerikaan was
of ten minste lang ergens gewoonc
had, waar uitsluitend Engelsch word
gesproken.
Een bijna wreedaardige glimlach
speelde om de lippen van den com
missaris, toen hij naar zijn tafeltji
terugkeerde.
Wacht maar mijn jongen, wi
zullen nog wel eens nader kennis ma
ken, zeide hij binnensmonds, terwij
hij zijn bier uitdronk en de kellnerii
voor de betaling wenkte.
(Wordt vervolgd).