Dinsdag 31 Juli 1906. No. 6361. 31s,e Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. Een groot sociaal Gevaar. BUITENLAND. LIEFDE EN PLICHT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht - HAARLEM. Staatkundig Overzicht. FEUILLETON. Het meisje maakte een spottende beweging achter zijn rug. IAARLEMSGHECOURANT ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1-20 1.65 0.05 Afzonderlijke nummers DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. MAIVVIPM) <,t/ PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT. ftGITE MR NON RGITRTE. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE <fc Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. li. Er wordt geklaagd, hardgeklaagc en al te dikwijls op goede gronden over vele dienstboden. Veeleischend, brutaal, ongeschikt voor haar werk enz. Zoo luidt liet en moesten wij het heele zonden- register opnemen, het zou meerdere kolommen onzer courant beslaan. Doch waartoe noodig? Op haar beurt zouden de dienstbaren ons aan het „hoor en wederhoor" kun nen herinneren en voor hare lijst van ware of denkbeeldige grieven misschien nog een kolommetje meer opvorderen. Dat velen onder haar trekvogels blijken, die 't soms niet langer dan één seizoen in denzelfden dienst uit houden, of korter nog, wie durft het tegenspreken? Waar zijn de tijden, dat me nige [dienstbode „een familiestuk" mocht genoemd; dat zij waarlijk tot het huisgezin behoorde, deelend in al het lief en leed der familie Om rechtvaardig te zijn en billijk jegens beide partijen, zouden wij ook deze andere vraag behooren te stellen Hoe beschouwen meesteres en meester in onzen tijd eene dienst bare Genegenheid en toewijding' moe ten van weerszijden komenbeide partijen behooren het hare te doen, om zekere banden te leggen, te versterken en zoo mogelijk onver breekbaar te maken. Wordt dat niet menigmaal uit het oog verloren Een meisje, dat de ouderlijke Woning verlaat en onder een vreemd dak leeft, mist er doorgaans alles, waardoor het mensclielijk hart lang zaam maar zeker gevangen wordt. Men klaagt, en terecht over ver wildering, bederf onder de dienst boden en zelf spreekt men soms „We gaan uit morgen. Aan de meid zullen we 's middags vrijaf geven. Dan zijn we ze kwijt". Die redeneering der gemakzucht staat gelijk met eene aanklacht. Men jaagt de dienstboden om zoo te zeggen de straat op, dwingt haar tot uithuizigheid, tot zwerven langs den publieken weg, tot laat op den avond zelfs. Zal men zich geheel van schuldt „Zoo de slechte dagbladpers zooveel Verwoestingen aanricht; indien zij een der hoofdoorzaken is van den haat, van het ongeloof, van de rampen onzes tijds, behooren wij, Katholieken, dan niet al het mogelijke te doen, om door het ondersteunen der Katholieke dagblad pers daaraan paal en perk te stellen (Kanunnik Schordere kunnen vrijpleiten, wanneer een meisje op die manier in haar ver derf loopt? Beschouwt men zich inderdaad van alle verantwoordelijkheid ontslagen jegens inwonende dienstboden? „Maar zij wil zelf gaarne uit; toen zij zich verhuurde, heeft zij bedongen, dat zij Zondags na den middag en nog een avond in de week vrijaf zou hebben", voert men ons misschien tegen. Mogelijk werpt men ons ten overvloede naar het hoofd„Ik kan ze toch niet vastleggen." Zeker niet. Doch mogen wij u nog even aan de treurige statistie ken van ons vorig artikel herinne ren Mogen wij er tevens op wijzen, dat in de groote Duitsche steden, om slechts weer deze te noemen, de prostitutie onder de dienstboden geweldig is toegenomen, sinds het voor dezen regel is geworden daar, dat zij tot 10 uur of later mogen uitblijven Dat dieptreurige feit geeft niet alleen te denkenhet zal u als Christelijke meesteres of meester er misschien ook toe brengen, om u zelf even af te vragen: „Ben ik verantwoord voor God en mijn ge weten met een „dan zijn we ze kwijt!" of een andere zwakke reden der gemakzucht. Hier te lande bestaat gelukkig de slechte gewoonte niet, welke te Parijs, Berlijn, Keulen enz. een der hoofdoorzaken is van den onder gang van vele dienstboden. Wij be doelen het soort van verbannings decreet, dat de meiden naar de bovenste verdieping verwijst (de 5de 6de of 7de), waar zij ieder een slaapkamertje hebben. Eene afschu welijke gewoonte, vooral om hare afschuwelijke gevolgen. Bij ons moet het uitgaan, vooral het late uitgaan als de hoofdoor zaak van den ondergang van menig meisje worden aangeduid. Daartegen vooral behoort dus gewaakt. Zonder met hare meesters aan dezelfde tafel te eten met eerbiedi ging van den afstand, die tusschen meester en dienstbode moet be staan, zal het niet moeielijk vallen de laatste tot op zekere hoogte tot 'misgenoote te maken, vooral door te toonen, dat men 't hartelijk met haar en haar geluk meent. Een meisje van goeden wil, dat het hart op de rechte plaats draagt, zal dit in liooge mate waardeeren en het vertrouwen, de betoonde hartelijk- reid door trouwe plichtsbetrachting enz. pogen te vergelden. Op die manier zullen ook de scherpe kanten weggeslopen worden van het werkgever- en- werknemer systeem, dat in de dienstboden- quaestie zijn invloed doet gelden. Heeft de meesteresse des huizes niet het volle recht, ja sterker, heeft zij niet de verplichting, om met de ouders of voogden harer dienstbo- de(n) het uitgaan dezer te regelen? Wie dat doet, mag zich in bijna alle gevallen verantwoord noemen zal zich nooit de benauwende vraag behoeven te stellen: „Ben ik niet daaraan eenigermate schuldig wanneer een zijner dienstbaren den verkeerden weg opgaat. Sinds einde October des vorigen jaars bestaat er te Haarlem eene inrichting, de Sint-Martliavereeni- ging (Raamvest 61). Weldadige dames wier offervaar digheid ook in dit liefdewerk uit blinkt en wie wij gaarne onze ne derige hulde brengen, hebben daar een Tehuis geopend voor Katholie ke dienstboden. Is dit nuttige sociale werk der Christelijke Charitas genoeg bekend? Geniet het den steun, waarop het recht heeft Wij hopen het èn voor den Wel eerw. Heer L. H. J. Beyssens, ka pelaan der H. Rozenkranskerk, die met zooveel ijver als geestelijk ad viseur optreedt èn voor de Da mes, die voor dit hoogst verdien stelijk, maar ook zeer moeilijk werk geen tijd en. moeite sparen, èn ein delijk voor dehonderden Katholieke dienstboden onzer goede stad. 1) Onder de rubriek „Sociale Berichten" zullen onze geachte lezeressen en lezers het Huishoudelijk Reglement der Sint- Marthavereeniging vernield vinden. Ondanks alles blijken de meeste buitenlandsche en ook sommige Ne- derlandsche bladen de ontbonden Doema in het harte dragen. Durft men soms al niet. openlijk voor die liefde uitkomen, de lezer be merkt dan toch gauw, dat het bloed kruipt, waar het niet gaan kan. Niet overbodig mag het daarom heeten nogmaals even een doorslaand bewijs te geven van de waarlijk mis dadige methode van bedrog, door de leden der arbeiderspartij in de Doema toegepast om de goede gunst der boe ren te winnen. Als wij bij voorbeeld lezen, wat dooi den afgevaardigde Elias Guenatienko aan een boer te Krasnopolki geschre ven werd, zullen wij gemakkelijk het overige begrijpen. In dien brief, leugenachtig van liet begin tot het einde, luidt liet onder meer „Weldra zal er een inventaris van alle gronden opgemaakt worden. Zoo zal men te weten komen, hoeveel boe ren bijna niets bezitten, hoeveel ver stoken zijn van alle grondbezit. Daarna zal u gevraagd worden Hoe veel land begeert gij voor uwe gansche familie, voor ieder bewoner (de man nen en misschien ook de vrouwen.) Wilt gij het voor een bepaalden tijd of voor goed in bezit nemen Ik raad u aan, het voorgoed in bezit te nemen. Neem geen stukje minder dan 5H.A. voor ieder manspersoon. Er is in Rus land land in overvloe I. Is er in ons district niet genoeg, dan zal men op 's lands kosten de boeren naar elders overbrengen. Zeg dat zonder vrees aan iedereen." De brief bracht de geheele gemeente in rep en roer. De armen verheugden zichde rijken werden beschuldigd, dat zij een telegram naarPetersburg ver zonden,om de verdeeling van den grond tegen te werken. Gevolg de woeden de menigte greep 3 der rijkste bezitters en twee vrouwen. Op dit vijftal koel den zij met barbaarsche woede hare granschap. Ziedaar één staaltje. Zoo zijn er meerdere. Kort en goed kunnen wij zeggen de onrust, de misdadige woe lingen onder het landvolk vinden hare oorzaak in de onzinnige, leu genachtige beloften van enkele partijen der oude Doema. Om welke redenen zulke mannen in bescherming genomen worden is ons een raadsel, tenzij DU1TSCHLAND. De liberalen zijn m de wolken, dat hun candidaat Cuno de ovenvinning mocht behalen en den zetel van wijlen Eugen Richter in het district Hagen. Schwelm bekleeden zal. Ondanks alle grootspraak waren zij wat benauwd, dat de Katholieke kie zers het „leer om leer" toepassen en den liberalen candidaat niet zouden steunen. Onze geloofsgenooten hebben an dermaal getoond, dat zij beginsel boven wraakneming over Iserlohn stelden, dat zij niet de leuze huldigen „Liever rood dan liberaalM. a. w. dat zij van twee kwaden het minste weten te kiezen. Uit de stemmingcijfers van het district Hagen blijkt thans, dat de meerderheid van centrum- en nationaal-liberale kiezers de voorkeur heeft gegeven aan den vrijzinnigen candidaat boven den sociaal-demo- cratischen. De Vorwiirts heeft den brief van den Engelschen socialist Bernard Shaw opgenomen 'zonder meer. De democratische Frankf. Ztg. neemt het hoofdorgaan van de sociaal-democra tische partij nu als volgt onderhanden. Zijn (Shaw's) brief is vol schitte renden geest. Maar deze geest is tege lijk snijdende ironie en zeer bittere hoon, en dat is wel te begrijpen. Shaw is geen Marxist, maar een socialist. Daarom moet het hem zeer doen te zien, hoe een sterke partij die toch niet alleen marxistisch, maar ook socialistisch wil zijn, hare krachten verspilt en onder dien indruk deelt hij toornige geeselslagen uit. De Vor wiirts heeft den brief van Shaw over genomen en opgemerkt dat zij er niets van wilde zeggen. Dat gelooven wij graagSedert men Kurt Eisner uit de Vorwarts gegooid heeft, is er geen pen meer aan dat blad, die het ook maar op de bescheidenste wijze tegen Shaw zou kunnen opnemen. En wat zou ook Eisner, of wie anders, aan Shaw antwoorden Is Het niet waar, dat de Duitsche sociaal-democratie in den Rijksdag geen partij van de daad is, maar een college dat zich er toe bepaalt oude denkbeelden te predi- sans ken? Is het dan niet waar, dat onze sociaal-democratie ook aan Duitscners die voor allesjwat er eenigszins weten schappelijk uitziet grooten eerbied koesteren, hoe langer hoe meer een voorbeeld van bekrompen geloof en bekrompen piëteit lijkt? En is het niet waar, dat de Duitsche soc.-dem. die al lang ambten en invloed kon hebben, als zij het niet zoo dom had aangepakt, de werkelijke voordeelen die een openbaar ambt medebrengt, zorgvuldig uit den weg is gegaan en gaat en zelfs nog gelooft, zoodoende iets groots te hebben gedaan Dat alles is waar en nog veel meer. Maar hoe belachelijk dat is, begrijpt de Vorwarts niet en alle partijgenooten vermoedelijk evenmin van wie men kan zeggen dat zij socialisten phrase zijn. FRANKRIJK. Er is voor den Ministerraad eene minder gemakkelijke taak op handen dan het bestelen, langs wettelijk en weg natuurlijk, en het uitdrijven van onschuldige kloosterlingen. De begrootings-commissie zit na melijk voor de regeling van de wet van 14 Juli 1905 tot ondersteuning van behoeftige grijsaards, invaliden, enz. De regeering heeft verklaard, met het oog op de geringe middelen waar over zij beschikt, de wet slechts ge deeltelijk te kunnen uitvoeren, niet meer dan vijf frs. per maand onder steuning te kunnen betalen. De algem. raad van het departement Bouches-du- Rhöne heeft hiertegen bij minister Clemenceau geprotesteerd, omdat de bestaande uitkeering reeds hooger is en de minister heeft nu naar aan leiding van dit protest zijn collega van financiën meegedeeld, dat hij liet op diens aandringen verlaagde crediet van 10 millioen francs weder tot twin tig milioen wenscht te verhoogen. De ministerraad zal thans hebben te beslissen tusschen den minister van financiën en dien van binnen- landsche zaken. De laatste vindt steun bij de begrootingscommissie die wenscht dat de door de wet gegeven beloften ook zullen worden vervuld. Waar het geld vandaan moet ko men, zeggen de heeren niet. RUSLAND. Ongeveer terzelfder tijd dat het be sluit werd genomen tot ontbinding van de Russische Doema werd aan Finland een uitgebreider kiesrechten een reorganisatie van den Landdag verleend en thans terwijl de Russische gevangenissen met arrestanten worden overvuld komt het bericht, dat de Tsaar aan de Finnen amnestie heeft verleend voor alle overtredingen en misdrijven door de stedelijke besturen en door particuliere personen tijdens de Russificeeringsperiode begaan. Een manifest is verschenen, waarbij alle straffen worden opgeheven, die de vroe gere gouverneur-generaal over de weer barstige Finnen heeft uitgesproken. Het meest had de wet op den dienst plicht aanleiding tot verzet gegeven. De gemeenten weigerden recruteerings- commissies te benoemen en vele dienst plichtigen kwamen niet op. Tal van ambtenaren bleven vasthouden aan de Finsche wetten en stoorden zich niet aan de nieuwe Russische veror deningen. Ook deze ambtenaren zullen nu op grond van het j ongste manifest niet worden vervolgd, terwijl de Fin nen, die naar het buitenland zijn ge vlucht ongehinderd zullen kunnen te- rugkeeren. Die houding ten opzichte van Finland steekt scherp af tegen de gedragslijn in Rusland zelf gevolgd. In de zoogenaamde Petersburgsche wijk deden gisteren gewapende mannen een inval in een drukkerij. Terwijl de directeur en andere leden van het per soneel in hechtenis werden gehouden, stiepten de inbrekers met meegebrachte matrijzen het Wiborgsche manifest en trokken er op de rolpers 150,000 af drukken van. De politie hoorde eerst van het geval, toen de mannen spoor loos verdwenen waren. Vele duizenden mijnwerkers hebben te Joesofka een vergadering gehouden en besloten, wegens de ontbinding van de Doema in alle mijnen hier het werk te staken. Dientengevolge is er bevel gegeven, dragonders naar Joe sofka te zenden. De geestelijkheid staat aan de zijde der regeering. De bisschoppen van Nisjni-Xovgorod, Kiëf en eenige an dere hebben bizondere dankdiensten laten houden voor de ontbinding der Doema. Volgens een Laffan-bericht verhuist het keizerlijke gezin, dat anders tot einde Augustus te Peterhof pleegt te blijven, eerdaags naar Tsarskoje Sein Naar 't heet, zal er binnenkort een nieuwe post van opperbevelhebber van alle troepen in het Russische rijk ingesteld en grootvorst Nikolai Niko- lajewitsj daartoe benoemd worden. Dit zou aanleiding gegeven hebben tot het gerucht, dat er een dictator aange steld zou worden. De boeren- en de arbeiderspartij uit de Doema hebben besloten zich ge heel van de constitutioneele democra- ten af te scheiden en afzonderlij k een oproeping aan de boeren en het werk volk in de steden te richten. De raad van werkliedenafgevaar digden heeft reeds een manifest uit- i gevaardigd, waarin zij tot de alge- meene staking oproept. De Neue Freie Presse verneemt uit Petersburg, dat het sociaal-democra tische comité besloten heeft, het volk niet vóór den 23en Augustus tot actief optreden" op te roepen, en waarschuwt om de krachten niet door afzonderlij ke stakingen te verbrokkelen. De jaarmarkt te. Nisjni-Nowgerod is weder geopend. Ze wordt even sterk bezocht als verleden jaar; toen waren er echter meer groothandelaren, terwijl thans de kleinhandelaren in de meer derheid zijn. De aanvoer van goederen is geringer dan het vorige jaar. Een goede maatregel heeft het mi nisterie van handel en nijverheid ge nomen. Het heeft namelijk de verte-: genwoordigers en autoriteiten der industrie ontwerpen ter beoordeeling toegezonden voor arbeidswetten ter 25. Hierbij wees zij een baardeloozen, '■ieker opvallend leelijken man aan, 6ie in de kleeding van een welgesteld Werkman langzaam door de tamelijk bezette zaal liep om een plaats te zoeken. Juist ging hij het tafeltje van oen commissaris voorbij, zonder op dezen te letten, alleen de kellnerin knikte hij vriendelijk toe. - Dat is hij nu, zeide zij. Kijk maar, bij vindt weer geen plaats, ofschoon er toch stoelen genoeg zijn, maar hij 1,1 °et een tafeltje alleen hebben. Komt 'T dan een heer bij hem zitten, dan 'jkt hij hem aan alsof hij hem op wil ^evi, maar als er een dame komt, dan Ooet ge eens wat zien. Is zij maar een eetje mooi, dan doet hij haar in het 'erste uur al een liefdesverklaring. De commissaris maakte een schert sende opmerking, dronk zijn glas leeg en gaf het aan de kellnerin terug, die er lachend mee heenging om het te laten vullen. Een oogenblik later bracht zij het vol terug, zette het voor den commissaris neer en ging toen andere klanten bedienen. Wie den kalmen man daar behaag lijk zijn sigaar had zien rooken en zijn bier drinken, zou niet vermoed hebben, hoe onrustig zijn geest tege lijkertijd bezig was. Wachtel twijfelde er geen seconde meer aan, dat hij den zoo ijverig ge- zochten vriend van den vermoorde in Schneidewin voor zich had. Wat nu echter te doen? De commissaris was wel een man van kalm overleg, maar tevens gewoon doortastend te handelen. Hier echter, in dit bijzon der ingewikkelde geval, kon Hij het zoo gemakkelijk niet met zichzelf eens worden. Het eenvoudigste zou zeker geweest zijn, zich zonder veel omslag van den persoon van Schneidewin te ver zekeren. Evenwel dacht de commissaris er niet aan, dien maatregel aan te wen den. Hij begreep maar al te duidelijk, dat hij daarmee een onherstelbare fout zou begaan. Wanneer men het goed beschouwde, dan bestond er tegen Schneidewin niet eens een reden tot verdenking, laat staan eenige zekerheid, dat hij tot de misdaad in betrekking stond. Voor zichzelf was de commissaris er wel van overtuigd, dat de man, die daar dicht bij hem aan een afzonderlijk tafeltje de courant zat te lezen, de werkelijke moordenaar was, maar als geoefend politieman was, maar als geoefend politieman diende deze over tuiging hem voorloopig nergens toe. Niemand kon slechts de geringste aanwijzing geven dat Schneidewin op den tijd dat de moord gepleegd moest zijn in de woning van Wilser was ge weest en dat was toch in de eerste plaats noodig. De commissaris kon slechts met moeite zijn lust bedwingen, Schneide win persoonlijk te visiteeren. Waar schijnlijk had deze de 20.000 mark, aan de nationale bank ontvangen, voor het grootste gedeelte bij zich. Het geld was wel hoofdzakelijk in rollen, elk van 50 twintigmarkstukken uitbetaald, maar er waren ook drie biljetten van 1000 mark bij geweest, waarvan Wachtel de nummers had genoteerd. De commissaris had eerst nog het voornemen gehad, de nummers open baar te maken, ten einde op die wijze het spoor te vinden van den man, die den wissel had aangeboden, thans loofde hij zijn voorzichtigheid, die hem daarvan had teruggehouden. Daar door zou de misdadiger want vol gens de vaste overtuiging van Wach tel moest dat de houder van den wissel zijn noodeloos verontrust zijn ge worden en gewaarschuwd bovendien, terwijl hij zich thans door de berich ten in de couranten die hij zeker las, in een bedriegelijke veiligheid waande. Wachtel dacht er een oogenblik aan, den man, wegens het ontvangen van den wissel te arresteeren, maar ook dit plan verwierp hij na kort be denken weder. Verondersteld zelfs dat Schneidewin daarvan overtuigd werd, kon hij dan niet duizend geloofwaar dige ophelderingen geven! Ongelukkigerwijze waren vermoe delijk door een onbescheidenheid van den zoozeer met zichzelf ingenomen rechter van instructie de verhoo- ren van Arthur bijna woordelijk in de couranten opgenomen, dus ook diens verklaring, dat hij den wissel door een handlanger had laten ont vangen, ten einde de justitie op een dwaalspoor te brengen. Het was wel aan te nemen dat Schneidewin de berichten van de misdaad nauwkeurig las en dus met die verklaring bekend was; ongetwijfeld zou hij er in geval van nood zijn voordeel mee doen. Neen, die man moest op een andere wijze in den val gelokt worden. Ruw geweld zou zeker niet tot het doel leiden, men moet dit door list en be hendigheid bereiken. De commissaris stond onverschillig op en slenterde eens door het lokaal. Hij wist het zoo in te richten, dat hij tweemaal langs het tafeltje van Schneidewin liep. Deze las niet meer in de courant, maar schertste met de kellnerin, die bij hem stond. Wachtel was in de gelegenheid het gelaat van den man, die niet op hem lette, maar slechts oogen voor de kellnerin had, nauwkeurig waar te nemen. Het werd hem terstond dui delijk, dat de kellnerin, waarmee hij gesproken had, de waarheid had ge-i zegd: Schneidewin scheen verzot op de vrouwen en van zeer licht ont vlambaar temperament te zijn. Een echte (boeventronie, mom-, pelde de commissaris voor zich. Hij vertraagde zijn schreden zooveel mogelijk, om ongemerkt iets van hei- gesprek op te vangen. De man sprak Duitsch, maar met een vreemde tong val en doorvlochten met Engelscht; woorden en uitdrukkingen; een be wijs dus dat hij een Amerikaan was of ten minste lang ergens gewoonc had, waar uitsluitend Engelsch word gesproken. Een bijna wreedaardige glimlach speelde om de lippen van den com missaris, toen hij naar zijn tafeltji terugkeerde. Wacht maar mijn jongen, wi zullen nog wel eens nader kennis ma ken, zeide hij binnensmonds, terwij hij zijn bier uitdronk en de kellnerii voor de betaling wenkte. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1