Zaterdag 4 Aug. 1906. No. 6365. 31ste Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. Opbellen BUITENLAND. LIEFDE EN PLICHT. BINNENLAND. FEUILLETON. Staatkundig Overzicht. a :V;-' 6B- mimi HAABLEHSCHE RAMT ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 1-20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Telefoon No. 1426. - HAARLEM. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE A CONTANT. AGITE MA NON AGITATE. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN P. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Zooals onze geachte Abonné's reeds weten uit het bericht, een paar malen aan het hoofd onzer courant geplaatst, zijn we sinds en kele dagen telephonisch aangesloten. Een zeer gemakkelijk middel hebben daardoor onze vrienden, om zich met ons in verbinding te stellen. Wij hopen, dat de sympa thie, die ons tot heden betoond werd de daadwerkelijke steun, dien velen ons met zooveel toewijding verstrekten, en waarvoor wij hoogst erkentelijk zijn, van blijvenden aard mogen wezen niet alleen, maar zich nu krachtiger dan ooit zullen uiten. Opbellenschreven we boven deze regels. Het opschriftje ont breekt het allerminst aan duidelijk heid en voor de meesten onzer le zers mag iedere toelichting overbo dig genoemd worden. Toch wagen wij eene kleine verduidelijking. Sommigen zien er tegen op, naar de pen te grijpen te midden hun ner drukke bezigheden, om eene advertentie te schrijven, ze in eene enveloppe te steken, te laten bezor gen. Gaarne geven wij toe, dat voor wie tijd geld is, deze operatie soms eene zeer ingewikkelde mag ge noemd. Hun roepen wij toe Opbellen De Administratie wordt o zoo gaarne op die manier geplaagd In een ommezientje heeft zij het door u gesprokene opgeschreven en naar de zetterij gezonden I Er gebeurt het een of ander in onze stad een ongelukje, een op loopje, waarvan men getuige is; er speelt zich een aardig tosneeltje af hier of daar, waaarbij men tegen woordig mocht zijn. Opbellen, Dames en Heeren De Redactie even verwittigen. Op hare beurt wordt zij gaarne geplaagd door zulke vrijwillige medewerkers, die haar op deze manier een goeden dienst bewijzen. Er is een feest ophanden, een plechtigheid, eene vergadering, waar in de lezers belangstellen. Misschien is men aan de courant er onkundig ^Opbellen, Dames en Heeren! Even vragen en er aan herinneren. Het 'kan nooit kwaad. Opbellen, om den afloop eener veiling, eener aanbesteding mede te deelen al weder een goed werk. Een plaatselijk correspondent, een verslaggever blijkt zich in een of ander vergist te hebben, dwalen is immers menschelijk Opbellen! Op bellen de vergissing laten herstel len Doch liefst nooit opbellen gelijk, 't onzen Belgischen Collega Het Han delsblad van Antwerpen dezer dagen overkwam, die mededeeling kreeg van de geboorte van prins Albert's derde zoontje, dat tot op heden nog zijne intrede moet doen in dit „tranendal." Opbellenaltoos, waar de gelegen heid zich aanbiedt, om op de eene of andere wijze blijk te geven van Uwe sympathie, Uwe belangstelling, Uwe bereidvaardigheid om onze taak te verlichten, te vergemakke lijken en ons dagblad te doen win nen aan levenskracht vooral door advertenties! en aan snel heid en belangwekkendheid, wat het vermelden van stedelijk nieuws betreft. Wij herhalen: ten zeerste zullen wij u daarvoor erkentelijk zijn! En door U deze geringe moeite te ge troosten, zult U mede ijveren en arbeiden voor het groote, het nuttige werk onzer dagen, dat nooit genoeg aanbevolen en gesteund kan worden de Katholieke dagbladpers! ver over de wateren van den Atlanti- schen Oceaan. Hoe dit streven in overeenstemming kan gebracht met het door den heer Root te Rio de Janeiro gesprokene, behoort tot de vele raadsels der he- dendaagsche Staatkunde. Het eigenbelang dringt zich overal naar voren en maakt botsingen onver mijdelijk. Toch zou het overal „pais en vree" moeten blijven. De aanvoerder der „roode garde" Cock te Helsingfors is in hechtenis genomen. „Tegenover de offers, aan de slechte Pers door hare handlangers gebracht, moeten de offers der Katholieken ge steld voor de goede Pers." (Kanunnik Schorderet.) 29. Waarom zijt gij dan eigenlijk hier gekomen? vroeg de commissaris op een toon, waaruit gekrenkte va derlandsliefde sprak. Maar, vadertje, dat ligt toch voor de hand, trachtte Hilda den ge vraagde, die een kleur kreeg, te hulp te komen. Mijnheer zal studies ma ken; denk toch aan onze beroemde bouwwerken. Och kom, zeide Schneidewin. Zoo n Keulschen dom bouwt een Ame- rikaansche architect in een half jaar en veel goedkooper. Ge moet eens bij ons komen, juffrouw, dan zoudt ge oogen opzetten. De commissaris had intusschen op zijn horloge gekeken. Nu moeten wij weg, Amanda, zeide hij met een bedoeling. Ach, hoe jammer, zeide het De heer Elihu Root is een handig politicus. Het bewijs daarvan lever den onder meer de woorden, door hem op het Algemeen Amerikaansch Con gres te Rio de Janeiro gesproken. „Geene andere zegepraal verlangen wij dan die des vredes, geen ander grondgebied dan het onze, geene an dere souvereiniteit dan die over ons zei ven." Onzen voorspoed willen wij doen groeien, onzen handel uitbreiden, ver meerderen onzen rijkdom, onze ver standelijke en geestesgaven. Naar onze opvatting loopt de weg naar dat doel niet over de puinhoopen der andere Stateneenieder willen wij de hel pende hand reiken, om tot den alge- meenen voorspoed te komen." Fraaie woordenAlleen maareen spotvogel zou er bij kunnen neuriën „Da's mooi gezeid 't Is bijna een echo uit de altoos vreedzame, argelooze en bovenal op rechte redevoeringen der Engelsche Staatkunde. Ook die betracht den wereldvrede, het geluk der volkerenden zaligen tijd poogt zij, naar haar zeggen, te doen aanbreken, dat wolf en lam broe derlijk samen wonen. Doch toets de woorden aan de da den en de Amerikaansche politiek toont hare stamverwantschap met de Engelsche. Zij wil dit en verlangt dat. Doch met dat al blijft haar streven gericht op dit ééne hoofddoelde vestiging van het imperialisme, dat spijtig en hoog iedere Europeesche inmenging in Amerika afwijst, doch al te gaarne de sfeer van zijn invloed uitstrekt tot RUSLAND. Men weet van 't geen er te Sveaborg gebeurd is, nog immer niet het ware, zoo min als van de gebeurtenissen te Kroonstadt. Het grootste deel der troepen schijnt afkeerig van oproer of durft er zich niet bij aan te sluiten. De op standelingen te Sveaborg hebben zich pas overgegeven, toen er aan ver schillende hunner eischen van hen voldaan was. De oproerlingen hebben tegen zich, dat zij 't grootendeels buiten de aan voering van officieren moeten stellen. Te Sveaborg sprong bovendien hun munitiemagazijn in de lucht. Of was het geschut van de vesting zoo verouderd? De Finnen hebben aan de gevechten te Sveaborg niet meegedaan. Een bericht uit St. Petersburg aan de Times meldt ook, dat zij het optreden van de anarchistische Roode Garde onder kolonel Koek bejamme ren. Op de Pamjat Atowa is intusschen de orde weer hersteld. Het trouwge- bleven deel van de bemanning van den kruiser die ter rede van Reval aangekomen is, kreeg de overhand over de muitelingen en vroeg hulp van infanterie en leverde de muite lingen, ongeveer 150 man, aan de overheid uit. De oproerigen werden aan land gebracht en gevangen geno men. De geheele bemanning is ont wapend. Met den kruiser kwamen drie officieren aan, die door de mui telingen gevangen waren gezet. Een agitator is gevangen genomen. Opmerkelijk, dat er op de St. Pe- tersburgsche beurs geen telegrammen uit Sewastopol zijn ontvangen. Men maakt daaruit op, dat de op stand daar ook aan den gang is. Luidens een telegram uit St. Pe tersburg hebben alle revolutionnaire comité's, in buitengewone vergadering bijeengekomen, besloten tot de alge- meene staking. Dag en uur van begin zoude in den nacht bepaald worden. Aan spoor wegen en in fabrieken is 't personeel gewaarschuwd. De soldaten die te Dasjlagar in den Kaukasus aan het muiten geslagen zijn, hebben zich onderworpen toen er Kozakken kwamen en vier mannen als de aanstokers uitgeleverd. De Finsche Stenden hebben een besluit aangenomen, verklarende, dat zij voor den strijd van het Russische volk veel voelen, maar dat de Finnen het best van hun genegenheid doen blijken door zich strikt onzijdig te houden en de orde te handhaven. meisje, dat zijn wenk zeer goed had begrepen. Mijnheer weet zooveel be langrijks te vertellen. U weet hoe gaarne ik over dat alles hoor praten. Schneidewin was merkbaar gevleid; zijn bleek gelaat werd zelfs door een rood overtogen; hij keek den ver momden politieman smeekend aan. Nu, maar ik heb al genoeg bier gedronken, mij dunkt we moesten nu eens tot den wijn overgaan, zeide hij met listigen blik. Het wijnhuis van Hellbach is mij aanbevolen, men moet daar een keurig glas wijn schenken. Hilda scheen nog altijd te aarzelen en liet pruilend den onderlip han gen. Daarbij keek zij tersluiks naar Schneidewin, die haar van zijn kant met zijn oogen verslond. Verduiveld, die vrouwen zijn toch voor komediespelen in de wieg gelegd, dacht de commissaris. Zelfs dit onschuldige schepseltje kan met de oogen praten. Sacrebleu, ik geloof dat ik den schelm al aan het lijntje heb. Als niemand er iets tegen heeft, dan sluit ik mij bij u aan, zeide Schneidewin bedremmeld, als vreesde De laatste berichten brengen allerlei bijzonderheden over muiterij en op roer. Er wordt gesproken van 500 soldaten der genie en 2600 matrozen, die te Kroonstad de vaan ontplooid hebben. Ze drongen den 2 Augustus bij het aanbreken van den dag, nadat ze de officieren ten deele gevangen ge nomen en ten deele gedood hadden, het tuighuis binnen, waar zij echter geen vuurwapens vonden en waaruit zij door de intusschen uit St. Peters burg aangekomen garde- regimenten verdreven werden. Tegelijkertijd be zetten andere oproerlingen het fort Konstantijn. Trouw gebleven artillerie beschoot uit de stad het fort, op het welk eindelijk de witte vlag werd geheschen. De matrozenkazernes wer den met revolverkanonnen beschoten. Acht hoofdofficieren werden gedood, elf gewond, o. a. admiraal Beklemisjef, zeer ernstig. De torpedoboot no. 106, die gewei gerd had, den gepantserden kruiser Pamjat Asowa te volgen, is naar Re- val doorgebroken. De bemanningen van de overige oorlogsschepen zijn in de haven van Reval aan land gegaan en hebben dekking gezocht in het bosch. De kanonneerboot Abrek is door de bemanning aan den grond gezet. Op de Pospesjin heeft de bemanning de vuren gedoofd. Ernstig mogen deze berichten zijn, zij laten echter de hoop, dat de partij des oproers ten slotte het onderspit zal delven. Zoo de regeering althans tactvol optreedt en niet talmt met de noodige hervormingen. ENGELAND. Uit Bloemfontein zijn berichten in gekomen meldende dat ex-president Steijn, over de jongste gebeurtenissen ondervraagd, geantwoord heeft dat hij onlangs een betere verstandhouding tusschen het Afrikaansche volk en Engeland tegemoet had gezien, maar dat over dit goede vooruitzicht nu w:er een schaduw was gekomen. Al de regeering echter alleen op het rapport van Ridgeway's commissie wachtte, kon alles nog in orde komen. De heer Fischer kon niet aannemen dat de invoering der grondwet voor Transoranje lang uitgesteld zou wor den deed men dat toch, dan zou het oude wantrouwen in de oprechtheid van Engeland herleven. Hield men zich niet aan de bepalingen van ver dragen, dan zou geen oprechte samen werking mogelijk zijn. Met algemeene stemmen nam het Hoogerhuis in tweede lezing de onderwijswet aan. De oppositie, die zich heftig kant tegen de wet, heeft bij monde harer beste sprekers reeds meegedeeld, dat vele gewichtige amendementen voor gesteld zullen worden, wanneer de wet in het najaar artikelsgewijze in be handeling komt. gelaten als consulair agent Frankrijk te Paramaribo van St. Crt. Uit de Hofwereld. Men seint uit Baarn: PI. M. de Koningin-Moeder kwam met Haar gevolg om 6 uur 21 min. in- een salonrijtuig te Baarn terug van Haar bezoek aan het Loo. H. M. de Koningin-Moeder ver liet gisteren te 4,59 per extra-trein het Loo, uitgeleide gedaan door Z. K. H. den Prins. Van het station Apeldoorn reisde H. M. per gewone trein, in het salonrijtuig der N. C. S. M., naar Baarn. Z. K. H. Prins Hendrik wordt Zondagavond te 's-Gravenhage ver wacht en zal, na Maandag een be zoek te hebben gebracht aan de koninklijke goederen onder Wasse naar, dien avond weer naar het Loo terugkeeren. H. M. de Koningin. Naar aanleiding van het artikel van Medicus in de N. A. Ct- schrijft de Haagsche Courant,dat deze critiek vooral van een anoniemen medicus onverantwoord acht. „De heeren Roessingh en Pot, die H. M. behandelen, zijn geen lichtzinnige of onervaren mannenen wat er op gemerkt wordt schijnt zoo voor de hand te liggen, dat de artsen 't zeer zeker ook wel geweten hebben, zoodat de waarschijnlijkheid is aan te nemen dat er factoren in het spel waren, die het publiek niet kent. Heeft men zich b.v., alvorens te oor- deelen en scherp te veroordeelen, over tuigd of H. M. raad van anderen heeft willen inwinnen „En kennen de oordeellaars de bij zonderheden van den toestand? „Zulk een oordeel van een „medi cus" achten wij dan ook ongepast en ongeoorloofd. „Mag een medicus aldus oordeelen over mannen van naam, en hen aan de publieke afkeuring overleveren Zonder hen gehoord te hebben, zonder toestand en diagnose te ken nen wetende dat de aangeklaagden zich als geneesheeren, niet over de om standigheden mogen uitlaten,weten de dat zij dit nog minder mogen doen wegens de persoon van hun patiënte „Ons dunkt, geen ernstig mensch zal deze vragen bevestigend beant woorden." De Hofhouding gaf Donderdag blijk van haar genegenheid en wachtte H. M. de Koningin-Moe der te 12 uur gemeenschappelijk in de vestibule op en bood H. M. haar gelukwenschen en bloemen aan. H.M. de Koningin-Moeder maak te in den namiddag een rijtoer in de omstreken, overal hartelijk toege juicht. Ingevolge Koninklijke machtiging is de heer F. Smith erkend en toe- Technische Hoogeschool. Met ingang van 1 September a.s. is benoemd tot hoogleeraar in de anorganische en physische schei kunde aan de technische Hoo geschool te Delft dr. A. Smits, thans lector in de technische chemie aan de gemeentelijke universiteit en eerste scheikundige aan de gasfabriek te Amsterdam. hij een afwijzing. Ik houd ook van een goed glas wijn. Zeker, zeer gaarne, vadertje zal er wel niets tegen hebben, sprak Hilda, die zich in de haar zoo vreem de omgeving wondervol wist te schik ken. Hij heeft gaarne een weinig ge zelschap. Mij is het wel, maar dan moet ge mijn gast zijn, waarde vriend, zeide de commissaris. Wat denkt ge wel van mij, waar ziet ge mij voor aan vroeg deze geraakt. Ik ben zelf welgesteld en ik houd er niet van op iemands zak te loopen. Dat strekt u tot eer, antwoordde Hilda voor den commissaris, vadertje staat er ook niet op. hij heeft het goed gemeendhet is eenmaal zoo de gewoonte in onze plattelandsche ge meente, voegde zij er zacht bij, alsof haar zoogenaamde vader het niet hoo- ren mocht. De wangen van den Amerikaan werden nog rooder. Ik zeg maar, met moet iemand niet naar zijn kleeren beoordeelen, merkte hij aan. Dan gaan we dus samen, zeide de commissaris en wenkte tegelijk de kellnerin om te betalen. Plij nam zijn portefeuille uit zijn zak, waaruit hij een banknoot van duizend mark te voorschijn haalde. Dit legde hij opengevouwen op de tafel en keek daarbij van ter zijde zijn tafelbuurman aan, als wilde hij zeggen Nu weet ge ineens met wien ge te doen hebt. Doe het mij na, als ge kunt. De commissaris bereikte zijn ver borgen doel buiten verwachting. De blos op het gelaat van den Amerikaan werd nog vurigerhij wierp een hoog- moedigen blik op den vader van het meisje en daarna op haar zelf. Om de lippen van Hilda speelde een flauw glimlachje, als scheen zij er zeker van, dat haar nieuwe vriend op dit gebied niet tegen haar vader op gewassen was. Met grooten haast, zonder een woord te spreken, greep Schneidewin ook in zijn zak en haalde een versleten por tefeuille voor den dag. Deze opende hij met even veel omslag als Wachtel zoo even deed en zocht er in, om goed te laten zien, dat zij flink gevuld was. De staking te Meeden. De staking der veldarbeiders te Meeden is, gelijk we gister reeds vermeiden geëindigd. De eischen der arbeiders zijn ingewilligd. De voorwaarden, waarop het werk zal worden hervat, zijn: lo. Erkenning der landarbeiders- organitatie. 2o. Er wordt zichtloon betaald naar gemeten land, d. w. z. de or ganisatie kan vorderen dat zulks ge schiedt. 3o. Het zichtloon bedraagt per deimt f 8, waarbij het binden is in begrepen. (Erwten zijn hiervan uit gezonderd. 4e Het koren inhalen wordt door den landbouwer geregeld. 5o. De landbouwer is gehouden niet meer vreemd werkvolk in dienst te hebben, dan hoogst noodig is, om werkeloosheid der Meedener ar beiders te voorkomen, opdat de po sitie van dezen is evenals vóór deze staking. Notarieel staatsexamen. 's-Gravenhage, 28 Juli tot 3 Augus tus. Geslaagd voor het 1ste gedeelte de heeren B. H. J. Jaspers, te Echt H. van Mazijk, te Zaandam A. Ju- keina, te MidlumG. W. A. Grün- demann, te Leiden en P. Tijssen, te Roermond. Voor het 2de gedeelte de heeren: J. van Welij, den Haag, enR.L. Ver- hey, Rotterdam. Uit de Staatscourant. De directeur-generaal der poste rijen en telegraphie maakt bekend dat na wijziging in zooverre van de opgave tot verkeering van de post naar Noord-Amerika, voorko mende in de „Staatscourant" van 21 Juni j.l., no 142, geen post naar Noord-Amerika zal worden verzon den op 9 Aug. e. k, per Hamburg- Amerika-Linie. Aan het departement van Bui- tenlandsche Zaken bestaat gelegen heid tot plaatsing van een tweede klerk, op eene aanvangs-jaarwedde van f 400. Nederlanders die op 1 October 1906 den leeftijd van 17 jaar be reikt en dien van 25 jaar niet overschreden hebben, moeten zich Vervolgens nam hij er een banknoot uit, vouwde het open en legde het naast dat van den commissaris. Het was eveneens van 1000 mark. Kellnerin, betalenriep hij het meisje uit de hoogte toe. Deze zette groote oogen op. Welja, zeide zij, denkt gij dat het „Frauenhof" een wisselkantoor is? Op biljetten van 1000 mark zijn wij niet ingericht. Hebben de heeren'het niet kleiner Geen pfennig, loog de commis saris, terwijl hij Schneidewin hulpe loos aankeek. Deze had heimelijk met Hilda blik ken gewisseld; thans deed hij zijn best om haar zoogenaamden vader bij te staan. De commissaris lachte gul. Nu moet ge toch nog voor mij betalen, zeide hij, maar om het even, gij moet niet denken dat ik mij van de zaak afmaak. Om u dat te bewijzen neem ik uw bankbiljet in bewaring. Voordat Schneidewin iets had kun nen doen om zich er tegen te verzet ten, nam Wachtel beide bankbiljetten gelijk op en borg hen in zijn porte feuille. Daarna begon hij luidkeels te lachen. Neen, maar wat zet ge nu een benepen gezicht, proetste hij het uit. Die grap is niet slecht, wat? Met deze woorden gaf hij Schneide win een bankbiljet terug, maar Met zijn eigen, hij had het met een be hendigheid, waarover geen goochelaar zich zou schamen, verwisseld, zoodat het bankbiljet, dat vroeger het eigen dom van Schneidewin was geweest, hem thans toebehoorde. Hij meende op te merken hoe de andere als verlicht herademde, terwij l hij nu een goed met goudstukken ge vulde portemonnaie uit zijn zak nam en daaruit met eenige markstukken de rekening vereffende. Ja, maar ge moogt slechts onder één voorwaarde mijn gelag betalen, zeide Wachtel, terwijl hij de hand op zijn arm legde. De eene dienst is de andere waard, en daarom moet gij mij beloven, dat ge morgenavond met ons naar de opera gaat. Neem me niet kwalijk, maar gij bevalt mij bij zonder goed, ofschoon wij elkander nog geen uur kennen. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1