Dinsdag 7 Aug. 1906. No. 6367. 3Iste Jaargang. cUvoor Noord- en Zuid-Holland. Een Ommekeer ten goede? BUITENLAND. LIEFDE EN PLICHT. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco peivpost Afzonderlijke nummers 1-20 1.65 0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Telefoon No. 1426. - HAARLEM. Hoofdagenten yoor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 81bis Faubourg Montmartre. Bij de geweldige crisis die het Tsarenrijk doorleeft, vinden wij de hoogere geestelijkheid aan de zijde Van het gezag, maar te velen van de lagere geestelijken aan die van het oproer. Wanneer wij spreken Van „de Russische geestelijkheid", bedoelen wij natuurlijk de schis matieke, de popen der Staatskerk. Treurig staat het over het alge meen met deze priesterschap ge schapen. Afhankelijk van de Staats- ahnacht, slecht bezoldigd, gaat dj gebukt onder de lieillooze gevolgen van deze onderworpenheid ter eene, dit gebrek aan het hoogst noodige Ier andere zijde. De deugd van sommigen moge met apostolische overgeving en verachting van het aardsche gebrek en ontberingen ter liefde van Hem dragen, Die zelfs geen steen had, om het moede hoofd op neder te leggen, de overgroote meerderheid, verbasterd, vervreemd van alle deugden, ver wilderd en ontaard schier, zoekt door allerlei middelen en veroor- deelenswaardige practijken aan de velerlei ellenden te ontkomen. Noodzakelijk gevolg daarvan is, dat de achting voor de geestelijk heid over het algemeen op schrik barende wijze gedaald is; dat zij gezag noch ontzag heeft onder de menigte, die weet, hoe veil zij is, en hoe weinig haar levenswandel in overeenstemming blijkt met de verhevenheid van haar ambt. Zal dit alles anders worden Mag er verwacht een ommekeer ten goede Wij stellen die vragen naar aan leiding van het „Sobor", d. i. con cilie, 't welk dit najaar op initia tief der metropolitanen en onder goedkeuring des Tsaren gehouden zal worden. Er is eene commissie aangewe zen, die zich met de voorloopige werkzaamheden belastte en den ar beid van het Concilie voorbereidt. Met ongeduld wordt de bekendma king barer beslissingen afgewacht, Want daarop bouwen velen de hoop op eene vernieuwing van den geeste onder de priesterschap, eene ver betering- in de Kerk. Hoofdpunt dei- besprekingen op die algemeene Kerk vergadering zal wezen, het her stel van het patriarchaat, dat Peter de Groote eenvoudig afschafte. „De slechte dagbladpers is een gees telijk en zedelijk vergif; men neemt het in, zonder er acht op te slaan en door jammerlijke gewoonte. Er moet daartegen gestredenvast behoort men zich voor te nemen, nooit een slecht dagblad te lezen." (Kanunnik Wicky.) Krijgt de Russische Kerk haar patriarch terug, dan zal deze voort aan optreden als voorzitter van de Heilige Synode; hij zal de beraadslagingen van dit lichaam regelen, zich belasten met de uit voering barer decreten, zorg dragen voor de regelmatige afwikkeling van alle Kerkelijke aangelegenhe den. Geen burgerlijk staatsambte naar dus meer, maar een geeste lijke aan het hoofd der priester schap. De patriarch zal verder de ver binding vormen tusschen het Ker kelijk en het wereldlijk gezag; met den Tsaar „den bisschop buiten de Kerk" zal hij persoonlijk en onmid dellijk de voorkomende zaken be handelen. Als hoogste machtheb bende der Kerk zal hij de bisschop pen benoemen, als scheidsrechter optreden in de geschillen, welke tusschen Kerkvorsten mochten rij zen. Onder goedkeuring van den Tsaar en in overeenstemming met de Heilige Synode zal hij algemeene Kerkvergaderingen uitschrijven, waarvan hij rechtens voorzitter we zen zal. Hij is de hoogste in eere, en zijne voorrechten zullen die van andere prelaten der Russische Staatskerk overtreffen. Mocht hij zijne macht misbruiken, zijne verplichtingen niet nakomen, dan kan hij voor een recht bank van een „Sobor" ter verant woording geroepen worden. Hiervoor is wederom de toestem ming noodig van Tsaar en Heilige Synode. Deze plannen luiden zeer schoon. Of zij ooit verwezenlijkt zullen wor den 't Is heel goed mogelijk. Maar een andere, meer klemmende vraag is deze Zal de verkiezing, aange nomen, dat zij doorgaat, inderdaad de vruchten opleveren, die men er van verwacht? Dat is voor ons geens zins eene open vraagwij durven haar nu reeds met groote beslistheid ontkennend beantwoorden. Het gebouw der Russische Staats kerk mist den hoeksteen van Chris tus' eenige ware Kerk. Zij steunt niet als de Roomsch-Katholieke, onze dierbare Moeder, op de Steenrots, tegen welke de machten der hel niets vermogen. Daarom is zij veroordeeld om sla vin te blijven der tijdelijke machten; daarom blijft zij blootgesteld aan den menigmaal zoo heilloozen in vloed dier machten, aan de inwer king van het wereldlijk gezag, zich hooger noemend dan het geestelijke en daaraan de wet stellend. Dat hooldgebrek zal zich niet enkel in de hoogere kringen der Staatskerk doen gevoelen. Neen, het moet op de meest betreurenswaar dige manier blijven inwerken op de vorming, het karakter, den geest van alle popen. Het pogen 0111 bet prestige van den geestelijken stand op de ver- eischte hoogte te brengen zal vruch teloos blijken, zoolang de Staat de priesterschap door den looden last zijner suprematie neerdrukt, tot beneden den gewonen burger soms. En de vrees is dus gewettigd, dat ook 11a het „Sobor", 11a de ver kiezing van een Patriarch de Rus sische kerk in een betreurenswaar- digen toestand zal blijvendat zij niet in de schaduw zal kunnen staan der Roomsch-Katholieke kerk met haar Stedehouder Gods en hare bewonderenswaardige hiërarchie. Immers de menscli kan pogen het zuiver menschelijke werk zoo veel mogelijk te volmaken, maar het ligt boven zijne zwakke krach ten het te merken met het zegelmerk van het goddelijke. Staatkundig Overzicht. Wat men minister Clémenceau ver- wijte, nooit zal men hem naar 't hoofd kunnen werpen, dat hij lui en loom op zijn stoel indommelde. Neen, aan bewegelijkheid ontbreekt het hem al lerminst. Zooeven is er weer eene cir culaire van zijne hand de wereld in gegaan. Daarin handelt bij over de toepassing van artikel 10 van het wetboek van Strafrecht, dat aan de prefecten en den prefect van politie (te Parijs) volmacht geeft om in be paalde gevallen ook buiten de rech terlijke autoriteit om, huiszoekingen te doen, papieren in beslag te nemen, voorloopige hechtenis op een verdachte toe te passen desnoods. De minister meent dat dergelijke maatregelen strijdig zijn met de grond beginselen der Republiek en de vrij heid der burgers te veel afhankelijk maakt van enkele personen. Met andere woorden kunnen wij zeggen: de dubbele haag, waardoor de Wet en hare verschillende forma liteiten de vrijheid der burgers tegen willekeur had pogen te beschermen, werd door dat artikel 10 omvergehaald. Loffelijk pogen van den heer Clé menceau. Er is ook hier evenwel een „maar". Bij de Kamer zijn eenige voor stellen tot wijziging van bedoeld arti kel in overweging. Op de beslissing der Kamer voor uitloopend beveelt Clémenceau den pre fecten en den prefect van politie, dat zij voortaan artikel 10 nooit meer mogen toepassen, zonder hem te voren te raadplegen en zijne goedkeuring af te wachten. Voelt men het onderscheid? Het schuilt eenvoudig heel een voudig hierin, dat aan den minis ter alleen het recht blijft, 0111 over de persoonlijke vrijheid van den burger naar willekeur te beschikken, en niet meer aan de prefecten of den prefect van politie te Parijs. En of die persoonlijke vrijheid nu beter gewaarborgd is? Wij hebben volle recht het te be twijfelen. Immers Clémenceau was bij de jongste algemeene verkiezingen de man, die een „complot" ontdekte; die huiszoekingen liet doen, papieren in beslag nemen, personen gevangen liet zetten. En dezelfde Clémenceau moest achter de amnestie van den 14den Juli weg schuilen, om öf aan de schande over den willekeur, öf aan het belache lijke van dien ongemotiveerden maat regel te ontkomen. Zoudt u aan iemand, die u zoo pas uwe beurs ontfutselde, uwe portefeulle willen toevertrouwen De toepassing op Clémenceau, wat de persoonlijke vrijheid betreft, ligt voor het grijpen. ENGELAND. In het Lagerhuis legde lord Grey de volgende verklaringen af, als ant woord op de aanvallen van den afge vaardigde Robertson Het is zeer natuurlijk, dat er in Egypte woelingen voorgekomen zijn, tengevolge van het conflict met Tur kije. Wij staan hier ongetwijfeld voor woelingen van voorbij gaanden aard, maar die 't toch raadzaam maakten ons bezettingsleger te versterken. Nemen de onlusten toe, dan zullen wij onze troepenmacht nog meer versterken, Lord Cromer doet al het mogelijke, om Egypte te raden omtrent de al gemeene politiekzoo weinig als 't eenigszins kan bemoeit hij zich met zaken van inwendig bestuur des lands, Daaruit volgt, dat de verantwoorde lijkheid voor het gebeurde bezwaarlijk vastgesteld kan worden. Slechts op twee manieren zal 't mo gelijk zijn den loop der zaken tever- gemakkelijken. De eene bestaat hierin, dat men van Egypte eene Engelsche bezitting maakt; daarin zou de an dere bestaan, dat men Egypte een zuiver inlandsch bestuur gaf, met an dere woorden dat men het geheel onder Turksche administratie bracht. Beide manieren zijn onaannemelijk. Toch wagen wij ons aan de voor spelling, dat Engeland vroeg of laat het een of ander voorwendsel gebrui ken zal, om de eerste manier in toe passing te brengen. Nu reeds is de vos de passie aan 't preeken. Rusland. In Rusland schijnt men thans de methode te willen volgenKorte metten met de oproerige militairen. De hoofd schuldigen van Helsingfors zijn al ge straft. De muiterij te Sveaborg is onder drukt, nadat de oorlogschepen 450 bommen in de vesting geworpen hadden. Van de officieren die de op standelingen aanvuurden, zijn Ka- hanski cn Emiljanof gevangen geno men, terwijl de officier Cyon wist te ontkomen; 150 artilleristen en 100 Finsche sociaal-democraten zijn ge vallen, 800 artillerist n en 80 sociaal democraten gevangen genomen. Het aantal muiters bedroeg 1400. De reeds met zijn werkzaamheden begonnen krijgsraad zal een vonnis moeten vellen over 700 artilleristen, 300 infan teristen en 100 man marine-troepen. Het is nog niet uitgemaakt of de burgerlijke opstandelingen voor den Russisehen of den Finsche rechter zullen moeten verschijnen. In Kroonstad zijn zeven matrozen, die een paar officieren vermoordden, door den krijgsraad ter dood veroor- FEUILLETON. 31. Zooals ge beveelt, zeide de an der, die eveneens onafgebroken ge lachen had. De commissaris stond nu op en dreigde den pseudo-Schulze met den vinger. Oude pierewaaier 1 zeide hij, dat moest uw wederhelft eens weten, dat haar man bet hier in Berlijn zoo naar zijn zin heeft, hahaha! nu, wees maar niet bang, ik za] njet tje school klappen. Hij ging mG groote passen naar het achtergedeelte van de zaal terug. Reeds van verre zag hij, hoe Schnei- dewin opgewonden met Hilda zat te praten, en toen hij naderbij kwam ontdekte hij de gloeiende blikken die Lij haar onder het spreken toewierp. Ten overvloede hoorde hij nog, hoe achter zich twee kellnerinnen elkaar toefluisterden Nu, die oude vogelverschrikker heeft het vandaag weer duchtig te pakken. Och, wat, dat meisje houdt hem voor den gek, meende de andere. Zij heeft echte juweelen in de ooren, zoo een geeft zich met onzen aanbidder niet ernstig af. Ge hebt gelijk, dat zou een an dere moeten zijn, sprak de eerste. De commissaris hoorde niets meer, hij was het taf 1 tje genaderd. Niemand van ons heeft gelijk gehad, riep hij midden in het gesprek van Schneidewin. Morgenavond gaat de Afrikaansche met geheel nieuwe monteering; ook niet slecht, hè? Hilda was reeds opgestaan; thans, nu zij haar gelaat van Schneidewin had afgewend, kwam er een zucht over haar lippen. Het samenzijn met den man, dien zij als de oorzaak van al haar ongeluk en als den eigen lijken moordenaar moest beschouwen, had voor haar iets afschuwelijks en dreigde ten slotte haar krachten te boven te gaan. Ook Schneidewin was opgestaan, met linksche galanterie reikte hij haar parasol over, terwijl zij, thans weer volkomen meesteres over haar gelaatsuitdrukking, hem met zulk een bevallig lachje bedankte, dat de blos hem weder naar de wangen steeg. En nu vooruit naar Hellbach, zeide do commissaris. Schneidewin haastte zich Hilda den arm aan te bieden, dien zij met een lieftallig hoofdknikje aannam en zon der haar pseudo-vader er eenige be denking tegen maakte, doch gedwee de achterhoede uitmaakte. Tot weerziens, Schulze! riep hij aan de deur zijn goeden vriend" toe, die zijn groet beantwoordde door liet bierglas op te heffen. Hilda was met haar cavalier reeds op de stoep, maar daar zij den uit roep van haar vader had gehoord, achtte zij zich verplicht, hem vragend aan te zien. Wachtel had zich juist naast haar gevoegd. Wildet ge weten wie dat was? vroeg hij joviaal. Het lijkt wel of heel Regenwalde vandaag in Berlijn is. Het was de magere Schulze, onze buurman. O 1 de vleesschhouwer vroeg Hilda. Dezelfde, bevestigde de commis saris. Hij wil voor zijn Wilhelm hier een zaak overnemen en is er al zoo goed als klaar mee. Ik heb hem gezegd dat wij naar Hellbach gaan, misschien komt hij er ook. Dien moet gij eens leeren kennen, wendde hij zich tot Schneidewin, die bijna geen oog meer van Hilda afwendde. Een gezellig inensch, en een kaartspeler, kolossaal, ik kan het niet van hem winnen en toch ben ik er in thuis. Hij wenkte een voorbijrijdend rijtuig. Wij zullen rijden, kinderen, zeide hij. Het is nu al 5 uur. Als we van avond nog het harmonieconcert in het Park willen hooren blijft ons weinig tijd over voor een goed glas wijn. Men stapte in; Schneidewin zette zich tegenover Hilda en sprak gedu rende den geheelen rit met haar, ter wijl haar vermeende vader bijna niet aan het woord kwam. Den commissaris beviel dat wel hij kon op die manier ongestoord na- deeld. Het vonnis is op staanden voet voltrokken. Admiraal Beklanisclief, door de muiters gewond, is aan zijn wonden overleden. Uit het onderzoek naar de oorzaken van den opstand te Kroonstad is ge bleken dat men hier te doen had met een goed voorbereid, doch te vroeg uitgevoerd plan van de revolutionai ren. De muiterij zou moeten uitbar sten tegen eind Augustus eerst. Dan zouden des nachts alle officieren ver moord moeten worden, terwijl alle oorlogsschepen aanwezig geweest zou den zijn, die van deze samenzwering wisten. De laatste berichten zijn van dien aard, dat de toestand vrij gunstig ge noemd kan worden. Zoo meldt men uit Moskou. In de verschillende drukkerijen wordt bijna overal gestaakt, zoodat er geen nieuwsbladen verschijnen zul len. Het spoorwegwerken gaat gere geld door in de stad heeft een zeer rustig aanzien. Er worden geen ver sterkingen verwacht. Uit Sebastopol meldt het „Teleyraaj- agentschap", dat onbekenden 's nachts (4 op 5 Augustus) aan het militair gerechtshof schelden. Toen de portier open deed, wierpen drie mannen zich op hem, bonden en blindoekten hem en lieten hem daarop onder bewaking in de voorkamer achter. Daarop gingen zij in de archief kamer naar de kast, waarin processtukken betreffende den opstand op de vloot geborgen waren. Die stukken beslaan 20 dikke deelen. Hiervan namen zij er 18 mede, waaronder de processtuk ken betreffende luitenant Schmidt. Vervolgens verwijderden zij zich. RUSL*AND. De Russische Korrespoiulenz heeft uit Helsingfors dd. 5 dezer het volgende telegram ontvangen De stemming in de stad en den omtrek is nog immer eene zeer opgewondene. De muiterij op Sveaborg is de ergste geweest, die tot nu was voorgekomen. De strijd macht der revolutionairen bestond uit 3 officieren, 1100 artilleristen en 400 man van de Roode Garde. Er worden vele dooden en gewonden ge teld. Nadat de oorlogsschepen 450 bommen hadden afgeschoten, gaven de muiters zich over. Tengevolge van de ontploffing van de minutiemagazijnen leden de revolutionairen gebrek aan schietvoorraad. Ook voedings- en ver bandmiddelen ontbraken. De regeering verbood aan de burgerlijke dokters in de stad, 0111 de muiters hulp te bren gen. Verder wordt uit Helsingfors ge schreven De Vesting van Sveaborg draagt overal de sporen van het bombarde ment. Muren zijn gespleten, daken doorboord en vensters verbrijzeld. Het gebouw dat den gouverneur tot wo ning diende, is zoo beschadigd, dat hij een andere woning heeft moeten betrekken. De straten liggen vol puin, stukken van bommen, enz. Helsingfors ziet er uit als een kamp. De enelvurende kanonnen, die aan de haven stonden, zijn nu naar andere punten van de stad gebracht. Men kan onmogelijk het juiste cijfer te weten komen van de verliezen bij het gevecht te Sveaborg, maar men schat ze op 600 dooden of gekwetsten en 1000 vermisten. 75 mannen van de Roode Garde en twee officieren zijn aangehouden. De muiterij aan boord van de Bog Ayr is onderdrukt, 200 matrozen zijn in hechtenis genomen. De K'óln Ztgvernam gisterenavond om halftien uit Petersburg: Heden is alles kalm afgeloopen. Alleen 's middags was er, toen de 18de vlootafdeeling door de stad marcheerde, om naar Kroonstad scheep te gaan, een volksoploop. De matrozen die meerendeels dronken waren, werden door de menigte luid begroet. Ruiterij zorgde voor de handhaving van de orde. Vrijdag blijken acht agenten van politie te Petersburg door stakers ge dood te zijn. De algemeene staking kan als mis lukt beschouwd worden. Eenige trams hebben den dienst hervat, op de spoorwegen blijft het rustig. SPANJE. Een geweldige ramp ter zee. Uit Cartagena wordt gemeld De stoomboot „Sirio" komende van Barcelona met 800 landverhuizers aan boord heeft in de Hormigasbaai bij Kaap Palos schipbreuk geleden. Het schip zonk zeer spoedig. De meeste landverhuizers waren Italianen, de an dere Spanjaarden. Men schat het aantal omgekomenen op 300. De ge redden bevinden zich bij Kaap Palos in zeer benarden toestand, daar zij gebrek aan levensmiddelen en kleeding hebben. Visschers die trachtten de slachtoffers te redden kwamen om. De overheden hebben zich naar de plaats van het onheil begeven. Tachtig gewonden bevinden zich aan boord van de booten, die aan het red dingswerk deelnamen. De Heraldo meldt nader uit Carta gena Van de vele verhalen van ge redde ooggetuigen van de schipbreuk zij het volgende meegedeeldIn het want van de Sirio waren zes kinderen geklommen, de moeders waren te ver af om hulp te kunnen bieden. De kreten der ongelukkigen waren hart verscheurend. Een voor een rukten de golven de kinderen weg en de moe ders die dit moesten aanzien waren als waanzinnig van smart. Een Fransche en een Duitsche stoom boot, die doorstoomden, zouden onge twijfeld vele schipbreukelingen hebben kunnen opnemen. Volgens de Diario Universal namen alle schepen' in de nabijheid van het looaeel van de ramp aan het reddings werk deel. De gezagvoerder van de „Miquel Accosta" dwong zijn bemanning met de revolver in de vuist in de nabijheid van het zinkende schip te blijven, zoo konden 300 passagiers worden ge red. De stoomboot „Vincenta Elicano" redden 200 passagiers, die naar Car tagena werden gebracht. Een oude kreupele visscher geheel alleen in zijn bootje rondvarende redde twaalf men denken en het intusschen opgevatte plan overwegen. Schneidewin spande al zijn krach ten in om zich tegenover het meisje beminnelijk voor te doen. Onafgebroken pochte hij op de groote bouwwerken, (lie hij in Ame rika reeds ten uitvoer had gebracht. Het was er hem blijkbaar om te doen het meisje te behagen en wan neer men op den schijn afging, dan zou men wel zeggen, dat hem dit bij zonder goed gelukte. Geen wonder dat de verliefde dwaas in den zevenden hemel was. Het rijtuig stond voor de restaurant Hellbach stil, een even fijn als ge zellig ingericht lokaal. Schneidewin wilde met kracht en geweld het rijtuig betalen, ja, hij wenkte een bloemenverkoopster, die in de nabijheid stond en wilde voor Hilda een bouquet rozen koopen, maar het meisje weigerde beslist. De ge dachte scheen haar verschrikkelijk toe, van een man, dien zij erger haten moest dan iemand ter wereld, bloe men, het symbool van liefde en gene genheid, aan te nemen. Amanda geelt niet veel om bloe men haastte de commissaris zich ver goelijkend te zeggen. Wij hebben thuis een geheelen tuin vol maar zij kijkt er haast niet naar. Schneidewin zond het bloemen meisje weg, maar wierp haar tevens met voorname onverschilligheid en zeker in de hoop den gunstigen indruk te verhoogen, die hij reeds op Hilda had gemaakt, een markstuk in het bloemenmandje. Het meisje knikte glimlachend en het gezelschap trad -binnen. De restaurant was in gothischen stijl gebouwd en wat de inrichting bijzonder vertrouwelijk en gezellig maakte, was dat elk tafeltje in een afzonderlijk kabinet stond, door be schotten afgedeeld zoodat men zich, zonder last van medebezoekers te heb ben, aan het genot van den wijn kon overgeven. De commissaris had dan ook opzettelijk deze restaurant uitge kozen, om Ailda voor een onwel kome ontmoeting met bekenden te vrij waren. (Wordt vervolgd NIEOWE flQITE MA NOH AQITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1