Dinsdag 14 Aug. 1906. No. 6373. 31s,e Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. Het Einde van een Droom BUITENLAND. LIEFDE EN PLICHT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Telefoon No. 1426. - HAARLEM. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE k CONTANT. Hoofdagenten voor het Buitenland: Gompagnie Générale de Publicité Ktraugère G. L. DAUBE Go., JOHN F. JONES, Succ., Paris, Slbis Faubourg Montmartre. Wegens den feestdag van O. L. VROUW H E- MELVAART zal ons blad morgen NIET ver schijnen. Onder bovenstaanden titel gaf „Peter de Kluizenaar" (schuilnaam van een talentvol Parijsch geestelij ke) in de Croix van Zondag 1.1. de volgende rake schets, hoogst actueel voor ieder Katholiek. Aan den Heer Aristide Briand, Minister van Eeredienst Parijs. Beste Aristide, „Gauw een goed „ja Hierover loopt het Ik lieb in de omstreken van Cor- beil eene heerlijke jacht gehuurd, 't 'Wemelter van patrijzen, hazen, fe zanten, konijnen. Er hoort een jacht huis bij, dat aan Lodewijk XIV herinnert. In één woord heerlijk! Met ons twaalven zullen we daar onzen lust tot jagen den teugel vie ren. Twaalf beste jongens, heelemaal of bijna grootvader, deftig, kalm, vastbesloten om de staatkunde geen woordje te gunnen. 't Spreekt van zelf, dat jij ook met algemeene stemmen als lid van ons groepje bent aangenomen. Een enkel woordje dan, om me te melden, dat wij op je geweer kunnen rekenen en dat je minstens veertien dagen met oude vrienden van de zon zult komen genieten, versclie buitenlucht happen en je Paus ver geten. Met de krachtigste genegenheid druk ik je krachtige knuist. A DOLE LSenator. Aan den heer Adolf L. Senator. Oude Jongen, Moet je me zoo 't water aan de lippen brengen Je brief was als eene geurige veldbloem tusschen de beslommerin gen en brieven van een bureau. Veertien dagen jagenen met jullie allen!..,,,,, wat een droom! Maareen droom „In onze felbewogen tijden is de dagbladpers een der krachtigste mid delen, die de Katholieken hebben, om hunne rechten en vrijheden te verde digen." (Graaf Sclierrer-Booaid.) Och, word nooit minister, en zeker niet minister van Eeredienst. Openhartig wil ik met je spre kenhardop voor je denken. Na lezing moet je mijn brief dadelijk verscheuren (je begrijpt, als de Croix zoo'n brief publiek ^naakte en je moet maar iets zien te vinden, om mijn wegblij ven te verschoonen. Je stelt me voor, dat ik den Paus vergeten zal Als ik dAt eens kon Helaasik heb van den Paus gegeten, denkende, dat onze heden- daagsche magen er geen hinder van zouden hebbenJawel, vol gens de oude wet der Geschiedenis blijft het me als een steen op de maag zittenDaar had ik op moéten rekenen. Om je de ronde waarheid te zeggen 't ziet er beruit hier. Ernstige berichten uit Rome Alles schijnt daar voor goed vastgesteld te zijn. Het beste be wijs daarvan is, dat Kardinaal Merry del Val vandaag naar Cas- telgandolfo vertrekt en het Vati- caan te rekenen van Maandag a.s. den vacantie-tijd begint. Welnu, ziehier wat mij ter oore kwam, wel niet officiëel om zeer begrijpelijke redenen verneem ik niets meer officiëel De Paus berust niet in de Wet. Ik heb er de moreele zekerheid van, die ik put uit de verschillen de gegevens. Dit vriendenbriefje brengt je de primeur dezer tijding de Ministerraad weet er nog niets van. Ik beken, dat het mij doet neer tuimelen van mijn hoogTot het laatste oogenblik heb ik durven hopen, en nog pas gisteren, toen ik een extra portie Yorksche ham in mijne muizenval van Eeredienst had aangebracht, zond ik aan ons nieuws agentschap de toekomstige pauselij ke instructies tot in hare onderdee- len toe. Ik zei tot me zeiven evenals Cle- menceau: theoricè (in theorie) de Paus gaat uitpakkenen men beloofde zich een vroolijk uurtje... ja, maar practici (in praktijk) zal hij zeggen: kindertjes, maakt het maar onder elkaar uit!" Sinds vijf en dertig jaar is het de gewoonte van de Katholieken in Frankrijk, om als schapen tei*ug te wijkenEn nuDe verande ring belet mij 't ademhalen Als volgt stel ik mij den toestand in de naaste toekomst voor: de Paus zal geen groot officiëel stuk zenden hij kent ons niet. Langs oflicieusen weg en later hij heeft geen enkele reden, om zich te haas ten, daar hij de Wet niet erkent zal hij iederen Bisschop bepaalde instructies zenden, wat lijdelijk ver zet beteekent. Die manier om bevelen als bij serie te geven maakt heel wat din gen onmogelijk. Dat is aardiger op touw gezet, dan je denken zou. Je begrijpt dus, lioe ik er inzit tegen October, als de Kamers weer bijeenkomen. Mijn weg loopt uit op een blinden muur. Stond ik alleen, ik zou de oogen dichtknijpen en den schijn trachten te redden. Dat zou het eenvoudig ste wezen, want waarachtig Bis marck had gelijker is geen wet bestaanbaar die indruist tegen de overleveringen van een volk Maar die pretbedervers van afge vaardigden hebben ook een woorclj e mee te spreken, al zijn ze gekozen door luitjes die den weg naar de Kerk niet vergaten. Die afgevaardigden zullen me nog anders in het nauw brengen dan Rome, want, zich verkneukelende in mijne verlegenheid zullen ze mij vol vuur eene menigte vragen stellen zoo ongeveer als de volgende: „Hoe denkt de Regeering te han delen met liet oog op 's Pausen houding?" Hoe de Regeering handelen zal Zij zou wel willen, dat men 't haar zeggen kon. Hoogst waarschijnlijk zal ik moe ten doortasten vervolger wor den van menschen, die zich niet verroeren Een vies baantje En dan doortasten hoe Al de kerken sluiten En dan? De Katholieken, de echte, die meetellen, zullen op eene andere plaats de diensten bijwonen. En daar zoo 'n toestand niet eeuwig duren kan, zullen zij vroeg of laat weer in hunne kerken terugkeeren, met een geloof, dat gestaald is door den tegenspoed en het prestige, dat de beproeving afdwingt. Slotsom herhaling van den reu- zenbok, ook een klassieken, van Canossa en den Kuituurkamp O, onbedachtzame jeugd, die wij waren Ik verzeker je, dat ik er onge makkelijk inzitHet komt mij voor, dat ik liet volgende doodsbericht opstellen kan voor mijn dierbaar kind, dat ik zoo vertroeteld heb en dat mijn naam zou dragen: „U wordt beleefd uitgenoodigd, om tegenwoordig te willen zijn bij de begrafenis van de Wet-Briand, Overleden, doodgeboren, in de doozen van zijn papa. De begrafenis zal te Rome plaats hebben." En daar ik in grooten rouw zal wezen, mag ik, mijn Opperste Besie, tot mijn groote, groote spijt, geloof me, je konijnen niet het levens licht komen uitblazen. Ik heb genoeg te stellen J) met de poets, die ze me zoo stiekem pjes op het Vaticaan gebakken heb ben. Dat ik het verdiend heb, durf ik niet ontkennen. Hartelijk] gelianddrukt door je armen ARISTIDE die juist niet Briljant is 2) 1) De woordspeling met „lapin" is in 't Hollandsch niet weer te geven. 2) Woordspeling met „Briand" en „Bril- lant." Staatkundig Overzicht. Er is heel wat doende geweest in de Pers over het bezoek van Koning Edward aan Zijn Keizerlijken neef Wilhelm II. Tot op liet laatste oogen blik hebben de Engelsche journalisten de Duitschers evenmin gespaard als de Duitsehe het de Engelschen deden. Herhaalde malen is het bericht der vorstelijke ontmoeting verspreid, even veel malen tegengesproken. Thans is 't zekerop Friedrichshof, in den Taunus gelegen en vernoemd naar 's Keizers vader, zullen Oom en Neef elkaar in de armen sluiten binnen enkele dagen. Met welk gevolg Bekend is 't, algemeen bekend, dat de stemming in beide landen weder- keerig eene vijandige is. Broodnijd in liet groot is de oorzaak van de vijandschap. En beide gekroon de hoofden hebben door hun gedrag bewezen, dat zij daarin met liun volk meegingen. Koning Edward reisde liet vorig jaar door Duitschland naar Mariën- bad. Den Keizer vergat hij te begroe ten. Dat was een sprekend bewijs van de gevoelens, die hem en zijn volk tegen Duitschland bezielden. Door den Duitschen Keizer werd in de troonrede, waarmede hij in November 1905 den Rijksdag opende, Engeland als met den vinger aange duid als een Rijk, waarmeeüuitschland enkel coirecte betrekkingen onderhield, terwijl die betrekkingen met andere staten goed en vriendschappelijk werden genoemd. Maar 'tis er sedert dien beter op geworden, zeggen de optimisten. Duitschers begroeten Engeland, En gelschen trokken naar Duitschland om de verzoening tusschen beide volken tot stand te brengen. Het resultaat van die prijzenswaar dige bemoeiingen is een schijnbare toenadering; de ontmoeting der beide staatshoofden beschouwen wij als iets dergelijks. Ook eene omhelzing dezer twee kan geen wijziginge brengen in de gevoelens van beide volken. De wortel der bitterheid zit te diep. Daarom blijft het onze innige overtui ging, dat de wrijving tusschen beide rijken trots alles zal blijven be staan én vroeg of iaat tot eene uitbarsting komen. Oom en neef op Friedrichshof kun nen daar niets aan veranderen, ook al zouden zij 't met hart en ziel ver langen. FRANKRIJK. Van particuliere zijde vernemen wij uit Parijs De beslissingen des Pausen schij nen nog niet aan de Fransche bis schoppen toegezonden en de berichten daaromtrent verspreid, in de Fran sche bladen, ook de Katholieke, moeten op een misverstand berusten. Wanneer zal de H. Vader zijn wil bekend maken Kardinaal Merry del Val zelfs weet het niet, gelijk hij dezer dagen aan een Fransch prelaat mededeelde. In Regeeringskringen weet men reeds, wat de Paus doen zal en laat men door bevriende nieuwsagentschappen uitstrooien, welke vijandige tegen maatregelen het Gouvernement nemen zal, Grove onhandigheid! De Regeering weet absoluut niets, zij raadt alleen, en in hare domheid beoordeelt zij een man Gods als Paus Pius X naar zich-zelf. Het geestelijk heil der Kerk, dèt alleen houdt hem bezig, daarop alleen zal Hij letten. Niets van al het ove rige zal Hem doen aarzelen of wan kelen. Hij is een Heilige en dus een karakter. Dat zegt genoeg. Hoogst waarschijnlijk zullen .de pauselijke instructies eerst binnen eenige dagen hier aankomen; geen Encycliek zal het wezen, maar eene reeks voorschriften, die aan elk van de 80 Fransche Bisschoppen zullen toegezonden worden. DUITSCHLAND. De Regeering te Berlijn schijnt be zwaar te hebben tegen het voorstel der mogendheden, om de werkzaam heid van de internationale commissie voor de controle der Grieksche finan ciën tot uit Ia hroiden. Duitsch land ziet hierin een eersten stap naar de vereeniging van Kreta met Grie kenland en dus een gevaar voor den bestaanden toestand, dien Duitschland wil handhaven. Tegen de instelling van een zelfstandige controle-commis sie voor de financiën van Kreta heeft Duitschland geen bezwaar. Men ver wacht ook verzet van de zijde van Oostenrijk-Hongarije, dat echter nog geen officieele stappen heeft gedaan. nog meer peten en meters dan aanvan kelijk gemeld is. Volgens deNorddeutsche Allg. Ztg., hebben de volgende vors telijke personen een uitnoodiging gekregen om peet'van hem te zijn: de keizers van Oostenrijk-Hongarije en Rusland, de koningen van Enge land, Italië en Noorwegen, grootvorst Michaël Nikolajewitsj, de Koningin va Griekenland, groothertogin Anas- tasia van Mecklenburg-Schwerin, de groothertogin van Baden, de kroon prinses van Denemarken, prinses Rup- precht van Beieren, hertogin Karei Theodoor van Beieren en prinses Adolf van Schaumburg-Lippe. TURKIJE. Professor Bergmann heeft van den lijfarts des Sultans bericht gekregen, dat de jongste ziekte-aanval van den Sultan weer aan 't beteren is, zoodat prof. Bergmann's reis imar Konstan- tinopel niet meer noodig schijnt. Oogenschijnlijk betrof het hier de verwijdering van een in de urethra be klemd zittenden nier- of blaassteen. De laatste berichten omtrent den toestand vanjden Sultan luiden vee gunstiger. Aan de vreemde gezanter is namens den Sultan een telegram: ter dankzegging gezonden. Daarir wordt tevens meegedeeld, dat de Groote Heer weer nagenoeg hersteld is er' binnenkort den gezanten in eigei persoon zijnen dank betuigen zal. In de Europeesche Kabinetten za die mededeeling met genoegen ont vangen worden. De dood van der Sultan zou heel wat beroering kunnei brengen in de Staatkunde. RUSLAND. Het Berliner Tageblat meldt, d,;d ei. bij een huiszoeking te Boldera in d. nabijheid van Riga aan 't licht geko j men is, dat een nieuwe muiterij if Dwinsk werd voorbereid. De drader. der samenzwering liepen te Petersbur; samen. De ontdekking van bommen fabrieken te Petersburg en Moskoi heeft groote onrust gewekt in regee ringskringen. Men vreest, dat een aar slag op den Tsaar wordt voorberei al wordt van andere zijde bewee' dat de; complotten tegen miniT Stolypine zijn gericht. De Tsaar >elt echter zijn voornemen om zichiaar het kamp van Krasnoje Selo tfje8e" ven ter bijwoning van de maneuvre® der garde laten varen. Hij koA Y dagelijks per automobiel voo eenige uren van Peterhof naar Crasnoje Selo, maar durft daar niet te vertoeven, omdat men eenig' lede" van het personeel niet volkfnen ver" trouwt. In de steden en arbeiderswereld i op 't oogenblik alles rustig, maar d oberen gaan voort met üunue woe lingen. Erge agrarische onlusten hadden d vorige week plaats in het gouvenn ment Poltawa. Dagelijks komen rooi aanvallen door gewapende bende: voor. In liet gouvernement Vladimir het niet beter; in het district Muro vernielden de boeren het schoon landgoed van gravin Oewarof. De Moskousche politie heeft onl dekt 't is bij de jongste gevangei nemingen aan 't licht gekomen - dat het hoofd van het voornaamst revolutionaire comité een vrouw i een nicht van een lid van den Rijk: raad. Een Engelsch blad schrijft bove dit bericht: „Moscow's Joan t Arc." De Engelschen moesten maar lievt niet over Jeanne d'Arc spreken, zo men zoo zeggen. Te Libau is een postbeambte dot gewapende roovers overvallen enve: moord. De schurken wisten met 28,(X) roebels te ontkomen. De krijgsraad heeft Zaterdag de lu tenants Emeljanof en Kochanofskv 5 soldaten in verband met de muite) te Sveaborg ter dood veroordeeld. H vonnis is dadelijk voltrokken. De te Sveaborg en Skatudden hechtenis genomen burgers zijn na: den burgerlijken rechter verwezen. H onderzoek wordt door den commiss ris Allen geleid. Verschillende geti FEUILLETON. 37. Op een wenk van hem bleef Hilda een paar schreden achter en nu er- liet hij zij aan zij met Schneidewin het lokaal. Op hetzelfde oogenblik stonden de twee heeren, die vooraan in de zaal zaten, op en gingen eveneens heen, zonder hun flesch uit te drinken. Zij Waren paarbij zoo onbeleefd, de jonge dame, die tegelijk aankwam niet te laten voorgaan: integendeel drongen zij tusschen Hilda en de beide mannen ^oor haar in en volgden laatstge noemden bijna op den voet. Wachtel achtte het oogenblik nu ëünstig om het masker af te werpen. Ongemerkt tastte hij in den zak en daalde daaruit een metalen voorwerp, dat hij in de linkerhand verborg. Nu wendde hij zich eensklaps tot Schneidewin. Nogmaals onze voortdurende vriendschap, de hand daarop kame raad Met een joviale beweging stak hij hem de rechterhand toe, waarin Schneidewin zonder argwaan de zijne legde. Krachtig omklemden de vingers van den commissaris deze hand, ter wijl hij, snel als een gedachte, het metalen voorwerp, een handboei, om de pols draaide. Nu, nu, wat beteekent dat? vroeg Schneidewin. Hij wilde zich verzetten, maar op hetzelfde oogenblik werden zijne armen door vier krachtige vuisten van ach ter aangegrepen, zoodat hij zich niet meer verroeren kon. Tegelijkertijd had Wachtel ook de linkerhand van Schneidewin in de boeien gesloten. Dat beteekent, beste vriend, ant woordde Wachtel, dat ik mij zoolang mogelijk van uw aangenaam gezel schap wil verzekeren. En terstond daarop, met zijn na tuurlijke stem: In naam der wet, Frans Schnei dewin, neem ik u gevangen. Volg mij zonder verzet. Met deze woorden legde hij, als ge bruikelijk, de hand op zijn schouder. Schneidewin uitte een kreet van woede. Thans, maar te laat, begreep hij alles. Het schuim kwam op zijn lippen, hij trachtte zijn handen uit de stalen beugels los te rukken en, toen hem dit niet gelukte, poogde hij zich op den grond te werpen. Maar de politieagenton hielden hem nog altijd van achteren vastnu tilden zij hem op en droegen hem naar het rijtuig, dat voor de deur der restaurant stond te wachten. Alles was zoo snel in zijn werk ge gaan en onder bescherming van de middelerwijl ingevallen duisternis, had geen der voorbijgangers er iets van bemerkt, zoodat een oploop vermeden werd. Reeds in het rijtuig gelukte het Schneidewin een blik uit het portier te werpen en zag hij Hilda, die, na het korte doch voor haar zoo vreese- lijke tooneel te hebben bijgewoond, nu een onmacht nabij, tegen de deur post leunde. Ha, die slang, schreeuwde de gevangene, wien nu eensklaps een licht opging. Nu weet ik waar ik haar gezien heb, onlangs in de wachtka mer van den advocaat Wilser; dwaas die ik was, mij dat niet vroeger te herinneren. Meer kon hij niet zeggen; de twee politiebeambten trokken hem terug, schoven het raampje van het por tier op. Naar het paleis van justitie riep de commissaris, waarna het rijtuig voortrolde. Hij keerde zich daarop tot Hilda. Dat noem ik handig werken, wat? zeide hij lachend. Verduiveld de kerel zal er leelijk van opgefrischt zijn; nu, ik wil best gelooven, dat zoo'n ontnuchtering lang niet plei- zierig is. Maar Hilda beantwoordde zijn scherts niet doch bleef zwijgend staan. Toen de commissaris haar oplet tend aankeek, bemerkte hij zelfs, dat haar tranen in de oogen stonden. Ik geloof werkelijk dat gij den schurk nog een traan wijdt, zeide hij verwonderd. Dat heeft hij niet ver diend. Een zucht kwam over de lippen van het meisje. Ik weet het wel, zeide zij zacht. Hij heeft noch met zijn slachtoffer, noch met mijn Arthur medelijden ge had, maar toch, de gedachte dat die man nog *zooeven argeloos naast mij zat en vertrouwelijk tot mij spraken dat hij nu reeds op weg is naar de gevangenis, die hij waarschijnlijk niet dan voor den vreeselijken gang naar het schavot zal verlaten Och, lieve dame, dergelijke week hartigheden komen voor een politie man niet te pas, zeide Wachtel op luchthartigen toon. Wacht maar tot uw verloofde zijn verdediging op zich neemt. Wie weet overtuigt hij de jury wel, tegen alle bewijzen in, dat de schelm zoo onschuldig is als een pas geboren kind, ja, ja, meester Wilser kan dat misschien nog wel klaarspe len. Het is wel meer gebeurd, dat ik hemel en aarde bewogen had om een boosdoener te pakken, die mij bij de arrestatie heel wat meer moeite af, dan deze laffe Schneidewin, die in elkaar zakte als een zoutzak, en dat, als ik hem goed en wel op de bank der beschuldigden had, meester Wilser een pleidooi voerde om een steen vermurwen en de gezworenen hem vo onschuldig verklaarden, zoodat schoelje eenmaal vrijgesproken, n nog op den koop toe uitlachte. Hij bemerkte nu, dat de kellnei toegesneld op den woedenden kre van Schneidewin, aan de deur stonde en Hilda nieuwsgierig aangaapten. Kom, mejuffrouw, zeide de cor missaris daarop, terwijl hij haar ri derlijk den arm bood. Gekheid daargelaten, ging 1 voort, het is inderdaad een groot g luk, dat wij dien snaak zoo netjes pakken hebben. Ga thans gelukk en wel voldaan naar huis, wel kan u nog niets mededeelen, anders z< ik het dienstgeheim schenden, ma zooveel mag ik u wel zeggen, dat t schuld van Schneidewin overtuigei bewezen is en dat er zelfs geen mi zengaatje is, waardoor hij zoukunn< ontsnappeu en nu, Gode aanbevole ik moet terstond naar het paleis v; j ustitie. Onder deze woorden had hij ei rijtuig opgezocht en liet .Hilda i stappen, Wordt vervolgd.) AQITE MA NON AQITATE. Het zoontje van den Kroonprins krijgt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1