Vrijdag 31 Aug. 1906.
No. 6387. 31ste Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Hinderpalen.
BUITENLAND.
De familie Fromentier.
BINNENLAND.
dT
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Telefoon N«r 1426. - HAARLEM.
FEUILLETON.
HAiKLEMSCHE
ABONNEMENTSPRIJS:
Per B maanden voor Haarlem tyi .20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
1.65
l5,0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- FBfcÊEESTDAGEN.
MAïNTlESDRiT;
P'.J £v'-"
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT.
AQITE MA HON AGITATE.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
De heer Elihu Root, wij hebben
er reeds enkele malen op gewezen,
beeft met groote handigheid, al is
het ook niet met volledig succes,
zijne zending in de Zuid-Ameri-
kaansche Staten volbracht. Nau
wer werd de band toegehaald tus-
schen Noord en Zuid en slechts
enkele stemmen zijn opgegaan,
slechts een paar Staten hebben op
zeer bescheiden toon er aan herin
nerd, dat. hunne bewoners eene
andere afstamming hadden dan de
Noord-Amerikanen, dat hun geheel
ander bloed door de aderen stroom
de. Voor wie met aandacht de
Staatkunde der Vereenigde Staten
volgden, is het sinds jaren geen
geheim, dat die politiek handelt
naar een vastgesteld plan, 't welk
sommigen zeer oneerbiedig betitelen
met:
„Het verbod om te stelen, geldend
voor alle volken, niet voor de Ver
eenigde Staten vanNoord-Amerika".
Aan Franschen (Mexico), Span
jaarden en Russen hebben de Ameri
kanen achtereenvolgens de tanden
getoondDuitsclïland en Italië be
grepen nog tijdig den wenk, dat
zij in Amerika niet gewapenderhand
hun recht mochten opvorderen,
wilden zij niet in botsing komen
met de Vereenigde Staten.
Zoo blijkt het, dat de Monroe
leer een geheel anderen vorm heeft
aangenomen, van afwerend is zij in
de meeste gevallen aanvallend ge
worden.
„Nooit zal het Amerikaansche
voik gedoogen, dat er een kanaal
gegraven wordt, waarover hetgeen
toezicht heeftEuropa heeft zich
daarbuiten te houden."
Zoo schreef Senator Lodge einde
1900.
Ongeveer een jaar later, te Boston,
ging hij nog een stapje verder„de
Monroe-leer vordert, dat het Ameri-
kaanscli gebied niet geschonden mag
worden door het verkrijgen van
grondbezit (verovering door niet-
Amerikanen), en evenmin door den
aanleg van forten of landingsplaatsen
door Europeesclie mogendheden.
Ook Roosevelt verklaarde in zijne
bekende redevoering van Proctor
„Wij houden onwrikbaar vast aan
liet beginsel van Monroe, verkla
rende, dat ons werelddeel niet be
schouwd mag worden als een Kolo
nisatie-gebied voor de eene of andere
Europeesclie mogendheid.
Te Buffalo noemde hij het vast
houden aan de leer van Monroe
van het hoogste gewicht voor de
Amerikaansche belangen en rechten.
Vooral moest daarop gelet bij het
aanleggen van het Panama-kanaal
onze belangen in de Caraïbische
zee houden direct verband met de
nationale verdediging," zeide hij.
De groeiende macht en de over
moed der Vereenigde Staten zijn
een voortdurend gevaar voor Eu
ropa.
En daarom mag het een geluk
genoemd voor ons werelddeel, - dat
de Latijnsche afkomst der Zuidelijke
Staten een geduchte hinderpaal is
voor do heersclizucht der Yankees.
Daar zijn andere hinderpalen,
grooter en schier onoverkomelijker
hinderpalen.
Reeds enkele malen kwam Ame
rika met Japan in botsing; de stem
ming der dwergmenschen is niet bij
zonder vriendschappelijk, en zonder
ons te wagen aan Cassandra-voor-
spellingen, kunnen wij zeggen, dat,
ook tot zegen van Europa, Japan
en de Vereenigde Staten elkaar niet
uit het oog verliezen; dat de Yan
kee met nog eene andere macht
rekening heeft te houden dan de
Europeesche, de altoos groeiende
macht namelijk van Japan, dat zich
sinds den oorlog met Rusland beter
dan ooit zijne sterkte bewust is.
„De Katholieke dagbladpers verdient
alleszins den steun der geloovigen; zij
is in onze dagen zeer nuttig voor de
verdediging van 't goede recht der
kerk."
Mgr. Bagnoud.
3.
Op uwe gezondheid, Aliette, zeide
Luc, en moge ieder jaar u terugvin
den, zooals gij heden zijt!
Hij had nog gaarne meer'en beter
gesproken, de arme jongen, maar hij
was nooit een groot redenaar geweest,
en de ingehouden toorn van zijn vader,
de plotselinge ernst van Aliette diende
geenszins om hem aan te moedigen.
Te veel kleine teleurstellingen had
den achtereenvolgens de vreugde van
het jonge meisje doen verdwijnen en
zooals het dikwijls gebeurt op deze
ondoordachte blijdschap volgde eene
niet minder ondoordachte treurigheid,
die haar alles in een donkere scha
duw deed zien. De eetzaal die op het
noorden lag scheen haar eensklaps
donker en koud toe, en de herinne
ring aan dezen schoonen lentedag,
RUSLAND.
In de Politische Corresp. komt de
volgende officieuze mededeeling voor
„De Russische regeering hecht er
groote waarde aan om in liberalen
geest de waarborgen voor de gods
dienstige vrijheid der Oud-Russen te
vermeerderen, daar dezen de sterke,
vaste partij onder de Russische bevol
king vormen. De wijsheid en billijk
heid eischen om geen enkele aanlei
ding tot ontevredenheid aan deze
loyale onderdanen te geven, de eigen
dom hunner kerkelijke goederen, de
machtiging aan hun priesters om de
priesterlij ke onderscheidingsteekenen
te dragen, het recht op processies, het
houden van geboorte- en trouwregis
ters, dat alles wordt hun toegestaan.
„Bovendien is de ministerraad er
eenstemmig voor, om er aan de boe
ren, buiten de agrarische kwestie om,
een verbetering hunner burgerlijke
rechten toe te staan en alle formali
teiten op te heffen, die hun zonen
beletten om in den openbaren dienst
to treden of naar de inrichtingen van
hooger onderwijs te gaan, en aldus
te komen tot eene voldoende gelijk
heid van alle klassen.
Krachtens oekas van den 25en dezer
worden van acht millioen desjatinen
land 1,800.000 ten verkoop aan de
boeren beschikbaar gesteld uit de
kroondomeinen. De grond ligt hoofd
zakelijk in de gouvernementen Samara,
Saratof en Simbirsk. De boerenleen
bank zal den verkoop regelen.
Een desjatin is 109.2o are.
De leiders der sociaal-revolutionaire
partij te Moskou zijn in hechtenis
genomen. De partij beschikte over
aanzienlijke middelenen had o. a. een
eigen meubelmakerij, slotenmakers
werkplaats en bakkerij.
Generaal Orlof, bekend door de harde
wijze, waarop hij de onlusten in de
Oostzee-provincie heeft bestreden, zal
waarschijnlijk generaal Skalon opvol
gen als gouverneur-generaal te War
schau. Skalon is nog steeds invalide
tengevolge van den op hem gepleeg-
den aanslag.
Andere berichten noemen generaal
Rennenkampf, bekend uit den jong-
sten oorlog.
Uit Petersburg 'wordt geseind, dat
zich een nieuwe nationale partij ge
vormd heeft, die naar haar pogramma
tusschen het centrum en de rechter
zijde staat. Zij erkent de wetgevende
bevoegdheden der volksvertegenwoor
diging; verwerpt de gelijkstelling der
nationaliteiten; eischt beperking van
de politieke rechten der Joden en
vervanging van den dienstplicht van
dezen door een bizondere belasting.
FRANKRIJK.
Er is wat nieuws op gevonden
Aan de Petite République en dat
fel anti-clericale blad zal 't wel we
ten L! is niet Pius N, maar Kard.
Merry del Val schuld aan de onwaar
heid in de Encycliek.
De Kard. Staatssecretaris heeft de
goedheid gehad Z. Heiligheid ver
minkte stukken voor te leggen, en
zoo is 't gekomen, dat Z. Heiligheid
de Paus er onwetend ingeloopen is.
Arme „eenvoudige" Pius X.
En Kard. Merry del Val is geen
„monnik". Maar.hij had Jesuïet
willen worden.
De bron, waaruit dit bericht ons
bereikt, is zoo verdacht, dat het waar
lijk de moeite niet loont, er een drop
pel inkt aan te verspillen.
Maar de hooggeplaatste Italiaansclie
heer „van de Petite Républiqueeen
kennis zeker van den „oud" pastoor,
die den Par. Correspondent van de
N. R. Crt. telkens van advies dient
begint reeds onze liberale Pers rond
te wandelen en wij mogen het heer
schap, dat per ongeluk zijn naam
kaartje vergat, wel even bij de knoo-
pen van zijn jas pakken en zeggen:
de groetenisse aan minister Brianden
Clémenceau en of ze nog meer van
die pijlen op hun boog hebben."
ITALIË.
De N. R. Ct. van gisteravond maakt
melding, van het protest der Murris-
ten, reeds dagen geleden door ons
besproken, en besluit dan, zeer mis
moedig en meewarig natuurlijk:
„Ook in Italië neemt onder de groote
menigte de afkeer van clericale over-
heersching op politiek gebied zien-
deroogen toe. Het kan er een tweede
Frankrijk worden".
Wij gelooven, dat het liberale blad
wel wat al te veel zijn wenschen voor
de werkelijkheid neemt.
De Murristen vormen nu juist niet
de meerderheid en om de toestanden
daar te vergelijken met de Fransche
gaat o. i. heeleinaal niet op.
waarop buiten de heele natuur lachte,
deed haar huiveren en een onweer
staanbaar verlangen in haar opkomen,
om zonneschijn, warmte en groen op
te zoeken.
Do beide mannen aan tatel latende,
sloop zij stil weg, nam haar grooten,
strooien hoed die aan den spijker in
de vestibule hing en Hep door de
achterdeur den tuin in.
Huis en tuin leken in hun somber
voorkomen goed op elkander; beiden
waren het toonbeeld van eenzaamheid
en verval en herinnerden dooi hunne
colossale afmetingen aan vervlogen
errootheid.
La Ronceray dagteekende uit den
tijd van Bodewijk XIII, en meer dan
twee eeuwen lang hadden de I romen-
tiers hier elkander opgevolgd, de zoon
den vader. Zij leefden als „edelen
volgens eene uitdrukking van vroe
ger dagen, daar zij de eigenaars waren
van uitgestrekte landerijen, aanzien
lijke rijkdommen en konden wedijve
ren met de aanzienlijkste families van
het land. In de oude geschriften werd
hunne woning een kasteel genoemd
en nu nog maakte het groote gebouw
met zijn hoog dak, zijne breede ramen,
zijne reusachtige buitendeur uit de
verte een zekeren indruk. Maar dicht
er bij gekomen zag men in welk een
vervallen staat het verkeerde. Aan
het dak ontbraken pannen, de zwart
geverfde zware luiken hingen scheef
aan de verroeste hengsels, de gebroken
goten vormden bij elke stortbui een
waterval op het bordes, de muren ver
toonde tot de eerste verdieping groene
plekken van de vochtigheid en van
de twee paviljoens, die aan beide
zijden het hoofdgebouw begrensden,
Was het eene in een stal herscha
pen, het ander dat ongebruikt stond,
viel langzamerhand in puin en lag
gedeeltelijk verborgen onder wilde
wingerd, klimop en hopranken, die
woest door elkander groeiden, daar
nimmer de hand van den tuinman
hier eenige orde schiep.
De tuin zelf was een onbebouwde
p'oentehof met verscheidene grasrijke
lanen doorsneden. Op de bedden, die
men nog herkennen kon aan de ran-
1 iVau luge palmstruiken, groeiden
tusschen gras en onkruid blauwe ko
renbloemen, groote margerieten, boter
bloemen en klaprozen.
Hier en daar stonden nog nog eenige
In Italië heeft de Joodsch-magon-
nieke grootmacht nog lang den in
vloed niet, waarover zij in Frankrijk
heimelijk beschikt.
En wij willen hopen voor Italië,
dat het nooit zoover komen zal.
In ons vorig nummer spraken we
van de staking der politie-agenten te
Rome. Nader vernemen wij, dat de
heeren naar het Kapitool wilden, om
het stadsbestuur hunne grieven bloot
te leggen. De karabiniers staken er
een stokje voor: de agenten werden
omsingeld, moesten hun wapenen af
geven en later ook nog hun uniform
en werden afgedankt.
Zij eischten: verhooging van inko
men, afschaffing van de bepaling, dat
zij minstens vijftienmaal in de maand
moeten vérbaliseeren en het recht om
te trouwen.
Dat is nog zoo heel onbillijk niet,
zal menigeen denken. Vooral die 15
maal proces-verbaal rieken wel een
beetje naar een premie op onrecht
vaardige bekeuringen.
BELGIE.
In de „Tndépendance" is weder eens
sprake van het Nederlandscli Belgisch
verbond.
Op het Taal- en Letterkundig Con
gres te Brussel vond het denkbeeld
weinig instemming, zelfs bij de Vla
mingen. Volgens genoemd blad vindt
die tegenzin daarin zijn grond, dat men
de heele toenadering als een politieke
beweging tegen Duitschland beschouwt.
De „Indépendance" wijst op de won
derlijke tegenstrijdigheid, die er ligt
in deze opvatting van Vlamingen en
in die van de Walen, welke het plan
der toenadering afkeuren omdat zij
er een politieke beweging tegen Frank
rijk in zien.
Komt er ooit zulk een verbond tot
stand, dan is 't, zouden wij zeggen,
omdat beide kleine Staatjes in een
drachtig samenwerken en samengaan
meer waarborgen zien voor het behoud
hunner onafhankelijkheid. Of men
door de kat of den kater gebeten
wordt, is hetzelfde, in. a. w. of het
gedaan wordt om den Franschman of
den Pruis of om beide, verandert aan
het feit en de aanleiding er toe in het
geheel niet.
DUITSCHLAND.
Over den doop van den zoon van
den Kroonprins kunnen wij nog de
volgende bijzonderheden vermelden:
Reeds bij deze gelegenheid toonde
het knaapje, dat hij een echte Hohen-
zollern was: onverstoorbaar keek hij
toe, zonder te schreien, alsofhij reeds
Schaepman's versregel kende:
„Kroondragers weenen niet."
Na de doopplechtigheid hief het
domkoor den zang aan„Fürchte
dich nicht!"
In de volgende orde toog men naar
de doopkapel (jaspiszaal):
De Ki-oonprins gaf de Keizerin den
arm, de Keizer de groot-hertogin-
weduwe Anastasia, grootvorst Wladi-
mir van Rusland, de kroonprinses van
Denemarken, aartshertog Jozef van
Oostenrijk, de kroonprinses van Grie
kenland. De Kroonprinses zat reeds
naast het altaar. De doopeling, omringd
door pages, was eerst naar de aangren
zende vertrekken gebracht. Daarna
werd hij, onder geleide van hofmaar
schalk v. Trotha, door de groot
meesteres barones v. Tiele-Winckler
tot aan de deur van de doopkapel
gedragen. Aan de deur nam prinses
Victoria Louise, de dochter van den
Keizer, het prinsje in de armen en
zij ging, terwijl de eerewacht het ge
weer presenteerde, met hem naar het
altaar. Het domkoor zong: „Du Hirte
Israels." Ds. Dryander had tot tekst
gekozen Genesis XII, 2: „En ik zal
u zegenenen wees een zegen."
Bij het begin van de doophandeling
gaf het prinsesje den doopeling aan
groothertogin Anastasia over, maar op
het oogenblik van den doop nam de
Keizerin hem weer op.
Voor de gasten zich aan tafel zet
ten, waren moeder en kind uit het
Nieuwe Paleis vertrokken.
AMERIKA.
Nieuwe Aardbeving
Een telegram aan de „N. Y. Herald"
uit Tacna, in Chili meldt, dat daar
en te Arica hevige aardschokken ge
voeld zijn, die zich voortzetten tot
aan de Peruaansche grens. Er heerscht
een onbeschrijfelijke ontsteltenis. De
menschen slapen op de openbare
pleinen. De eerste schok hield 30
sekonden aan.
Het verjaarsgeschenk van Keizer
Wilhelm.
Melding makende van de bezoeken
die keizer Wilhelm dezer dagen bracht
aan de ateliers van eenige beeldhou
wers, o. a. aan dat van Heinrich
Baucke, die voor het terras van het
paleis te Berlijn het beeld van prins
Willem III maakt, deelt het Berl.
Tagebl. mede, dat koningin Wilhel-
mina zelf de lijfspreuken der vijf Oran
jevorsten, met wier beeltenissen de
Keizer den toegang tot zijn paleis
wil sieren, heeft opgegeven.
Op de beeldjes, verkleiningen van
de ontworpen standbeelden, die de
Keizer dezer dagen aan koningin Wil-
helmina ten geschenke zond, staan
die spreuken in het Latijn op sierlijke
groenmarmeren voetstukken.
Volksbond.
De afdeeling Amsterdam van de
zen anti-alcoliolischen Bond heeft
aan liet hoofdbestuur verzocht de
afdeelingen uit te noodigen tot het
instellen van een locaal onderzoek
naar de uitbetaling van loonen en
verwijst daarbij naar de uitkomsten
van een dergelijk onderzoek in
Amsterdam en Rotterdam, die ge
publiceerd zijn in het Meinummer
1905 van de „Vragen des Tijds."
Dit voorstel werd van de agenda
afgevoerd, daar de afdeeling Am
sterdam niet vertegenwoordigd was.
De hertog van Orleans.
De hertog is met zijn Pool-scliip
„Belgica" naar Ostende vertrokken.
De prins moet opgetogen zijn ge
weest over de schoonheden van
Amsterdam, dat hij voor het
eerst bezocht en heeft plan ons
land andermaal te bezoeken.
Vergezeld van twee heeren van
zijn gevolg en den ingenieur J. P.
Schaeffer, maakte hij per stoom-
sloep 'een tochtje door onze water
wegen naar Marken, ook werden
de diamantslijperij Coster" bene
vens eenige musea bezichtigd.
Aan den maaltijd in het hotel
de l'Europe waren de heer en me
vrouw Schaeffer zijne gasten.
Na het avondmaal aan boord van
de Belgica" lichtte deze het anker
en aanvaardde, onder veel bekijks
haar reis naar Ostende, alwaar zij
zal overwinteren.
De hertog neemt de beste herin
neringen aan ons land en bewo
ners met zich mede.
Hij heeft het voornemen den
winter door te brengen op zijn slot
te Eversham en tegen Juni weder
om een pooltocht te ondernemen.
Dokters-manoeuvre.
Uit Amersfoort schrijft men aan
het N. v. d. D.
Begunstigd door prachtig weder
is in onze streken gehouden wat
wij hier gewoon zijn de „dokters
manoeuvre" te noemen.
Klokke 8 uur was het uitrukken
en nam eene Zuidpartij eene verde
digende stelling aan ten Noorden
van de Pyramide van Austerlitz,
welke partij door een Noordpartij,
van Amersfoort komende werd aan
gevallen.
De hoofdverbandplaats werd op
gesteld in Kampoord, een verblijf
op een uur afstands van Amers
foort aan den straatweg Amersfoort
Utrecht. Daarmede moesten voe
ling houden twee hulpverbandplaat-
sen, nabij het vechtterrein opge
steld.
Op de signalen van één, twee,
drie vielen de gewonden neder. Deze
werden door de troepen van den
geneeskundigen dienst, naar de hulp-
verbandplaatsen gebracht, vandaar
zoo noodig, naar de hoofdverband
plaats vervoerd, om aldaar indien
dit noodig mocht blijken, naar de
spoorbaan aan de Soesterweg ge
bracht te worden, alwaar ze per
spoor verder werden vervoerd naar
de hospitalen.
Er vielen nogal enkele gewonden.
De leiding van het geheel was
opgedragen aan den commandant
van het 5de regiment infanterie,
kolonel Van Hoek, aan wien toe-
toegevoegd was de officier van ge
zondheid Dr. Smits, uit Amersfoort.
De leiding van de geneeskundige
manoeuvre was in handen van den
officier van gezondheid 2de kl. J.
L. E. Kraft, uit Arnhem.
Een twintigtal officieren van ge
zondheidwoonden de manoeuvre bij.
overgebleven struikjes, die een kwij
nend bestaan voortsleepten en bijna
bedolven waren onder de slingerplan
ten, verder eenige brokstukken muur,
heuvels en puinhoopen waarvan nie
mand zich kon herinneren, wat zij
oorspronkelijk geweest waren.
Bij het overlijden van zijn vader
had mijnheer Fromentier, die van het
principe uitging, dat men niets onder
houden moet, waarvan men geen nut
heeft de heesters laten omhakken, de
grachten laten vullen, de bruggen
laten afbreken, in één woord, alles
laten wegruimen, waardoor in de vo
rige eeuw de tuinen van de boerderij
Ronceray tot de wonderen van het
land gerekend werden. De duiventil
was oud en viel ineen, eene groote
volière was in kippenhok herschapen
en kon slechts den treurigen aanblik
van het geheel verhoogen.
Aliette, die als een klein meisje op
Ronceray gekomen was, na den dood
harer ouders, en die er altijd geleefd
had, bemerkte het sombere, verlaten
voorkomen der behuizing nauwelijks
op. Maar dezen morgen, nu zij onder
den indruk verkeerde van de weinige
liefde, die men haar betoonde, over
viel haar een gevoel van verlatenheid,
van onbeschrijfelijken afkeer.
O, dat oude huis, met zijn een
zame kamers! Overal zag men bouw
vallen, de tand des tijds, die het werk
der menschen vernietigde, die zelfs
de natuur aantastte, de hoornen en
bloemen deed kwijnen, de struiken
verdorren, die ook den mensch niet
spaarde. Waren de oude Fromentier
met zijn perkamentkleurig vel, de af
schuwelijk leelijke, terugstootende Flo-
rine, ja zelfs de ernstige, stille Luc
met zijn strenge plooi in het voor
hoofd en zijne oogen, die nooit lach
ten, daarvan niet een sprekend voor
beeld
Het kwam Aliette plotseling voor,
dat deze treurige somberheid om haar
heen, een sluier over hare vroolijk-
heid wierp, dat, verstikt onder deze
puinhoopen, hare jeugd zich niet ver
der kon ontwikkelen; dat zij zelve
ook spoedig eene oude, knorrige vrouw
zou zijn, versleten en afgeleefd als
alles om haar heen, haar leven voort
slepende tusschen deze kille muren,
evenals de andere personen met haar.
Een soort van schrik greep haar
aan, een begin van verzet, tegen het
lot, waarin zij tot nu toe zonder mor
ren berust had.
Wel was het reeds meer dan eens
gebeurd, dat de tijd haar lang viel,
terwijl mijnheer Fromentier, die on
danks zijne vier en zeventig jaren
velden en bosschen afliep, en Luc
heele dagen in zijn boeken verdiept
zat; maar dat was zij spoedig verge
ten. Aliette was eenvoudig gebleven,
een echt kind; met elke kleinigheid
kon zij zich vermaken. Zij hield harts
tochtelijk veel van de natuur, bloe
men, planten en dieren alles boezemde
haar belang in.
Ijverig en met eene goede gezond
heid bedeeld, liep, sprong en zong zij
van den morgen tot den avond, zich
verheugende in den heerlijken zonne
schijn, weinig over haar lot naden
kende en zich ook niet ongelukkig
gevoelende in haar lot.
Voor de eerste maal scheen er thans
een gewicht op haar hart te drukken
en zij spande zich vruchteloos in om
vroolijk te zijn en hare treurige ge
dachten te verdrijven.
(Wordt vervolgd