aZterdag 1 Sept. 1906.
No. 6388. 31s,e Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
De laatste Hoop.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
&e familie Fromentier.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65
Afzonderlijke nummers0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Telefoon No. 1426. - HAARLEM.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE ff CONTANT.
Hoofdagenten voor bet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DA.TJBE Co., JOHN P. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
Tot het laatste oogenblik had de
heer Briand geweldig rechtsge
leerde voor den Heer, want zijn
niet alle kerk vervolgers halve of
heele genieën? de hoop durven
koesteren, dat Z.-Heiligheid, in de
scheidingswet berusten zou en zuch
tend zich schikken in de zoogenaam
de godsdienstige vereenigingen.
Nu deze verwachting in rook is
opgegaan, wendt hij 't over een an
deren boeg hij poogt met sommige
prelaten te onderhandelen, den weg
op te gaan van den ouden Com
bes, en zoo te komen tot het schis
ma, het ideaal van de Loge, van
den haat tegen het Katholicisme.
De pers-campagne van Temps en
Siècle, waaraan een N. R. Ct. zoo
van ganscher harte meedoet, is
niets anders dan een poging, om
liet vertrouwen der Katholieken te
schokken, om onder de menigte
zekere strooming te verwekken, het
schisma gunstig.
Toch heeft Briand evenzeer als
zijn lastgeefster de Loge, de innige
overtuiging, dat het vestigen van
deze meening, Rome vijandig, het
Vormen eener strooming, die naar
het schisma voert, hitter weinig-
kans van slagen heeft
Het kloeke woord des Pausen
heeft niet enkel als de trompet des
oordeels geklonken in de ooren van
het sectarisme, het heeft zekere ge
voelens gewekt, naar het schijnt, die
al te lang sluimerden in de harten
der Fransche Katholieken.
Aangenomen zelfs, dat er enkele
prelaten zijn, die in gewone om
standigheden om den menschen te
hehagen hun heiligen plicht zouden
vergeten, zijn er thans geheel buiten
gewone omstandigheden, waarmee de
Regeering rekening te houden heeft
en die ook de zwakstaanden van het
Episcopaat niet licht uit het oog
rifllen verliezen.
En alles liet zich zoo mooi aan-
den; de sluwheid der Loge meende
2. Heiligheid voor een dilemma ge
plaatst te hebben, voor een Kwaad
°f erger" van de neteligste soort.
Hoe ook de keuze zijn zou, de
felgehatc, de Roomsche Kerk zou
•Etmaal een geweldige slag, mis
skien de genadeslag toegebracht
borden.
't Woord des Pausen verstoorde
•Een schoonen droom het gevaarlijk
^apen richtte zich tegen den gods-
•Eensthaat-zelf. De geniale advocaat
Ei'iand en de andere genieën en ta-
„De Katholieke Pers is een waar
^Postolaat en wij kunnen ons tot de
v°ortzetters der Apostelen maken, zoo
^'j door onze offers aan de verbrei-
'"ig der Katholieke Pers medewerken."
(Kanunnik Wicky.)
lenten achter hem moesten knarse
tandend bekennen, dat de „eenvou
dige" Pi us X, die enkel rekening
hield met de heilige plichten van
zijn hooge waardigheid hij de te
nemen beslissing, hun allen te knap
was.
In een leugen-en-laster-campagiie,
waaraan zelfs de Temps als een ge
woon anti-clericaal schendblad deel
nam, koelde de Regeering haar wraak.
Doch wat is nu haar laatste hoop
De geld-quaestie, met andere woor
den het uithongeringsstelsel ten op
zichte der priesterschap. En die weegt
zeer zwaar. Daar zijn duizenden
priesters, die letterlijk met den hon
gerdood bedreigd worden, indien zij
hun schamel inkomen moeten der
ven.
Wie groot van geloof zijn, zeker,
zij zullen vast en onwankelbaar ver
trouwen op de Voorzienigheid, welke
zelfs het jong der wilde diei^n niet
vergeet, dat om voedsel roept.
Toch is honger in dit geval niet
enkel een scherp zwaard, maar voor
de zwakkeren nog erger dan dat.
Het satanisch karakter van dezen
strijd tegen de Roomsche Kerk de
andere lijden er niet of in geringe
mate onder springt nog scherper
in het oog, als meli zich even herin
neren wil, wat wij geschreven heb-
Km enkele, dagen geledon over eon
zekere Commissie, die zich beschik
baar stelt, om de zoogenaamde gods
dienstige vereenigingen te vormen,
door Z. Heiligheid, veroordeeld.
Ook dat is een dier verraderlijke
middelen, om tweedracht te zaaien
en de geleden nederlaag zoo moge
lijk door een schisma in 't klein te
vergoelijken.
De prelaten, die binnen kort
samenkomen voor een tweede al-
gemeene vergadering, hebben een
zware taak te vervullen, staan voor
beslissingen, waarvan menschelijker
wijze gesproken het lot der Kerk
in Frankrijk afhankelijk is.
Kinderen zijn wij katholieken dei-
zelfde Moeder, een zelfde geloofs-
band vereenigt ons.
Het belang der kerk in Frank
rijk is dus ook ons belang. Harde
woorden hebben sommigen onzer
voor de Fransche Katholieken over,
niet anders.
Zou een enkel „Weesgegroet" nu
en dan niet beter zijn, christelijker?
Zou het niet medehelpen, om met
Gods zegen ook de laatste hoop der
goddeloozen te verijdelen en den
triomf der Kerk in Frankrijk te
verzekeren?
Staatkundig Overzicht.
AMERIKA.
In de politiek stuit men soms Op
zulke vreemde dingen, dat men zicq
eigenlijk over niets verwonderen mag.
Het zou ons daarom op dien grond niet,
meer dan natuurlijk voorkomen, als wij
vandaag of morgen uit Amerika be
richt krijgen, dat de Regeering der
Vereenigde Staten zich gedwon
gen heeft gezien op Cuba tussohen
beiden te komen.
Er loopen wel geruchten over „een
slim spel", dat de opstandelingen hee-
ten te spelenover allerlei plannen,
die zij zullen uitvoeren, wanneer het
beslissend oogenblik daar is, maar
dat slimme spel zou wel een gevaar
lijk spel kunnen wezen.
Het Amerikaansch imperialisme ligt
overal op den loer, en zoodra het de
kans schoon ziet, zal 't ongetwijfeld
zijn slag slaan.
Daar is iets anders, wat liet optre
den der Vereen. Staten tot voorwend
sel dienen kan: het gevaar namelijk
dat het Amerikaansch kapitaal loopt
bij zulk een toestand.
'Gelijk we reeds schreven zagen de
geldmannen der Vereenigde Staten,
dat er wel een zoet winstje te beha
len was op Cuba, en zij aarzelden niet,
óm bun geld in zekere soliede onder
nemingen te steken.
En zouden nu de lui van de „all-
mighty dollar" het rustig aanzien,
dat de Cubaansche woelingen oorzaak
worden van den stilstand in zaken,
van den achteruitgang dus of den
ondergang van ondernemingen, waarbij
zij financieel betrokken zijn
We betwijfelen het.
IX- Cubanen bestrijden elkaar, slaan
elkaar dood. Amerika laat stil begaan
nog. Op het gegeven oogenblik, als de
Cubaansche bullebijters, uitgeput van
het plukharen, niet meer kunnen, zou
't echt Amerikaansch-practiseh zijn,
indien de toeziende voogd, de Ver
eenigde Staten, met het been heen-
wandelde, waarom de Cubanen zoo
dapper* gestreden hebben.
RUSLAND.
De soldaten van liet Semenoisky-
regiment zijn na den moord op gene
raal Minn voortdurend in een zeer op
gewonden toestand.
Na de begrafenis hebben zij zich
om de weduwe verdrongen en haar
beloofd dat, zij den vermoorde zouden
wreken. Velen barstten in snikken los.
Men vreest dat de soldaten er
's nachts op uit zullen trekken om
gewelddaden te plegen. Zij heeten een
aanval te beramen op de vier gevan
genissen voor politieke gevangenen
te Petersburg.
Het onderzoek naar de muiterij
der bemanning van de Pamjat-Azowa
heeft uitgemaakt, dat de opstoker der
matrozen de aalmoezenier is geweest,
een man van 65 jaar. Hij zal voor
den krijgsraad gebracht worden.
Men meldt uit Warschau dat er daar
16 bataljons voetvolk en 12 sotnias
kozakken zijn aangekomen. Veel ko
lonisten uit Saratof en Samara, vree-
zende de eerste slachtoffers te worden
van de agrarische onlusten, trekken
naar den vreemde, na tegen spotprij
zen hunne goederen, huizen en land
bouwgereedschappen verkocht te heb
ben.
Kapitein Minalef, bevelhebber dei-
Ie sotnia kozakken, is te Mariopol
aangehouden wegens revolutionaire
propaganda onder de kozakken. Hij
is naar Odessa gebracht. Bij de be
grafenis van den waarnemenden gou
verneur-generaal van Warschau had de
overheid bevel gegeven alle deuren en
vensters te sluiten en in de voor
naamste straten het verkeer stil te
zetten. De lijkstoet was vergezeld
door kozakken, die den vinger aan
den trekker van hun revolver hielden.
Niemand mocht zich aan de vensters
vertoonèn.
Het bericht, als zou minister Sto-
lypine aftreden en aan Witte het mi
nister-presidentschap overdragen,wordt
te Sint Petersburg op de meest be
sliste wijze tegengesproken.
DUITSCHLAND.
Een zoete jongen schijnt de zoon
van den Kroonprins te wezen. Onder
andere bijzonderheden over de doop:
plechtigheid troffen wij ook nog de
volgende aan: Geen enkele maal ge
durende de plechtigheid, die een half
uur duurde, heeft hij zijn stem opgezet.
Hij sliep als een roos en opende zijn
oogeh slechts even, toen de hofpredi
ker een paar droppels water uit den
Jordaan, dat voor den doop gebruikt
werdj over hem heensprenkelde.
Toen de Keizerin het kind van groot
hertogin Anastasia overnam, scheen
het een oogenblik, of hij wilde gaan
schreeuwen, maar de Keizerin suste
hem m daarop keek liij haar met
zijne groote blauwe oogen lachende
aan. Dus wel een zoete jongen.
De strijd tusschen Polen en Pruisen
houdt, aan, gelijk het volgende be
richt bewijst:
In de volksscholen van de Pruisische
provincie Posen breidt zich de staking
der Poolsche schoolkinderen uit, die
gericht is tegen het Duitsche gods
dienstonderwijs. Poolsche ouders en
Poolsche geestelijken hielden vergade
ringen en besloten den tegenstand der
kinderen, ondanks de lichamelijke
schoolstraffen, waarmede gedreigd werd
te doen voortduren. Dientengevolge
bleven de kinderen ook weigeren in
de godsdienstlessen, die door Duitsche
onderwijzers gegeven worden, in het
Duitsch te bidden en in het Duitsch
antwoorden op de vragen uit den ca
techismus te geven.
Van 't Loo.
De verjaardag van H. M. de Ko
ningin werd te Apeldoorn opgewekt
gevierd.
Reeds vroeg in den morgen begon
nen de felicitaties, hetzij per draad
of in den vorm van bloemen en bloem
stukken, onderling wedijverend in
pracht. Van gemeentewege en ver
schillende andere lichamen werden
bloemruikers naar het Paleis gezonden
en talrijk was het aantal ingezetenen,
die de felicitatie-registers ten Paleize
teekenden.
Te halfelf bracht de Harmonie een
aubade aan de Vorstelijke Familie,
die daartoe op het bordes van het Pa
leis was gezeten. Toen de laatste too
nen voor het basse-cour wegsmolten,
dankten de Koningin, de Prins en de
Koningin-Moeder het bestuur der Har
monie.
Inmiddels had zich een aanzienlijke
menigte voor het Paleis opgesteld en
begon het défilé der schoolkinderen.
Het was een aardig gezicht, dien on-
afzienbaren stoet kinderen met frissche
toiletjes en allen getooid met cocarde
of sjerp, voorbij de Vorstelijke Perso
nen te zien trekken.
Op het ruime voorplein van het
statige Paleis en op het oogenblik, dat
de kinderen de Koninklijke Familie
passeerden, werd enthousiastisch met
petten en hoeden gewuifd. De jongelui
werden vriendelijk begroet door hen
wie de hulde gold.
Na de voorstelling der feestcom
missie was deze plechtigheid afgeloo-
pen en begon het gala-déjeuner.
H. H. M. M. de Koninginnen en
Z. K. H. de Prins verschenen even
voor vieren in een ff la Daumont
bespannen rijtuig op het feestterrein,
geestdriftig begroet door duizend
aanwezigen. Bouquetten werden aan
geboden, waarna de vorstelijke per
sonen toefden bij de gymnastische
oefeningen, spelen en goochelvoor-
stelling. Zij bedankten het bestuur
voor de organisatie van het welge
slaagd feest, en deden daarna den
gebruikelijken rijtoer.
Als verjaarsgeschenk heeft Z. K. H.
de Prins aan deKoningin een motor
boot gegeven voor tien personen.
II. M. de Konir.gin-Moeder is
heden, Zaterdagmiddag, te 2.38 u.
(spoortijd) te Baarn teruggekeerd
van Haar bezoek aan het Loo.
Graaf v. Moltke.
Luitenant-generaal graaf VonMolt
ke, commandant van Berlijn, verliet
hedenochtend 's-Gravenhage, welks
merkwaardigheden hij bezichtigd
heeft.
Gisterochtend bracht hij met den
Duitschen gezant een bezoek aan de
particuliere kunstverzameling van
dr. Bredius, te diens huize.
Eergisteren vertoefde hij te Am
sterdam en bezocht van daar uit
het eiland Marken.
Gistermiddag bezocht de generaal
de kunsttentoonstellingen te Lei
den.
Notarieel Staatsexamen.
's-Gravenhage, 2530 Aug. Ge
slaagd eerste gedeelte T. Sluis te
Zuidbroek, B. A. van der Put te
Nijmegen; tweede gedeelte J. P. H.
de Wit te Enkhuizen, K. L. Muijs
te Delft, C. Graendijk te's-Gravenha
ge, H. Th. Langeveld, idem.
Tuberculose.
Zooëven ontvangen wij no. 4 van het
op ongeregelde tijden verschijnende
tijdschrift „Tuberculose", uitgave van
het Bestuur van het Nederlandsch
Centraal Comité tot bestrijding der
Tuberculose.
De aflevering bevat de j aarverslagen
van de sanatoria „Oranje Nassau's
Oord"het volkssanatorium te Hel-
lendoornde vereeniging tot bestrij
ding der tuberculose te Rotterdam
de plaatselijke vereeniging te Haarlem
(2e jaarverslag)de plaatselijke ver
eenigingen te Amsterdam, 's Graven-
hage en Utrecht. Verder wordt bespro
ken de a.s. internationale tuberculose-
conferentie te 's Gravenhage, terwijl
de aflevering sluit met eene lijst der
correspondentsch appen.
Voor Haarlem en omstreken (Ben-
nebroek, Haarlemmermeer, Heemstede
is correspondent Dr. L. C. Kersbergen
alhier.
Op het consultatie-bureau hier ter
stede werden onderzocht 175 personen
(77 mannen, 67 vrouwen en 31 kinde
ren) 39 der volwassenen bleken tu
berculeus te zijn, waarvan 46 tot het
le, 31 tot het 2e en 12 tot het 3e
ziektestadium moesten gerekend wor
den. Onder de kinderen waren er 6
tuberculeuze, alle nog in 't eerste sta
dium.
Aan 35 patiënten van dit verslag
jaar werden 1l1j2 liter melk, soms
met 1 ei vermeerderd, uitgereikt.
Velen van hen deden een bepaalde
ligkuurin principe werd slechte ver
sterkend voedsel gegeven als de patient
een ligkuur deed. Bui.en de lighal
werden 18 ligstoelen uitgegeven.
De lighal, in een tuin in de stad
opgericht, nam 31 patiënten (12 man
nen, 12 vrouwen en 7 kinderen) op.
Hun werd 2 liter melk, 1 ei 'en een
warme schotel, bestaande in karne
melk met meel, soep of andere meel
spijzen, verstrekt. Hiervan vertrokken
13 patiënten vroegtijdig, zijn 11 nog
in behandeling, doch vertrokken 7,
die alle, aanmerkelijk verbeterd, tot
arbeiden in staat waren en waarvan
4 geen afwijking meer vertoonden.
Een geschikt terrein buiten de stad
voor een lighal kon slechts met zeer
veel moeite gevonden worden overal
vreesde men de nabuurschap der pa
tiënten doch is eindelijk verkregen
te Schoten.
De onkosten van aankoop van IJ/4
H.A. grond, bebossching, overbrengen
en verbouwen van de lighal bedragen
f 17000, van welk bedrag ruim f5300
bijeengebracht en f 10000 renteloos
voorgeschoten is.
Volgens het verslag zou op 't einde
van 't verslagjaar gebleken zijn, dat
van de 95 in observatie genomen pa-
tienten 48, d.i. 50 zeer veel verbe
terd waren ("met opzet wordt nog niet
van genezing gesproken)1
Voor desinfectie van woningen kon
tot heden niets gedaan worden.
Aan jaarlijksche contributie werd
ontvangen f 2026, aan subsidie van
de gemeente f 1000 en aan rijkssub
sidie f 750.
De Groninger Hoogeschool.
De berichten omtrent de ramp zijn
helaas niet overdreven geweest. Het
geheele gebouw, meer dan vijftig me
ter breed bij dertig diep, is verwoest.
De muren van de benedenverdiepin
gen staan nogop enkele plaatsen
zijn ze gespaard gebleven' tot de kap.
FEUILLETON.
3.
^Euo, die haar een oogenblik later
v°lgd was, vond haar bij het kip-
r'Giok, waar zij met een treurig ge-
broodkruimeltjes strooide voor
1 5 broedsel kuikens.
(.j'-n daar zij pruilend bleef zwijgen,
Ritte hij haar in een goed humeur
'irengen door de opmerking
tj Wat lieve diertjes, kijk dat klein-
L rij 11 best eens doen, omdiengroo-
brok in het bekje te krijgen, daar
£*t de moeder liet te hulp.
vrouwachtig wierp Aliette nu in
li/" al het brood in hok en zich tot
Wendend, zeide zij in hare droef-
x/ Weet gij wat ik denk? dat deze
I \ieiitje3 gelukkig zijn een moeder
1 \.eEhenIk heb er geeneEn zich
ffidende vervolgde zij
O, als ik mijn arme moeder nog
had, zij zou mij dezen morgen wel
omhelsd hebben. Zij zou blijde zijn,
mij al zoo groot te zien, zij zou zich
met mij bezighouden. In één woord,
zij zou mij liefhebben, terwijl zich nu
eigenlijk niemand om mij bekommert.
Uw vader zou mij voor een kar hooi
willen ruilen, dat weet ik zeker
en Florine voor niemendal, want zij
verafschuwt mijIk ben alleen op de
wereld, geheel verlaten,."zeer treu
rig.... en alles wat men mij toe-
wenscht is, dat ik dezelfde blijven
zal, elk volgend jaar, net als het vo
rige
Aliette had zich nog nooit beklaagd
maar nu was haar hart te vol, zij
moest aan haar overkropt gemoed
lucht geven en en onwillekeurig kwa
men er twee dikke tranen in hare
oogen, tengevolge van de herinnering
aan hare moeder, het gebrom van
Luc's vader, haar gevoel van toorn
tegen Luc en de liefde, die de oude
kip aan hare kuikens bewees.
De strenge plooi op Luc's voorhoofd
werd nog dieper:
Gij zijt niet verstandig, zeide hij
met een zucht en ik blijf bij mijn
wensch. Moge God u altijd zoo ge
lukkig laten, als gij nu zijt.
Aliette stampte ongeduldig met den
voet op den grond.
Gelukkig, ha, gij meent, dat ik
gelukkig ben 1 Maar wat verstaat gij
dan door geluk?
Zoo gelukkig mogelijk is men in
deze wereld als ons geen ongeluk treft.
Aliette had eensklaps hare tranen
gedroogd en met een gloeiend gelaat
riep zij uit:
En ik zeg, dat dit niet waar is,
neen, neenUwe definitie is valsch.
Keer ze liever om en zeg dat men
ongelukkig is, als men geen geluk
geeft.
Luc fronste de wenkbrauwen en hij
sprak met doffe stem:
Dan zou de heele wereld te be
klagen zijn! Waar is dan het geluk?
Hebt gij ooit iemand gezien, die het
bezat? Meent gij, dat het geluk voor
ons ellendige menschenkinderen ge
schapen is!
Zij dacht een oogenblik 11a en zeide
dan op een toon van vaste overtui
ging:
Anderen hebben misschien geen
geluk noodig, maar ik wel.
Aliette zag hem glimlachend aan en
antwoordde
Geluk? Dat weet ik niet juist!
Het moet iets zachte, iets sterks zijn,
dat in ons hart dringt, ons tevreden
maakt, onze wensclien vervult, onze
geheele ziel inneemt, haar bewerkt,
hervormt, verandert
Het is schoon, iemand te zien, die
gelukkig is. Gij vroegt mij zoo even,
of ik iemand gezien had, die het ware
geluk bezat? Ja, ik meen mij te her
inneren, zqo iemand gekend te hebben.
Wie dan? vroeg Luc kortaf.
Met eene liefkozende beweging, zoo
als zij zelden gewoon was, nam zij
Luc in den arm en liep op het smalle
voetpad naast hem voort.
Wie? O, dat is eene zeer oude
herinnering, de eerste, de eenige, die
ik uit mijn kindsheid bewaard heb,
toen ik met mijne arme ouders nog
te Parijs was. Op zekeren dag zat ik
bij mama op schoot; zij boog zich
over mij heen, om mij te omhelzen,
zij drukte mij tegen haar hart en zeide
Mijn God, wat ben ik gelukkig!
Hare stem herinner ik mij nog, toen
zij deze woorden sprak; haar gelaat
zie ik soms nog in den droom met
die onbeschrijfelijke uitdrukking, als
het gelaat van een engel.
Was mama niet gelukkig en
schoon
Luc aarzelde, voor hij zonder enthou
siasme antwoordde:
Jaik geloof het wel
Gij gelooft het? Maar gij moest
het zeker weten I ik was nog te klein.
Maar gij waart al een groote jongen,
een man, toen zij gestorven is, en dat
kunt gij niet vergeten hebben!
Ik heb het ook niet vergeten,
hernam Luc somber.
Maar zeg mij dan of ik op mama
gelijk.
Zij vroeg dat op fluisterenden toon,
met een angstig gelaat met een men
geling van kinderlijke teederheid en
vrouwelijke koketterie. Zij had zoo
gaarne willen gelijken op eene moe
der, die zoo schoon, zoo bekoorlijk
was, en zij voelde zich diep teleurge
steld toen haar neef op snijdenden
toon antwoordde:
Gij gelijkt in het geheel niet op
haar.
Half toornig trok zij den arm terug,
die op dien van Luc rustte en zwij
gend liepen zij naast elkander verder.
Aliette liet pruilend het hoofd han
gen Luc keek haar oplettend van ter
zijde aan, getroffen door het denkbeeld,
dat een meisje op hare moeder zou
kunnen gelijken, en hij durfde voor
zich zeiven niet meer bevestigen, wat
hij zoo even tegen zijne nicht zeide.
Hij merkte op, dat in den laatsten
tijd Aliette's voorkomen toch heel wat
veranderd was in haar voordeel en
hoe zij meer op eene schoone jonk
vrouw, dan op een meisje begon te
gelijken. Sedert zij de haren opmaakte
in plaats van ze los op den rug te
laten hangen en een lange japon droeg,
was zij dezelfde niet meer. Hij meende
in haar een geheel andere persoon
lijkheid te zien, die hij zich goed kon
herinneren en die nog altijd een pijn
lijken, bijna verpletterenden indruk
op hem maakte.
Aliette en Luc, die naar gewoonte
op goed geluk af verder liepen, wa
ren thans op het terras gekomen, dat
den tuin aan den zuidkant begrensde.
Evenals de gansehe tuin, was ook dit
terras niet aan de algemeene verwoes
ting ontsnapt.
Wordt vervolgd)
flGITE MA HON AGITATE.
1