aZterdag 1 Sept. 1906. No. 6388. 31s,e Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. De laatste Hoop. BUITENLAND. BINNENLAND. &e familie Fromentier. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Telefoon No. 1426. - HAARLEM. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE ff CONTANT. Hoofdagenten voor bet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DA.TJBE Co., JOHN P. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Tot het laatste oogenblik had de heer Briand geweldig rechtsge leerde voor den Heer, want zijn niet alle kerk vervolgers halve of heele genieën? de hoop durven koesteren, dat Z.-Heiligheid, in de scheidingswet berusten zou en zuch tend zich schikken in de zoogenaam de godsdienstige vereenigingen. Nu deze verwachting in rook is opgegaan, wendt hij 't over een an deren boeg hij poogt met sommige prelaten te onderhandelen, den weg op te gaan van den ouden Com bes, en zoo te komen tot het schis ma, het ideaal van de Loge, van den haat tegen het Katholicisme. De pers-campagne van Temps en Siècle, waaraan een N. R. Ct. zoo van ganscher harte meedoet, is niets anders dan een poging, om liet vertrouwen der Katholieken te schokken, om onder de menigte zekere strooming te verwekken, het schisma gunstig. Toch heeft Briand evenzeer als zijn lastgeefster de Loge, de innige overtuiging, dat het vestigen van deze meening, Rome vijandig, het Vormen eener strooming, die naar het schisma voert, hitter weinig- kans van slagen heeft Het kloeke woord des Pausen heeft niet enkel als de trompet des oordeels geklonken in de ooren van het sectarisme, het heeft zekere ge voelens gewekt, naar het schijnt, die al te lang sluimerden in de harten der Fransche Katholieken. Aangenomen zelfs, dat er enkele prelaten zijn, die in gewone om standigheden om den menschen te hehagen hun heiligen plicht zouden vergeten, zijn er thans geheel buiten gewone omstandigheden, waarmee de Regeering rekening te houden heeft en die ook de zwakstaanden van het Episcopaat niet licht uit het oog rifllen verliezen. En alles liet zich zoo mooi aan- den; de sluwheid der Loge meende 2. Heiligheid voor een dilemma ge plaatst te hebben, voor een Kwaad °f erger" van de neteligste soort. Hoe ook de keuze zijn zou, de felgehatc, de Roomsche Kerk zou •Etmaal een geweldige slag, mis skien de genadeslag toegebracht borden. 't Woord des Pausen verstoorde •Een schoonen droom het gevaarlijk ^apen richtte zich tegen den gods- •Eensthaat-zelf. De geniale advocaat Ei'iand en de andere genieën en ta- „De Katholieke Pers is een waar ^Postolaat en wij kunnen ons tot de v°ortzetters der Apostelen maken, zoo ^'j door onze offers aan de verbrei- '"ig der Katholieke Pers medewerken." (Kanunnik Wicky.) lenten achter hem moesten knarse tandend bekennen, dat de „eenvou dige" Pi us X, die enkel rekening hield met de heilige plichten van zijn hooge waardigheid hij de te nemen beslissing, hun allen te knap was. In een leugen-en-laster-campagiie, waaraan zelfs de Temps als een ge woon anti-clericaal schendblad deel nam, koelde de Regeering haar wraak. Doch wat is nu haar laatste hoop De geld-quaestie, met andere woor den het uithongeringsstelsel ten op zichte der priesterschap. En die weegt zeer zwaar. Daar zijn duizenden priesters, die letterlijk met den hon gerdood bedreigd worden, indien zij hun schamel inkomen moeten der ven. Wie groot van geloof zijn, zeker, zij zullen vast en onwankelbaar ver trouwen op de Voorzienigheid, welke zelfs het jong der wilde diei^n niet vergeet, dat om voedsel roept. Toch is honger in dit geval niet enkel een scherp zwaard, maar voor de zwakkeren nog erger dan dat. Het satanisch karakter van dezen strijd tegen de Roomsche Kerk de andere lijden er niet of in geringe mate onder springt nog scherper in het oog, als meli zich even herin neren wil, wat wij geschreven heb- Km enkele, dagen geledon over eon zekere Commissie, die zich beschik baar stelt, om de zoogenaamde gods dienstige vereenigingen te vormen, door Z. Heiligheid, veroordeeld. Ook dat is een dier verraderlijke middelen, om tweedracht te zaaien en de geleden nederlaag zoo moge lijk door een schisma in 't klein te vergoelijken. De prelaten, die binnen kort samenkomen voor een tweede al- gemeene vergadering, hebben een zware taak te vervullen, staan voor beslissingen, waarvan menschelijker wijze gesproken het lot der Kerk in Frankrijk afhankelijk is. Kinderen zijn wij katholieken dei- zelfde Moeder, een zelfde geloofs- band vereenigt ons. Het belang der kerk in Frank rijk is dus ook ons belang. Harde woorden hebben sommigen onzer voor de Fransche Katholieken over, niet anders. Zou een enkel „Weesgegroet" nu en dan niet beter zijn, christelijker? Zou het niet medehelpen, om met Gods zegen ook de laatste hoop der goddeloozen te verijdelen en den triomf der Kerk in Frankrijk te verzekeren? Staatkundig Overzicht. AMERIKA. In de politiek stuit men soms Op zulke vreemde dingen, dat men zicq eigenlijk over niets verwonderen mag. Het zou ons daarom op dien grond niet, meer dan natuurlijk voorkomen, als wij vandaag of morgen uit Amerika be richt krijgen, dat de Regeering der Vereenigde Staten zich gedwon gen heeft gezien op Cuba tussohen beiden te komen. Er loopen wel geruchten over „een slim spel", dat de opstandelingen hee- ten te spelenover allerlei plannen, die zij zullen uitvoeren, wanneer het beslissend oogenblik daar is, maar dat slimme spel zou wel een gevaar lijk spel kunnen wezen. Het Amerikaansch imperialisme ligt overal op den loer, en zoodra het de kans schoon ziet, zal 't ongetwijfeld zijn slag slaan. Daar is iets anders, wat liet optre den der Vereen. Staten tot voorwend sel dienen kan: het gevaar namelijk dat het Amerikaansch kapitaal loopt bij zulk een toestand. 'Gelijk we reeds schreven zagen de geldmannen der Vereenigde Staten, dat er wel een zoet winstje te beha len was op Cuba, en zij aarzelden niet, óm bun geld in zekere soliede onder nemingen te steken. En zouden nu de lui van de „all- mighty dollar" het rustig aanzien, dat de Cubaansche woelingen oorzaak worden van den stilstand in zaken, van den achteruitgang dus of den ondergang van ondernemingen, waarbij zij financieel betrokken zijn We betwijfelen het. IX- Cubanen bestrijden elkaar, slaan elkaar dood. Amerika laat stil begaan nog. Op het gegeven oogenblik, als de Cubaansche bullebijters, uitgeput van het plukharen, niet meer kunnen, zou 't echt Amerikaansch-practiseh zijn, indien de toeziende voogd, de Ver eenigde Staten, met het been heen- wandelde, waarom de Cubanen zoo dapper* gestreden hebben. RUSLAND. De soldaten van liet Semenoisky- regiment zijn na den moord op gene raal Minn voortdurend in een zeer op gewonden toestand. Na de begrafenis hebben zij zich om de weduwe verdrongen en haar beloofd dat, zij den vermoorde zouden wreken. Velen barstten in snikken los. Men vreest dat de soldaten er 's nachts op uit zullen trekken om gewelddaden te plegen. Zij heeten een aanval te beramen op de vier gevan genissen voor politieke gevangenen te Petersburg. Het onderzoek naar de muiterij der bemanning van de Pamjat-Azowa heeft uitgemaakt, dat de opstoker der matrozen de aalmoezenier is geweest, een man van 65 jaar. Hij zal voor den krijgsraad gebracht worden. Men meldt uit Warschau dat er daar 16 bataljons voetvolk en 12 sotnias kozakken zijn aangekomen. Veel ko lonisten uit Saratof en Samara, vree- zende de eerste slachtoffers te worden van de agrarische onlusten, trekken naar den vreemde, na tegen spotprij zen hunne goederen, huizen en land bouwgereedschappen verkocht te heb ben. Kapitein Minalef, bevelhebber dei- Ie sotnia kozakken, is te Mariopol aangehouden wegens revolutionaire propaganda onder de kozakken. Hij is naar Odessa gebracht. Bij de be grafenis van den waarnemenden gou verneur-generaal van Warschau had de overheid bevel gegeven alle deuren en vensters te sluiten en in de voor naamste straten het verkeer stil te zetten. De lijkstoet was vergezeld door kozakken, die den vinger aan den trekker van hun revolver hielden. Niemand mocht zich aan de vensters vertoonèn. Het bericht, als zou minister Sto- lypine aftreden en aan Witte het mi nister-presidentschap overdragen,wordt te Sint Petersburg op de meest be sliste wijze tegengesproken. DUITSCHLAND. Een zoete jongen schijnt de zoon van den Kroonprins te wezen. Onder andere bijzonderheden over de doop: plechtigheid troffen wij ook nog de volgende aan: Geen enkele maal ge durende de plechtigheid, die een half uur duurde, heeft hij zijn stem opgezet. Hij sliep als een roos en opende zijn oogeh slechts even, toen de hofpredi ker een paar droppels water uit den Jordaan, dat voor den doop gebruikt werdj over hem heensprenkelde. Toen de Keizerin het kind van groot hertogin Anastasia overnam, scheen het een oogenblik, of hij wilde gaan schreeuwen, maar de Keizerin suste hem m daarop keek liij haar met zijne groote blauwe oogen lachende aan. Dus wel een zoete jongen. De strijd tusschen Polen en Pruisen houdt, aan, gelijk het volgende be richt bewijst: In de volksscholen van de Pruisische provincie Posen breidt zich de staking der Poolsche schoolkinderen uit, die gericht is tegen het Duitsche gods dienstonderwijs. Poolsche ouders en Poolsche geestelijken hielden vergade ringen en besloten den tegenstand der kinderen, ondanks de lichamelijke schoolstraffen, waarmede gedreigd werd te doen voortduren. Dientengevolge bleven de kinderen ook weigeren in de godsdienstlessen, die door Duitsche onderwijzers gegeven worden, in het Duitsch te bidden en in het Duitsch antwoorden op de vragen uit den ca techismus te geven. Van 't Loo. De verjaardag van H. M. de Ko ningin werd te Apeldoorn opgewekt gevierd. Reeds vroeg in den morgen begon nen de felicitaties, hetzij per draad of in den vorm van bloemen en bloem stukken, onderling wedijverend in pracht. Van gemeentewege en ver schillende andere lichamen werden bloemruikers naar het Paleis gezonden en talrijk was het aantal ingezetenen, die de felicitatie-registers ten Paleize teekenden. Te halfelf bracht de Harmonie een aubade aan de Vorstelijke Familie, die daartoe op het bordes van het Pa leis was gezeten. Toen de laatste too nen voor het basse-cour wegsmolten, dankten de Koningin, de Prins en de Koningin-Moeder het bestuur der Har monie. Inmiddels had zich een aanzienlijke menigte voor het Paleis opgesteld en begon het défilé der schoolkinderen. Het was een aardig gezicht, dien on- afzienbaren stoet kinderen met frissche toiletjes en allen getooid met cocarde of sjerp, voorbij de Vorstelijke Perso nen te zien trekken. Op het ruime voorplein van het statige Paleis en op het oogenblik, dat de kinderen de Koninklijke Familie passeerden, werd enthousiastisch met petten en hoeden gewuifd. De jongelui werden vriendelijk begroet door hen wie de hulde gold. Na de voorstelling der feestcom missie was deze plechtigheid afgeloo- pen en begon het gala-déjeuner. H. H. M. M. de Koninginnen en Z. K. H. de Prins verschenen even voor vieren in een ff la Daumont bespannen rijtuig op het feestterrein, geestdriftig begroet door duizend aanwezigen. Bouquetten werden aan geboden, waarna de vorstelijke per sonen toefden bij de gymnastische oefeningen, spelen en goochelvoor- stelling. Zij bedankten het bestuur voor de organisatie van het welge slaagd feest, en deden daarna den gebruikelijken rijtoer. Als verjaarsgeschenk heeft Z. K. H. de Prins aan deKoningin een motor boot gegeven voor tien personen. II. M. de Konir.gin-Moeder is heden, Zaterdagmiddag, te 2.38 u. (spoortijd) te Baarn teruggekeerd van Haar bezoek aan het Loo. Graaf v. Moltke. Luitenant-generaal graaf VonMolt ke, commandant van Berlijn, verliet hedenochtend 's-Gravenhage, welks merkwaardigheden hij bezichtigd heeft. Gisterochtend bracht hij met den Duitschen gezant een bezoek aan de particuliere kunstverzameling van dr. Bredius, te diens huize. Eergisteren vertoefde hij te Am sterdam en bezocht van daar uit het eiland Marken. Gistermiddag bezocht de generaal de kunsttentoonstellingen te Lei den. Notarieel Staatsexamen. 's-Gravenhage, 2530 Aug. Ge slaagd eerste gedeelte T. Sluis te Zuidbroek, B. A. van der Put te Nijmegen; tweede gedeelte J. P. H. de Wit te Enkhuizen, K. L. Muijs te Delft, C. Graendijk te's-Gravenha ge, H. Th. Langeveld, idem. Tuberculose. Zooëven ontvangen wij no. 4 van het op ongeregelde tijden verschijnende tijdschrift „Tuberculose", uitgave van het Bestuur van het Nederlandsch Centraal Comité tot bestrijding der Tuberculose. De aflevering bevat de j aarverslagen van de sanatoria „Oranje Nassau's Oord"het volkssanatorium te Hel- lendoornde vereeniging tot bestrij ding der tuberculose te Rotterdam de plaatselijke vereeniging te Haarlem (2e jaarverslag)de plaatselijke ver eenigingen te Amsterdam, 's Graven- hage en Utrecht. Verder wordt bespro ken de a.s. internationale tuberculose- conferentie te 's Gravenhage, terwijl de aflevering sluit met eene lijst der correspondentsch appen. Voor Haarlem en omstreken (Ben- nebroek, Haarlemmermeer, Heemstede is correspondent Dr. L. C. Kersbergen alhier. Op het consultatie-bureau hier ter stede werden onderzocht 175 personen (77 mannen, 67 vrouwen en 31 kinde ren) 39 der volwassenen bleken tu berculeus te zijn, waarvan 46 tot het le, 31 tot het 2e en 12 tot het 3e ziektestadium moesten gerekend wor den. Onder de kinderen waren er 6 tuberculeuze, alle nog in 't eerste sta dium. Aan 35 patiënten van dit verslag jaar werden 1l1j2 liter melk, soms met 1 ei vermeerderd, uitgereikt. Velen van hen deden een bepaalde ligkuurin principe werd slechte ver sterkend voedsel gegeven als de patient een ligkuur deed. Bui.en de lighal werden 18 ligstoelen uitgegeven. De lighal, in een tuin in de stad opgericht, nam 31 patiënten (12 man nen, 12 vrouwen en 7 kinderen) op. Hun werd 2 liter melk, 1 ei 'en een warme schotel, bestaande in karne melk met meel, soep of andere meel spijzen, verstrekt. Hiervan vertrokken 13 patiënten vroegtijdig, zijn 11 nog in behandeling, doch vertrokken 7, die alle, aanmerkelijk verbeterd, tot arbeiden in staat waren en waarvan 4 geen afwijking meer vertoonden. Een geschikt terrein buiten de stad voor een lighal kon slechts met zeer veel moeite gevonden worden overal vreesde men de nabuurschap der pa tiënten doch is eindelijk verkregen te Schoten. De onkosten van aankoop van IJ/4 H.A. grond, bebossching, overbrengen en verbouwen van de lighal bedragen f 17000, van welk bedrag ruim f5300 bijeengebracht en f 10000 renteloos voorgeschoten is. Volgens het verslag zou op 't einde van 't verslagjaar gebleken zijn, dat van de 95 in observatie genomen pa- tienten 48, d.i. 50 zeer veel verbe terd waren ("met opzet wordt nog niet van genezing gesproken)1 Voor desinfectie van woningen kon tot heden niets gedaan worden. Aan jaarlijksche contributie werd ontvangen f 2026, aan subsidie van de gemeente f 1000 en aan rijkssub sidie f 750. De Groninger Hoogeschool. De berichten omtrent de ramp zijn helaas niet overdreven geweest. Het geheele gebouw, meer dan vijftig me ter breed bij dertig diep, is verwoest. De muren van de benedenverdiepin gen staan nogop enkele plaatsen zijn ze gespaard gebleven' tot de kap. FEUILLETON. 3. ^Euo, die haar een oogenblik later v°lgd was, vond haar bij het kip- r'Giok, waar zij met een treurig ge- broodkruimeltjes strooide voor 1 5 broedsel kuikens. (.j'-n daar zij pruilend bleef zwijgen, Ritte hij haar in een goed humeur 'irengen door de opmerking tj Wat lieve diertjes, kijk dat klein- L rij 11 best eens doen, omdiengroo- brok in het bekje te krijgen, daar £*t de moeder liet te hulp. vrouwachtig wierp Aliette nu in li/" al het brood in hok en zich tot Wendend, zeide zij in hare droef- x/ Weet gij wat ik denk? dat deze I \ieiitje3 gelukkig zijn een moeder 1 \.eEhenIk heb er geeneEn zich ffidende vervolgde zij O, als ik mijn arme moeder nog had, zij zou mij dezen morgen wel omhelsd hebben. Zij zou blijde zijn, mij al zoo groot te zien, zij zou zich met mij bezighouden. In één woord, zij zou mij liefhebben, terwijl zich nu eigenlijk niemand om mij bekommert. Uw vader zou mij voor een kar hooi willen ruilen, dat weet ik zeker en Florine voor niemendal, want zij verafschuwt mijIk ben alleen op de wereld, geheel verlaten,."zeer treu rig.... en alles wat men mij toe- wenscht is, dat ik dezelfde blijven zal, elk volgend jaar, net als het vo rige Aliette had zich nog nooit beklaagd maar nu was haar hart te vol, zij moest aan haar overkropt gemoed lucht geven en en onwillekeurig kwa men er twee dikke tranen in hare oogen, tengevolge van de herinnering aan hare moeder, het gebrom van Luc's vader, haar gevoel van toorn tegen Luc en de liefde, die de oude kip aan hare kuikens bewees. De strenge plooi op Luc's voorhoofd werd nog dieper: Gij zijt niet verstandig, zeide hij met een zucht en ik blijf bij mijn wensch. Moge God u altijd zoo ge lukkig laten, als gij nu zijt. Aliette stampte ongeduldig met den voet op den grond. Gelukkig, ha, gij meent, dat ik gelukkig ben 1 Maar wat verstaat gij dan door geluk? Zoo gelukkig mogelijk is men in deze wereld als ons geen ongeluk treft. Aliette had eensklaps hare tranen gedroogd en met een gloeiend gelaat riep zij uit: En ik zeg, dat dit niet waar is, neen, neenUwe definitie is valsch. Keer ze liever om en zeg dat men ongelukkig is, als men geen geluk geeft. Luc fronste de wenkbrauwen en hij sprak met doffe stem: Dan zou de heele wereld te be klagen zijn! Waar is dan het geluk? Hebt gij ooit iemand gezien, die het bezat? Meent gij, dat het geluk voor ons ellendige menschenkinderen ge schapen is! Zij dacht een oogenblik 11a en zeide dan op een toon van vaste overtui ging: Anderen hebben misschien geen geluk noodig, maar ik wel. Aliette zag hem glimlachend aan en antwoordde Geluk? Dat weet ik niet juist! Het moet iets zachte, iets sterks zijn, dat in ons hart dringt, ons tevreden maakt, onze wensclien vervult, onze geheele ziel inneemt, haar bewerkt, hervormt, verandert Het is schoon, iemand te zien, die gelukkig is. Gij vroegt mij zoo even, of ik iemand gezien had, die het ware geluk bezat? Ja, ik meen mij te her inneren, zqo iemand gekend te hebben. Wie dan? vroeg Luc kortaf. Met eene liefkozende beweging, zoo als zij zelden gewoon was, nam zij Luc in den arm en liep op het smalle voetpad naast hem voort. Wie? O, dat is eene zeer oude herinnering, de eerste, de eenige, die ik uit mijn kindsheid bewaard heb, toen ik met mijne arme ouders nog te Parijs was. Op zekeren dag zat ik bij mama op schoot; zij boog zich over mij heen, om mij te omhelzen, zij drukte mij tegen haar hart en zeide Mijn God, wat ben ik gelukkig! Hare stem herinner ik mij nog, toen zij deze woorden sprak; haar gelaat zie ik soms nog in den droom met die onbeschrijfelijke uitdrukking, als het gelaat van een engel. Was mama niet gelukkig en schoon Luc aarzelde, voor hij zonder enthou siasme antwoordde: Jaik geloof het wel Gij gelooft het? Maar gij moest het zeker weten I ik was nog te klein. Maar gij waart al een groote jongen, een man, toen zij gestorven is, en dat kunt gij niet vergeten hebben! Ik heb het ook niet vergeten, hernam Luc somber. Maar zeg mij dan of ik op mama gelijk. Zij vroeg dat op fluisterenden toon, met een angstig gelaat met een men geling van kinderlijke teederheid en vrouwelijke koketterie. Zij had zoo gaarne willen gelijken op eene moe der, die zoo schoon, zoo bekoorlijk was, en zij voelde zich diep teleurge steld toen haar neef op snijdenden toon antwoordde: Gij gelijkt in het geheel niet op haar. Half toornig trok zij den arm terug, die op dien van Luc rustte en zwij gend liepen zij naast elkander verder. Aliette liet pruilend het hoofd han gen Luc keek haar oplettend van ter zijde aan, getroffen door het denkbeeld, dat een meisje op hare moeder zou kunnen gelijken, en hij durfde voor zich zeiven niet meer bevestigen, wat hij zoo even tegen zijne nicht zeide. Hij merkte op, dat in den laatsten tijd Aliette's voorkomen toch heel wat veranderd was in haar voordeel en hoe zij meer op eene schoone jonk vrouw, dan op een meisje begon te gelijken. Sedert zij de haren opmaakte in plaats van ze los op den rug te laten hangen en een lange japon droeg, was zij dezelfde niet meer. Hij meende in haar een geheel andere persoon lijkheid te zien, die hij zich goed kon herinneren en die nog altijd een pijn lijken, bijna verpletterenden indruk op hem maakte. Aliette en Luc, die naar gewoonte op goed geluk af verder liepen, wa ren thans op het terras gekomen, dat den tuin aan den zuidkant begrensde. Evenals de gansehe tuin, was ook dit terras niet aan de algemeene verwoes ting ontsnapt. Wordt vervolgd) flGITE MA HON AGITATE. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1