No. 6391. 31sk Jaargang.
Woensdag 5 Sept. 1906.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
De Toestand
in het Tsarenrijk.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
De familie Fromentier.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem 1.20
Yoor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65
Afzonderlijke nummers 0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PEBTADVERTENTIE a CONTANT.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
i.
Eene binnenlandsche Staatkunde,
die 't met zioh-zelf oneens is over
den te kiezen weg en daarom te
dikwijls omtast in den blinde; bin
nenlandsche toestanden, welke sinds
jaar en dag om verbetering roepen
en die alleen door een politicus van
den allereersten rang geleidelijk
verbeterd kunnen worden ziedaar
wat men in liet huidige Tsarenrijk
waarneemt.
Was bet alleen de wanorde, onaf
scheidelijk van ieder overgangstijd
perk eene Sturm- und Drangperiode
in het leven van het groote staat
kundige Russische kind, dat zich
zijne macht bewust wordt, inokt
en wrokt over de hem tot nu ont-
houden of al te karig toegemeten
politieke rechten, dan zou het veel
lichter vallen zich van Rusland's
toekomst een vrij j uiste voorstelling
te vormen.
Maar een chaos is 't en hoe het
groote vraagteeken der toekomst van
liet Tsarenrijk zich samenkringelen
zal, is met geen mogelijkheid te
zeggen. Ook en vooral niet, omdat
vertrouwbare gegevens ontbreken.
Wij leggen den vollen klemtoon op
vertrouwbare.
Immers de wereldpers en de groote
agentschappen, die de bronnen zijn,
waaruit wij als anderen onze gege
vens moeten putten, schijnen ook
in deze aangelegenheid weder
grootendeels de bondgenooten dei-
revolutionaire beweging.
De Doema-verlieerlijkiug ging
van hen uit, en ofschoon dit nieuwe
staatslichaam nagenoeg enkel den
nationalen tijd vermorst heeft met
schelden en uitvaren tegen de Re
geering en zijn kort bestaan met
eene revolutionaire, geheel onwet
tige daad besloot, zijn de leden
toch over het algemeen bewierookt,
of zij mirakelen verricht en het
stervende Rusland weder uit den
doodsstrijd hadden opgewekt tot
een nieuw, krachtig leven.
Sommige grootheden van den
dag of vermeende grootheden, an
ders door het sentimenteele heen,
weten allerlei verontschuldigingen
aan te voeren voor gruwelen en
misdaden als b.v. de jongste bom-
nionaanslag op minister-president
Stolypine.
Dat zooveel onschuldigen, ook
Vrouwen en kinderen, op ontzettende
wijze den dood vinden, of verminkt
„Door de Katholieke Pers zal het
herstel van het sociale Rijk van Jesus
Christus bewerkt worden."
(BahnèS.)
worden, schijnt van weinig of geen
belang.
Nog eens vertrouwbare gegevens
ontbreken nagenoeg geheel en wie
den weg zoekt in den Russischen
staatkundigen doolhof, heeft zich
tegen allerlei onaangename verras
singen te wapenen, heeft ieder
oogenblik de sluwheid der slang te
betrachten en zijn oordeel op een
goudschaaltje te wegen.
Toch wagen wij ons aan eene
eerlijke, onbevooroordeelde bespre
king, die althans eenig licht werpen
zal op dit zeer duistere politieke
vraagstuk.
Twee hoogst gevaarlijke elemen
ten doen zich bij de beweging in
Rusland gelden: het semietische, liet
joodsche en het boeren-element.
Over het eerste, het joodsche,
zullen wij een onverdacht getuige,
deLondensche Times een oogenblik
het woord geven.
Kort geleden gaf zij eene reeks
studiën over de revolutie in Rus
land. Daaruit lichten wij de volgende
passage
„Ik heb den jood ontmoet in de
goudmijnen, waar hij door sterken
drank de inboorlingen van Trans
vaal bedierf en de Chineezen door
het opiumin de Kaapkolonie trof
ik hem aan als onwettig handelaar
in diamantenvrouwen vormden
zijn handelswaar in Indië; te Lon
den bevond ik, dat hij Christen en
geloofsgenoot op contributie stelde.
Heden zoekend naar de oorza
ken der Russische omwenteling
stuit ik wederom op den jood.
De Regeeringspersonen, die ik te
Sint-Petersburg ontmoette,zeiden me
dat de revolutie in hoofdzaak be-
heerscht wordt door de joden. De
waarheid dezer bewering heb ik
onderzocht en bevonden, dat de
voorstelling geenszins overdreven
was.
Niet alleen hun „Bund" hebben
zij, maar ook de staatkundige Rus
sische partijenOctobristen, consti
tutioneel democraten, sociaal-demo
craten, revolutionaire socialisten
worden deels beïnvloed door de
joden, zijn anderdeels in hunne
macht.
Door hunne scherpzinnigheid,
hunne wilskracht en hunne solida
riteit hebben zij zich eene plaats
veroverd, die volstrekt niet geëven-
redigd is aan hunne getalsterkte."
Ziedaar het getuigenis van de
Times, die als nagenoeg alle groote
bladen en agentschappen in de oude
en de nieuwe wereld, hetzelfde voor-
recht(?) heeft als de revolutie in
Rusland: ook zij staan onderjood-
schen invloed en geven daarom een
mild en zeer verzacht oordeel, dee
moedig herhalend:
„Wie smalend tot uw hutje kwam,
Niet ik gij kind van Abraham."
het joodsche. Ook hier zien we, on
vermurwbaar als het noodlot, het
„oog om oog, tand om tand" in toe
passing brengen, en wat het Joden-
dom terecht of ten onrechte de Rus
sische Regeering verwijt: verdruk
king, achterstelling, schande en
vernedering pogen velen zijner leden
met woeker op haar te verhalen.
Moet het daarom geen zonder
lingen indruk maken op een lezer,
die niet zweert bij zijne courant,
maar ook zijn eigen oogen gebruikt
en de vernielde feiten toetst aan de
werkelijkheid, wanneer hij in de
meeste bladen de Russische joden
schier altoos ziet voorgesteld als
martelaars?
Dat zij opkomen voor hunne
rechten, gelijk willen gesteld wor
den met de overige burgers nie
mand zal 't hun euvel duiden. Doch
hun rol is eene geheel andere in
de tegenwoordig^ crisis.
En wat hebben onze geloofsge-
nooten niet geleden in Rusland en
Russisch Polen!Hoe zijn zij vertrapt,
vermoord; hoe hebben zij geleden
en gestreden om hun geloof! Maar
uit het bloed onzer martelaren kwa
men geen revolutionairen voortde
vroeger verdrukten kennen hunne
plaats en staan aan de zijde van het
wettig Gezag.
Een hoogst gevaarlijk element
Anticlericale klaprozen
De „Nieuwe Rotterd. Courant" van
gisteravond bevatte o. a. ook het be
richt omtrent de overbrenging van
wijlen Paus Leo's stoffelijk overschot,
door ons uitvoeriger meegedeeld. Maar
dat bericht was niet alleen een wei-
nigje korter, het verschilde onder
een ander opzicht nog van het onze.
De twee volgende zinnen kunnen het
bewijzen:
„Talrijke Katholieke vereenigingen
te Rome zullen in den stoet meeloo-
pen." Bewonder vooral het fraaie
deftige „meeloopen." En verder:
„Rampolla zal de kerkelijke plech
tigheid leiden."
In eene andere kolom troffen wij
het volgende bericht aan:
He Franciscaners te Idaweihe, in Opper-
Silezië, hadden in een grot een bekken
gemaakt waarin water bijeenstroomde aan
hetwelk een wonderdadigekracht
werd toegeschreven. Er kwamen eiken
Zondag duizenden bedevaartgangers van
dat water halen. Op last van de overheid
is het bekken verwijderd. Maar verleden
Zondag waren er toch weer 5000 bede
vaartgangers bij de grot.
Een pastoor in Opper-Silezië heeft zijne
gemeente gewaarschuwd, tegen de bede
vaarten naar de grot. Het water, zeide hij,
is gewoon water en heeft geen wonder
dadige uitwerking. Vele katholieken schij
nen er echter anders over te denken".
Wat een bedriegers toch die „Fran-
ciskaners" en wat een idioten, die Ka
tholieken, welke zich zoo laten beet
nemen. Konden ze de „N. R. Ct." maar
eenige maanden lezenDan zouden
zij alras niet meer zoo schaapachtig
achter de „Franciscaners" en andere
vrome bedriegers aanloopen
FRANKRIJK.
Algemeene Vergadering der
Bisschoppen.
De laatste vergadering der Vaste
Commissie heeft Maandagmiddag van
drie tot zes uur geduurd.
De vergadering heeft zich in drie
onderafdeelingen gesplitst,waarvan een
Kardinaal voorzitter is.
Bij de eerste zit voor ZEm. Kard.
Richard, bij de tweede ZEm. Kard.
Lecot, de derde wordt gepresideerd
door ZEm. Kard. Coullié.
Evenals drie maanden geleden bij
de eerste algemeene vergadering der
Bisschoppen zal aan allen namens Z.
Heiligheid geheimhouding opgelegd
worden, met grooter aandrang nog
dan eerst, wijl de prelaten eenparig
de documenten, welke in Temps en
Siècle verschenen voor een verraad
houden, al waren die documenten dan
ook onjuist en valsch.
Er zullen daarom de noodige voor
zorgen genomen worden, dat geen en
kel stuk ontvreemd kan worden en er
niets bekend wordt van het verhan
delde.
Met het oog op de groote belang
rijkheid der te behandelen quaesties
verwacht men, dat de zittingen tot
den 8en dezer maand zullen duren.
Er zal als het ware een nieuwe gods
dienstige organisatie moeten gevormd
worden en een nieuw budget van
eeredienst. Hoogstwaarschijnlijk ver
gaderen de prelaten tweemaal daags.
RUSLAND.
Te Odessa heeft men in den nacht
van 2 op 3 September een militair
schrikbewind ontdekt, dat ten doel
had al de militaire overheden om hals
te brengen.
Er zijn 14 officieren en een militaire
geneesheer gevangen genomen, die ge
heime vergaderingen belegden met een
gedeelte der troepen.
Door de stakende havenarbeiders
is de ingenieur-directeur van de Grets-
jin-werkplaatsen om hals gebracht,
omdat hij zich verzette tegen hunne
overeenkomst met de verschillende
maatschappijen.
In de Oostzee-provincies zijn de re
volutionairen feitelijk de baas. Wie
weigeren zich bij hen aan te sluiten,
worden op de wreedaardigste wijze
gestraftde leden hunner geheime
rechtbanken bezoeken steden en dor
pen en leggen er „den schuldigen"
allerlei lichamelijke straffen op.
Daarbij maken zij gebruik van een
soort touw, dat vroeger op de Engelsche
vloot als strafwerktuig diende, maar
aan welks uiteinde zij kleine metalen
kogeltjes bevestigen, om de slagen
pijnlijker te maken.
Te Riga hebben de revolutionairen
den Duitschen predikant Zimmermann
vermoord, omdat hij zijne afkeuring
had durven uitspreken 'over hun op
treden.
Volgens de laatste berichten zoude
toestand van generaal Trepoff lang
zoo ernstig niet zijn als eerst gemeld
werd.
AMERIKA.
De opstand op Cuba.
Te Londen heeft men gisteren ver
schillende telegrammen uit Havana
ontvangen, waaruit blijkt, dat de op
stand zich meer en meer uitbreidt en
het geheele eiland in oproer is.
Uit Santa-Clara meldt men, dat Gar
cia Conizarès, voorzitter der vroegere
Kamer van afgevaardigden, zich bij de
opstandelingen aangesloten heeft.
De tabaksoogst heeft tot heden enkel
door den regen geleden. Mocht de
opstand dien oogst in gevaar brengen,
dan zouden de verliezen zich gedurende
twee jaren doen gevoelen en de siga
ren van den oogst 1904 en 1905 zouden
daardoor aanzienlijk in prijs stijgen.
De aardbeving op Chili.
Te Arica duren de aardschokken
voort. Het observatorium te Arequipa
zou volgens de loopende geruchten
nieuwe hevige aardbevingen aange
kondigd hebben. Vele menschen ver
blijven in het gebergte.
Uit Valparaiso wordt gemeld, dat
de schokken verminderen. 50,000 per
sonen zijn er nog dakloos.
Uit de Hofwereld.
Het aan de „N. R. Ct." ontleende
bericht, dat H. M. de Koningin, gden
15en September de reis naar Fries
land over zee zou doenis onjuist.
Men wijst er op, dat de reis van Het
Loo naar Leeuwarden over zee een
groote omweg zou zijn.
In de afgeloopen week waren
bij H. M. de Koningin-Moeder ten
paleize Soestdijk te gast: Baron
Mackay, minister van Staat; Baron
Schiinmelpenninck van de r Oye
van Hoevelaken, voorzitter van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal
en mevrouw; Baron Röell, kamer
heer i. b. d. van H. M. de Konin
gin en lid van Ged. Staten van
Noord-Holland; Baron van Itter-
sum, president van de arr.-recht-
bank te UtrechtGraaf Schimmel-
penninck, officier van justitie te
Utrecht en verder hoofdofficieren
en verschillende inwoners uit de
provincie Utrecht.
Z. K. H. de Prins der Nederlan
den, vergezeld van den directeur-
generaal van landbouw, den heer
Lovink en eenig gevolg, bracht
gisteren een bezoek aan de ont
ginningen van het Staatsboschbe-
heer te Kootwijk (op de Veluwe).
De verschillende bosscheu en
aanplantingen werden door den
Prins met de meeste belangstelling
in oogenscbouw genomen.
Te Leeuwarden is thans officiëel be
richt ontvangt, dat ook Z. K. H.
Prins Hendrik 15 dezer te Leeuwar
den zal komen, om de onthulling van
het standbeeld vair graaf Willem Lo-
dewijk van Nassau bij te wonen.
Z. K. H. de Prins is hedenochtend ten
9i/4 per S. S. in de residentie aange
komen in verband met de avondre
ceptie en de opening van het Inter
nationaal congres tot bestrijding der
tuberculose, welke door Z. K. H. zul
len worden bijgewoond.
De gewone audiëntie van den mi
nister van binnenlandsche zaken zal
op Zaterdag 8 dezer niet plaats heb
ben.
Uit de Staatscourant.
De minister van buitenlandsche
zaken brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat volgens 18 van de
Duitsche Ongevallenwet van 30 Juni
1900 den verwanten in*de opgaande
linie 20 pet. van het jaarlijks ver
diende loon wordt uitgekeerd, indien
kan worden aangetoond, dat de ver
ongelukte geheel of overwegend uit
zijn verdiende loon het levensonder
houd der verwanten bestreden heeft.
Blijkens bericht van den Neder-
landschen consul te Dortmund hebben
zich eenige gevallen van weigering
der uitkeering op grond van het niet
kunnen aanbrengen van bewijzen
voorgedaan, omdat verschillende werk
lieden een deel hunner verdiende
penningen naar hunne familieleden in
Nederland zenden, zonder de re<;us der
postwissels te bewaren, zoodat dikwerf
bij een ongeluk met doodelijken afloop
niet kan worden aangetoond hetgeen
18 der Ongevallenwet verlangt.
Naar aanleiding van het bovenstaan
de wordt de aandacht van belangheb
benden gevestigd op dé noodzakelijk
heid de re<;us der aan familieleden ge
zonden gelden te bewaren.
Maar de Avondpost verneemt, 'zij
er voorstellen in bewerking tot ve
hooging der jaarwedden van de am1
tenaren bij den waarborg.
Staten-Generaal.
De Eerste Kamer, die het adres
van antwoord op de troonrede hand
haaft, zal het arbeidscontract nie
voor October in de afdeelingen on
derzoeken.
Het voornemen is de afdeelinge
der Tweede Kamer nog in de wee
der opening van het nieuwe zitting
jaar te doen bijeenkomen voor he
begrootingsonderzoek, allereerst
Indische begrooting.
De Staatsbegrooting voor 1907
in de eerste vergadering na de 0
ning ingediend worden.
Gemeente-financiën.
Gisteren hield de Staatscommissi
voor de gemeente-financiën, die ii
langen tijd niet bijeen wasgekome
te 's-Gravenhage een vergadering
FEUILLETON.
Ditmaal echter luisterde zij slechts
met een half oor naar het gebabbel
van hare gastvrouw, en zij zat ver
strooid met haar geëmailleerden lepel
te spelen, terwijl zij nog dacht aan
hetgeen mevrouw Maloutre haar daar
straks gezegd had van een man, die
haar zou komen zoeken en uit deze
sombere, kille omgeving wegvoeren
naar een wereld, waar licht, liefde en
volmaakt geluk heerschten. Hare hoop
had haar dus niet misleid Eene vrouw,
eene oude vrouw, die het leven door
en door kende, verzekerde haar, dat
het geluk komen zou, dat het zeker,
dat het spoedig zou komen!
Naarmate deze lachende toekomst
naderde, scheen Aliette het heden nog
somberder, nog onverdraaglijker. Een
huivering voer haar door de leden, zij
kreeg een gevoel van angst en verme
telheid tevens, als de kleine vogel,
die zijne vleugels voelt groeien en
evenals hedenmorgen had zij weer
vertrouwen in de toekomst, maar dit
vertrouwen was thans vermengd met
een gevoel van ontroering.
Blijft gij zoo vol verrukking voor
mijn bouquet staan? vroeg mevrouw
Maloutre die een oogenblik zweeg en
Aliette met een onderzoekenden blik
aanzag.
Door deze onverwachte vraag ge
raakte Aliette in verwarring en zij sta
melde
Ja, ik houd zooveel van pom
poenrozen
Neem ze dan, zooals gij ziet, zijn
ze pas geplukt.
Kom, laat ik ze op op uw keurs
lijfje steken in plaats van die ver
welkte.
Dat is alles wat Luc mij van
morgen wist aan te bieden op mijn
verjaardag, riep Aliette uit, die, weder
vroolijk geworden, de verwelkte rozen
afbladerde en op den snuit van den
kleinen hond liet vallen.
Een lichte achterdocht, die mevrouw
Maloutre had opgevat, verdween aan
stonds.
Neen, Luc bemint zij niet en zij zal
hem ook nooit liefhebben, sprak de
oude vrouw in zich zelve.
Maar wie kan het dan zijn?
Deze vraag scheen haar van het
grootste gewicht. In hare eenzaamheid
was haar werkzame geest altijd met
de eene of andere liefdeshistorie bezig
en zij dacht bij zich zelve:
Ik zal dit kleine ding in het oog
houden. Als er iets nieuws is, dan
zal ik er spoedig achter komen. Is er
niets tot nu toe, dan zal ik zorgen er
bij te zijn, zoodra er iets is. Vroeg of
laat moet er iets gebeuren.
Met eene stille voldoening wreef zij
de dikke, vette handen als een oud
zeeman in ruste, die zich niet meer
bekommert om de avonturen en schip
breuken van anderen en wiens onder
vinding alleen nog maar dient om een
naderenden storm te voorspellen.
Het begon al laat te worden. Aliette
was opgestaan om te vertrekken en
zette haar hoed op voor den spiegel.
In dezen grooten spiegel met ver
gulde lijst kon men zich veel beter
zien, dan in de oude spiegels van
Rouceray en Aliette glimlachte tegen
zich zelve, wat mevrouw Maloutre'niet
ontging.
Zoo'n klein koket ding, riep zij met
gemaakte gestrengheid uit. Kijk mij
liever aan.
wat lijkt gij zoo op uwe moeder.
Is dat waar! riep Aliette zege
vierend uit.
En Luc zeide, dat het «iet waar was.
Luc weet er niets van, verklaarde
mevrouw Maloutre op minachtenden
toon, dien zij altijd gebruikte, als zij
over Luc sprak. Maar of hij het vindt
of niet, ik zeg, dat gij op uwe moeder
gelijkt en van jaar tot jaar al meer.
Zij schudde peinzend het hoofd.
Eu alsof deze laatste bevestiging
hare belangstelling in het jonge meisje
nog verhoogd had, verzocht zij Aliette
bij het afscheid nemen, om zoo spoe
dig mogelijk terug te komen.
Gij zijt een zonnestraaltje in mijn
huis, voegde zij er, het meisje de
hand drukkend, bij. Overigens kom
ik eerstdaags zelve naar Ronceray, mis
schien Zondag wel want ik moet uw
neef spreken en in de week vindt men
hem zoo zelden thuis.
III.
Des Zondags trok F.omentier zijn
overjas aan, nam zijn hoogen hoed,
en liet het werkpaard voor de oude
brik spannen om naar de kerk te
gaan, want de oude man, die van den
Maandag tot den Zaterdag onvermoeid
zijne velden doorliep, het oog op alles
hield en zelf de handen mee uit de
mouwen stak, als het noodig was, zou
voor niets ter wereld de twee kilo
meter, die zijne boerderij van de kerk
te Doublons scheidde, hebben willen
afleggen.
De tocht was per rijtuig echter veel
moeielijker dan te voet. In plaats van
het kleine voetpad, dat door het veld
leidde, te nemen en zoo recht op het
dorp aan te gaan, moest men eerst
den heuvel af, dan eene vrij steile
helling op, over smalle wegen, die in
den winter onder slijk zaten, des zo
mers hard en steenachtig waren en
waar de raderen der voertuigen diepe
sporen hadden gemaakt. Het werk
paard snoof en rukte bij eiken stap,
het tuig. dat met touwen vastge
maakt was, schoof heen en weer en
de oude brik kraakte. Luc, die voor
op den bok zat, bromde tusschen
tanden. Florine, die ondanks h
plompe gestalte zeer bang was, slaak
telkens een kreet van schrik. Aliet
lachte haar uit.
Mijnheer Fromentier verloor g",
oogenblik zijne kalme waardigheid, bi
bleef even ernstig, even deftig, of hi
door vier paarden in eene galakoet.
voortgetrokken werd, en als hij op he
dorpsplein uit het rijtuig stapte, ha
hij wezenlijk het voorkomen van ee
heer. Dan bood hij heel galant zij
nicht de hand, groette deftig alle
terug, die hem groetten, en trad me
opgeheven hoofd in stramme hou
ding de kerk binnen om zijne
in de oude heerenbank in te nemen
Zoolang de H. Mis duurde, las hij aan
dachtig in een groot boek, begeleidd
van tijd tot tijd het gezang met zijl
diepe basstem en als men hem
zag, een goed voorbeeld gevende aa
zijn huisgenooten en ondergeschikte
zou men hem voor een patriarch va
den ouden stempel gehouden hebben
(Wordt vervolgd.)
0
MA1NTIEN DK
AGITE ma HON AGITATE.