Maandag 10 Sept. 1906. No. 6395. 3Pfe Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. Een Martelaar. BUITENLAND. BINNENLAND. De familie Fromentier. 1-20, 1.65 0.05 ^QN^#feestdagen BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per Afzonderlijke nummers DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHA: PRIJS DER ADVERTENTIËN: 16 regels0.60, (contant) regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. Van Elke ƒ0.50 0.10 Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Men herinnere zich nog even de plechtigheid in de Parijsche hoofd kerk. Tachtig prelaten: kardinalen, aartsbisschoppen en bisschoppen schrijden voort naar het hoofdaltaar het Allerheiligste wordt uitgesteld de machtige tonen van het orgel galmen onder de eeuwenoude ge welven der kathedraal. Het „Ave Regina" het „Panis Angelicus" en andere kerkhymnen ruischen voort de prelaten, die hier tot Gods Moeder komen, opdat Zij bij God met hen om redding en uitkomst bidde voor de Kerk, van zeer nabij bedreigd en benauwd door hare grim migste vijanden, herhalen geza menlijk de toewijding tot het H. Hart van Jesus, tot het onbevlekte Hart van Mariade zegen met het Allerheiligste volgt en de heerlijke rede vanMontpellier's weisprekenden bisschop. Zelfs deze droge opsomming is den Katholiek voldoende, om het indruk wekkende te beseffen van zulk eene plechtigheid. Niet slechts den katholiek maar ook een andersdenkende, wiens gevoel voor recht, wiens eerbied voor ande- rer overtuiging niet is afgestompt; een andersdenkende, die zich eeni- ger mate verbeelden kan, wat er in de borst dezer prelaten moet omgaan in deze hachelijke uren, [zal mede- voelen en onder den indruk ko men van zulk eene ceremonie. De Par. corresp. van de Nieuwe Rotterdmnsche Courant is bij de plech tige sluiting van de algemeene ver gadering der Fransche bisschoppen in de Parijsche Notre Dame ook te genwoordig geweestzich opofferend heeft hij er „hitte en gedrang en stompen in de kerk voor over gehad' zoo'n martelaar van zijn plicht om „ze (de hoogste geestelijk heid van Frankrijk) van nabij te zien." Doch laat hij zelf even op biechten. „Het Fransche episcopaatDenkt men niet onwillekeurig aan een verleden van illustre namen, staats lieden, redenaars, schrijvers, kun stenaars. Ik heb vol verwachting- de koppen van het Fransch epis copaat willen zien." Kan het fraaier uitgedrukt Heeft dit „jeugdig belangwekkend" jong- mensch, 't welk van meening schijnt, dat een Par. correspondent betaald wordt, om rustig te gaan dineeren met een meneer, die op Loubet lijkt, of te denken aan z'n neef te Brussel, die een tweelingbroeder „Wie vormt de openbare meening Het dagblad. Negen van de tien kee- ren is de meening van het dagblad de meening zijner lezers." Miriam.) T schijnt van den Tsaar aller Russen op die oude „Matin"-clichés onthaalde hij deze week zijne le zers zijn heldenmoed en mar- telie-lijden ten minste beloond ge zien? Es war' zu schön gewesen In dit tranendal wordt het goede te zelden beloond. Bek-af van de hitte, van net ge drang, vol blauwe plekken mis schien van de „stompen" jeremi- eert hij, sierlijk en keurig als ge woonlijk: „Ik heb mijne verwachting te hoog gespannen gehad. Naar het uiterlijk viel er aan den stoet van deftige heeren niet veel op te mer ken. Zij zien er niet naar uit, of zij nog als in vervlogen eeuwen over het lot van een volk zouden kunnen beslissen." O, die jeugd, die jeugd! Of moes ten „koppen van het episcopaat" iemand niet tegenvallen, die een neef te Brussel heeft, beschonken met den kop des Tsaren, en die op Montmartre wel eens dineert met een meneer, die een Loubet-kop op de schouders draagt? En wie weet heeft hij zelfs nog eene tante, die op mevrouw Rothschildt lijkt of op Sarah Bernhardt Dat hooren we later wel eens van dit „belangwekkend" jongmensch. Laten wij eerst onzen lezers het slot geven van des martelaars-cor respondenten brief „Even aan het slot van de reeks komt een oplaaiing het vurig stra lend rood van een kardinaal. Het is een oude man, gebogen gaande tusschen twee priesterszegenend breidt hij zacht vriendelijk telkens de hand uit. Dan even maakt de menigte toch eerbiedig iets meer ruimte. Eene enkele vrouw strekt haar hand uit om een zoom van het kleed te kussen. In het stemmig licht van de kerk gloeit het rood, is de roode kardinaalsmuts op het oude gebogen hoofd als iets tooverachtigs, iets omvangends, dat de menigte nog in de macht heeft. En het is of deze slotfiguur, deze tooverachtig 't laatst komende gloeiende kardinaalsliguur alleen nog een werkelijke kracht, een vlam is, die nog branden kan, nog vuur kan wekken het vuur van het fanatisme." Wie oor heeft voor taalmuziek leze de aanhaling langzaam over! Een genot! Hoe „tooverachtig" is die „Kar dinaalsfiguur", een Vvlam, die nog branden kan!!" Och arme, ja: nog branden En leelijk branden ook, gelijk de heele zin, de gansche vergelijking- op zoo jammerlijke manier aan- toonen. Mogen de blaren den armen cor respondent-martelaar niet al te pijn lijk herinneren aan zijn pelgrimage naar de Notre Dame, van welke hij blijkbaar niets meedroeg dan on- noozele indrukken, welke hij weer geeft met de geestigheid en in het taaltje van een aankomend kappers bediende. Gelukkig, dat na de gedachtestreep de diepzinnigheid volgt: „het vuur van het fanatisme." Dat knaleffect mag een zalfje heeten op de blaren, veroorzaakt door „een vlam, die nog branden kan.,, Een paar zoutelooze kwinkslagen ook van een pastoortje, nietwaar, „Matin"-leerling? die hij opge vangen heet te hebben, een paar leege praatjes, eene vlam-die-nog- branden-kan-scherpzinnigheid en dit alles besloten met eene domme anti-clericale hatelijkheid over fa natisme ziedaar wat deze cor respondent neerkrabbelt over zulk eene plechtigheid. „Ik heb geen meelij met zoo'n would-be martelaar" lezen we bij den leekedichter. Hier mogen we met hem laten volgen: „Ik wel," want ook hier weegt iets zwaarde zotskap name lijk van het domme, geestlooze anti- clericale fanatisme. DUITSCHLAND. Na afloop der legerschouwing van het 6de legerkorps, gehouden in den omtrek van Breslau, heeft Keizer Wil helm II aan het feestmaal een dronk ingesteld, waaruit wij het volgende overnemen „Bijzonder aangenaam is het mij, dat ik zelfs dit jaar verklaren kan, dat er flink en opgewekt in mijn le ger gewerkt wordt. Eene eeuw is heengegaan, sinds ons vaderland ten onderging ten gevolge van geweldige beproevingen, die de Hemel toeliet en het oude leger van Frederik den Grooten vernietigd werd. Deze dag heeft getoond, dat wij de noodzakelijkheid om voort te arbei den niet uit het oog verloren hebben en dat wij, zoo dit noodig blijken mocht de beloften in drie oorlogen gegeven gestand zullen doen Bij de revue voerde de Koning van Saksen zijn eigen regiment aan. Dat zelfde deed wat eene hooge zeld zaamheid is de vorstin van Saksen- Meiningen, Kolonel van het zooveelste regiment. Drie nieuwe ridders van „de Zwarte Adelaar" heeft de Keizer benoemd: ZEm. Kardinaal Kopp, Von Zedletz, gouverneur der provincie, en hertog Von Ratibor. ITALIË. Ons nummer van Zaterdag 1.1. was reeds afgedrukt, toen de tijding ons bereikte, dat Pater Franciscus Xave- rius Werlz tot generaal der Jesuieten verkozen is. De Hoogeerw. Pater Werlz is een Duitscher, geboren 4 December 1842 te Rothweil in het Wurtenbergsche. Sedert vele jaren reeds verbij ft hij te Romehij is lid van verschillende pauselijke congegraties, o. a. der Con gregatie van den Index en van die der Buitengewone Kerkelijke Aange legenheden. Tevens vervult hij de betrekking van Consultor bij het H. Officie en was hij rector van de Gre- goriaansche Hoogeschool, beter bekend als Romeinsch College. In dezen Generaal hebben de P. P. Jesuieten den 24en opvolger van Sint Ignatius te gehoorzamen. Dadelijk na afloop der verkiezing heeft zich eene commissie uit de Paters afgevaardigden-kiesgerechtigden naar het Vaticaan begeven, om Z. Heilig heid de bevestiging del keuze te ver zoeken. Daarna is het gebruikelijke „Te Deum" gezongen en hebben de afge vaardigden zich aan een gezamenlijken maaltijd vereenigd. De overige titu larissen zullen weldra benoemd worden. FRANKRIJK. De Algem. Vergadering der Bisschoppen. In het kort saamgevat komen de beslissingen van het Fransche Episco paat op het volgende neer Den llen December zal de eeredienst uitgeoefend worden als vroeger, indien er geene vertrouwbare en wettige garantie aan de Katholieken van regee ringswege gegeven is, wat de gods dienstige vereenigingen betreft. In alle diocezen den „godsdienst penning" regelen, daarbij rekening houdend met de eigenaardige toe standen in ieder bisdom. Zoo lang zamerhand tot een toestand zien te komen, dat de geloovigen het onder houd der geestelijken als eene taak beschouwen, waaraan zij zich niet onttrekken mogen. Z. H. den Paus zal een adres van kinderlijke verkleefdheid door alle prelaten te zamen worden toegezonden. Aan de Fransche Katholieken een gezamenlijk herderlijk schrijven doen toekomen. De volstrekte eenstemmigheid der Vergadering moet voor de Regeering en hare helpers„Temps" en „Siecle" eene bittere teleurstelling zijn. De N. R. Ct. zal naar een ander anti-clericaal wijsje moeten omzien. Zij heeft trou wens reeds zóó lang de leugendeuntjes van de anti-clericale Fransche Pers nagefloten, dat zelfs vele harer lezers het beu moeten zijn. Haar Par. cor respondent zal nu weer den „ouden pastoor" moeten opzoeken, tenzij hij de voorkeur geve aan Loubet's twee lingbroeder. RUSLAND. De heeren revolutionairen hebben verklaard, dat zij ondanks de draco nische bepalingen in het jongste ma nifest tegen alle politieke aanslagen en misdaden in het leven geroepen, toch zullen blijven doorgaan met hun schrikbewind. Dat zij woord houden, blijkt uit het volgende. Te Sepastopol werd in een tram wagen een officier der gendarmerie vermoord. Twee als arbeiders gekleede personen, die waarschijnlijk de daad gepleegd hadden, wisten te ontkomen. Te Odessa hebben revolutionairen getracht den politieken misdadiger Po- kotilof uit de gevangenis te bevrijden. Tengevolge van de oplettendheid van de wacht mislukte de poging. Twee revolutionairen werden in hechtenis genomen, terwijl Pokotilof eveneens opnieuw gevat werd. Uit de gemeenten om Odessa meldt men, dat de boeren die aan agrarische onlusten deelnemen, door de politie lichamelijk worden getuchtigd. Een Reuter-telegram uit Sint Peters- burg meldt, dat de moordenares van generaal Minn, Konoplianikova, Za terdagmiddag door de Petersburgsche militaire rechtbank veroordeeld is tot den strop. Dit vonnis vereischt thans nog bevestiging door den opperbevel hebber der gardetroepen, grootvorst Nikolaas Nikolajewitsj. Uit de Hofwereld. Kon. Bezoek aan Leeuwarden. Met het oog op de komst van H. M. de Koningin, Z. K. H. den Prins der Nederlanden en H. M. de Konin gin-Moeder op Zaterdag 15 dezer blijft te Leeuwarden tot het betrekken van de eerewacht een detachement achter, waarbij het stafmuziekkorps van het 9e regiment infanterie, welk detache ment vertrekt Maandag 17 September naar de legerplaats bij Diever. Na de begroeting door autoriteiten en het eere-comité aan het station begeeft zich het Koninklijk gezelschap naar de woning van den Commissaris der Koningin (het vroeger Stadhou derlijk paleis, waar een tweede ontbijt wordt gebruikt. Om 2i/4 uur volgt de onthulling van het standbeeld Graaf van Willem Lodewijk van Nassau, eene toespraak van Dr. L. H. Wagenaar, pred. bij de Ger. gemeente te Middelburg, waarop H. M. de Koningin zal antwoorden. Het Stedelijk Muziekkorps en het Leeuwarder Mannenkoor zullen zich bij de plechtigheid doen hooren. Nadat het Koninklijk Echtpaar om halfvier naar Het Loo is vertrok ken, zal H. M. de Koningin-Moeder een paar inrichtingen bezichtigen en daarna om 7 uur per sneltrein naar Soestdijk terugkeeren. Het standbeeld voor „Us Heit" Willem Lodewijk Graaf van Nas sau staat reeds op zijn plaats te Leeuwarden. De figuur moet naar de Lw. Ct. meldt zeer goed zijn ge troffen. Het Vredespaleis. Wij lezen heden in liet Vader land: Onlangs gaven wij de hoop en tevens het gerucht te kennen, dat de Fin Saarninen de gelukkige zou zijn, wien de bouw van het Vredes paleis zou worden opgedragen. Nu verneemt de Tel. weer bij ge ruchte, dat Cordonnier die opdracht zal ontvangen. Dit laatste gerucht schijnt meer dan dat. Inderdaad zoo vernemen wij nader, is er langen tijd bij het bestuur derCarnegiestichting ernstig sprake van geweest, Saarninen met den bouw te belasten. Maar sinds kort zijn de kansen van Cordonnier aanmerkelijk gestegen, zoodat het niet onwaarschijnlijk moet zijn, dat hij Gen slotte de architect van het Vredespaleis zal worden. Int. congres van Kamers van Kooph. Bij Kon. besluit zijn benoemd tot gedelegeerden der Nederlandsclie regeering voor het te Milaan te houden internationaal Con gres van Kamers van Koophandel en handels- en nijverheids vereeni gingen, de heer D. van Lookeren Campagne, lid van het hoofdbestuur der Maatschappij van Nijverheid te Hengelo (O.) en rnr. J. C. Everwijn, hoofdcommies bij het dep. van Land- bouwj en lid en secretaris der com missie voor de handelspolitiek, te 's-Gravenhage. Personeele Belasting. Het wetsontwerp, waarbij wij ziging wordt gebracht in de indee ling van gemeenten des lands of ge deelten daarvan bij de verschillen de klassen der personeele belasting, bevat wat de provincie Noord-Hol land betreft 0. m. de volgende ver anderingen Alkmaar. Gemeente Alkmaar (stad) Alkmaar (overig deel), de ge meente, thans 5de klasse, te split sen in Alkmaar (stad), 4de klasse, en (overig deel), 7de klasse. Deze gemeente bestaat uit een landelijk en een stedelijk gedeelte. Het eerste omvat de kadastrale sec tiën D. en G., het tweede de stad met onmiddellijke omgeving. Hier zijn de huurprijzen hooger dan ginds en bovendien zijn zij de laatste jaren zóó gestegen, dat woningen van min der huurprijs dan f 87.50 niet meer worden gesticht. Om die reden is verhooging tot de 4e klasse noo dig. Deze moet, èn om het verschil in toestand met Alkmaar (stad), èn om de meerdere overeen komst met de omliggende gemeen ten, gepaard gaan met verlagjng tot Je 7de klasse van het overig deel der gemeente,. V else nIJ muide n. Gemeente Velsen (IJmuiden) Velsen (overig deel) (Velsen (IJmuiden), thans 5e klasse te brengen in de 3de klasse, Velsen (Jan Gijsenvaart), thans 5de klasse, en (overig deel), thans 7de klasse, te vereenigen tot Velsen (overig deel), 6de klasse. Terwijl de gemeente thans ver FEUILLETON. 11. De oude Fromentier had genoeg ge zond verstand om hem te verdedigen, maar de woede over het mislukken van haar plan viel geheel en al op Luc, en Luc was ook nu weer een hinderpaal bij haar veel bescheidener eischen, nu zij een beroep deed op hunne oude vriendschap in de hoop later een gedeelte van de erfenis te krijgen. Zonder Luc meende zij daar vast op te mogen rekenen. Aflette merkte in haar onschuld en eenvoud van al deze intriges niets. Zij was tevreden, nu zij Luc tot zwij gen gebracht had en meende hem ge heel te verpletteren met de bewering: Uw vader, die mevrouw Maloutre al veel langer kent, dan gij en die niet zondigt uit gebrek aan toege vendheid, acht haar hoog. Hij houdt veel van haar. 't Is zelfs een pleizier hen bij elkander te zien en elkander te zien behandelen als vroeger, maar dat schijnt op hun hoogen leeftijd zoo grappig. Bij deze herinnering droogden hare tranen en met een laatste gevoel van bitterheid riep zij uit: Het komt er niet op aan, mijn neef moet in zijn jeugd een bemin nelijk man geweest zijn, veel bemin nelijker, dan gij, hij zou zicli eene dergelijke brutaliteit niet veroorloofd hebben Hij had den tijd gehad om te den ken, en bij zichzelven tot het besluit te komen, dat het beter was, dat zij niets begreep, dat hij zijne oude ge woonten getrouw bleef, dat hij zich zwijgend liet beoordeelen en veroor- deelen, beter dan zich ten laste van anderen van schuld vrij te pleiten. Gij weet wel, dat ik een beer ben, zeide hij. Geef mij dan ook de verdiende stokslagen. De klank zijner stem was treurig. Aflette gevoelde, dat hij leed en daar zij een goed hart had en hare boos heid reeds over was, toonde zij zich medelijdend en verklaarde: Voor dezen keer schenk ik u vergiffenis, hoewel hetgeen gij gedaan hebt al te erg is. Met een laatste ge voel van verontwaardiging raapte zij den gebroken armband op, en toen Luc weg wilde gaan, hield zij hem op hare beurt tegen. Neen, neen, gij moet niet alleen mij vergiffenis vragen, maar ook die arme mevrouw Maloutre, die gij zoo slecht behandeld hebt. Als straf zult gij naar binnen gaan en een vriendelijk gezicht zetten, tot zij vertrokken is, hebt gij mij begrepen, een vriendelijk gezicbt zetten! Zij sleepte Luc mee naar de eetzaal met het ondeugend genoegen van een verwend kind, toen eensklaps de deur geopend werd en de plotselinge ver schijning van mevrouw Maloutre en mijnheer Fromentier een eind aan hun twist maakte. Mijnheer Fromentier scheen zeer voldaan te zijn, mevrouw Maloutre ten hoogste vertoornd. Zij liep in stramme houding, zwaaide met hare parasol en toonde geen enkele der vrouwelijke bevalligheden van haar aankomst. Toen zij Luc en Aflette zag, bleef staan, keek beiden scherp aan en dan met doordringende stem Ha ha, roode oogenHeeft men hier ook met elkander getwist? Het is daar anders nog vroeg genoeg voor, wacht ten minste, tot gij de vijftig te boven zijt. Luc beet nijdig op zijn knevel, maar Aflette antwoordde terstond: Het was geen twist, maar een ongeluk. Ik heb, terwijl ik met Trilly speelde, den mooien armband gebro ken. Zij wist niet, waarom zij de waar heid niet zeide, dit antwoord was haar onwillekeurig op de lippen gekomen, en met tranen in de oogen liet zij de stukken van het gebroken voorwerp zien. Mevrouw Maloutre antwoordde slechts met een twijfelachtig hoofd schudden en ging zonder er verder iets bij te voegen, aan den arm van mijnheer Fromentier de deur uit. Aflette vergezelde hen vriendelijk pra tend, om den laatsten achterdocht weg te nemen. Na een oogenblik aarzelens volgde Luc ook, een weinig achter de anderen aan, maar zonder een woord of gebaar te verliezen. Wilt gij door het bosch gaan? vroeg mijnheer Fromentier haar zeer beleefd. Dat is wel wat verder, maar de weg is gemakkelijker en schaduw rijk. Door het bosch, antwoordde zij droogjes; zich met een pruilend gelaat van hem afwendend, voegde zij er bij Dezen tocht zal ik niet spoedig meer ondernemen, ik ben er half dood van. Hoe stiller en boozer zij werd, hoe meer pleizier mijnheer Fromentier scheen te hebben, en hij putte zich uit in voorkomendheid en beleefd heid en in complimenten, waardoor mevrouw Maloutre al toorniger en toorniger werd. Wat hebben zij vandaag samen? zeide Aflette, zachtjes naderende. Hij antwoordde eenvoudig Mevrouw Maloutre heeft vader een uitweg over zijn weiland gevraagd en hij heeft haar dien gewei gerd. Hij is onhandelbaar als het zijne landerijen betreft. Ja, maar een oude vriendin, zoo- toch Luc als mevrouw Maloutre is, mag hij toch wel wat toegeven. Dat heeft zij ook gezegd en daar om is de teleurstelling zooveel te groo- ter. Om Luc's mond speelde een eigen aardige glimlach. Maar hoor eens, hernam Aflette, het wordt nu een formeele twist. Zou den zij gebrouilleerd raken Dat is onmogelijk. Het zou wel grappig zijn om ter wille van een streepje weiland met elkander in onmin te raken, na zoo veel jaren goede vrienden geweest te zijn Luc had weer denzelfden glimlach om den mond, als hij antwoordde Dat is gewoonlijk het einde van oude vriendschap. (Wordt vervolgd NIEUWE liiMiEMSCII COURANT MAIN TIEN PR Af AGITE MA NON AGITATE. zij riep mijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1