Maandag 17 Sept. 1906. No. 6401. 31s,e Jaargang Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. L® Gelieve dit vooral te lezen De Nieuwe Haarlemsche Courant. De Nijd aan 't woord. BUITENLAND. De familie Fromentier. riri 'if*' BERICHT. Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per pg Afzonderlijke nummers DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHA ABONNEMENTSPRIJS: lLVE zorf- EN F J£. ƒ1.20 V? „1.65 0.05 FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Hontmartre. Gedurende eenigen tijd zal onze Courant iederen dag gratis ter kennismaking uiorden toegezonden aan die Ka tholieken onzer stad, welke nog niet geabonneerd zijn. Naar tuij duruen eerwachten, zal deze kennismaking uelen aansporen, om alsnog trouwe lezers te worden uan het eenige Katholieke dagblad te dezer stede: Week-Abonnementen worden aangenomen a 10 ets. per week. H. H. Adverteerders! uoor U eene bijzonder gunstige gelegenheid, wijl ons blad in duizenden en duizenden gezinnen uerspreid wordt. Zij, die zich te gen I OCTOBER a.s. oponsBLAD abonneeren,ontvangen de tot dan verschijnende Hommers GRATIS. De „Sociale Week" te Utrecht is een groot succes geweest. Door dat bemoedigenden vleiend getuigenis heeft nagenoeg de heele Katholieke Pers den indruk weergegeven van deze veelbelovende Katholiek-sociale „nieuwigheid". Maar het getuigenis der vrienden en „huisgenooten"—ondeugend her innert misschien deze of gene zich het spreekwoord van zijn vrienden moetmen't hebbenis bij sommigen altoos min of meer verdacht. Daar zijn er nog te veel onder onze ge- loofsgenooten, die voor een enke woordje lof in de liberale of zooge naamd neutrale dagbladpers een voet hoog springen en daarbij aan het hondje doen denken, waarvan „Dringend bevelen wij onze Gees telijkheid aan, dat zij den geloovigen herhaaldelijk het nut der Katholieke dagbladpers voorhoude." (Herderlijk schrijven der Amerikaansche Bisschoppen.) de bekende 18e eeuwsche kinder dichter Van Alphen zong „Hoe dankbaar is mijn kleine hond Voor beentjes en voor brood." Andere getuigen zullen we even laten spreken. In de eerste plaats het hoofdor gaan der socialisten, Het Volk. Reeds meerdere malen heeft het blad geschimpt en gesmaald op het groote en goede Katholieke sociale werk te Utrecht. Dat zit Het Volk zóó dwars in de maag, dat ook het Zondagsblad, 't welkj't zijnen lezers thuis zendt, gisteren bijna voor de helft aan „de zwarte Week" gewijd was. Heel geestig Het Volk is al toos geestig, heeft het monopolie van geestigheid en waarheidsliefde krijgen we eerst eene geschiedenis, waarbij een padde en een kikker te pas komen, en waarbij een „kraai" de hoofdrol speelt. Een soort dierenfabel, waarop „de goede" Lafontaine nog jaloerscher worden zou, dan Het Volk op de „Sociale Week" blijkt te zijn. Ja, eene fabel, waarop de bekende twee regels uit de „Waarheid en Ezopus" van onzen dichter Bilder- dijk zoo juist slaan: En blinde Krelis zei:„v..." Dat is geweldig mooi!" Op de 5de pagina wordt het nog mooier voor de tallooze „blinde Krelisen", die zich door „Het Volk" laten misleiden. „De Katholieke school te Utrecht" staat er boven de teekening. Mr. Aalberse achter den katheder staande wijst drie op de schoolban ken zittende leerlingen op een zwart bord twee figuren: Een hooggehoed weldoorvoed kapitalist schijnt de eene. Met de borst vooruit aanvaardt hij de hulde, die de werkman hem biedt, welke aan zijne voeten in het stof gebogen ligt. De leerlingen op de banken zien er natuurlijk uit als idioten in het kwadraat. Het onderschrift luidt.: „De Katholieke sociale akteur Aal berse: „„Wat wij willen is solidari teit in den geest, als ik jullie hier op het bord heb voorgeteekend"". Kan het fraaier geestiger en met meer waarheidsliefde voorgesteld worden Doch wij weten al te goed, waar 'm de schoen wringt: Het succes der Katholieke sociale week zit „Het Volk" leelijk dwars. Dat succes loochenen kan het niet. Daarom beproeft het een laatste middeldoor „le ridicule qui tue", door het moordend belachelijk-ma- ken de bedrogen lezers te doen lachen. Zelf lacht het ook, maal ais de boer op het bekende schil derstuk van Jan Steen, waar een kwakzalver „pijnloos" tanden trekt. Dan is Domela Nieuwenhuis in de „Vrije Socialist" eerlijker, waar hij schrijft „Het zou dom zijn onzerzijds de oogen te sluiten voor het gewicht ervan. Nog dommer om op der li beralen wijze weinig of geen noti tie daarvan te nemen, als waren hier een troep botterikken bij el kaar, niet de moeite waard dat andersdenkenden er zich mede be zig zouden houden. Neen, wie getuige is geweest van hetgeen daar verhandeld is, moet zijn weggegaan met de overtuiging, dat daar aan die zijde, d.i. aan de zijde der Roomsche kerk, in korten tijd zich een groep Katholieken heeft gevormd, die een macht is, waarmede men of men wil of niet rekening heeft te houden. „Daarzijn mannen, die goed be slagen ten ijs komen, mannen die onze beweging op den voet volgen eh al haar zwakke punten aan 't dag licht brengen. „Wij behoeven slechts de namen te noemen van mr. Aalberse, prof. Aalberse, mr. Van Nispen tot Se- venaer, prof. Aengenent, prof. Nou- wens, rektor Bult, prof. Liesker daar zijn er meer, maar wij noemen slechts enkelen om elk te over tuigen, dat daar aan die rechterzijde tegenstanders zijn, die maar niet met minachtend handgebaar, met schreeuwen en met een testimonium van onkunde kunnen afgemaakt worden. „Het is altijd dom, zijn tegenstan ders te klein te achten. „Toenwij prof. Liesker zijn stel lingen met soberheid en scherpte hoorden uiteenzetten, toen dachten wij bij onszei venals een partij over zulke krachten beschikt, dan is zij nog niet verslagen." Dat is tenminste eerlijk, al smaakt het misschien minder dan de zoute- looze en onware aardigheden van Het Volk. Immers de wereld wil bedrogen zijn en de werkman leent al te gaarne het oor aan lieden, welke tegen elkaar opbieden en hem niet alleen zon en maan, maar heel den sterrenhemel er bij beloven. Doch 't woord van waardeering van den heer Domela Nieuwenhuis achten wij een minder vleiend ge tuigenis voor de Katholieke sociale week te Utrecht dan de nijd en het raafgekras van „het Volk." Er zijn te Utrecht geduchte sla gen toegebracht kan „Het Volk" anders dan schreeuwen ITALIË. De Paus heeft het verlangen te ken nen gegeven, het herderlijk schrijven, dat de bisschoppen van Frankrijk tot de geloovigen wenschen te richten, te zien vóór het wordt bekend gemaakt, om zoo noodig wijzigingen daarin te kunnen aanbrengen. Dus bericht het Handelsblad. Naar onze bescheiden meening zal het Fran- sche Episcopaat, dat zich zoo waardig en kloek bij de pauselijke beslissingen heeft neergelegd en aangesloten zeker in de eerste plaats aan Z. Heiligheid inzage verleend hebben van het bo venbedoeld herderlijk schrijven. Wij gaan verder en durven gerust beweren, dat de prelaten geen stap zullen doen, vooral in deze hachelijke omstandigheden, zonder hun Opper hoofd geraadpleegd of Hem althans behoorlijk daarvan kennis gegeven te hebben. CHINA. Veertien der hoogstgeplaatste Chi- neesche ambtenaren komen thans iederen dag bijeen om te beraadslagen over het ontwerp der uit het buiten land teruggekeerde keizerlijke com missie, dat een reorganisatie van het rijksbestuur inhoudt. De Times bericht, dat de jong-Chi- neesche partij met ongeduld de be slissingen der commissie afwacht. De leden er van echter kennen geen van allen een vreemde taal, en hun op vattingen wijken natuurlijk ten zeerste van de Westersche denkbeelden af. Toch verwacht de correspondent, dat zij aanmerkelijke concessies zullen voorstellen, ten einde te voldoen aan eenige eischen der revolutionnaire Partij' TURKIJE Men weet, hoe 't sedert lang in Bulgarije gist; hoe vijandig men er zich toont tegen Turkije. Er wordt nu melding gemaakt van het onderhoud, dat de afgezant van den sultan, Nedsjib Melchame te Ma- rienbad met vorst Ferdinand van Bulgarije gehad heeft. Op scherpen toon beklaagde zich vorst Ferdinand over de Turksche en de Oosteurijk- Hongaarsche politiek tegenover de Macedonische Bulgaren. Dit veroor zaakt in het vorstendom groote op winding, waaronder de vorst zelf leed, zoodat de door Turkije veroorzaakte toestand zeer ernstig is. 'Vorst Ferdinand verklaarde te gelooven aan de welwil lende en wijze bedoelingen van den Sultan, maar zeide, dat de Turksche autoriteiten zich daarnaar niet richt ten. Nedsjib antwoordde, dat de Sultan oprecht den vrede wenschte, en dat hij dit spoedig door eenige iradees ten gunste der Bulgaren, zou bewijzen. Een Reuter-telegram brengt het vol- gende bericht, dat zeker geen bewijs is van eene hetere verstandhouding. In den ochtend van 6 September dron gen 80 Turksche soldaten het dorp Jarnerodero, bij Vodenat, binnen. De maire, twee notabelen en verschillende bewoners waaronder ook kinderen, werden gedood. Een onderzoek door een Russisch officier ingesteld, toonde de juistheid der feiten aan. De luitenant, die de Turksche troepen aanvoerde, werd te ruggeroepen. Zal hiermee deze zaak beëindigd wezen AMERIKA. De Cubaansche opstand. Een ernstig gevecht is er te Alcano, tien mijlen ten zuid-westen van Ha vana gelegen, tusschen de regeerings- troepen onder generaal Rodriguez en de opstandelingen geleverd. Daarbij hebben de laatsten het onderspit gedolven. Overigens zijn de berichten, die in de laatste dagen van Cuba ontvangen worden, hoogst ernstig. Zelfs de beste elementen uit de bevolking moeten zich bij de opstandelingen aangesloten hebben. De Cubaansche legatie te Washing ton gaat voort met liet openbaarma ken van geruststellende telegrammen, daaraan wordt echter geen waarde meer gehecht. Ook doet de regeering zwakke pogingen om de buitenland- sche correspondenten te bemoeilijken gelijk zij het reeds met de inland- sche dagbladschrijvers gedaan heeft, zonder eenig succes van belang echter, want de nabijheid van Key West is oorzaak, dat de verzending van tele grammen op zijn hoogst enkele uren vertraagd kan worden. Eenige Amerikaansche bladen spo ren president Roosevelt aan, om gewa penderhand op Cuba tusschenbeide te komen, en snel en beslist op te tre den ten gunste van president Palma, vooral ook omdat, mocht de eerste omwenteling sedert de vrijmaking van het eiland slagen, er zeker nog meerdere zouden volgen. »- Volgens de New-York Herald pogen de opstandelingen een gewapende tusschenkomst der Vereenigde Staten uit te lokken; als het meest geschikte middel daartoe leggen zij in de pro vincie Santa Clara Amerikaansche suikerplantages in de asch. RUSLAND. Nadere bijzonderheden omtrent de moordenares van Interlaken worden, openbaar. Haar vader is de Russische generaal Leontief, oud- gouverneur-generaal van Warschau. Reeds geruimen tijd heulde zij met de nihilistische theorieën en ondanks het nauwlettend toezicht harer moe der, onderhield zij gedurende haar studiën aan de universiteit te Lau sanne betrekkingen met verbannen Russische revolutionairen. Reeds had zij eenigen tijd in de Peter- en-Pauls-vesting gevangen gezeten. In December 1905 was zij voor goed uit Rusland verbannen. Hare ouders verklaren, dat het meisje reeds geruimen tijd niet wel bij het hoofd was. De vader van Tatjana Leontief, die uit de kranten vernomen had, dat zijn dochter te Interlaken een aanslag gepleegd had op den ren tenier Müller, is naar Genève, ge gaan en daar Vrijdag aangekomen Zijn vrouw woont sedert gerui men tijd te Lancy bij Genève. Bei den zijn diep ter neergeslagen over de daad van hun dochter. De vader heeft ppen gedaan om een on derhoud met Tatjana te verkrijgen. Goetzkof, leider der Octobristen verklaarde aan den berichtgever van het Peterburgsche Telegraaf- agentschap dat de samensmelting met de „partij der vreedzame her vormingen" nog niet beslist was, daar de meening van de meeste provinciale afdeelingen nog niet bekend is geworden. Een samen gaan met de meer naar links of naar rechts staande groepen, b.v. die der kadetten, was onmogelijk, verklaarde Goetzkof. De Octobristen en de partij der vreedza'me her vormingen gingen den constitutio- neelen wegde kadetten daaren tegen hadden door het Wiborger manifest [zich bij de revolutie aan gesloten. De Standard (Londen) verneemt, dat graaf Witte binnenkort te. operatie aan de keel moet onder gaan te Homburg. Een DuLscii specialist zal zich ermee belasten. Te Warschau hebben Vrijdag weer tal van huiszoekingen plaats gehad. Er zijn een aantal menschen in hechtenis genomen en voorloo- pig in de kazernes*opgesloten. Tweeduizend studenten van de Petersburgsche universiteit hebben in een vergadering aangedrongen op hervatting van de lessen, aan gezien voortzetting van den tegen- woordigen toestand nergens toe die nen kan. De metropoliet Antonius heeft aan alle orthodoxe bisschoppen een herderlijk rondschrijven gericht, waarin hij de priesters aanspoort, om krachtig mede te doen aan de voor bereiding der verkiezingen en daar bij de vijanden van kerk en staat te bestrijden, 's Zondags moet in de FEUILLETON. 17. Zeker, ik ben de eenige vrouw in huis, Florine telt niet mee, dat is een gendarme en het is genoeg be kend, dat de mannen niet buiten eene vrouw kunnen, die hen oppast. Zelfs de soldaten hebben hunne marketen- sters, en gij zult mij de eer wel willen aandoen, mijne diensten aan te nemen, zooals gij vroeger in het regiment, die van moeder Boulingrin aannaamt. wier geschiedenis mij zooveel genoegen deed. Wat Luc aan zijne korte, militaire loopbaan herinnerde, vermaakte hem altijd eenigszins; alleen hierdoor werd hij aan zijne gewone terughouding ontrukt, en zijn gelaat verhelderde bij de opgewekte herinnering. Moeder Boulingrin, de beroemde marketen ster bij het 2e regiment dragonders, eene oude, zeventigjarige vrouw, die het gezicht vol wratten en een kogel in het lichaam had, die eene pijp rookte, een stevig glas drank en voor de nieuwe recruten met onvergetelijke woorden den slag van Gravelotte wist te vertellen, die tegen hare beste vrienden over hare ongelukken sprak, en waarvan de legende door eiken thuisgekomen recruut aan broertjes en zusjes, neven of nichten verteld werd. Toen Aliette nog een klein kind was, moest Luc na elke opkomst over moeder Boulingrin spreken, van moe der Boulingrin vertellen, een duidelijk portret van haar geven, ja, somtijds zelfs voor moeder Boulingrin spelen. Het was Luc nooit te veel, altijd de zelfde anecdoten weer te vertellen, die Alietta zoo gaarne mocht hooren. Zij was nog een echt kind en het deed Luc genoegen, haar zoo druk bezig te zien met praktische dingen. Dat bevrijdde zijn hart van eengroo- ten last, aie hem sedert eenige dagen bezwaarde. Hij dacht bij zich zelf, dat huishoudelijke deugden bij eene vrouw geruststellende verschijnselen zijn, kostbare waarborgen, die de ar me moeder van Aliette nooit bezeten had, dat'in dit opzicht ten minstede noodlottige gelijkenis, waarop Florine altijd weer terugkwam, niet bestond, en hoe meer hij hierover nadacht, hoe meer hij zich gerustgesteld gevoelde. Hij haastte zich niet met het ontbijt, hij vond het hier zoo aangenaam, dat Aliette er hem aan moest herinneren, dat het tijd was om te vertrekken. Samen gingen zij nu naar de bin nenplaats, waar een knecht, die nog maar half wakker was, de merrie voor spande. Luc stapte in en vertrok. De regen begon te verminderende mist, die bij oogenblikkén optrok, liet reeds de eerste heuvelenrij zien. Aliette keek een oogenblik de brik na, die voorthobbelde met de groote paraplu van Luc er boven, dan trad zij geeu wende het huis weer binnen. Het was nog nauwelijks vijf uur, zij wist niet, wat zij met dezen langen morgen zou aanvangen. Zij besteedde zooveel mogelijk tijd aan haar toilet, maakte op drie, vier verschillende ma nieren het haar op, die haar alle even goed stonden en begon dan hare kamer in orde te brengen. Zij hield veel van hare kamer. Het salon bleef een ontoegankelijk heilig dom, de eetzaal was het gebied van mijnheer Fromentier, de keuken dat van Florine en nergens dan op hare kamer kon zij den smaak, die elke vrouw ingeboren is voor eene woning, in toepassing brengen. Deze kamer bestond uit een klein vertrek op het zuiden gelegen met een prachtig uitzicht op de heuvels. Het had een planken vloer, de eenige in het heele huis. Door een bijzonder buitenkansje was het papier, dat op de muren zat en nog uit het laatst der vorige eeuw dagteekende, goed bewaard gebleven. De grond was blauw achtig groen, met witte bloemen be zaaid, De zolder had de meubelen ge leverd. De beste waren natuurlijk naar beneden gehaald. Aliette vond er be hagen in van sommige de fraaie vor men te bewonderen. Men vond er een kleine chiffonnière stijl Lodrvvijk XV, een spiegeltafeltje uit het eerste keizerrijk, eene bonheur- du-jour in ebbenhout, eene canapé en twee armstoelen stijl Lodewijk XVI, zoo licht, dat men er nauwelijks op durfde gaan zitten; ds zittingen waren kaal, hier en daar reeds hersteld en het hout op verschillende plaatsen vermolmd. Eene sprei nog van Fromentier's grootmoeder afkomstig lag over het kleine, smalle, mahoniehouten ledi kant, en bij deze oude meubelen, die bij gebrek aan iets beters dienst deden, voegde Aliette hare eigene snuisterijen, waarop zij nog veel trotscher was; de witte, neteldoeksche gordijnen voor het bed en de ramen, een beeldje van de Heilige Maagd, twee kandelaars, twee bloemvazen op den schoorsteen, een etagère met gekleurde, porseleinen beeldjes, andere kleine kunstvoorwer pen, zooals men tegen den eersten Januari in de winkels uitgestald ziet, en eene plank met goedkoope boeken in prachtbandjes dat alles herinnerde aan zekere dagen in het jaar; en aan prij suitdeelingen; verder eenige voor wer- pen van uitsluitend vrouwelijk ge bruik: een speldenkussen, een naal denkoker, eene naaidoos, fotografie lijstjes, kleedjes van verschillende stukjes stof vervaardigd, alle werkjes van geduld en vlijt, waaraan Aliette al haar vrijen tijd besteden kon. Zij was zeer handig, eene kleine kunstenares, zonder het te weten, zij hield er van, mooie dingen te maken, en somtijds droomde zij van een fraai gebloemd tapijtwerk, dat van dikke zijde geborduurd werd. Maar dat zou duur zijn en neef Fromentier was er ook nog, om haar zonder ophouden te herhalen, dat hij arm was, dat de ouders van Aliette niets nagelaten hadden en dat men vóór alles zuinig moest zijn. Zij moest zich dus tevreden stellen met de materialen, die onder haar be reik waren, en meestal kon zij het niet verder brengen, dan wollen kou sen breien voor haar neef en het lin nengoed voer de huisgenooten her stellen. Toen nu hare kamer in orde was nam zij half lusteloos haar werk mandje en begon een tafellaken te herstellen. Het gat was heel groot, de draad bijzonder fijn, Aliette zuchtte en keek door het raam. Wordt vervolgd NIEUWE HAilLEHSCHECOURANT r HEN PRAT flGITE MA NON AGITATE. jj»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1