Zaterdag 22 Sept. 1906. No. 6406. 31ste Jaargang Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. Gelieve dit vooral te lezen De Nieuwe Haarlemsche Courant. t EN^JpS^fe „Werkmans-Candidaat." De familie Fromentier. BERICHT. A. H. SMULDERS. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per nost .A»1.6f Afzonderlijke nummers DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALV 0 .65 0.05 AGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE <fe Co., JOHN F. JONES, Suce., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Gedurende eenigen tijd zal onze Courant iederen dag gratis ter kennismaking worden toegezonden aan die Ka tholieken onzer stad, welke nog niet geabonneerd zijn. Maar wij duruen eerwachten, zal deze kennismaking uelen aansporen, om alsnog trouwe lezers te worden uan het eenige Katholieke dagblad te dezer stede: Week-Abonnementen worden aangenomen a 10 ets. per week. H. H. Adverteerders! uoor U eene hijzonder gunstige gelegenheid, wijl ons blad in duizenden en duizenden gezinnen uerspreid wordt. Zij, die zich te gen I OCTOBER a.s. oponsBLAD abonneeren,ontvangen de tot dan verschijnende nommers GRATIS. Zoodra in de jongste vergadering van onze R. K. Kiesvereenigmg de beslissing gevallen was, hebben wij die ter kennis gebracht van onze lezers, met een enkel woord haar candidaat aanbevelend, ook later, en tevens aankondigend, dat wij nader op dezen candidaat terugko men zouden. Aan deze belofte vol doen wij thans. De beslissende dag nadert, gelijk trouwens door de advertentie in onze courant, en de andere hier ter stede verschijnende bladen reeds enkele malen in herinnering gebracht werd. Een werkmans-candidaat I Op sommige kiezers zal dit werken als de allerbeste aansporing. Die „Stellen wij geschrift tegenover ge schrift laat de dagbladpers, dat machtig werktuig der vernieling, in onze hand een machtig werktuig worden voor het heil der menschheid en dat de bron van het kwaad aldus dienst baar worde aan het goede." (Leo XIII z- g.) koppeling van „candidaat" en „werkman" zal hun een machtige prikkel zijn en zoo ooit, dan zullen zij bij deze gelegenheid hun beste beentje voorzetten. Voor deze soort kiezers mag dus alle opwekking, iedere aansporing overbodig genoemd wor den. Werken zullen zij uit eigen beweging, uit al hunne krachten en een ijver ontwikkelen als nooit te voren. UitstekendWij kunnen niet anders dan ons daarover verheugen. Dat zij arbeiden, zooveel zij kunnen, onvermoeid, want deze candidaat, de heer A. H. Smulders, is in dubbelen zin hun candidaat. Zijne overwinning is de hunne, het minder eervolle zijner nederlaag zal vooral op hen terugvallen. Iedere aansporing, wij herhalen het, is voor deze kiezers dus over bodig. Daar zijn andere Katholieke kie zers, op wie de verbinding van „werkman" en „candidaat" juist de tegenovergestelde werking doet. Terecht of ten onrechte koesteren zij de overtuiging, herhalen zij, dat de ervaringen tot heden over het algemeen met den werkman in het politieke en in het openbare leven opgedaan, nu juist niet van dien aard zijn, dat zij aanmoedigen om hem vooruit te schuiven naar die plaats, om hem dien invloed te ver zekeren,waarop hij aanspraak meent te mogen maken. Daarvoor zijn de tijden nog niet rijp, dergelijke proefnemingen zijn op zijn zachtst gesproken zeer ge- FEUILLETON. 22. Waarlijk! riep de schilder uit aan eene kunstenaars-fantasie toege vende, als gij het toestaat, wil ik gaarne van de partij zijn! Om u te dienen, als gij er lust in hebt, mijnheer Livron, antwoordde Fromentier, niet weinig in zijn schik met deze onverwachte hulp. wolken werden steeds donkerder en dreigender. Men hoorde van het eene einde der weide tot het andere slechts het hin niken der paarden en een verward geluid als m een bijenkorf. Iedereen deed zijn best. Van tijd tot tijd hief mijnheer Fromentier het hoofd op om naar zijn nieuwen werkman te zien. Ja, er zat pit in dezen jongen man, een werkman van vijf-en-twintig stui vers daags zou het niet beter en vlug- Zoo redeneeren zij. Uit vooringe nomenheid tegen den werkman? Laten wij, waar de keuze ligt tus- schen de goede en slechte bedoe ling, liever de goede kiezen en ze<r. gen: Neen, niet uit vooringenomen heid tegen den werkman als zoo danig, maar uit liefde, uit bezorgd heid voor de goede zaak. Wie zal het den werkman euvel duiden, zoo hij verklaren durft, dat hij in de staatkunde enz. evengoed mondig is als wie ook dat hij even zeer een denkend wezen is, gezond verstand heeft en de noodige ken nis en ontwikkeling? Maar dat hij dan op zijne beurt ook de meening eerbiedige van hen, die terecht of ten onrechte, her halen wij den Katholieken werk man nog niet rijp achten voor het openbaar leven; dat hij niet altoos direct aan het booze vermoeden toegeveomdat het een werkman is." Dit daargelaten. In hare aanbeveling zegt het Bestuur der R.K. Kiesvereeniging, dat zij „de Kiezers in district 1 uitnoodigt, op DINSDAG 25 SEP TEMBER eenparig hun stem uit te brengen op haren candidaat A. H. S M U L D E R S, een katholiek werkman, die ver klaard heeft als Raadslid het ge meentebelang in alles voorop te zullen stellen en niet als de ver tegenwoordiger van de belangen eener klasse, maar voor de gansche burgerij te willen optreden". Die toelichting ontbreekt het allerminst aan duidelijkheid. Geruststellend is zij ook voor die kiezers, welke een werkmans-candi- datuur uit den booze achten voorloopig althans. Laten zij voor ditmaal hunne eigen meening en overtuiging geen stem in het kapittel geven. Zelf verloochening, vrijwillig of gedwon gen, moet voortdurend in het leven beoefend worden. Dat zij thans die zelfverloochening in het belang onzer partij, edel moedig en met een ruim hart beoe fenen. Dan zullen de Kiezers in district I allen eendrachtig op trekken, sterk en ijverig, omdat de vaste hoop op de zegepraal hen be zielt dan zullen zij de overwin ning bezorgen aan den werkmans- candidaat, als gij wilt, maar voor en boven alles en in de eerste plaats aan den candidaat der Roomsche Kiezers, den candidaat der R.K. Kiesvereeniging, aan den heer AMERIKA. Voor de Amerikaansche vrede stichters wordende omstandigheden niet gemakkelijker. „La Discusion" bevat een telegram uit Cienfugos, dat meldt, hoe do opstandelingen de bemanning der Amerikaansche kanonneerboot „Manetta" beschoten, die te Soledad gehuisvest was. De Amerikanen bleven het ant woord niet schuldig en sloegen de opstandelingen op de vlucht. Een ander telegram, en dat is het ernstigste met het oog op de onderhandelingen, verklaart, dat voor de bemiddelaars het critieke oogenblik is aangebroken. Er zijn aanwijzingen, dat minis ter Taft niet in staat zal zijn de moeilijkheden op te lossen zonder krachtdadige tusscbenkomst van de zijde van Amerika. Het is bekend, dat de lieer Taft in voortdurende verbinding is met president Roose velt. Naar gemeld wordt, is de toe stand veel ernstiger dan men had ge dacht. De zes Amerikaansche oorlogs schepen, onder welke twee slagsche pen, geven aan de haven een on gewoon krijgshaftig aanzien. De Spaansche pers is over de Cubaansche quaestie zeer verdeeld. De eene redactie zegt zich te verheugen over de moeilijkheden, die Amerika ondervindteene an dere spreekt den wensch uit, dat de onhandelbare Cubanen eens flink recht gezet zullen worden. Maar de meesten nemen de partij der Cubanen en eischen van de Regee ring, dat zij optrede, krachtig. Dat zij oorlogsschepen zenden zal, want zeggen ze, Spanje heeft de zelfde rechten en belangen op Cuba te verdedigen als de Vereenigde Staten. De heeren vergeten alleen maar, dat „dezelfde rechten en belangen" van verschillende personen niet al toos met dezelfde maat gemeten, metdezelfdegewichten gewogen wor den. Partijdigheid en eigenbelang zijn immers maar al te dikwijls de raad gevers En dan is Spanje bij machte krachtig op te treden Heeft het eene hand om de vuist tc zet ten? Dat is de vraag. De tegenwoordige toestand op Cuba zal een volslagen mislukking van den tabaksoogst ten gevolge hebben: ook de suikeroogst lijdt ontzaglijke schade. Allen zijn het er over eens, dat tusschenkomst der Vereenigde Staten noodig is en daarna annexatie, ten einde nog te redden wat mogelijk is. Hebben we niet van 'net begin af gezegd, dat dit het einde van het liedje we zen zou? CHINA. De wervelstorm te Hogkong is vree- selijker geweest dan de berichten tot nu meldden. Naar wij vernemen, moet de geheele visschersvloot ten gronde gegaan zijn, groot 600 jonken. Het aantal menschen, die hat leven ver loren, wordt op 10.000 geschat. Vol gens sommige berichten zou er ver zuim hebben plaats gehad en nala tigheid op het observatorium, zoodat de gebruikelijke waarschuwingen niet gegeven werden. Omtrent dit punt zijn de berichten evenwel tegenstrijdig. De schade in de haven wordt thans op 50 inillioen gulden begroot. RUSLAND. Naar verluidt zou de minister van justitie Stjeplolitoff zich verzet hebben tegen de al te ruime toepassing van de rechtspraak del' Krijgsraden, wijl deze de gewone reehtspraak geheel dreigt te overvleugelen. De Berl. Lokal Anz. zegt, dat zij uit de meest vertrouwbare bron mede- deeling heeft ontvangen, dat binnen kort een besluit der regeering zal worden afgekondigd, waarbij de rechts- beperkingen vanadministratieven aard voor de joden opgeheven zullen wor den, in de eerste plaatst die betreffende de vestiging. Den joden zal daarbij het recht worden verleend zich naar believen te vestigen waar zij willen. De uitwerking van andere wetten, tot gelijkstelling van de joden met de belijders van andere godsdiensten, zal dan aan de Doema worden overge laten. Reeds thans kunnen zij in on beperkt getal aan de Russische uni versiteiten studeeren, wat kort geleden nog niet het geval was. Het tweede vraagpunt raakt zoowel het gevangeniswezen als de quaestie, der landelijke bevolking. De regeering heeft eenigen tijd geleden twee ambtenaren van het ministerie van justitie, baron Stackelberg en Loetsjinski, naar Duitschland gezon den, om daar een onderzoek in te stellen naar het gevangeniswezen. De heer Loetsjinski heeft daarop een plan uitgewerkt, door hetwelk de re geering tot een doelmatige oplossing van het vraagstuk der kolonisatie in Europeesch Rusland hoopt te komen. De grond zal door gevangenen worden ontgonnen en er zullen huizen voor hen worden gebouwd om den iust tot kolonisatie te bevorderen. Het Petersburgsche Telegraafagent- schap meldtIn de Fransche pers is medegedeeld, dat de Russische regee ring bij de ondersteuning der door hongersnood geteisterde provincies in moeilijkheden zou zijn geraakt, door dat voor deze ondersteuning 150 mil- lioen roebel noodig zouden zijn, ter wijl de regeering slechts kon beschik ken over 100 inillioen. Wij zijn ge machtigd te verklaren, dat de schat kist te dezen opzichte in geenerlei moeilijkheden verkeert. In Juni heeft het ministerie van financiën bij de Rijks-Doema een ontwerp ingediend, waarbij werd bepaald dat 100 millioen Rbl. besteed zouden worden ten bate der noodlijdende bevolking. Het mi nisterie had daarbij voorgesteld, 70 millioen voor het loopende jaar en 30 millioen voor 1907 beschikbaar te hou den. Uit een onlangs gemaakte eindbe- grooting echter is gebleken, dat er 130 millioen noodig zouden zijn, en wel voor 1906 80 millioen, dus 10 millioen meer dan bij de voorloopige begroo ting was geraamd en 50 millioen voor 1907. Het ministerie van financiën kan zonder eenig bezwaar deze extra 10 millioen verstrekken en de regeering is ten volle in staat alle noodlijdenden de noodige ondersteur ing te verleenen. De Russische regeering is er stellig van overtuigd, dat het haar, ondanks de sombere voorspellingen van som mige Fransche bladen, zal gelukken alle moeilijkheden te vermijden, waar van menschen spreken, die óf van den financieelen toestand van Rusland niet op de hoogte zijn óf dezen met opzet donker trachten voor te stellen. DUITSCHLAND. De groothertog van Baden heeft, ter gelegenheid van zijn gouden brui loft, een amnestie op groote schaal uitgevaardigd. Zelfs groote misdadi gers werden begenadigd, o.a. twee moordenaars, veroordeeld tot levens lange tuchthuisstraf, die zich gedu rende hun straftijd voorbeeldig had den gedragen. Het ministerie van justitie heeft ook een aantal straffen en boeten, door de politie opgelegd, kwijt gescholden. De quaestieover Brunswijk schijnt niet opgelost te zullen worden volgens hot verlangen van den „wettigen" {erf genaam. Er was verwacht, dat deze Keizer Wilhelm op de feesten te Carls- ruhe ontmoeten zou en dat daar de algeheele verzoening zou volgen. Niets van dit alles. De hertog van Cumber land is stilletjes weggebleven. De buitengewone Landdag, die zich met de regentquaestie moet bezighou den, werd door den staatsminister dr. Otto geopend met een redevoering, waarin deze zijn droefheid uitsprak over den dood van den overleden re gent, Prins Albrecht van Pruisen Daarna uitte spreker den wensch, dat, wat de buitengewone Landdag ook moge beslissen, dit het land ten zegen zou {strekken. Deze woorden luiden klaar genoeg, voor wie tusschen de regels lezen kan. FRANKRIJK. Iiï de Parijsclie straten staan hier en daar dichte drommen den oproep aan het Fransche volk te lezen, waarin krachtig protest wordt aan- geteekend tegen Dreyfus' vrijspraak, terwijl generaal Mercier, die onver saagd tegen het jodendom dorst op treden, gehuldigd wordt; nader hand zal hem een gouden gedenk penning aangeboden worden. Of die oproep baten zal? Men is die poerem in Parijs zoo beu, zoo lang reeds. Ernstiger achten wij dit feit, door de „Éclair" medegedeelduit de thans openbaar geworden verklarin gen van Commandant Targe, de rechterhand vanjgeneraal André bij het zoeken naar Dreyfus' onschuld, is het Hof van Cassatie duidelijk gebleken het volgende: Dat Targe volgens zijne eigene verklaringen niets gevonden heeft, ondanks zijn vurig verlangen en ijverig pogen, waaruit de onschuld van Dreyfus blijken zou. Terecht vraagt de „Éclair" Waar is dan het„fait nouveau", het feit, de omstandigheid, waaruit ger hebben kunnen doen. Het leek wel, of hij zijn heele leven niets anders gedaan had, zoo handig en vlug ging het werk hem van de hand. En welk eene kracht hij had. Hoe wel hij schraal, van eene middelmatige gestalte was, beurde hij schijnbaar zonder inspanning, ja zonder dat zelfs een blos zijne bleeke wangen kleurde, verbazende vrachten op de kar. Een uur lang was hij nu al bezig en hij had nog niet eens stilgestaan om even uit te blazenmet de anderen had hij geen woord gesproken. Welk een fa meus werkman was daar opeens gratis en juist bijtijds voor hem uit den hemel komen vallen! Florine, die niet langer hare nieuws gierigheid kon bedwingen, waagde eene vraag, maar mijnheer Fromentier ant woordde koeltjes Mijnheer is een van mijn ken nissen. Wat de andere hooiers betreft, dezen hadden eerst met verbazing dezen vreemdeling in hun midden gezien. Maar zij waren gewoon aan de zon derlingheden van vader Fromentier en te zeer vermoeid, om er lang over na te denken. Nauwelijks een oogen blik. werd er in de landstaal over ge sproken en dan ging het werk weer voort. Vlugger, vlugger 1 herhaalde mijn heer Fromentier. Wij zullen regen krijgen. Er vielen reeds enkele druppels als een verontrustend voorteeken. Men haastte zich zoo mogelijk nog meer. Mannen en vrouwen wedijver den met elkander, ieder dacht slechts aan zijn eigen taak en keek naar niets anders. Op dit oogenblik kwam Franyois Livron, die bij het begin door de heele breedte der weide van Aliette gescheiden was, na verscheidene malen heen en weer geweest te zijn op slechts enkele passen van haar af. Toen begon hij wat langzamer te werken en nam het meisje wat meer op zijn gemak op dan hij tot nu toe gedaan had. Alles in haar was even lief. even aantrekkelijk, ja bijna volmaakt. Ver moeienis noch zorg hadden hare nau welijks ontloken schoonheid geschaad, en de warmte, de inspanning, die een versleten organisme uitputten hadden aan hare krachtige jeugd eene beko ring verleend, die den levenslust en levensmoed in haar verhoogden. Hare wangen waren rood gekleurd, hare oogen schitterden van bezieling, heur haar, dat in den wind fladderde, hing als een stralenkrans om haar hoofd en viel in lange lokken over haar hals; hare bewegingen, die zij niet meer berekende toonden eene onvergelijkelijke bevalligheid; hare kleine voeten met fijne schoentjes hippelden vlug rond en door het ge not, dat zij dezen middag smaakte, dacht zij niet aan den indruk, dien zij maakte, evenmin als aan de wan orde in haar toilet. Eerst toen zij Franyois Livron voor zich zag, zette zij haar hoed weer recht. Dan bleef zij onbeweeglijk staan op den hooivork geleund, en als door eene plotselinge vrees bevangen. Zij durfde zich niet bewegen, niet spre ken, zelfs niet om zich heen zien. Spoedig echter herstelde zij zich. Als hij haar zoo linksch en met den mond vol tanden zag staan, zou de jonge man haar voor eene kleine boerin houden. Om hem van dezen waan af te brengen, moest zij spreken, een vriendelijk woord zeggen. Met veel inspanning, en omdat haar niets anders wilde invallen, vroeg zij Het komt mij voor, dat uwe teeke- ning goed geslaagd is, wanneer zult gij ze afmaken, mijnheer? Waarschijnlijk nooit, juffrouw. Aliette sloot half de oogen, hijgde een weinig en hernam dan dapper: Waarom zult gij ze nooit afma ken? Dat zou jammer zijn. Het is de moeite niet waard en ik moet mij met veel belangrijker dingen bezig houden. Franyois Livron was nu ook blijven staan; hij werkte niet meer, blijkbaar wilde hij het gesprek voortzetten. Aliette gevoelde zich niet bestand tegen deze proef, zij werd verlegen en stamelde Ik geloof, dat het zal gaan rege nen en het hooideze stapel deze kar Zij begon weer vol ijver haar werk. Zij was boos op zich zelve en begreep niet, hoe de tegenwoordigheid van een vreemdeling haar zoo in verlegenheid kon brengen, dat zij geen woorden vond om een gesprek te voeren. Zij had zoo vaak gewe.nscht in hare eenzaamheid afleiding te vinden en op het eerste gezicht van een nieuw aan gekomene werd zij verlegen als een kind en toonde zich even wild en onhandig als Luc, dat was waarlijk toch al te belachelijk. Zij had geen pleizier meer in het werk, en toch doorstroomde haar een nieuw, aangenaam, ongekend gevoel. Zij merkte zelfs niet eens, dat het werk voortging, dat op één na de zwaar beladen karren reeds wegreden. Ik geloof, dat wij nog'op tijd klaar zijn, riep mijnheer Fromentier uit. Livron wierp de laatste vork vol hooi op de laatste kar, die als de an dere zoo. zwaar mogelijk beladen was. In een oogwenk was nu het weiland verlaten, terwijl de karren naar de boerderij wegreden, gevolgd door al de hooiers en hooisters met hun ge reedschap op den schouder. Franyois Livron had gedaan als de anderen; hij liep naast Fromentier, die zwijgend voortliep en elk oogen blik naar de lucht keek of de bui nog niet losbarstte. Wordt vervolgd flGITE MA HON AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1