Donderdag 27 Sept. 1906.
No. 6410. 31s,e Jaargang
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Gelieve dit vooral
te lezen!
De Nieuwe Haarlemsche Courant.
Macht boven
BERICHT.
Recht?
BUITENLAND.
De familie Fromentier.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de oyerige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALV
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM
DAGEN.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT.
Hoofdagenten roor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
Gedurende eenigen tijd zal onze Courant iederen dag gratis
ter kennismaking tuorden toegezonden aan die Ka
tholieken onzer stad, welke nog niet geabonneerd zijn.
Naar wij duruen uerwachten, zal deze kennismaking uelen
aansporen, om alsnog trouwe lezers te worden uan het
eenige Katholieke dagblad te dezer stede:
Week-Abonnementen worden aangenomen 10 ets. per week.
H. H. Adverteerders! uoor U eene bijzonder
gunstige gelegenheid, wijl ons blad in duizenden en
duizenden gezinnen uerspreid wordt.
Zij| die zich te
gen I OCTOBER
a.e. opsone BLAD
abonneeren,ontvangen de
tot dan verschijnende
nommers GRATIS.
Hoedanig zal in Brunswijk de
troonopvolging geregeld worden?
Dit vraagstuk is een der neteligste,
welke de Duitsche regeering op te
lossen beeft.
De hertog van Cumberland, zoon
van den laatsten koning van Hanno
ver, George V, die 12 Juni 1878 te
Parijs stierf, is de wettige erfgenaam
Van Brunswijk en van den Hanno-
verscben troon tevens.
Op den laatsten kreeg bij recht bij
zijns vaders dood, op dien van Bruns
wijk door den dood van zijn oom in
October 1884.
Wijl deze oom in 1866 de opper
heerschappij van Pruisen erkende,
kan de hertog van Cumberland dit
ook doen. Doch als erfgenaam van
Koning George, zijn vader, die
in 1866 deze hegemonie krachtig
bestreed en in ballingschap stierf
zonder zijn rechten prijs te geven, is
die erkenning den hertog van
Cumberland weder onmogelijk.
In 1895 besloot de Duitsche regee
ring inBrunswij k een regentschap aan
te stellen en wist zij te bewerken, dat
de Landdag bij die gelegenheid prins
Albert van Pruisen (zoon van wijlen
onze prinses Marianne) tot Regent
benoemde.
Deze regent is dood, en gelijk nu
onze lezers gisteren onder de rubriek
„Buitenland" hebben kunnen lezen,
beeft de Landdag niet gedaan, wat
sommigen voorspeld hadden, name
lijk een anderenPruisischen prins tot
regent kiezen en aldus de verpruising
van het hertogdom tot een voldongen
feit maken.
Zal macht ook hier weder boven
recht gaan Te vreezen is dit wel,
indien althans geen minlijke schik
king mogelijk wordt.
Nu een weinig geschiedenis, waar
door nog helderder licht over deze
quaestie stralen zal.
De hertog van Cumberland stamt
uit de familie der Welfen, de oud
ste der Duitsche, misschien van al
de Europeesche huizen. Of wordt
er niet beweerd, dat Welf I de
schoonbroer was van Karei den Groote
en schoonvader van Lode wijk den
Zachtmoedige
Langs de vrouwelijke linie op
klimmend vinden wij het huis Este
en wij kunnen zeggen, dat deze
tweede linie der Welfen nog mach
tiger was en grooter in zekeren
zin dan de eerste.
Hertog van Beieren in 1070, her
tog van Saksen in 1137, hertog
van Lunenburg in 1569 en keur
vorst van Hannover in 1692 wer
den de Welfen.
In de 15de eeuw verdeelde zich
het huis in twee takken de oud
ste bleef Brunswijk regeeren, de
jongere bleef in het bezit van het
hertogdom Lunenburg, dat in 1692
een der keurvorsten aanHannover,
en in 1698 een Koning aan Enge
land schonk.
Met Koningin Victoria stierf de
laatste Engelsche kroondraagster
uit het geslacht der Welfen uit.
Toen Victoria in 1837 den Engelschen
troon besteeg moest er voor Han
nover, waar geen vrouw kan op
volgen, een andere vorst gekozen
worden uit hetzelfde geslacht.
Prins Ernst-August, jongere broe
der van Wilhelm IV en oom van
Koningin Victoria, was de daar
voor aangewezen man. Slechts twee
koningen heeft Hannover gehad.
Van den laatsten, George V, is de
hertog van Cumberland een zoon.
De „blinde Koning" heette George
V. Eerst verloor hij een oog op
de jacht; Toen hij later op zekeren
dag een arme een aalmoes wilde
geven en daartoe zijne ringbeurs
te voorschijn haalde, sloeg zijn rij
dier plotseling den kop omhoog,
en de beurs trof daarbij zóó onge
lukkig het goede oog, dat ook dit
verloren was.
Ondanks zijne blindheid char
geerde koning George in 1866 met
zijne ruiterij de Pruisen. Een tra-
gisch-grootsch gezicht moet het
geweest zijn dezen blinde te zien,
vastgebonden op zijn paard, tus-
schen twee aides de camp zijne
troepen tegen den vijand aanvoe
rend.
Verwonnen ging hij in balling
schap. Al zijn goederen, een waarde
van meer dan 50 millioen verte
genwoordigend, werden in beslag
genomen. Dat is het fonds der
Welfen, met welks renten, 2y2 mil
lioen bedragend, de Duitsche regee
ring hare staatkundige politie, de
spionnage en dergelijke betaalt.
Vandaar dat dit fonds ook wel
reptiliën-fonds heet.
Om op Brunswijk terug te komen,
tot in 1884 werd het door een Welf
geregeerd.
De hertog van Brunswijk, die in
1806 aan zijne wonden bezweek in
den slag bij Auerstadt was dezelf
de, die in 1792 Frankrijk binnen
rukte, de Revolutie den oorlog ver
klarend.
Zijn zoon Wilhelm sneuvelde te
Ligny, kort voor den slag bij Wa
terloo. In 1830 werd zijn kleinzoon,
toen regeerend hertog, door de
Brunswijkers verjaagd. Na een vrij
rumoerig leven stierf deze Karei
van Brunswijk te Genève, aan de
stad geheel zijn fortuin vermakend,
onder vooorwaarde, dat hem een
prachtig gedenkteeken opgericht
zou worden.
Zijn opvolger was hertog Wil
helm, zijn broer, die in 1884 als
vrijgezel stierf. Om in Brunswijk
op te volgen heeft de hertog van
Cumberland slechts de hegemonie
van PruiseD te erkennen, doch dan
zou tevens van hem gevorderd
worden afstand van al zijne rech
ten op Hannover. En juist dat wil
hij niet.
Ziedaar de quaestie uiteengezet.
De hertog van Cumberland is
gehuwd met prinses Thyra van
Denemarken, terwijl zijne zuster,
Frederika van Hannover, gehuwd
is met baron de Powel Rammin
gen. Bij deze Frederika, op de villa
Mouriscot te Biarritz, ontmoette
Koning Alfonso XIII zijne verloofde,
thans zijne echtgenoote.
Meest verblijft de hertog van
Cumberland te Gmunden.
Een zijner dochters huwde met
Maximiliaan van Baden, een andere
met den regeerenden groothertog van
Mecklenburg-Schwerin, wiens zuster
het vorig jaar den Duitschen Kroon
prins huwde.
Eerst werd gedacht, dat door dit
huwelijk eene toenadering bewerkt
zou worden tusschen Keizer Wil
helm en den hertog van Cumber
land. De uitkomst „heeft die ver
wachtingen beschaamd. In het Oos-
tenrijksche leger dient de eenige
zoon des hertogs, 25 jaar oud, als
officier. Hij is nog ongehuwd.
Wat zal de toekomst brengen?
Zal Duitschland toegeven? 't Is
niet te verwachten. Ook de hertog
van Cumberland, indachtig dat de
Welfen nooit bogen voor de Hohen-
zollern, zal blijven staan op zijn
rechten. Kon Duitschland ten minste
niet de 50 millioen teruggeven aan
den wettigen eigenaar?
Waarschijnlijk zal eene annexatie
„langs lijnen van geleidelijkheid"
in niet te verre toekomst het einde
zijn, en macht aldus weer boven
recht gaan, nu de Hohenzollern de
Welfen over het hoofd groeiden.
FRANKRIJK.
Het grrrroote Schisma.
De Staatscourant bevatte voorgiste
ren eene lijst van 51 zoogenaamde
godsdienstige vereenigingen, aan wie
kerkgoederen toegewezen zijn, vol
gens artikel 4, reglement van 16 Maart
j.l. „Een groot getal", zal misschien
deze of gene met bedenkelijk gezicht
zeggen. Hij stelle zich gerusthet
pausje des Houx kan maar weinig
schaapjes vangen. Van de 51 veree
nigingen is er één Israëlitische, zijn
er 48 Protestantsche en 2 Katholiek,
die van Puymasson (departement Lot
en Garonne) en Culey (in het depar
tement der Maas).
Men lette even hierop: voor Culey
is die toewijzing van den 25 Augustus,
voor Peumasson van den 21en April
dezes jaars. 's Pausen beslissing was
nog niet bekend, de Fransche Prelaten
hadden nog niet hunne eerste bijeen
komst gehouden (30 Mei de eerste)
en reeds toonde de Regeering door
hare beslissing op 21 April, dat zij
zich aan het gevoelen of de beslissing
van Paus of prelaten niet het minst
gelegen laten zou.
Er is meer. Beide gemeenten of pa
rochies lagen al eenigen tijd overhoop
met het kerkelijk gezag. De pastoors,
aldaar werkzaam, waren door hunne
bisschoppen verplaatst. Hun beroep
op Rome baatte niet, de prelaten wer
den in 't gelijk gesteld. Daarop ant
woordden de beide geestelijken met te
blijven tegen den zin hunner overheid,
in hun verzet gesteund door het mee-
rendeel hunner parochianen.
Ziedaar de twee priesters, die de
regeering in dezen ter wille zijn.
Te Merville (Calvados) beproefde
een wederspannig geestelijke ook iets
in dit genre.
Maar de Kerkfabriek stemde 4 tegen
1, dat een Priester als de E. H. Ozouf
die door zijn bisschop (van Bayeux)
gesuspendeerd was, „den 25 Septem
ber de pastorie ontruimd moest heb
ben voor zijn opvolger, die de bis
schop nader benoemen zal."
Neen, neen, het schismatieke karretj e
loopt gelukkig niet over een effen
paadje, en de enkele priesters, die de
Regeering in hare plannen dienen, zijn
niet „la crème de la crème, of liever
zijn slechte priesters, dus mannen wier
invloed en wier gezag nul zijn of wel
dra tot nul herleid worden zullen.
RUSLAND.
Het groote nieuws uit het Tsaren
rijk is het bezoek van minister-presi
dent Stolypine aan den Tsaar. Op een
kruiser, daarvoor te zijner beschikking
gesteld, is de staatsman naar zijn
meester gegaan, met wien hij onder
vier oogen een vrij lang gesprek
voerde.
Naar verluidt wie heeft het ge
heim verklapt? zou dit bezoek ten
gevolge hebben, dat den minister-pre
sident nieuwe volmachten verleend
zijn.
Alle belangrijke beslissingen moe
ten door den eersten minister worden
bekrachtigd en alle ministers, behalve
die van oorlog, marine en van het
keizerlijk huis, zullen voortaan recht
streeks staan onder minister Stoly
pine.
De Petersburgsche correspondent
van de „Times" bevestigt het bericht,
dat minister Stolypine aan den Tsaar
den raad heeft gegeven niet naar Pe
tershof terug te keeren, omdat daar
een complot zou zijn ontdekt.
Waarschijnlijk zal de Tsaar nu in
het Winterpaleis zijn intrek nemen.
Intusschen schijnt het hier ook niet
zeer veilig te zijn. Het gerucht loopt
althans, dat in een der vertrekken
van het paleis, thans door minister
Stolypine bewoond, een brief is ge
vonden, waarin de minister met een
nieuwen aanslag wordt bedreigd.
Aangenaam ministerieel leven op
die manier en Stolypine moet wel óf
zeer gehecht zijn aan vaderland en
Keizer öf wel zeer eerzuchtig om in
zulke omstandigheden op zijn post te
blijven.
Daartoe is zeker de hoogste moed
noodig.
Overigens blijft het in Rusland het
oude liedje, gelijk de volgende voor
vallen bewijzen.
Te Bakoe werd uit sommige koffie
huizen op politiebeambten gevuurd.
De politie beantwoordde het vuur en
beschoot de koffiehuizen. Een persoon
werd gedood, velen werden gewond.
De aanranders die op de politie ge
vuurd hadden, wisten te ontsnappen.
Te Helsingfors is Dinsdagnacht voor
de woning van den procureur-generaal
een bom ontploft. De procureur-ge
neraal was niet aanwezig. Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor. Het
huis werd zwaar beschadigd.
Ook hier wisten de daders te ont
komen, gelijk in de meeste gevallen.
Verder luidt het, dat in district
Krinliary in de nabijheid van Kisji-
nef de boeren, toen de grondbezitters
weigerden hun land te verpachten,
brand hebben gesticht, die, daar zij
met geweld alle pogingen om het vuur
te blusschen tegengingen, zich over
het geheele dictrict uitbreidde. De
boeren hebben de grondbezitters ver
dreven en zich gewapend om aan de
ontboden troepen weerstand te kun
nen bieden.
SPANJE.
Berichten uit de hoofdstad mel
den, dat het Vaticaan het optreden
van de bisschop van Tuy, die in
scherpe bewoordingen het burger
lijk huwelijk voor Spanje laakte,
op zich zelf goedkeurt, doch zich
niet vereenigen kan met den vorm
van het herderlijk schrijven.
Uit dezelfde bron komt de tij
ding, dat Z. Heiligheid den prelaat
opgelegd zou hebben den minister
van justitie zijne verontschuldigin
gen aan te bieden. Het is nog de
vraag, of de Spaansche regeering
zich hiermede tevreden zal stellen.
Een en ander in deze mededee-
ling, komende van zoo verre, zou
wel eens onder weg wat handig
anticlericaal „beduimeld" kunnen
zijnwij wachten dus nadere beves
tiging.
AMERIKA.
De berichten uit Havana worden
schaarscher, wat misschien een teeken
is, dat de Vereenigde Staten vast
besloten zijn handelend op te tre
den.
Merkwaardig is wel, dat een tele
gram van hedenmorgen (den 26en
uit Havana,) het nu weer laat voor
komen, dat de heer Taft, die gisteren
zoo donker het verloop der onder
handelingen inzag, nu weer „zeer
hoopvol gestemd" is.
President Palma schijnt minder
gevaar te loopen, w at zij ne betrekking
aangaat,dan gisteren gemeld werd.
Het bewuste telegram zegt althans
Een mededeeling van Taft en
Bacon is ten paleize in ontvangst
genomen; naar verluidt bevat zij
een dringend beroep op Palma om
terug te komen op zijn besluit om
af te treden en om mede te werken
aan het herstellen van den vrede.
De zaakgelastigden der liberalen
zijn voornemens het bepaalde af
treden der regeering af te wachten,
alvorens zelf handelend op te
treden.
FEUILLETON.
26.
De bezoeker, die niet minder be
leefd wilde zijn, antwoordde met eene
lofspraak op de oude woningen, op
het vreedzame landleven en de schoon
heid der natuur.
En wat mij betreft, voegde hij
er zijne rede eindigende bij, deze kalmte,
deze rust, dit groen en deze gezonde
lucht hebben zooveel te meer beko
ring voor mij, omdat ik gewoonlijk
te Parijs woon.
O, t« Parijs wonen, is heerlijk,
hernam mijnheer Fromentier vol
geestdrift. Ik heb er ook verscheidene
jaren doorgebracht, den schoonentijd
mijner jeugd en mijner vrijheid!
Eene aangename herinnering stemde
hem vroolijk en hij vervolgde
Ik studeerde toen in de rechten,
«n leefde het echte studentenleven,
zooals dat altijd geweest is, geloof ik.
Maar ik moet het eerlijk bekennen,
ons geslacht is altijd vroolijk en wel
wat buitensporig geweest. O, wij heb
ben er heel wat plezier gehad I
Zeer tevreden voor zijn oude geschie
denissen weer een nieuwen toehoorder
gevonden te hebben, begon hij te ver
tellen
Eene vermomming was ons groot
ste plezier en hiermee heb ik meer
dan eens succes gehad. Op zekeren
dag, of liever avond, hadden wij ons
met enkele kameraden als soldaten
der Nationale Garde vermomd en gin
gen even eene huiszoeking doen bij
e°n ouden brommerigen, zeer lafhar-
tigen professor! Ik kan mij het huis
nog goed voor den geest trekkeneen
groot huis op den hoek van de straat
de Medicis tegenover het Luxembourg.
Daar heel dicht bij was een café, waar
wij bijeen kwamen,'t koffiehuis Maro-
cain. Waarschijnlijk draagt het dien
naam niet meer.
Frangois Livron paste wel op, om
tegen den grijsaard te zeggen dat het
koffiehuis Marocain en heel dit ge
deelte van de straat Medicis sedert
tal van jaren verdwenen was en plaats
gemaakt had voor den boulevard
Saint-Michel 1
Wij waren toen in onzen besten
tijd en als het noodig was, hadden
wij ook principes, wisten wij ons eene
houding te geven en bezaten wij prach
tige blauwe overjassen met gouden
knoopen, vervolgde vader Fromentier,
alsof hij door het verhaal van dezen
vroegeren luister zich in het oog van
zijn gast trachtte te verheffen boven
zijn tegenwoordigen nederigen toestand.
Al versmaadden wij de kroeg van
Robinson niet, noch een bal in de
open lucht, wij maakten toch ook een
goed figuur in de salons.
Zooals gij mij hier ziet, ben ik een
maal een der beste dansers uit de
voorstad Saint-Germain geweest. Hoe
vaak heb ik den cotillon niet geleid
in het hotel van de markiezin van
Etrivy. Maar gij zijt te jong om dat
alles gekend te hebben.
Wel neen, sprak Frangois Livron
glimlachend. Het hotel van Etrivy
staat nog altijd op dezelfde plaats in
de straat Saint-Dominique, en ik ken
het, omdat ik er zelf meer dan eens
geweest ben. Ik heb als studiemakker
ook een Etrivy gehad, die zeker tot
de familie hoorde waarover gij spreekt.
De oogen van den ouden Fromen
tier begonnen te schitteren. Hij ge
voelde zich gelukkig een aanknoopings-
draad gevonden te hebben voor dit
ver verwijderd verleden. De verschij
ning van Frangois Livron scheen hem
eene herinnering aan zijne eigene jeugd.
De jaren van eenzaamheid vergetende,
kwam nu zijne belangstelling weer
boven voor dingen, die hem vroeger
bezield hadden.
O, voor mijn dood zou ik Parijs
nog willen terug zien, zuchtte hij. De
laatste maal ben ik er geweest in het
jaar 1867 tijdens de tentoonstelling.
Alles is sedert dien tijd veel veran
derd, niet waar, met den nieuwen bou
levard, de nieuwe straten, de nieuwe
gebouwen, de electrische verlichting,
de trams, en weet ik, wat nog al
meer.
In plaats van te vertellen vroeg hij
nu, begeerig om te weten, hoe men
handelde, dacht, sprak en schreef in
deze wereld, waarvan hij zich terug
getrokken had en die hij spoedig voor
altijd zou moeten verlaten. Frangois
Livron antwoordde hem met veel wel
willendheid en tact, hij spaarde hem
te groote verbazing en maakte hem
langzaam met de nieuwe vorderingen
bekend, terwijl hij zooveel mogelijk
vermeed, een enkel der oude ideeën
te kwetsen.
Van 's morgens af stortregende het
al. Het werk moest buiten stil liggen,
waardoor mijnheer Fromentier, die
niets anders te doen had, een bij-
zondqp genoegen smaakte in dit ge
sprek:
En Frangois Livron sprak slechts
voor An oplettend luisterenden grijs
aard.
Aliette had haar lagen stoel, waarop
zij reeds als kind gewoon was te zit
ten, wat dichter bij den grooten arm
stoel van haar neef geschoven. Zij
luisterde met hare mooie, groote oogen
wijd open en een glimlach om den
mond.
Het was zoo heerlijk, weer eens
wat nieuws te hooren, en zoo ten
minste met zijne gedachten aau den
nauwen kringloop van het dagelij ksch
leven te ontsnappen; te voelen, te
raden, wat er buiten de sombere mu
ren van de boerderij Ronceray voor
viel, en zich verstoutende waagde zij
het van tijd tot tijd ook een woordje
mee te spreken, of zelfs eene vraag
te doen, en zij gevoelde zich gelukkig,
als de jonge man die met evenveel
haast de beleefdheid beantwoordde.
Hij was overigens jegens iedereen
voorkomend. Van het eerste oogen-
blik af aan had hij getracht Luc uit
zijne sombere terughouding op te
wekken en nu verdubbelde hij zijne
pogingen, omdat hij na twee zijner
toehoorders gewonneb te hebben, ook
de derde voor zich wilde winnen.
Luc bleef weerstand bieden, hij kon
zijn vooroordeelen niet overwinnen,
die hem de zaken van een anderen
kant deden beschouwen dan Fromen
tier en zijne nicht. In het regelmatige
gelaat van Frangois Livron zag hij
slechts het al te scherpe ovaal, den
gesluierden blik en iets in den geest,
in de voorkomendheid zelfs van den
jongen man mishaagde hem, maakte
hem koud en klonk valsch in zijn
oor.
Wordt vervolgd).
NIEDWE
1A11LIH
IE COURANT
flOITE m NON AGITATE.