Vrijdag 28 Sept. 1906.
No. 6411. 31ste Jaargang
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Gelieve dit vooral
te lezen!
De Nieuwe Haarlemsche Courant.
Dankbaar, maar niet voldaan.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
De familie Frbmentier.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem1.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65
Afzonderlijke nummers0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE A CONTANT.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère :-
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmarter
Gedurende eenigen tijd zal onze Courant iederen dag gratis
ter kennismaking uiorden toegezonden aan die Ka
tholieken onzer stad, welke nog niet geabonneerd zijn.
Haar wij duruen uerwachten, zal deze kennismaking oelen
aansporen, om alsnog trouwe lezers te worden uan het
eenige Katholieke dagblad te dezer stede:
Week-flbonnementen worden aangenomen a 10 ets. per week.
H. H. Adverteerders! uoor U eene bijzonder
gunstige gelegenheid, wijl ons blad in duizenden en
duizenden gezinnen uerspreid wordt.
Ons eenigste bolwerk in tijd van
oorlog is de stelling Amsterdam,
die sommigen heel oneerbiedig en
met een zeer gewaagd beeld wel eens
„een wassen neus" believen te noe
men, terwijl anderen niet te hoog
kunnen opgevenjover deze defensie
werken.
De al te stoute beeldspraak en de
scherp tegenover elkander staande
meeningen latende voor wat ze zijn,
kunnen wij wel zeggen, dat het
voorstel der Regeering, om de stel
ling Amsterdam binnen vier jaar
geheel te voltooiertoejuiching zal
oogsten bij allen, die met ons van
meening zijn, dat ook kleinere Sta
ten ten minste naar de toereikend
heid hunner krachten weerbaar
behooren te wezen en althans den
binnendringenden vijand eenigen
tijd het voortrukken moeten kunnen
beletten.
De gelden voor deze afwerking-
zal de Regeering betrekken uit een
te stichten fonds, welks gelden uit
de begrooting van Oorlog gevonden
moeten worden. Iets nieuws is het
denkbeeld niet. Reeds voor 1901 werd
het in de Staten-Generaal ter sprake
gebracht.
Voor deze dure onderneming zal
betrekkelijk weinig uitgegeven wor
den, wijl het hier een voorschot is,
waarvan alleen de renten als nieuwe
uitgaven kunnen aangemerkt wor
den.
Groote sommen heeft deze stel
ling reeds gekost, en zoo lang zij niet
voltooid is en dus niet beantwoordt
aan haar doel, zou bij een uitbre-
kenden oorlog het kapitaal, dat er
reeds aan besteed is, zuiver weg
geworpen geld kunnen heeten.
Hoe meer spoed, hoe beter alzoo.
Maar een belegerde moet niet
alleen over de noodige weermiddelen
beschikken,maar ook mondvoorraad,
brandstof en dergelijke bezitten. Bij
de stelling Amsterdam heeft men
rekening te houden met het leger
en eene bevolking van700,000 zielen,
wien ter zee misschien evenzeer als
te land door den vijand alle gemeen
schap afgesneden zal worden.
De Regeering schijnt van meening,
dat dit laatste kardinale punt minder
belangrijk is; dat wanneer er oorlogs
wolken aan den politieken gezicht
einder zichtbaar worden, het opleg
gen van levensmiddelen enz. nog
altoos tijdig genoeg geschieden kan.
Maar gaat het gansche oorlogsspel
tegenwoordig niet bliksemsnel? Be
hoort men niet op alles totaal voor
bereid te zijn, ingeval men niet ver
rast wil worden?
Zoo denkt men er in andere lan
den over, waar,wij geven het gaarne
toe, krijgsgevaar meer dreigt dan
voor ons.
Zeker is het intusschen, dat de
Regeering, zoo zij enkel op de mili
taire, de zuiver defensieve belangen
let met verwaarloozing der directe
economische belangen, slechts ten
deele verantwoord is tegenover het
Land en misschien groote kosten
maakt voor eene stelling, die niet
enkel door wapengeweld maar even
zeer door uithongering in 's vijands
macht kan vallen.
Met andere woorden, dat zij haar
plan door eigen schuld grootendeels
bederft. In de Kamer zal ongetwijfeld
bij de behandeling van het desbe
treffend Regeeringsvoorstel deze
quaestie ter sprake komen en zullen
er stemmen opgaan tegen dergelijke
halve maatregelen, welke ons recht
geven om te zeggenDankbaar,
maar niet voldaan.
ITALIË.
Nieuwe Syllabus?
Herhaalde malen was er reeds
sprake van een nieuwen Syllabus,
door Z. Heiligheid Pius X uit te
vaardigen. Thans heet het, dat wij
ons eerstdaags inderdaad op zulk
een stuk verwachten kunnen. Het
heet, dat de belangrijkheid van
dezen Syllabus merkelijk overdreven
werd. Volgens gegevens uit vrij
vertrouwbare bron afkomstig, zal
het pauselijk stuk zich hoofdzake
lijk bepalen tot het geven van aan
halingen uit werken, door de H.
Congregatie van den Index reeds
veroordeeld. Staatkundige vraag
stukken worden daarbij volstrekt
niet aangeroerd. Aan den Syllabus
zou een nieuwe Encycliek vooraf
gaan. Nog meldt men ons, dat op
het Vaticaan aan een ander schrij
ven des Pausen de laatste hand ge
legd wordt. Daarin zou het aantal
geboden vastendagen beperkt wor
den.
Oostenrijk blijft een gevaar, dat
Italië voortdurend groote bezorgd
heid inboezemt. Bij de grenzen,
tusschen Miana en Araba heeft
Oostenrijk een nieuwen strategischen
weg aangelegd, waardoor het op
Italië een grooten voorsprong gekre
gen heeft onder dat opzicht.
Er zit voor Italië niets anders op
dan uit tegenovergestelde richting
met dezelfde werkzaamheden te be
ginnen; de plannen daartoe zijn
reeds in bewerking.
Minister Poincarré, opentop mo
dern Fransch minister en dus niet
vervaard van een groot jokkentje, veel
minder voor
„Zoo'n klein, klein jokkentje
Zou dat wel zonde wezen
heeft in eene politieke redevoering
dezer dagen beweerd, dat de groote
meerderheid der Fransche bisschoppen
eenige weken geleden de Scheidings-
wet aannamen, maar ze later op 's Pau
sen bevel verwierpen.
Ware die bewering volkomen juist,
dan nog ware daarvoor tegen Paus
en Bisschoppen absoluut niets in te
brengen. Wie Katholiek is, erkent Z.
Heiligheid den Paus als het algemeen
Opperhoofd van Jesus' Kerk. Wie kan
zich Katholieke bisschoppen denken,
die anders zouden handelen
Doch de bewering is onwaar, gelijk
de Osservatore Romano reeds enkele
malen, ook weer den 26en dezer,
openlijk verklaard heeft.
Paus noch bisschoppen konden in
eene Wet berusten, waarin artikels
voorkomen, als b.v. artikel 4, waarin
de heiligste wetten der kerk aange
rand, geschonden ja, vernietigd wor
den.
Minister Poincarré zal al wederom
iets anders moeten zoeken, ofschoon
zijn gehoor hem stellig geloofd heeft
en den Paus als de ware schuldige be
schouwen zal.
FRANKRIJK.
Uit Toulouse wordt bericht, dat al
daar een jonge Russin gevangen ge
nomen is, die de bekentenis aflegde,
dat zij van het te Lausanne (Zwitser
land) gevestigde revolutionaire Rus
sisch Comité de opdracht gekregen
had, om den gouverneur van Jekatiros-
lef te vermoorden, die thans in het
Zuiden van Frankrijk vertoeft. Voor
de Russische ambtenaren is ook het
buitenland al even gevaarlijk [ge
worden als Rusland zelf. 't Is overal
bom en revolver.
De Parijsche Matinhet „schisma
tieke" blad, waarin den Kerkstormer
in zakformaat Henri des Houx zijne
onder elk opzicht zoo treurige artikels
tegen Paus en Kerk te genieten geeft,
zal dezer dagen hare lezers weer eens
laten likkebaarden. Na de slaapwek
kende „Gedenkschriften" van generaal
André, muf en 3uf als de slaapmuts
van zulk een zoon van Mars, zullen
nu verschijnen Delarue's „Bekentenis
sen". Wij laten het bij deze kennis
geving. De lezer zal begrijpen, dat èn
de gevallene èn de Matin ons verder
op dit punt totaal onverschiilig en
onbeteekenend zijn.
BULGARIJE en MACEDONIË.
Uit Sofia wordt gemeld, dat Ala-
dro Kastrioli de Albaneesche Kroon
pretendent aldaar is aangekomen.
Hij voerde besprekingen met de te
Sofia gevestigde Albaneezen en
Macedoniërs en toonde zich zeer op
timistisch. Zoodra Macedonië zelf
standig zou worden, moest aan het
geograpisch van Konstantinopel ge
scheiden Albanië zelfbestuur gege
ven worden. In dat geval was hij de
eenig gerechtigde tot den Albanee-
schen troon. Hij had reeds de Chris
telijke Albaneezen achter zich, de
Mohamadaansche zouden zich in het
beslissende oogenblik zeker bij hem
aansluiten. Hij verklaarde in geval
van oorlog gemeenschappelijk met
Bulgarije te willen optreden.
RUSLAND.
Wanneer men de gebeurtenissen in
Rusland nagaat en men komt daarbij
tot de zekerheid, dat de laatste dagen
zonder groote politieke moorderijen
en aanslagen, zonder roof en brand
stichting en oproer voorbijgegaan zijn,
dan denkt men onwillekeurigDat
valt bijzonder mee. Zoo'n meevallertje
hebben we vandaag.
Het eenige ernstige bericht komt
uit het gouvernement Koeteis, waar
onlusten zijn uitgebroken.
Aan de plattelandsbevolking is een
uitstel van acht dagen verleend, om
de rijksbelasting te voldoen. Ook in
het gouvernement Tambof is het on
rustig. De overheid heeft daar een af
kondiging van de buitengewone be
waking aangevraagd.
Prins Troebetskoj heeft als antwoord
op den brief van A. J. Goetsj kef, voorzit
ter van het Verbond van 30 October,
(Octobristen) een schrijven openbaar
gemaakt, waarin hij verklaart dat hij
zich niet met de meening van Goetsj -
kof over de veldkrijgsraden vereeni
gen kan, daar de toepassing van de
doodstraf het aantal moordaanslagen
niet zal verminderen, maar vermeer
deren, en zij alleen goedgekeurd kan
worden door hen, die zich niet door hun
verstand, maar door hun wraakzucht
laten leiden. Alle liberale partijen die
nen zich tegen het vernielingswerk
van de regeering te vereenigen. Is
echter een overeenstemming tusschen
de kadetten en de partij van de vreed
zame hervorming mogelijk met
Goetsj kof is zij onmogelijk. Intusschen
heeft ook het centrale comité der Oc
tobristen verklaard, dat het met den
inhoud yan Goetsj kof's brief niet mee
gaat. Die brief is slechts een persoon
lijke uiting van Goetsj kof,
Ook D. H. Sjipof die wegens mee-
ningsverschil met Goetsj kof de Octo
bristen verliet, heeft een brief geschre
ven. Hij noemt daarin Stolypine's mi
nisterie reactionair, daar het niet al
leen tegen het schrikbewind, maar
tegen iedereen strijdt, die de daden
van de regeering afkeurt. Het stand
recht kan alleen het toenemende ver
val van Rusland verhaasten.
De Tsaar heeft aan de weduwe van
generaal Trepof een som var. 300,000
roebels geschonken.
Graaf Heyden is tot president ge
kozen van de partij der vreedzame
hervorming.
Den 23sten October zal die partij
samen met de Octobristen een congres
houden.
Deze week zal eerstgenoemde poli
tieke groep haar verkiezingsmanifest
doen verspreiden.
DUITSCHLAND.
Het belangrijkste van de laatste
vergaderingen van het Duitsch So
cialisten-congres is na de rede van
Bebel die van Kautsky, toelichtende,
dat hij de vakvereenigingen voor en
boven alles socialistische vereenigin-
gen wil zien en waar de belangen
van socialisme en vakvereenigingen
met elkaar in botsing komen, de
laatste altoos moeten wijken voor
de eerste.
Uitvoerig lichtte Kautsky zijne
meening toe.
Hij wees op de Engelsche vak
vereenigingen, die langzamerhand
versteenen, omdat in Engeland een
krachtige sociaal-democratie ont
breekt. De sociaal-democratie heeft
nimmer een besluit genomen, dat
de vakvereenigingen kon benadee-
len maar indien ooit een conflict
van belangen zou ontstaan, moes
ten de belangen van het algemeen
gaan boven de belangen van een
economische groep, Ons amende,
ment, zeide de heer Kautsky, is
geen oorlogsverklaring aan de vak
vereenigingen, het wil een grond
slag geven, waarop wij ons kunnen
vereenigen.
Er volgden uitvoerige debatten
voor en tegen het amendemei
Kautsky, waarvan het partijbestuur
alleen het eerste deel wilde aan
vaarden.
De beraadslagingen zijn nog niet
beëindigd.
De houding van het partijbestuur
wijst er op, dat het water in den
wijn heeft gedaan en meer tot de
vakvereenigii gen wil naderen.
De heer Legien deed dan ook
duidelijk uitkomen, dat de macht
in dezen eigenlijk bij de vakver
eenigingen berust. De sociaal-demo
cratie kan over de algemeene sta
king besluiten wat zij wil, indien
haar besluiten niet in overeenstem
ming zijn niet de opvatting der vak
vereenigingen beteekent dit immers
niets, daar voor de uitvoering de
medewerking der vakvereenigingen
noodzakelijk is
Het partijbestuur schijnt dus thans
tot het juiste besef van de ware ver
houdingen te zijn gekomen en het
is waarschijnlijk, dat de- heer Kaut
sky en zijn aanhangers, die de su
perioriteit van de partij boven de
vakvereenigingen willen vaststellen,
geen meerderheid zullen krijgen.
Hofberichten.
Uit Dresden seint men:
Koningin Wilhelmina met haren
gemaal deed heden een korten rit langs
den Elbe-oever.
Prins Hendrik met zijn adjudant
reed stadwaarts.
Het weer is bij voortduring somber.
De Hertog en de Hertogin Van
Teek, die ten paleize Soestdijk de
gasten zijn van H. M. de Koningin-
Moeder, doen bijna dagelijks ritjes te
paard in de omstreken van Baarn en
Soest.
Jhr. Mr. H. C. J. Testa, onze gezant
bij het Hof te Madrid, 'lie zijn ver
loftijd hier te lande doorbracht, is
gisteren over Parijs naar zijn stand
plaats vertrokken.
De Koning van Saksen, die giste
ren terugkeerde van een jaclit-uitstap-
je van een paar dagen, heeft in
den namiddag, vergezeld van een
adjudant, een bezoek gebracht aan
Koningin Wilhelmina en Prins
Hendrik. Het bezoek duurde een
goed half uur.
Ieder, die Paterswolde kent, kent
ook de twee fraaie vazen, die er
staan op de zuilen van de poort
vóór het landgoed „Vennebroek".
Of liever die er stonden, want deze
vazen zijn, naar we vernemen, thans
door den eigenaar, dr. P. R. Wes-
FEUILLETON.
27.
Dit verlangen om te behagen, de
moeite, die hij deed, om de woorden,
den smaak, de denkbeelden en nei
gingen van iedereen te begrijpen, gin
gen volgens zijne meening de gewone
grenzen der hoffelijkheid en wellevend-
te buiten tot verdacht wordens toe.
Toch was het niet anders, dan een
indruk, dien Luc in zijn eigen oogen
niet wist te rechtvaardigen. Liet hij
zijn persoonlijk lijden niet te veel in
druk op zich maken, en was het eer
lijk, dezen jongen man verantwoorde
lijk te stellen voor de kwelling, die
hij te verduren had, was het misschien
afgunst, die hij gevoelde j egens iemand
die schooner en gelukkiger was dan
hij
Luc vreesde eene laagheid te be
gaan, en zich met geweld beheer-
schende, antwoordde hij zoo goed
mogelijk op de voorkomendheid van
den bezoeker.
Met eenige inspanning nam hij aan
het gesprek deel, dan ging het beter
en eensklaps, bijna zonder dat hij het
wist, gevoelde hij zich meegesleept
evenals de anderen en begon hij be
lang in het gesprek te stellen.
Frangois Livron, die veel gereisd
had, was over Afrika beginnen te spre
ken. Het regiment van Luc was vroe
ger twee maanden in Algiers geweest,
en nu dacht hij aan de zonnige dagen
en de heldere nachten met die dui
zenden sterren aan het uitspansel, als
hij op zijn moedig paard gezeten over
slecht gebaande wegen reed, in de
schaduw der wouden, te midden der
hooge bergen, der onbebouwde vlakten
of tot aan den rand der woestijn, bij
den klank der trompetten en klaroe
nen, die welbekende liederen speel
den, als zij onder de tent uitrustten,
van uur tot uur gewekt door het
„werda" der schildwachten, wanneer
de vijand dichtbij was; of langs de
koortsverwekkende moerassen, wan
neer hij leed door hitte, dorst of ver
moeienis, maar toen was hij een man,
die het bevel voerde over andere j onge
mannen, was hij bereid, zijn tijd, zijne
jeugd, zijne krachten en desnoods
zijn leven op te offeren voor eene
heilige zaak.
Afrika is zoo schoon, stamelde
bij met een onwillekeurigen glimlach.
Men zou gezegd hebben, dat Fran
gois Livron op dezen glimlach had
gewacht, die getuige was van zijn
laatsten en moeilijksten triomf, want
bijna aanstonds stond hij op om te
vertrekken.
Gij komt toch zeker spoedig
terug, zeide mijnheer Fromentier voor
komend.
Hij was zoo tevreden met zijn nieu
wen vriend, dat hij er over nadacht,
welke beleefdheid hij hem zou kunnen
bewijzen, die hem, Fromentier, niets
kostte.
Eindelijk had hij wat gevonden.
Morgen is het Zondag, sprak hij
bij zichzelf en dan zal ik hem in mijn
rijtuig mee naar de kerk nemen.
Florine zelfs, die bij zijne komst
van den jongen man eene goede fooi
ontvangen had, durfde niet al te bru
taal de deur achter hem sluiten en
zij wachtte met haar ontevreden ge
brom, tot hij zich eenige passen ver
wijderd had,
Ik dacht, dat ik tot in eeuwig
heid met het diner zou hebben moeten
blijven zitten.
Wat het diner? riep mijnheer
Fromentier uit, is het dan al zoo laat?
Laat, laat, bromde Florine weder,
het is kwart voor zeven. Het is mijne
schuld niet, als de aardappels stijf
geworden zijn.
Met een nijdig gezicht verliet zij de
kamer, terwijl Aliette verheugd uit
riep
Kwart voor zeven, wat is de tijd
snel omgegaan.
Zij was nog in dien leeftijd, waarin
de tijd nooit snel genoeg schijnt te
gaan, waarin een dag, een week, eene
maand die voorbij gegaan is, eene be
haalde winst gelijken, een stap voor
waarts naar de geheimzinnige verte,
die men toekomst noemde.
Men wil het geheim doordringen,
den sluier wegnemen, en als men er
in slaagt, komt men dikwijls tot eene
treurige ontdekking. Maar wat geeft
dat, de weg er heen was zacht en be
zaaid met bloemen.
Ik heb in jaren niet zoo'n aan
genaam gesprek met iemand gehad.
Oude mannen, zooals ik ben, worden
steeds zeldzamer en de jonge lui zijn
over 't algemeen niet in staat, twee
verstandige denkbeelden te formulee
ren of vier goede zinnen achter elkan
der te spreken. Deze Frangois Livron
is ontegenzeggelijk een man uit den
hoogeren stand.
Het was heel aardig van hem,
zoo lang te blijven, zeide Aliette heel
naïf, .want ons gezelschap kon hem
toch niet zoo bijzonder vermaken.
Deze opmerking had het wantrou
wen van Luc, dat een oogenblik ver
dwenen was, weer opgewekt. En in
derdaad, welk vermaak of genoegen,
kon een man, wiens verstand zoover
boven dat van anderen verheven, die
aan een schitterend leven gewend was,
vinden in het gezelschap van een boer-
schen grijsaard en een klein, onwe
tend meisje. (Luc teld» zich zeiven
niet mee.)
Waarom kwam hij, waarom bleef
hij. dan? Wat zocht deze onbekende,
die zich zoo handig wist in te drin
gen, dan op de boerderij Ronceray?
Had ook hij zich niet een oogenblik
laten meesleepen door dezen mooi
prater, en stond hij niet machteloos
tegen hem over, niet in staat een
enkelen grief te noemen af een juiste
verdenking te formuleeren?
Luc had van het leven slechts
harde lessen ontvangen. Hij had het
natuurlijk wantrouwen van flen, die
altijd teleurgesteld zijn, de voorberei
dende angst van hen, die altijd geleden
hebben, en in zijne wijsheid rede
neerde hij zoo:
In deze wereld geeft men niets
voor niets, iedereen vervolgt zijn doe'
Deze man is niet uit belangstelling
hier gekomen, maar waarom dan wel
Hij durfde die gedachte niet verder
vervolgen, maar met een angstig hart
zag hij dezen avond Aliette's oogen
schitteren en hoorde hij haar vroolij-
ken, blijden lach van uitgelatenheid.
{Wordt vervolgd).
lAilLEMSClE COURANT
flQITE ma HON flQITATE.