Zaterdag 29 Sept. 1906. No. 6412. 3Pte Jaargang Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. Gelieve dit vooral te lezen! De Nieuwe Haarlemsche Courant. Klappen uit de schoo en nog iets. BUITENLAND. De familie Fromentier. BINNENLAND. 5J^ L20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post^ vr. J-65 ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Afzonderlijke nummers .♦en DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZONVEN FEESTDAGEN. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0 Elke regel meer»6.10 Groote letters worden berekend naar plaatsr -'mte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE tl CONTANT. Hoofdagenten yoor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère :- G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubor-g Montmarter Gedurende eenigen tijd zal onze Courant iederen dag gratis ter kennismaking worden toegezonden aan die Ka tholieken onzer stad, welke nog niet geabonneerd zijn. Haar tuij duruen uerwachten, zal deze kennismaking uelen aansporen, om alsnog trouwe lezers te worden uan het eenige Katholieke dagblad te dezer stede: Week-flbonnementen worden aangenomen a 10 ets. per week. H. H. Adverteerders! uoor U eene bijzonder gunstige gelegenheid, wijl ons blad in duizenden en duizenden gezinnen uerspreid wordt. Zaterdag 6 October e.k. zal aan onze Lezeressen en Lezers voor de eerste maal toegezonden worden de „Officiëele Kerklijst" in haar nieuw, smaakvol kleedje. Het uur der godsdienstoefeningen in de kerken van Haarlem en der omliggende gemeenten, de agenda der verschillende katholieke ver- eenigingen en dergelijke zullen er in opgenomen worden. Aan de abonné's van „Nieuwe Haarlemsche Courant'* alsmede aan die van „Stad en Land" zal de „Officiëele Kerklijst" GRATIS iede ren Zaterdag toegezonden worden met de courant. Wie geen onzer beide bladen leest, kan zich desverlangd afzon derlijk op de „Officiëele Kerklijst" abonneeren. Nu wij toch bezig zijn met uit de school te klappen, kunnen wij er wel bijvoegen, dat ook ons „Zondagsblad" misschien reeds in de naaste toekomst eene algeheele Verandering ondergaan zal. Wat „plaatjes-kijken" betreft, blijven wij allen kinderen, schreef Wijlen Dr. Schaepman ergens. En zeer terecht. Welnu, ook onze Lezeressen en Lezers hopen wij in de gelegenheid te stellen aan plaatjes-kijken hun hart op te halen. Verder uit de school klappen doen wij heden niet. Een enkel woordje mogen wij hier echter nog wel aan toevoegen, een Woord, dat als een vruchtbaar zaad in goede aarde valle en een rijken Er wordt geen middel onbeproefd gelaten, om te geven het beste, wat wij geven kunnen. Wij weten al te goed, want die ervaring kan men overal opdoen, dat een Katholiek blad in de oogen van sommigen nooit goed kan wezen. Een artikel in een liberale of zooge naamd neutrale courant zij even saai en vervelend als het mufste en dufste, dat mén zich bedenken kan, het staat in de schatting van te velen onder de onzen desondanks altoos mijlen boven de artikelen eener Katholieke courant. Kan er iets goeds uit Nazareth komen En als men den naam heeft van vroeg opstaan, is er immers geen mogelijkheid dat men uit de nacht schuit komt. Het treurigst bij dit alles is de godsdienstige onverschilligheid, wel ke zich ook in die minachting of mindere waardeering openbaart, een onverschilligheid, die juist het ge vaarlijkste gif is, dat de liberale en z.g. neutrale dagbladpers haren Ka tholieken lezers dagelijks bij kleine hoeveelheden ingeeft. Alles wordt in zulke bladen geme ten, alles, ook het hoogste en heilig ste, met hetmaatstafje van het bloot menschelijke, het kleinzielig en be krompen menschelijke, dat van ver heffing weet noch geestdrift. De Katholieke Godsdienst vooral bemoedigt ons bij voortduring met een „sursum corda met een „om hoog de harten" in het vaak zoo troosteloos droeve menschenleven. Telkens vestigt zij den blik op het ware doel van het bestaan, onzen gezichteinder verruimend tot aan het oneindige,ons te binnen roepend, dat wij niet als het dier met het hoofd ter aarde gebogen moeten gaan. Tot het Roomsche hart spreken, met andere woorden, Roomsch den ken en voelen, onze godsdienstige overtuigingen en rechten in het ware licht stellen, hoog houden en verdedigen, dat vermag alleen de Katholieke courant. Al de andere bladen staan of vijandig óf onver schillig tegenover het Katholicisme. Openlijk of in het geniep doen zij het bijna altoos den oorlog aan. En ook dan, als de goede wil niet ontbreekt, hetzij uit ridderlijke eerbiediging van anderer meening en gevoelen, hetzij uit bezorgdheid voor de financiën, ook dan mogen wij den denkenden lezer omtrent bedoel de bladen de vraag stellen: Wie kan geven, wat hij zelf niet be zit? De verheven leer van ons Geloof, zijne heerlijke symboliek, de godde- lijkeschoonheid zijner plechtigheden enz. zijn hun een boek, gesloten met zeven zegelen. Hoe zouden zij daarin kunnen lezen? Wie eens ernstig over dit een en ander wil nadenken, zal met ons gaarne deze waarheid erkennen: Voor Katholiekenis het eenige goede nieuwsblad een Katholieke courant. AMERIKA. De berichten uit Cuba blijven in den ouden toon de Yereenigde Sta ten zullen niet, de Vereenigde Staten zullen wel. Wat zullen we gelooven? Een telegram uit Havana van gis teren 28 September, meldt nu weder het volgende: Taft heeft hedennamiddag gemeld, dat bij het voor zeker hield,dat Ame rika verplicht zou zijn vanavond, of morgen op zijn laatst, troepen aan land te zetten. De proclamatie, waarbij een voorloopig bewind wordt ingesteld, zal dan worden afgekon digd. Taft betreurt de onoprechtheid en het gebrek aan vaderlandsliefde bij de beide partijen der Cubanen. Hij is bevreesd voor rustversto ringen vanavond, met het oog op de zitting van het congres. De re- geeringstroepen zijn gunstig gestemd voor een interventie van Amerika. Zoo gaat het ongemerkt naar de annexatie, zoetjes, zoetjes aan; zoo wordt de publieke opinie langzaam voorbereid op het doel, dat de Ver eenigde Staten sinds jaren beoogden en nu hopen te bereiken. FRANKRIJK. Een der redacteurs van de „Gau- lois" (Parijs) is door Z. Heiligheid in audiëntie ontvangen. Als volgt ver haalt hij, hoe PiusXzich over een en ander uitliet: „Niet ik heb de wet veroordeeld, maar Christus,Wiens stedehouder de Paus slechts is. Christus veroordeel de haar, omdat Hij de kerk een grondwet en een dogma gaf, waar tegen geen menschelijke wet iets vermag". Geen menschelijke wet, ging Z. Heiligheid voort, kan van kracht wezen, wanneer zij in botsing komt met de goddelijke wet, wanneer zij den grondslag bedreigt der kerk. Eene onrechtvaardige wet kan niet bindend zijn. Aan de Voorzienigheid liet tZ. H. de toekomst over; Zij zou weldra hare bedoelingen en inzichten openbaren. Toen de redacteur ter sprake bracht „de wettelijke waarborgen" die Z. Heiligheid eventueel in de Scheidingswet eischte, luidde vol gens de „Gaulois" het antwoord: Een waarborg, die het karakter van zekerheid draagt en het ka rakter van wettigheid, dat een ver tegenwoordigende regeering aan een politieke handeling van haren kant kan geven, namelijk een op de be slissing van Kamer en Senaat be rustend besluit. De veroordeeling van de wet zal blijven bestaan, zoo lang Kamer en Senaat de wet niet de noodige wijziging hebben doen ondergaan. De regeering behoeft daarom nog niet te wijken, zij be hoeft zich alleen onpartijdig en rechtvaardig te toonen. Men wijkt voor een zegevierend vijandmaar aandenPausgeeftniemand in Frank rijk den naam van vijand. Wanneer de ontwerpers van deze wet te goeder trouw waren geweest en hun dwaling inzagen, zouden zij nergens meer dan te Rome den wensch naar verzoening en vergeten vinden. Indien zij echter moedwil lig den oorlog zochten, zouden zij tegenover zich een verdediger van de leer van Christus en van de rechten der kerk vinden, die uit zijn onwankelbaar en rein geloof de hoogste kracht tot handelen zal putten. En zulk geloof, mogen wij er bijvoegen, dat bergen verzet, zal ook het kuipen en sluipen der Loge niet doen wankelen. Reeds vroeger schreven we van Pius X: „Een karakter, wijl hij een heilige, een man Gods is." Als zoodanig treedt Hij hier weder naar voren, troostend en bemoedi gend door zijn voorbeeld ons leerend Boven al het gewriemel van het menschelijk gewormte staat God. Wie op Hem hoopt, zal in eeuwig heid niet beschaamd worden. DUITSCHLAND. Op het nationaal socialisten-éon- gres werd met 323 tegen 62 stemmen aangenomen een door Bebel en Legien gemeenschappelijk opgestel de motie en luidendeDe partijdag bevestigt het partijbesluit van Jena betreffende de politieke aigemeene staking en acht na de vaststelling, FEUILLETON. 27. VI. De volgende dag was een Zondag, geheel verschillend van den vorige, een Zondag, zooals men er in jaren geen beleefd had op de boerderij Ron- ceray, en hoewel de blik niet minder schokte, het paard niet harder liep dan gewoonlijk, had Alietteden weg haar Doublons nog nooit zoo kort, teo schilderachtig en zoo aangenaam gevonden. Vooreerst was het mooi weer: de Son scheen zoo heerlijk, en de hemel ^as helderblauw, alleen in de verte Sag men enkele kleine witte wolkjes; de hitte werd getemperd door een heerlijk frisschen wind, die in't voor- hijgaan al de geuren van de planten eö bloemen der bergen scheen opge nomen te hebben. Langs den weg wa ren de hagen bedekt met eglantieren en in het dichte gras langs de slooten bloeiden madeliefjes en boterbloemp jes, waarop de heldere dauwdroppels nog parelden. Dan had Florine voor op' den bok plaats moeten nemen naast Luc, om dat Francis Livron binnen in moest zitten naast Aliette tegenover mijn heer Fromentier, zoo bleef de brik in evenwicht, wat noodzakelijk wasvoor het stooten der veeren. Welk eene bekoring gaf het gezel schap van menschen, die men met kendeZij zijn nieuw voor ons, dat is reeds hun eerste verdienste, dan doen zij hun best om zich aangenaam te maken, toonen ons al hunne hoe danigheden en trachten ook nog soms met die te schitteren, welke zij niet bezitten. En men denkt van zijn kant evenzoo, omdat men in hunne oogen niet minder wil schijnen. Dezen morgen was er geene gele genheid voor Florine om te brommen en voor Fromentier om verwijten te doen hooren. Onderweg praatte men heel gezel lig met elkaar. Mijnheer Fromentier gesticuleerde druk met zijn grooten wandelstok met agatenknop, verklaar de de samenstelling van den bodem, wees de dorpen aan, de bergen en de plaatsen, die om de eene of andere reden van eenig belang waren. Zijn geheugen was rijk aan oude, plaatselijke herinneringen, aan aardige anecdotes, die hij goed wist te ver tellen en waarnaar Frangois Livron gaarne luisterde. Aliette meende toch te merken, dat de jonge man, die de oogen op den verteller gericht hield, nu en dan een bewonderenden blik liet vallen op het nieuwe lint, waarmede zij haar japon versierd had, een witte mousseliene japon, die zij vroeger gekregen had om bij plechtige gelegenheden aan te doen in het klooster en die nu nog den voornaamsten rang bekleedde onder de bescheiden garderobe van het jonge meisje. Zij had hem dezen morgen niet zonder eenige aarzeling aangedaan, daar hij wat kort en versleten was en zij vreesde, dat de ruime mouwen reeds lang uit de mode waren. Maar de gedkeurende glimlach van Frangois Livron stelden Aliette spoedig gerust, en in hare onschuld was het een genoegen voor haar jong te zijn, schoon en in 't wit gekleed, alsof ook zij deel uitmaakten van de frisschen maagdelijken bloei der teruggekeerde lente, die men overal om zich heen waarnam. Het speet haar zelfs, dat zij nu al bij de kerk aangekomen waren. Het was nog een weinig te vroeg, en terwijl Luc ging uitspannen, bleef neef Fromentier als naar gewoonte in het portaal staan, waar hij met veel welwillendheid den beleefden groet van onderscheidene personen beant woordde. De eigenliefde van den ouden man, die de heele week op zijne landerijen doorbracht, vond zich hier gestreeld, door den vreesachtigen eerbied, waar mede men hem omringde, en het deed hem genoegen, dat hij daarmede te genover Frangois Livron kon pronken, maar niet minder plezier haa hij van de uitwerking, die de verschijning van zijn gast op het publiek maakte. Na de zaak met mijnheer Chenu, den laatsten onderwijzer, een braaf man, die altijd het orgel bespeelde, en die later uit zijn ambt ontzet was, was de komst van Frangois Livron en zijne dat het besluit van het vakvereeni- gingscongres te Keulen niet in strijd is met het besluit van Jena, eiken strijd over den zin van het Keul- sche besluit voor afgedaan. Het niet ingetrokken gedeelte van het amendement Kautsky werd daarop met groote meerderheid aan genomen. De zoo gewijzigde motie Bebel werd toen met bijna aigemeene stemmen aangenomen. Voor stemden 386, tegen 5 ge delegeerden. De partijdag juichte. Zoo is op handige wijze het eene doorgedreven en het andere niet geheel in den hoek geduwd. Die menschen weten nog te manoeuvree- ren Ongelukkig (of liever gelukkig!) draagt het socialisme de kiem der verdeeldheid in zich en het schijnbaar bijleggen van eenig geschil, groot of klein, wordt weldra gevolgd door een nieuwen verbitterden strijd. Zoo zal 't in Duitschland ook gaan. Hofberichten. De hertog en de hertogin van Teek, vergezeld van baronesse van Ittersum en jhr. Schimmelpenninck, vertrokken gisterenmorgen te halftien van Soest- dijk om een bezoek aan het eiland Marken te brengen. De hertogin van Albany met gevolg wordt heden ten paleize Soestdij k ver wacht, waar zij een tiental dagen zal blijven logeeren. Door den gouverneur van Curacao is op het door hem den 30en Augus tus 11. aan Hare Majesteit de Konin gin verzonden telegram, luidende: „Koningin der Nederlanden, Loo. Uwer Majesteit worden door kolonie Curagao meest eerbiedwaardige geluk- wenschen aangeboden en in bijzonder na j ongste ongesteldheid meest oprechte betuiging innige trouw en verknocht heid. DE JONG", op den len September het volgende telegram ontvangen: „Gouverneur, Curagao, Ontvang mijn oprechten dank voor uwe gelukwenschen en die van kolonie. WILHELMINA." Met geestdrift is door de bevolking van Curagao de verjaardag van H.M. de Koningin gevierd. Gisterenmorgen vertrokken per extra-tram van het Tolhuis over het IJ de logées van de Koningin-Moeder. (H. M. zelve was er niet bij. Zoo men weet bracht de Koningin-Moeder in September 1905 een bezoek aan Mar ken, Volendam en Edam.) Het gezel schap reisde incognito. Marken en vooral Volendam werden bezichtigd en daarna een bezoek gebracht aan Edam. verhuizing naar de boerderij Ronce- ray, de eenige groote gebeurtenis in het land. Met nieuwsgierige oogen ke ken de lieden van Doublons naar den jongen man, terwijl zij bij zich zei ven de opmerking maakten, dat het een vrijer voor de juffrouw was, of een kooper voor de boerderij. In het voorbijgaan naar de kerk kon de pastoor zelfs niet nalaten er het zijne van te denken en al de schoolkinderen draaiden het hoofd om. Luc bemerkte dadelijk de opschud ding, die zij onder het publiek teweeg brachten en werd er zeer boos om. Waarom blijft gij daar staan, in plaats van in de kerk te gaan? vroeg hij driftig aan Aliette. Men heeft nog niet geluid. Wij kunnen toch wel naar bin nen gaan, er is hier veel te veel volk, men kijkt naar ons. Welnu, laat ze maar kijken, ver klaarde Aliette met een zucht tot te genspraak, die zij sedert eenige dagen aangenomen had. Ik kijk ook en ik vind het prettig al die menschen te zien gaan en komen. En als Luc de schouders ophaalde, Museum; gemeente administratie. Het bestuur van den Nederland- schen Bond van gemeente-ambtenaren heeft besloten, uit sommige van de belengrijkste inzendingen der tentoon stelling op gemeentelijk administra tief gebied de grondslagen te leggen voor een museum, dat zou kunnen geraadpleegd worden door allen, die in de gemeente-administratie werk zaam zijn, ingericht eenigszins in den geest van het Nederlandsch schoolmu seum. Tot dat einde heeft het be stuur aan verschillende inzenders ver zocht over hunne inzendingen te mo gen beschikken. Notarieel Staats-examen. 's- Gravenhage, 2228 September. Geslaagd voor het 1ste gedeelte de heeren A. C. J. Danco, MaastrichtJ. Koemann, IJsselstein; P. G. W. Mol, ZevenbergenN. G. van Hasselt, Eind hoven; A. M. de Block, Amsterdam; H. Scholten, Nunspeet; F. C. M. de Bie, Breda; F. J. C. Michielsen, idem M. L. A. van Oppen, 's- Gravenhage. Voor het 2de gedeelte de heer H. J. Hage, Wageningen. Stuivertjes. In de Memorie van Antwoord op de wetswijziging tot vervan ging van het zilveren stuiverstuk door een ander stuk van dezelfde waarde, verklaart de Minister van Financiën, dat de directie der Ne derlandsch e Bank is gehoord, dat in weerwil van haar ongunstig ad vies de Regeering vasshoudt aan het ontwerp. Verschillende andere li chamen (Kamers van Koophandel bijv.) drongen aan op de invoering van een doelmatig vijf cents-stuk. Tegen het gebruik van 2l/2 cent stukken in gevallen, waarin anders van 5 cents-stukken gebruik zou worden gemaakt, oppert de Memorie het bezwaar, dat het niet met 1 cents-stukken tot 5 cents is te com bineeren, ook, dat er zooveel 21/2 centstukken aan de circulatie wor den onttrokken door de muntgas meters. (Te Amsterdam in 1905 alleen 46 millioen stuks. Reeds wordt al het redelijke ge daan om de spoedige verspreiding van die stukken in de gewone cir culatie in de hand te werken. Brons was oorspronkelijk geko zen lo. om het munt niet te zeer te doen gelijken op de munt van ongeveer dezelfde waarde bij onze naburen in gebruik (met het oor op den strijd tegen de vreemde pasmunt aan de grenzen) en 2o. om het voldoende te onderscheiden van de kwartjes. De argumenten van het voorloo pig verslag hebben den Minister echter doen komen tot het voorstel van een nikkelen stuiver, door dikte enz. voldoend0 afwijkende van het kwartje. In dien zin is het wetsontwerp dan ook gewijzigd. Exemplaren zijn ter bezichtiging voor de leden der Kamer steld. hernam zij niet zonder ergernis. Gij begrijpt niets van dit plei- zier, dat wed ik wel. Gij zoudt in eene cel willen leven, midden in de woestijn. Gij hadt een'kluizenaar moe ten worden. Ja, dat gel °f ik ook, antwoord de hij op zoo'n eigenaardig .ernstigen toon, dat Aliette er con we1 nig van ontstelde. Dan vroeg zij Gij zoudt er dus niet om geven, nooit weer iemand te zien Volstrekt niet. In 't geheel niemand meer mij ook niet Zij zette een gezicht, zooals zij als kind reeds deed, wanneer zij iets wil de hebben, en Luc werd verlegen. Nooit dit lieve gelaat meer zien, waarop hij als in een geopend boek de minste indrukken lezen kon, en waarin hij altijd weer een nieuwe be koring vond, dat zou een beproeving zijn, die boven zijne krachten ging. Hij opende den mond om d't te zeggen, toen een andere gedachte de woorden op zijne lippen terughield. Wordt vervolgd.') CHE CODRANT flQITE MA HOM AQITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1