Woensdag 10 Oct. 1906.
No. 6422. 31ste Jaargang
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Uit de Pers
BUITENLAND.
De familie Fromentier.
BINNENLAND.
jr
Week-abonnementen a 10 cent
per week.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem^pP 1-20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post -Sj" 1-65
Afzonderlijke nummersv „0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALV#ZON- ^FEESTDAGEN.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère :-
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmarter
Ter kennismaking zenden wij aan
niet-geabonneerden nog eenigen tijd
GRATIS onze Courant, hopende op
die manier in al de Katholieke gezinnen
van Haarlem en omliggende Gemeenten
weldra eene blijvende plaatste veroveren.
De „Nieuwe Haarlemsche Courant" is
het eenige plaatselijk KATHOLIEK
Dagblad, het eenige dus, dat veilig in
ieder Katholiek huisgezin gelezen kan
worden.
Naast Hoofdartikelen over allerlei
actueele onderwerpen, boeiende Feuil
letons, plaatselijke, binnen- en buiten-
landsche en speciaal Katholieke Nieuws
tijdingen uit alle landen en wereldstre
ken, brengt het zijnen Lezers op ZATER-
DAGAVOND de OFFICIEELE KERK-
L1JST voor Haarlem en omliggende
Gemeenten, die GEEN ander plaatselijk
blad geven kan^
Agenda voor Donderdag.
Sociëteit „Vereeniging" Bioscoop.
Concertzaal „de Kroon" Bioscoop.
Café-zaal „de Kroon", Strijkorkest.
Brongebouw. Concert Haarlemsch
Muziekcorps.
De Standaard schrijft:
Waarom niet fatsoenlijk
gebleven
De stembus van 1905 toonde,
hoe ver het gaat, als men eenmaal
den lasterhond van den ketting laat.
Om maar zijn doel te bereiken,
heeft men toen slijk met bei zijn
handen opgeraapttenslotte alle
fatsoen weggeworpenen getoond
wellust te vinden in echt vuil werk.
Prof. Holwerda was de eenige,
die den moed had daartegen op te
komen. De anderen, ook de deftig-
sten en meest goedhartigen onder
hen, zwegen. Ze vonden het wel
vuil en viesze gingen er met den
rug naar toe staanen deden of
ze 't niet zagen maar ze leden niet
aan de heldennatuur en hielden
zich daarom stil.
Het doel werd dan o.ok bereikt.
De heeren vrienden kwamen weer
in de macht. En sinds keerden fat
soenlijker manieren terug.
Maar zie, nauwelijks komt er weer
een partiëele stembus in 't zicht,
of 't begint weer.
Eerst nog matig. Dit spreekt van
zelf. Opwinding gaat met tempo's.
Maar toch is men reeds weer zoo
ver, dat Dr. De Visser openlijk aan
de kaak wordt gesteld als een man
in wien „de ijdelheid zich presen
teert met gemaakte nederigheid".
Hij wordt gezegd zijn toga te heb
ben uitgetrokken en zich „in 't
narrenpak te hebben gestoken
„middelen aan te grijpen een ern
stig man onwaardig" op het „ap
plaus van het schellinkje" te spe-
culeeren en in politicis optetreden
„als een tooneelspeler die de* draak
vertolkt".
In Gorkum hadden we pas nog
dit „gooien met vuile eieren" be
leefd van het liberale blad in die
stad maar daar is toen tenminste
van achtbare zijde nog protest te
gen gehoord.
De Opr. Haarlemmer Cour. maak
te zich nog pas aan de krenkende
laaghartigheid schuldig, om, zonder
zweem van bewijs, een rede van
Dr. Kuyper te qualificeeren als van
„niet onverdachte eerlijkheid", en
dat zonder dat ze zelve die rede,
met de noten, nog gelezen had.
Maar dit is een locaal blad, en de
ze gemeenheid had geeii politieke
strekking.
Maar de aanval op Dr. de Visser
is politiek, is een poging om hem
voor de Leidsche kiezers te brand
merken. En komt voor in een
Haagsch blad van rijks-strekking.
In het Vaderland.
Is dit kwaad niet te stuiten?
Noch de Christelijk-historische,
noch de Antirevolutionaire pers,
noch die der Roomsch-katholieken
voor zoover ze een algemeen ka
rakter draagt, maakt zich aan der
gelijk persoonlijk aantasten van een
tegenstander schuldig.
Van die zij blijft men tegenover
de personen zijner tegenstanders
bijna altoos hoog fatsoenlijk.
Is het nu voor de liberale pers
zoo ondoenlijk, om desgelijks te
doen, en ook harerzijds de goede
manieren iu onzen politieken strijd
weer in eere te brengen?
Het verhoogt het karakter van
den strijd. Het is de traditioneel
Engelsche usantie. Het is eisch van
het Constitutioneele stelsel. Hot is
de adel van een parlementaire wor
steling.
Betoog tegenover betoog, redenen
tegenover redenen, beginsel tegen
over beginsel, program tegenover
program, maar van de personen der
caiididaten afb lijven.
Onder de kiezers woelt vaak boo
ze hartstocht. In strooibiljetten
wordt reeds genoeg gezondigd. Op
meetings wordt soms schandelijk
gelogen.
Maar laat de Nederlandsche pers
dan voor 't minst onze eere ophou
den, en aflaten van zoo onfatsoen
lijke practijk.,,
De Verkeerde Wereld.
In een der Engelsche nieuwsbla
den troffen wij eenige dagen geleden
een bericht aan, dat andermaal de
dwaze dierenliefde van sommige
menschen aantoont.
Er is te Londen in de Regentstraat
een hondentoevluchtsoord geopend,
dat een model van overdreven weelde
mag genoemd en van verregaan
de dwaasheid niet minder.
De vloer is bedekt met een kostbaar
tapijt, de lambriseeringen zijn van
fraai eikenhout, gordijnenen kussens
van de duurste zijde.
En dat alles voor de viervoeters,
voor het redelooze dier, dat, het
moge den cerenaam van „trouwste
vriend" der menschen verdienen, een
dier is en blijft.
Wat echter het treurigst is bij
die malle dwaasheid, is het andere
bericht, ook in de Engelsche bladen
van den jongsten tijd voorkomend en
dat het officieel getal vermeldt der
van gebrek en ontbering omgekomen
menschen té Londen in 1905.
Dit getal bedraagt 48.
In hetzelfde Londen dus, waar hon
den een paleisje tot toevluchtsoord
hebben, stierven in één jaar tijd 48
menschen van honger.
Wij veroordeelen in geenen deele
eene gepaste genegenheid voor het
dier, allerminst voor den hond. Doch
er zijn maar al te veel menschen,
welke om het dier den mensch verge
ten. De liefdeleer van het Evangelie
is hun vreemd geworden, maar de
onzinnige dierenliefde vindt in hen
overtuigde apostelen en ij veraars.
Ook hier dus de verkeerde we
reld.
SPANJE.
Naar verzekerd wordt heeft het
Ministerie een wetsontwerp gereed
op de godsdienstige vereenigingen.
Den minister van binnenlandsche
zaken is opgedragen het ontwerp
te redigeeren en daarbij tot grond
slag te nemen dat van 1902.
Minister Romanones heeft eene
commissie ontvangen uit den raad
van Valencia. De heeren kwamen
verzoeken, of Zijne Excellentie den
aartsbisschop van Valencia niet
eventjes verplaatsen wilde. Gelijk
te verwachten, heeft de heer Ro
manones „tot zijn groot leedwezen"
moeten bekennen, dat hem alle be
voegdheid ontbrak tot zulk een
maatregel. De commissie af; de
aartsbisschop blijft.
DU1TSCHLAND.
De beslissing omtrent de troonop
volging in Brunswijk en de daarmee
samenhangende quaesties schijnt nu
juist niet de sympathie te hebben
van de bevolking, die in Brunswijk
en Hannover den hertog van Cum
berland als den wettigen opvolger
blijft beschouwen.
Uit Hannover komt het bericht,
dat er eene nieuwe Welfen-partij
ophericgt is, onder den naam „Han-
noversche democratische Vereini-
gung."
Direct zijn le Hannover en om
streken meer dan tweeduizend perso
nen lid geworden.
RUSLAND.
Volgens den correspondent van
de „Times" te Petersburg zijn de
staatkundige misdaden in het bin
nenland weer zeer talrijk geworden
den laatsten tijd; de revolutionaire
comités schijnen hun veldtocht her
vat te hebben.
Een ander correspondent deelt
mede, dat op Peterhof verschillende
personen gevangen genomen zijn,
onder welke een student, zoon van
een der Keizerlijke bedienden.
Het landgoed van den minister
van justitie, in het gouvernement
Mohilef gelegen, is door de boeren
verwoest, 's Ministers zoon is gis
terenavond naar Mohilef vertrok
ken.
Verscheiden zemstwcfs hebben een
beroep gedaan op het volk, om toch
belasting te betalen. Ook de gou
verneur van Orel tracht op het ge
moed van de belastingschuldigen te
werken.
Een oekaze gelast de vervanging
van den staat van beleg in de stad
en het district Cherson, door den
kleinen staat van beleg.
AZIE.
Honkong werd onlangs geteisterd
door een wervelstorm, die stoffe
lijke schade aanrichtte voor meer
dan een half honderd millioen gul
den, gezwegen van de menschen-
levens, die er verloren gingen.
Thans heerscht in die plaats
groote verontwaardiging, en wel
door de ontdekking dat het obser
vatorium te Zi-ka-wei (Sjang-hai)
een "stormwaarschuwing had open
baar gemaakt, twee dagen voordat
de wervelstorm Hongkong trof.
Hongkong werd echter niet ge
waarschuwd, omdat het observato
rium aldaar sedert jaren geweigerd
heeft, uitkomsten van waarnemin
gen uit te wisselen met de Paters
Jusuieten, die te Sjanghai en Ma
nila waarnemen. De zaak is nu in
onderzoek.
Blijkt hier bekrompenheid of
plichtverzuim in 't spel geweest
te zijn, dan mag wel eens flink
door gehakt worden.
FRANKRIJK.
Een der groote Parijsche bladen
klapt het volgende uit den jongst
gehouden ministerraad.
De heer Clemenceau was woedend,
toen de vergadering gesloten werd.
Denk eens aan: zijne collega's toonden
niet meer bang te wezen voor hem,
boeman. Zij durfden zelfs zoover te
gaan, dat zij Clemenceau op zijn
plaats zetten, als hij de brutaliteit
heeft, om op hun terrein te komen.
Zoo heeft minister Bourgeois het ge
waagd, opnieuw met zijn candidaat
voor het gezantschap te Tokio aan
te komen En Clemenceau had een
anderen! Maar dien candidaat wil
Bourgeois niet.
Clemenceau boos, heel boos't Is
waar, Bourgeois benoemt in dit
geval, maar is Clemenceau niet de
almachtige Behoort niet alles naar
zijn pijpen te dansen En Clemen
ceau heeft gesproken, bitter, nijdig,
gelijk zijne galachtige natuur 't
hem ingaf. Maar zijn zin gekregen
heeft de dreinerd niet.
Ocharme, besluit genoemd blad,
de sterre Clemenceau's is aan het
tanen. Macbeth, koning zult gij
niet zijn,
Wel mogen wij er bij voegenin
dien 't met zoo'n benoeming al zóó
gaat, hoe moet het dan wel mar-
cheeren met de scheidingswet?
De Regeering verliest er 't hoofd
bij misschien zelfs wel in den
eigenlijken zin, wat het minister
zijn betreft.
AMERIKA.
De Spaansche bladen blijven na
tuurlijk vol van de gebeurtenissen op
Cuba. Thans beschuldigen zij Enge
land, dat het de voornaamste'aanstoker
geweest is, om de Yereenigde Staten
tot eene tusschenkomst te bewegen.
Engeland heeft in het zoogenaamde
Latijnsche Amerika honderden milli-
oenen ponden sterling gewaagd in
allerlei handelsondernemingen. Zoo
b. v. in de Argentijnsche republiek
alleen 3.200 millioen gulden. Nu wil
Engeland dol graag, dat de Vereenigde
Staten politieagent spelen, om de
dierbare duiten te redden.
Sinds de troebelen op Cuba uitge
broken zijn, heeft de Engelsche pers
niet opgehouden de Yankees aan te
sporen tot een gewapend optreden.
Bladen als de Morning-Posfhou
den niet op, al de Zuid-Amerikaansche
Staten in discrediet te brengen. Uit
een en ander besluiten de Spaansche
bladen, dat Engeland staat achter de
Vereenigde Staten, die zich tot het
werktuig van Albion maken, ook met
het eerzuchtig doel om het Angelsak
sische ras over geheel Amerika te
doen heerschen.
Genoemde bladen mochten er wel
bijvoegen Indien de Latijnsch-Ame-
rikaansche bevolking in Amerika,
indien Spanje zelf wat flinker, ver
standiger en vooral wat meer eendrach
tig en manlijk-kloek gehandeld had
den, zouden Vereenigde Staten noch
Engeland durven, wat zij nu doen.
Jammeren en klagen is de eenige
toevlucht van zwakkelingen. Hande
len en doortasten, dat is de zaak.
FEUILLETON.
37.
Men speelde de „Faust", en hij werd
zoo geboeid door deze voorstelling, dat
hij eerst verder niets bemerkt had; in
de pauze echter, toen hij om zich
heen zag, viel het hem op, dat de
moeder van Aliette zoo schoon was,
schooner dan alle andere aanwezige
dames, en ook dat haar man haar
vol bewondering aanstaarde; dit deed
hem pleizier, en hij gevoelde er zich
zoo door ontroerd, dat de tranen hem
onwillekeurig m de oogep kwamen.
Toen geloofde hij aan het geluk,
dat men vinden kon in een ander
wezen, aan onverbreekbare banden van
vertrouwen en liefde, en hij, de een
zame, de vreesachtige, de van alle hui
selijke genoegens misdeelde, smachtte
met al de kracht zijner ziel naar eene
reine, zuivere, diepe genegenheid, die-
zijn gansche ziel en leven kon ver
vullen.
Mevrouw Fromentier wist dan ook
zeker, dat zij hem kon doen glim
lachen, wanneer zij zeide:
Als gij eens gehuwd zijt, Luc....
En bij alle plannen voor de toe
komst voegde haar man onverander
lijk er aan toe:
Zorg maar zoo gelukkig te wor
den, als ik!
Somtijds vroeg Luc zich af, of hij,
om bemind te worden, zooals hij dat
verlangde, geen schitterender hoeda
nigheden moest bezitten, dan hij nu
had. Het geluk van dokter Fromen
tier stelde hem gerust, en dezen avond,
aangemoedigd, door hetgeen hij gezien
had, vond hij de dames om hem heen
schooner en aantrekkelijker dan te
voren.
Alles was goed gegaan tot het begin
van het derde bedrijf. Op dit oogen-
blik werd de deur der loge geopend
en Fromentier had op een toon van
voldoening gezegd:
Ha, zijt gij daar eindelijk, Ré-
nald
En Luc had een blond, elegant ge
kleed jongman zien binnenkomen,
die aanstonds een goeden indruk op
hem maakte. Hij begreep, datRénald
een jong geleerde was met eene
schoone toekomst, de uitverkoren
leerling van den meester, de vriend
des huizes.
Hij had geen tijd, om nog verdere
opmerkingen te maken. Het gordijn
ging op en liet van den tuin Margareta
zien en na de naïeve bekentenis van
Srebel, volgde het hartstochtelijk ge
zang van Faust, een liefdelied, zóó
doordringen^ dat de schaterlach van
Méphisto de bekoring er van niet ver
minderen kon, en Luc, die er met alle
aandacht naar luisterde, eene huive
ring door zijne leden voelde 'gaan,
alsof ook zijn hart getroffen was en
gesproken had.
Dan maakte dit bedrijf een nieuwen
indruk. Op de zuchten volgden kreten
van smart, vloek en helschen toorn.
De onvoorzichtigheid leidde tot de
misdaad, de idylle tot een bloedbad.
Van de geschenken van Méphisto be
waarde Margareta alleen een vuur-
rooden halssnoer.
Van dit drama had Luc een leven-
digen, bijna pijnlijken indruk be
waard, die met de vreeselijkste her
inneringen uit zijn leven verbonden
bleef. In zijne nabijheid begon een
ander drama. Nooit zou hij hen, van
wie hij dezen avond vroolijk en opge
ruimd afscheid nam, meer zien
Het was een van deze verplette
rende, onverklaarbare gebeurtenissen
geweest, waarin het ongeluk alles al
leen schijnt te doen. Eene kleine,
maar toch zeer te veroordeelen ko
ketterie van een mooie jonge vrouw,
een paar onvoorzichtige woorden, een
laaghartige aanklacht door een laste
raar, zooals er overal gevonden wor
den, voor waarheid opgenomen door
een man, die door zijne liefde ver
blind was, meer was er niet noodig
om in een enkele minuut het geluk
van een huishouden te vernietigen,
onrust, krankzinnigheid en dood te
brengen in dit voorbeeldig huwelijk.
Na een vreeselijk tooneel, waarin
alle ontkenning en alle smeekbeden
machteloos bleven op den getroffen
geest, was de dokter heengegaan, om
niet meer terug te komen; en toen
de jonge vrouw zich zoo verlaten zag,
had zij op hare beurt het verstand
verloren. Op het oogenblik, dat haar
nam de woning verliet, was zij uit
het raam gesprongen en te pletter
gevallen op de straatsteenen.
Dienzelfden avond was de dokter,
door een aanval van beroerte getroffen,
doodgebleven.
Luc kwam om hem de laatste eer
te bewijzen, een treurig werk, dat zijn
vader niet op zich had willen nemen.
Nadat hij eene juiste verklaring
van het gebeurde gegeven had, was
het hem gelukt om beide lijken op
de gewone wijze te doen begraven.
Nadat man en vrouw in den dood
verzoend waren, was hij vertrokken
en had hun kind, een meisje van
een jaar of drie, meegenomen.
Maar met hen leek ook zijne jeugd
begraven. Er was iets in hem gebro
ken, onherstelbaar: zijn levensgeluk
was verwelkt en bloeide niet meer
op. Deze liefde, die hij met vertrou
wen en hoopvol aangeroepen had,
waarvan hij de zon zijns levens wilde
maken, was hem gebleken onstand
vastig te zijn, trouweloos; zij bracht
schande en dood, zij spande hare strik
ken op alle wegen. In enkele uren
had hij gezien, hoe zij een schoone,
gelukkige, aangebeden vrouw tot
krankzinnigheid bracht, een braaf.
Hofberichten.
De Hertogin van Albany, die tien
dagen de gast is geweest van Hare
zuster, H. M. de Koningin-Moeder,
ten Paleize Soestdijk, is vertrokken,
aan de halte Soestdijk door Koningin
Emma uitgeleid.
Prins Hendrik der Nederlanden
scbonk een bijdrage aan de weesin
richting Huisduinen, als blijk van
belangstelling in het werk der ver
eeniging.
Men meldt uit Soestdijk
De kinderen van den Erfprins
van Erbach, die een paar weken de
gasten zijn geweest van H.M. de
Koningin-Moeder ten paleize Soest
dijk, zullen in den loop dezer week
Soestdijk weer verlaten.
Uit de Residentie.
In hötel de „Twee Steden" te 'sGra-
venhage is aangekomen de heer H.
S. J. Maas, consul-generaal der Neder
landen te Londen.
De gewone audiënties van de
ministers van Buitenlandsche Zaken
en Justitie zullen deze week niet
plaats hebben.
Uit de Staats-courant.
Kon. besluiten. Benoemd: tot ridder
in de orde van Oranje-Nassau de
Weleerw. Heer A. H. vaD Dijk, direc
teur der Roomsch-Katholieke Militaire
Vereeniging te Bergen-op-Zoom
C. de Jonge, tot burgemeester der
gemeente Almkerk;
tot directeur van het post- en tele
graafkantoor te Aalsmeer, J. C. Beu
kers, thans commies-titulair der post.
en tel.
bij het Dep. van Landbouw, tot
referendaris, mr. J. W. Smidt, thans
hoofdcommies ter gemeente-secretarie
van 's-Gravenhage.
Leidsche Kamerzetel.
Naar wij vernemen zijn van de
groslijst van voorloopige candidaten
van vrijzinnige zijde allen afgevallen,
behalve de heeren H. Paul, civiel-
ingenieur en lid van den Raad te
Leiden, en jhr. mr. H. Smissaert, se
cretaris van de Vereeniging van Ne
derlandsche Werkgevers.
Vrijdag a. s. zal de vrijzinnige kies-
vereeniging een definitieven candidaat
stellen.
Critiek op Oorlog.
Naar wij vernemen, staat bij de
aanstaande Algemeene Beschouwin
gen in de Tweede Kamer uit de
rechterzijde eene met tal van gegevens
onderlegde (niet anti-militaristische)
redevoering te wachten over „onver
antwoordelijke militaire toestanden,"
zooals die thans hier te lande voor
komen.
Geld.).
eerlijk man onrechtvaardig bijna tot
een moordenaar maakte. Het verstand,
de eer, zelfs de moederlijke teederheid,
alles was vergeten. Welke macht bezat
dan toch deze ongelukkige liefde, dat
niets tegen haar aanval bestand was,
dat zij iemand meesleepen kon tot
een onverklaarbare dwaasheid, ja,
omdat men niet kon liefhebben zon
der zich aan dreigend gevaar bloot te
stellen, was het duizendmaal beter,
niet lief te hebben. De zeer gevoelige,
maar niet al te verstandige Luc had
dit tot zich zelf gezegd en met on
verbiddelijke gestrengheid woord ge
houden, en al was zijne ziel diep
treurig, van onrust en wroeging bleef
zij verschoond.
Jaren waren er sedert voorbij ge
gaan. Het was niet meer noodig zich
de vreeselijke les te herinneren, en
Luc vermeed zooveel mogelijk het
sombere tooneel, dat door den tijd
voor een gedeelte uit zijn leven weg-
gewischt was.
(Wordt vervolgd).
XIEKD
flGITE Mfl NON AGITATE.
j|c