No. 6426. 31ste Jaargang Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. -abomisfnenten a 18 cent per week. De familie Fromentier. BUITENLAND. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem /i.2o Voor de overige plaatsen in Nederland franco 1.65 1 1 0.05 5, BEHALVE^*- KNFEESTDAGEN. Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, llffilALVjyfffc)»' PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE k CONTANT. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Suec., Paris, 31bis Faubourg Montmarter Ter kennismaking zenden wij aan niei-geahonneerdcn nog eenigen tijd GRATIS onze Courant, hopende op die manier in ai de Katholieke gezinnen van Haarlem en omliggende Gemeenten weldra eene blijvende plaats te veroveren. De „Nieuwe Haarlemsche Courant" is het eenige plaatselijk KATHOLIEK Dagblad, het eenige dus, dat veilig in ieder Katholiek huisgezin gelezen kan worden. Naast Hoofdartikelen over allerlei actueele onderwerpen, boeiende Feuil letons, plaatselijke, binnen- en buiten- landsche en speciaal Katholieke Nieuws tijdingen uit alle landen en wereldstre ken, brengt het zijnen Lezers op ZAT ER- DAGAVOND de OFF1C1EELE KERK- LljST voor Haariem en omliggende Gemeenten, die GEEN ander plaatselijk blad geven kan. Agenda voor Dinsdag. Vergadering der afdeeling Haarlem van de algemeeue vereeniging voor bloembollencultuur. R. K. Volksbond (Bondsgebouw St. Bavo) 's avonds 81/2 uur schoenma- kersgilde „St. Chrispijn", 9j uur Com missie van Bijstand8l/2 uur Rede rijkerskamer en 89 „Hulp in Nood''. R. K. Volksbond (afdeeling Benne- broek en O.) 's avonds 71/2 uur Be stuursvergadering. R. K. Volksbond (afdeeling Sassen- lieim) opening van den teekencursus voor de I ouwvakkén. Brongebouw, Bioscoop. De Kroon (Café-zaal) Dames-orkest. Met dien naam verdient onge twijfeld het stukje betiteld, dat eerst in „Het Vaderland" opgenomen werd en daarna in do liberale pers om gewandeld beeft. „Tegen de openbare School staat er boven en dan volgt een zoo aandoenlijke geschiedenis, dat wij er ons niet aan wagen, ze na te vertellen. We geven baar daar om liever in baar geheel. Een eigenaardig incident deed zich ooi op een onzer/openbare scholen te Sche veningen ter gelegenheid van het zooge naamde schoolexamen. De leerlingen clei hoogste klasse, welke de school zouden verlaten, waren met hun ouders en het onderwijzend personeel bijeengekomen in het gymnastieklokaal. Nadat de leer lingen eenige liederen hadden gezongen en°aan hen de getuigschriften waren uit gereikt, hield het aanwezige lid van de schoolcommissie, de heer Goedhart, oud- FEUILLETON. 41. Ja, ja, beloof het u. ik zal niet met mijn haar bij het licht komen en niet met opén raam slapen, even min te dicht bij de paarden komen. Laat eens zien, anders geloof ik niet, dat er iets is. Zij noemde de gewone geboden van Lue op met een bijna spottende vroo- lijkheid, zooals verwende kinderen doen bij de overdreven zorg hunner ouders. Hij durfde haarmet te zeggen, dat er nog wat anders was, waarvoor hij vreesde, om geen nieuwe denkbeelden in haar hoofd te brengen. Wat mijnheer Fromentier betreft, die was in een humeur, dat elke waarschuwing hare uitwerking gemist zou hebben. scnoolopziener te Haarlem, een toespraak tot de kinderen en de ouders, welke laat- sten hij wees op het te Scheveningen tegenwoordig zoo merkbaar streven om de kinderen van de openbare school weg te trekken naar de bijzondere. Maar daar was geen reden voordeze ouders wis ten, dat het hier gegeven onderwijs goed was en allerminst onchristelijk. Plotse ling barstte een der aanwezige vrouwen in snikken uit en vertelde, waarom zij dan toch eigenlijk twee van haar drie kinderen, die hier ter schole gingen, had weggehaald, om ze naar de christelijke te sturen. De man was visscherman ge weest, maar als zoovelen het slacht offer van zijn beroep geworden en dooi de zee verzwolgen. Daarna had zij ge werkt en geploeterd om met haar drie kinderen door de wereld te komen. Maar 't lukte niet en ten einde raad had zij zic-h tot de diaconie gewend om onder steuning. Die kon zij krijgen mits eerst de kinderen naar de christelijke school gezonden werden. Lang had ze ge aarzeld, maar toen de nood dwong, had ze gevolg moeten geven aan dien eisch. Maar m'n oudsten jongen heb ik niet van de school genomen, meneer, die zat al in de hoogste klas en die wou ik bier laten blijven." En of meneer nu toch niet denken wou, dat ze het om het on derwijs of de onderwijzers gedaan had, want ze had nooit last gehad. Maar ze moest wel vanwege de Diaconie. „Es ist die alte Geschichte, doch bleibt sie immer neu". Of 't anderen gaat als ons, we ten wij niet, maar die aandoenlijke geschiedenis werkt als een zwak en wrak drama, dat door de heldin op er barmelijke wijze vertolkt wordt. Een draak van onnatuur en aan stellerigheid. En moeten wij aan de kreupele passage uit Heine de bei de daarbij behoorende slotregels toevoegen „Und wem sie just passieret. Dem bricht das Herz entzwei,,?? I11 het midden gelaten, of de wa re toedracht der zaak door „Het Vaderland" vermeld en de waar heid niet zoo min of meer betut teld wordt, wagen wij te schrijven Wie een voorstander van de Openbare School is ijvere voor zijn troetelkind. Niemand zal 't hem euvel duiden. Maar hij wende geen middelen aan als in het stukje uit „liet Vaderland" gebruikt worden; hij kome niet met zulk eene „lamen tabele historie", gelijk Hildebrand schreef. Daardoor immers wettigt hij de meening, dat het lamentabel ge schapen staat met de openbare school te Scheveningen, indien zij zulk een ruggesteun behoeft. Een visschersweduwe, worstelend 0111 het bestaan, om het brood voor zich en hare drie kinderen, zeker, dat is een belangwekkend mensch, eene flinke vrouw, voor haar nemen wij gaarne den hoed af. Doch als diezelfde kloeke vrouw daar als een malloot begint te grie nen en te snikken, omdat hare twee kinderen naar de Christelijke school moesten voor de Diaconie als we hooren, wat „Het Vaderland" als hare uitroepen en snikken te De grijsaard was ongeduldig on verhaastte het afscheid. Ieder jaar, als Luc voor veertien dagen moest opkomen, had zijn vader hem een bankbiljet van honderd 'rancs gegeven, de eenige mildheid, die hij zich voor zijn zoon veroorloofde. Dezen keer had hij dat nog niet gedaan en haastig trok hij zijn zoon mee naar de brik, die buiten al klaar stond. Zorg, dat gij niet te laat komt, en nu goede reis. Tot ziens.... O, ja, ik vergat nog.... Hier is wat voor enkele kleine uitga ven.... Het rijtuig vertrok, na ook van Frangois Livron een groet ontvangen te hebben, die in de deur stond. Op liet terras zwaaide Aliette nog mei- haar zakdoek. Luc keek uit het rijtuig, zoolang hij het huis zien kon, en toen alles verdwenen was, tot zelfs de top pen van de boomen van het woud, vouwde hij het papier open, dat zijn vader hem gegeven had. Het bevatte niet veel, enkel een 20 francsstuk. lezen geeft, dan herkennen wij in haar niet de veelgerokte, stoere Scheveningsche visschersvrouw. Wie kan zich een Hinken herders hond denken in de positie van een verwend juffershondje Bij zulke geschiedenissen springt niet „das Herz entzwei", breekt niet het hart, maar meesmuilt men het heele tooneel schreeuwt van wansmaak en onnatuur. Een „la mentabele historie" onder alle op zichten. BELGIE. Wanneer de Volksvertegenwoor digers weder bijeenkomen, zullen zij ongetwijfeld niet weinig te be spreken hebben en spreken over de Engelsche inmenging. De heeren Engelschen behooren tot die klasse van koloniseerende arme zondaars, welke heel wat wreedheden, uitbuiterijen, onmen- schelijkheden en dergelijke kleinig heden meer op hun geweten heb ben, maar die toch, als menschen „vrij van zonde," altoos gereed staan 0111 op anderen den eersten steen te werpen. Wat is nu gebeurd? Volgens een telegram van gisteren heeft de En gelsche gezant te Brussel bij de regeering eene nota ingediend, waarin de hoop wordt uitgesproken, dat de Congostaat voortaan nauw gezet zorg zal dragen voor het leven en de bezittingen der Engel sche onderdanen in zijn gebied ge vestigd". Die nota is de herhaling om zoo te zeggen eener valsche beschuldi ging. En wij gelooven niet, dat de Belgische regeering, John Buil, den grooten,den aartsleugenaar,zoo maar diplomatiek zal laten voortliegen. De „Dernière Heure" (Brussel) wijst er op, dat, zoo België kolo niën wil hebben, alle partijen het eens moesten zijn over de houding in de Congo-quaestie aan te nemen. Komt men daarmede te laat, dan is de tusscbenkomst der mogendheden, wat betreft den onafhankelijken Congostaat, met uitsluiting van België, waarschijnlijk. FRANKRIJK. De prefect van het departement der Beneden-Seine is een kranige kerel. Niet alleen de burgemeester van Houlme en Le Héron, maar nog negen andere heeft hij afge zet. Hunne misdaad? In de gemeente scholen, waaruit de onderwijzers bet kruisbeeld weggenomen hadden, werd dit door genoemde burgemeesters weder opgehangen. Wel een kranige vent, die prefect. Te Lourdes heeft de Bond der Fransclie Vrouwen een Congres ge houden. Ondermeer sprak er Piou over regeering en scheidingswet. Het congres besloot, adressen van toewijding en hulde te zenden aan Z.H. den Paus en den aartsbisschop van Parijs. DUITSCHLAND. De Frankfurter Zeitung ontving uit Brunswijk een telegram, waarin gezegd wordt, dat bet Brunswijksche ministerie een brief ontving van den hertog van Cumberland. Daarin verzekert bij, dat het hem grootelijks leed doet, dat de Keizer verklaarde, dat het verzoek des her- togs niet in overweging genomen kon worden. De redenen, die had den geleid tot afwijzing van zijn verzoek, kon hij in geen enkel op zicht billijken, want door de voor gestelde nieuwe regeling der regee- ringsomstandigheden, was immers de stand van zaken feitelijk gewij zigd. Hij begreep niet, in hoeverre de aanvaarding der regeering door zijn jongsten zoon de belangen van het Duitsche Rijk zou kunnen scha den. Het besluit van den Bondsraad van 1885 was slechts tegen hem en niet tegen zijn familieleden gericht. Macht boven recht, arme hertog van Cumberland, cn 't is nog mooi ge noeg, dat uwe vrienden en vroegere aanhangers uwe verloren zaak ge trouw blijven. Zooveel karakter en eerlijkheid en beginseltrouw toonen de menschen immers maar hitter weinig. AMERIKA. Volgens een Reuter-telegram zijn de heeren Taft, Bacon en generaal Funston den 13den dezer van Ha vana naar Amerika teruggekeerd. Daaruit zou menkunnen besluiten, dat de stand van zaken op Cuba eene gunstige wending heeft genomen. AZIË. China. Er was aangekondigd, dat China zijn gansche regeeringsstelsel wijzi gen en schoeien zou op Europeeschen leest. Dat bericht blijkt voorbarig geweest te zijn. In een der Engelsche bladen toch vinden wij een uittreksel van een keizerlijk decreet, dat het volgende behelst „De vreemde landen werden rijk en machtig door het toekennen van een grondwet aan de bevolking en door allen het stemrecht te geven. Wij moeten derhalve het voorbeeld dier vreemde landen volgen door ook een grondwet te verleenen, waarbij de opperleiding aan de Kroon zal worden toevertrouwd, terwijl de belangen van de bevolking zullen worden behartigd door vertegen woordigers,uit haar midden gekozen. Om te beginnen echter, moeten wij het officiëele bestuursstelsel wij zigen en dan nauwlettend de wet ten herzien, het onderwijs aanmoe digen, de financiën en de bronnen van inkomsten regelen, het leger reorganiseeren en een krachtige gendarmerie instellen voor het ge heele land. „Binnen eenige jaren, als de hoofdlijnen getrokken zullen zijn, zal het oogenblik zijn aangebroken voor de instelling van een grond wettige regeering." Binnen eenige jaren Dus nu nog niet. De eenige jaren zullen wel wat ruim opgevat worden. RUSLAND. Het oude lied, zelfs niet op eene nieuwe wijs, in het Tsarenrijk. Wat moorden, diefstallen, gelijk er alleen in Rusland mogelijk zijn, en derge lijke. Te Warschau heeft de politie een arsenaal ontdekt vol regeeringswa- penen. Zij werden door de revolutio nairen bij de kozakken opgekocht; het is gebleken, dat sommige ko zakken er een geregelden handel van maakten, 0111 wapenen, die zij van de infanteristen stalen, aan de revolutionairen te verkoopen. Vijf leden van de socialistische partij werden bij deze gelegenheid gevan gen genomen. Gadomski, een van de meest be kende liberale Poolschejournalisten, werd Zaterdagavond in zijn woning door dieven vermoord. Nadat de dienstbode hem gezegd had, dat er op de benedenverdieping dieven waren, begaf hij zich daarheen, ge wapend met een revolver. Hij vond de dieven en vuurde, doch miste. Onmiddellijk kreeg hij twee schoten in de borst. De dieven ontkwamen. Na eenige uren stierf Gadomski aan bloedverlies. De deelneming in alle kringen van de Poolsche maatschappij is groot, en men benuttigt deze ge legenheid, om nogmaals de politie aan te vallen over hare volkomen onmacht om dergelijke diefstallen en daarmee gepaard gaande moor den te beletten. Uit Lodz wordt gemeld, dat de militaire bevelhebber van het dis trict een bevel van den militairen gouverneur Petrikau heeft afge kondigd. Daarin worden alle industriëolen, die aan hunne arbeiders gedurende de tegenwoor dige staking hun loon uitbetalen, bedreigd met eene boete van 3000 rbl. of drie maanden gevangenis straf. De handel kreeg dezelfde mededeeling. De staking duurt voort, er ver schijnen geen bladen, de terroris ten hebben de slagers uit het slachthuis verjaagd en de bevolking krijgt dus geen vleesch. Wie maar kan, verlaat de stad. Men verwacht dat Maandag een algemeene staking zal beginnen. Hofberichten. De Sachaische Zentral-Koirespondem schrijft De jonge Koningin van Holland, die sedert kort voor herstel van ge* zondheid met haar echtgenoot op het slot „Albrechtsberg" bij Dresden ver toeft, is reeds ofschoon zij zeer teruggetrokken leeft de lieveling der Dresdensche bevolking. Men ziet de vorstin des namiddags gewoonlijk in gezelschap van den prins-gemaal of een der hofdames dikwijls en ook reeds 's morgens een frissche wandeling maken langs de Elbe. Ook wel eens slaat zij den weg „Zur Weisseu Hirsch" in. De Koningin vestigt geenszins den indruk van een zieke of herstellende te zijnZe is het ook niet, integendeel, ze is uitermate vroolijk, lacht en schertst met hare omgeving en toont zich een uitstekende wandelaarster. De sympathieke vorstin beheerscht het Duitsch volkomen, en al glippen hier en daar Hollandsche klanken van haar lippen, toch voert zij levendig en met gemak een gesprek in het Duitsch. Een warm hart toont Vorstin Wil- helmiDa te bezitten voor armen en kreupelen. Onlangs ontmoette zij op een tocht langs de Elbe een ouden man, die in den oorlog van '70 een been heeft gelaten en wiens knoopsgat een orde lint siert. De oude bood de vorstelijke wandelaarster, die hij natuurlijk niet kende, lucifers te koop. Dadelijk bleef de Hooge Vrouwe staan en vroeg den ouden krijgsman naar zijn omstandig heden. Zij beval haren begeleider, een kamerheer, den naam van den kreu pele te noteeren en den volgenden dag kreeg deze man een geldgeschenk van 50 mark thuisgestuurd. Dit is slechts één voorbeeld. Met de leden van het Saksische Koningshuis onderhoudt Koningin Wilhelmina een levendig verkeer. Vooral in het hart van de grijze ko ningin-weduwe Carol heeft zij zich een plaats weten te veroveren. In den laatst en tijd werden voor rekening van H. M. de Koningin in de omgeving van Het Loo meermalen uit gestrekte heidevelden in ontginning gebracht. Deze doen thans dienst als weiden voor het talrijke vee van de Ko ninklijke boerderij. Onlangs heeft H. M. weer 73 H. A. heidegrond, gelegen in het Wenumsche veld nabij het Loo, doen aankoopen, met 't doel ook dit terrein, in ontginning te bringen en dezen winter alzooaan vele arbeiders werk te verschaffen. Werkverschaffing toch is van al deze ontginningen het hoofddoel. H. M. de Koningin heeft met ingang van den 16den dezer benoemd tot Haar IX. Men leert eerst de waarde van een voorwerp kennen, de plaats, die een Persoon bij ons inneemt, de diensten, die hij ons bewijst, wanneer wij hem eensklaps moeten missen. Luc was altijd even kalm, stil en terughoudend, en toch werd zijne afwe zigheid elk oogenblik gevoeld. Aliette was nu zoo alleen in het groote, ledige huis en de uren voor de maaltijden, waarop Fromentier thuis kwam, wer den eene ware beproeving. »-edert het begin van den oogst kwam de oude man uitgeput van vermoeie nis thuis. Hij was ontevreden over den oogst, die tegenviel, hij bromde op het werkvolk, het weder en den grond; zijn ondergang was nabij, be weerde bij, en daarom verminderde hij de hoeveelheid wijn, sneed de kleine stukjes vleesch kleiner en zette den suikerpot achter slot. Luc zou er niet overbodig geweest zijn om deze hervormingswoede wat te temperen en de woede van Florine op zijn arm hoofd te doen neerkomen. Denzelfden namiddag nog van zijn vertrek barstte een hevige twist tus- schen de heide oude menschen uit, en Aliette, die vreesde, dat hun slecht humeur ook wel eens op haar hootd zou kunnen neerkomen, nam haastig de wijk naar mevrouw Maloutre. Zij vond deze in den tuin zitten in een rieten ruststoel en daar zij met niets bezig was, scheen zij zich vrij wat te vervelen. Het jonge meisje werd dan ook vriendelijker ontvangen dan ooit, en na eene hartelijke begroeting kwam mevrouw Maloutre dan ook al aanstonds met haar gewone vraag voor den dag Wat is er voor nieuws, mijn kind Aliette had Trilly van den kleinen tuinstoel afgejaagd, waarop hij zich neergevleid had aan de voeten van mevrouw Maloutre en zijn plaats in genomen. Zij sloeg hare heldere oogen op naar de oude dame en zuchtte diep Luc is vertrokken en mijnheer Livron blijft nog. Mevrouw Maloutre glimlachte, zij had verwacht, wat er gebeurde, en ant woordde vrooiijk Daar behoeft ge toch zoo niet over te zuchten. Luc is weg, Frangois Livron is gebleven, mij dunkt, dat gij daar niet bij verloren hebt. Ja, ik weet wel, dat gij mijn armen Luc niet moogt lijden. Van een halven wilden hond, die nooit iemand anders heeft liefge had, dat zou te veel van mijne goed heid gevergd zijn, zeide mevrouw Ma loutre op bijtenden toon. Dan weder vervolgde zij met hare gewone welwillendheid Ik wil u wel zeggen, dat ik daar entegen voor mijnheer livron een zwak heb. Nadat hij mij bij u voorgesteld was, is hij zoo vriendelijk geweest mij een bezoek te brengen. Ik was verrukt over zijn gesprek. Als hij schrijft, zoo als hij spreekt, en daar is niet aan te twijfelen, dan zullen zijne boeken op gang maken. Ik zou ze wel eens willen lezen. zeide Aliette. Doe zooals ik, vraag hom u er wat uit voor te lezen 1 Hij heeft mij beloofd, vast beloofd, een van zijn werken, die nog niet uitgegeven zijn, mede te brengen. Zoo iets zou ik hem nooit dur ven vragen, hernam Aliette. Is hij dan zoo verschrikkelijk? Neen, maar wij hebben nog wei nig met elkander gesproken, wij ken nen elkander nog niet genoeg. In de maand, die nu begint, zult gij wel nader kennis met hem maken. Aliette zag de boosaardige flikke ring niet in. de oogen van mevrouw Maloutre. Er werd gescheld en beiden wend den het hoofd om naar den ingang van den tuin. Een bezoeker wachtte achter het hek en de bezoekers waren zoo zeld zaam, dat men hem spoedig herkende. Daar is hy juist I riep mevrouw Maloutre uit. Alen laat hem aan de deur staan. Het lijkt wel, of de meid doof is. Aliette, mijn kind, wilt gij even open gaan doen Met hare gewone welwillendheid liep Aliette naar het hek en kwam terug, vergezeld van Frangois Livron. Mevrouw Maloutre was van haar stoel opgesprongen. (Wordt vervolgd ■p—1—B—^ JlpttAlftTlgSDi v' ix x_ .ofsO1^ 77 fl.GITE MP HON AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1