Dinsdag 16 Oct. 1906. No. 6427. 31sie Jaargang Dagblad voor Noord- en Zuid-Hoiland. Achter de schermen. De familie Fromentier. BUITENLAND. Week abonnementen a 10 cent per week. »i. ABONNEMENTSPRIJ S Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco perJgof$a£*v^ Afzonderlijke nummers1 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE EN FEESTDAGEN. 1.20 .05 0.05 BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel, No. 1426. - HAARLEM. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. Ter kennismaking zenden wij aan niet-geabonneerden nog eenigen tijd GRATIS onze Courant, hopende op die manier in al de Katholieke gezinnen van Haarlem en omliggende Gemeenten weldra eene blijvende plaats te veroveren. De „Nieuwe Haarlemsche Courant" is het eenige plaatselijk KATHOLIEK Dagblad, het eenige dus, dat veilig in ieder Katholiek huisgezin gelezen kan worden. Naast Hoofdartikelen over allerlei actueele onderwerpen, boeiende Feuil letons, plaatselijke, binnen- en buiten- landsche en speciaal Katholieke Nieuws tijdingen uit alle landen en wereldstre ken, brengt het zijnen Lezers op ZAT ER- DAGAVOND de OFFICIEELE KERK- L1JST voor Haarlem en omliggende Gemeenten, die GEEN ander plaatselijk blad geven kam Agenda voor Woensdag. R. K. Volksbond (Bondsgebouw St. Bavo) 81/j uur. Ontwikkelingscursus „St. Thomas van Aquino", Spr. de WelEerw. Heer L. v. d. Berg, advi seur. 9 Uur repetitie Zangvereeniging. R. K. Volksbond, afd. Lisse, Oefening „Sparta". Brongebouw, Bioscoop. „Vereeniging", Bioscoop. „De Kroon" (café-zaal) Dames-or- kest. In bet b ij zon der vertrek van den minister; b ij het schrijfbureau, beladen met papieren, een stoel met groen leder overtrokken. De E xcellentie krult met werktuigelijke beweging zijn dikken snor, en zegt tot den binnenkomende: „Neem toch plaats, mijn waar de De bezoeker, directeur-hoofdre dacteur van een der Parijsche bla den (de Matin" wordt hier bedoeld. Vertaler) gaat zitten, trekt zijn broek op, die te veel spant ter hoogte van de knie, plaatst zijn wandelstok tusschen de beenen en zijn hoed op den wandelstok, en daarna den minister aanziende met half-spot- tend, lialf-goedig gelaat, vraagt hij: „Wat nieuws is er mijnheer de minister." „Zeer journalistiek, die uitroep!" „Te drommel ik ben zoo'n beetje journalist, zou ik denken! (De heeren lachen). „Wat nieuws er is mijn waarde? Welnu, geen sikkepitje!.... tenzij dat ik u hier zie. Sinds acht dagen mijdt ge me". „Beducht, dat ik ongelegen kom „Verkeerd van U. Ik meende dat gij op jacht waart. „Jacht makend op nieuwtjes! Om het andere wild maal ik niet. Alles te zamen stel ik alleen belang in mijn krantWanneer ik niet de inktlucht in den neus krijg Als ik niet het donderend geluid der rotatie-pers hoor galmen, voel ik een ledig in me. Maar is u tevre den over mijn Pers-eendje van dezen morgen? „Ja, ja, hoogst tevreden. Aan Oorlog hebben ze gesmuld onlangs. Ge schijnt op de eerste bladzijde met reuzenletters bovenaan eene aankondiging van militaire schan dalen gedrukt te hebben De ander onverschillig „Herin ner me niet meer „Hoe 't zij, ik beklaag me niet „Dat geloof ik welWe worden zoo zoetjes aan een ware „Semai- ne antireligieuse." Bij ons ziet 'men niets meer dan foto's van pastoors en nonnetjes En met groo- ter levendigheid „Hebt u den merkwaardigen Ca- pucijn opgemerkt, dien ik onlangs in mijn krant voorzette?" „Met dien baard als een stroom god „Ja, en met een klein meisje, wier rol men raden kon „Een Benedictijn, mijn waar de „In elk geval, 't was een pak kend plaatje I En dat gaat er in als koek bij den kleinen burgerman. Aardig in ieder geval, die macht van de Pers „Ik sta er zelf verstomd over Met eenige juiste cijfers met eenige teekenende bijkomstigheden heersch ik over het verstand van ontwikkelde luiik kneed ze en geef er voor immer de kleur aan, die ik wensch „Ja, maar hol niet zoo door als vakman. Nu komt de gewone se culiere geestelijkheid aan de beurt. De reguliere beeft haar portie ge had „Mogelijk Maar afwisseling- doet eten. Na den pastoor, een mon nik Na eene historie met een vrouw, het binnenpalmen eener er fenis giftig suikergoed Dat snorkt Hebt gij gezien, dat we een premie uitgeloofd hebben voorlede ren priester, die trouwen wil „Ja, de Koningin van het Ro zenfeest te Nanterre zou er jaloersch op wordendoch als ze daar op rekenen „O, hoe 't verder met hen gaat, laat me koud. Zij mogen zich la ten hangen, waar ze willen. Zoo als die Delarue Wat zal ik dien mooi laten zitten Als een oude citroen zal hij uitgeperst zijn." „Dat is toch geen toespeling op uwe lezers?" Die beste lezersDie goede sul len, die me iederen ochtend liun stuiver bieden Ook schrijven ze me nog een reusachtige verdien stelijkheid voor de maatschappij toe Weet u niet?.,, mijn hoog ste zaligheid?... Dat is als ik op 't spoor zitals ik een ernstig man gebogen zie over mijn dagblad. Dan kijk ik naar hem beschouw hemgeniet er van als van een heerlijk suikertje. Dan hoor ik als een langen lach in mijn binnenste opklinken en ik zeg tot mij zei ven„Als gij op mijn netvlies lezen kondt, zoudt gij daar zienSlik dat allemaal, oude jongen!" „En slikken ze goed?" „Nu, of ze 't verveelt lxun niettot den laatsten regelTot de drukker toeIk zou zelfs niet weten, hoe de dosis nog iets ster ker te nemen 't Is een van de bij redacteurtjes, die de gedenkschriften van den pastoor (Delarue) smake lijk maaktDe stof schijnt hem niet te boeien Telkens dwalen zijne gedachten af en zet hij er brok- stukjes uit tooneeldraken tusschen. Nu herhaal ik hem wel telkens: „Beste jongen nooit heeft een non netje, zelfs als ze van landelijke afkomst is, het bestaan vermoed van „mauve geuren" en van „smachtende nevels van het weg doezelend herfst-avonduur Hij vergaloppeert zich telkens weer. Overal komt bij hem den boulevard slenteraar door den pastoorstoog heengluren. Misschien denkt u, dat de ernstige lezer het opmerkt? Niets er van, het kleeft als de beste lijm 't Zij, gelijk het wil, en op cle- ricale manier gesproken, onze tak- tiek is bewonderenswaardig en wij moeten op de afgesproken wijze blijven voortgaan." „O zoo! Als ik echter alle praat jes moet verergeren, alle verzwak kingen benuttigen, alle tekortko mingen met het gewenschte knal effect... Als ik zoo ongeveer iedere week een pastoor moet opdisschen, dan mag de ijver uwer helpers niet verflauwen, geen lasterpraatje over geestelijken mij ontgaan!" „Zonder evenwel te worden als de „Lanterne" .'(anticlericaalschimp- blad. Vert.) „Neen, de „Lanterne" is voor het gepeupel. Ik schrijf voor do bur gerij dat scherp ik mijne redactie iederen dag in.... Schrijf netjes Eerbiedig de vor men Zoo moordt men veel beter Een mijner vrienden heeft fortuin gemaakt met haar-petroleum te verkoopen. Doch in plaats van dat vette, stinkende, smerige goedje te verkoopen, wist hij een petro- leumpje te maken, aangenaam, wel riekend, onontvlambaar..Zijn voor beeld volg ik. Gij zult wel opmerken, dat ik den aanval schier met welwillend heid open. Ik onderstel maar „Neem me niet kwalijk, elegante Eerw. lieer, weet u al, wat van u gezegd wordt Dat u verdonkere maand zoudt hebben voorgoede werken, natuurlijkhonderd duizend francjesIk wensch uw goeden naam te verdedigen Geef me eenige inlichtingen." 's Anderen daags zet ik de punt jes meer op de i's...., ik verbaas me.... ik besproei den man en ik verdrink hem in een vloed van woordenEequiescat, in pace 1 Uitstekend „Ik wil dit jaar nog eene soort van anticlericale beze tenheid scheppenDe eer der geestelijkheid mag niet meer bloeien, waar onze pen langs gegaan is Een ieder zal en moet, wanneer hij een priester, welken ook, op straat ziet voorbijgaan, zich af vragen„En die daar?,... wat ver- loopen sujet is die welke erfenis mag hij gestolen hebben welke kinderen heeft hij vergiftigd?" Op die manier misleid ik de openbare meening, en de Regee ring zal vrij spel hebben „De duivel verhooreu!" „Amen! Zoo zij het!" De persman staat op, strijkt ze nuwachtig liet haar vau zij n hoogen hoed glad, en de minister, die hem uitgeleide doet, vraagt: „En hoe gaat het met uwe „gods dienstige vereenigingen" De directeur hoofdredacteur maakt een ontwijkend gebaar en zucht „Beteekenen niets „Zoo En wat nu „Zullen iets anders moeten zoe ken Da's alTot weerziens, waarde ministerEn vooral, als gij iets bijzonders hoort van pauselijke zijde „O de PausI" De deur valt dicht en de minis ter gaat peinzend voor zijn bureau zitten. Ziedaar, hoe Peter de Kluizenaar, de talentvolle Parijsche priester, de laster- en leugen-campagne der Matin" naar waarheid in al hare satanische boosheid schildert. Het gif der Pers, wordt het ook ten onzent niet op verraderlijke wijze, druppel bij druppel ingego ten door anti-godsdienstige bladen En zoovele Katholieken laten zich op die manier de ziel vergif tigen Ook hier zouden wij aan het woord van Z. D. H. Mgr. Callier kunnen herinneren, gesproken op den gedenkwaardigen Delftschen Diocesaan Katholiekendag„Dat men zich spiegele aan Frankrijk. Laat hier niet ontstaan door onze schuld, wat daar geschiedt FEUILLETON. 42. Zij was de voorkomendheid zelve, en met een vriendelijken glimlach riep zij uit: Hoe goed van u, dat gij mij niet vergeten zijt en mij mede to brengen, waarom ik vroeg, want dat is het toch, niet waar? Zij wees op een klein pakje, dat de jonge man in de hand hield. Deze knikte toestemmend. Mevrouw Maloutre klapte in de handen en als een verwend kind riep zij uit: Gauw, gauw, leest mij dit mees terstukje eens voor. Ik brand van verlangen, om het te hoorenen hier zit een jong meisje, dat met even veel ongeduld wacht. Aliette zeide niets, maar op haar gelaat stond duidelijk genoeg haar verlangen te lezen en Fran§ois Livron glimlachte als den vorigen dag. Ik gehoorzaam, zeide hij met eene buiging voor mevrouw Maloutre en zijn manuscript openvouwende, ging hij op een vouwstoel zitten, dien men gebracht had. Mevrouw Maloutre nam weer in haar ruststoel plaats en de lezing be- gon. Francois Livron las een kleine no velle voor, waarin slechts tweeperso nen voorkwamen, een oude man en een oude vrouw. Zij deden niets be langrijks, zooals men dat gewend was van helden en heldinnen uit feuille tons, die mijnheer Fromentier soms voorlas; eigenlijk waren het niet eens helden, maar heel natuurlijke men- schen, zoo natuurlijk, als de boomen van de schilderij. Men zag hunne al- ledaagsohe gelaatstrekken, hun heele doen en laten, men hoorde de woor den die uit hun mond schenen te ko men, men vergat, dat er een schrijver was, een boek, een handschrift om zich voor te stellen, dat men met de ze twee bekende personen in het da gelij ksch leven samen wasen deze TURKIJE. Uit Konstantinopel wordt gemeld, dat de Turksche regeering ander maal een ernstig vertoog richtte tot de Grieksche regeering en wel naar aanleiding van het drieste optreden van Grieksche benden in Macedo nië. Een ander bericht uit de Turk sche hoofdstad meldt, dat de Groot Viz4 er, de minister van Oorlog en de Sjeik UI Islam, dat wil zeggen de drie voornaamste regeeringsper- sonen, het eens geworden zijn over de opvolging van Prins Rechad, den wettigen troonopvolger. Daarmee is de candidatuur van Prins Boerhan Eddine, lieveling des sultans, en beschermeling der Duitsche regeering van de baan. Althans voorzoover men dit in het land der regeeringskuiperijen zeggen kan. SPANJE. Te Madrid pogen in den laatsten tijd de protestantsche predikanten ijverig propaganda te maken onder de leerlingen der katholieke scholen. Toen de leerlingen van het San Fernando College onlangs uit de kapel kwamen, werden hun papiertjes in de hand gestopt, die de leer van Lu ther aanprezen. Aan het College San Anton werden nu die manoeuvres her haald. Erger nog. De leerlingen kregen tevens nog een blaadje, waarin de Paters professoren van allerlei leelijks beschuldigd werdenondermeer heetten zij „vijanden der menschheid.". Resultaat: de leerlingen jouwden deze waardige ijveraars zóó ongenadig uit, dat zij, „vrienden" der menschheid, het op een loopen zetten. Dat die blinde ijveraars eerst maar eens in eigen kring aan verbeteren dachten. ITALIË. In een wijngaard bij de Sint- Laurentiuspoort te Rome hebben de Italiaansche anarchisten den 12en dezer een Congres gehouden. Er was bekend gemaakt, dat'het Zon dag den 14en gehouden zou worden, doch om de politie op het dwaalspoor te brengen, werd liet twee dagen vervroegd. 61 Afgevaardigden van alle anarchistische groepen waren aanwezig. Tot de uitgifte van een dagblad werd besloten. Het Congres verklaarde zich solidair met de Rus sische en Spaansche anarchisten en met de anti-militaristen van Turijn. RUSLAND. Hot program van de partij der Octobristen is in Regeeringskrin- gen zeer gunstig ontvangen. In de „Rossya" vinden we een echo van die gouvernementeele tevredenheid. Zij schrijft: „Alle vrienden van een vreed zame ontwikkeling van Rusland, die de revolutie beschouwen als vijandig jegens de ware vrijheid en den vruchtbaren arbeid, zullen uit liet program der Octobristen de zekerheid putten, dat hunne over tuigingen de ware zijn en levens vatbaarheid bezitten. De Russische regeering is niet de regeering van de een of andere partij, maar zij is de volbrengster van de taak, die liaar door den Tsaar is opgelegd. De regeering scheidt zich niet af van de maatschappij, zij doet ook geen afstand van haar beslissende rol, maar evenmin verlangt ze van de politieke partijen, dat deze af stand doen van hare onafhanke lijkheid, die slechts ten voordeel kan strekken van het gemeenschap pelijk streven." Zoo de andére partijen het voor beeld der Octobristen volg den, het zou er in Rusland weldra geheel anders uitzien. Doch ei- zijn lieden, die bij oproer en wanordelijk heden belang hebben, visschers in troebel water. Op hun program staat: revolutie en omverwerping. Gevaarlijk bezoek kreeg Sint Pe tersburg op het eind der vorige week: 10 anarchisten, die uit Genève over gekomen waren. De politie droeg kennis van hunne komst. Zij wachtte hen op, volgde hen naar de huizen, waar ze hun intrek namen en arres teerde hen daar. Men vond op de gearresteerden, tot welke een aan tal bij de politie zeer bekende oud studenten uit Petersburg behooren, pvkrine-bommen en 12 K. G. dyna miet. DUITSCHLAND. De bladen, die zoo groeiden in het familie-schandaal van het Katho liek Saksische Koningshuis, schreven dezer' dagen weer een en ander over „Gravin Montignoso". Thans wordt uit Dresden aan de (op dit punt zeer vertrouwbare Köln.Zeitung met groo te beslistheid medegedeeld, dat er volstrekt geen plannen bestaan om verandering te brengen in het ver drag met gravin Montignoso. Het is zelfs niet onwaarschijnlijk, dat binnenkort aan de gravin zal worden toegestaan hare kinderen weder te zien. Dat het met groote lieeren ge vaarlijk is kersen te eten, leeren de Hohenlohe's nu al. Naar de„Frankf. Ztg." uit Straats burg verneemt, heeft prins Alex ander Holienlohe, districts-presi dent van Opper-Elzas, bij den stad houder zijn ontslag ingediend. Zoo als men weet, was hij de bezitter van het handschrift der gedenk schriften van zijn vader, den ge wezen rijkskanselier, wier uitgave in zoo hooge mate de verontwaar- illusie der werkelijkheid deed de kleinste bijzonderheden uitkomen en gaf er een gloed en een leven aan, zooals de verbeelding nooit doen kan. Gij hebt dat gezien? Gij hebt deze menSchen gekend, sprak Aliette zacht, toen het verhaal uit was. ~7 Ja, antwoordde Francois Livron, "i .n*e^s mijn boeken, dat in at *S me^ werkelijkheid. Mevrouw Maloutre hield wijselijk naar oordeel voor zich. Zij vond dit werk belachelijk eenvoudig, maar niet temin putte zij zich uit in een stroom van gelukwenschen. Aliette voegde er niets bij. tier jonge meisje dacht er in zich zelve over na, vanwaar Fran§ois Livron toch deze gave gekregen had om aan menschen en dingen hun vorm, hun leven, hunne ziel te ontnemen en ze op papier weer te geven in zijne schil derijen en in zijne boekenze te doen herleven als door eene nieuwe schep ping. Hoewel onwetend en onervaren, maar met een natuurlijk, gezond ver stand begaafd en een zeker gevoel voor de kunst, dat door hare primi tieve opvoeding niet ontwikkeld was, vermoedde Aliette in Frangois Livron een groot kunstenaar, een bijzonder begaafd man, en de symphatie, die hij haar inboezemde, werd vermengd met een onwillekeurige verlegenheid en vrees. Toen hij vertrokken was, bleef zij nog zoo lang mogelijk, want zij wilde er zeker van zijn, hem niet onderweg te ontmoeten, en mevrouw Maloutre, wie zij hare gedachte mededeelde, moest er hartelijk om lachen. Wel lieve hemel! Hoe kinder achtig zijt gij nog op dit punt! En als hij u nu eens ontmoette, wat zou dat beteekenen! Volstrekt niets, antwoordde Ali ette, die er over nagedacht had. Buiten, en als men zoo als buren bij elkander leeft, kan men elkander niet altijd ontloopen. Gij hebt elkan der immers reeds een paar malen ge sproken. Eén keer nog maar. En wat hebt gij toen tegen elkan der gezegd? Niet veel. Ja, wat zou ook een man als mijnheer Livron tegen een klein meisje kunnen zeggen, zooals gij zijt! Zoodra men haar als een klein meisje behandelde en vergat, dat zij al achttien jaar was, maakte Aliette zich boos. Alleen zij, die mij hebben zien opgroeien, houden mij voor een klein meisje, antwoordde zij vol waardig heid. Bah, mijnheer Livron, aan wien niets ontsnapt, zal wel gezien hebben, dat gij bang voor hem waart en u daarom voor kinderachtig houden, ant woordde mevrouw Maloutre plagend, terwijl zij Aliette met de vingers door het dichte haar streek. Deze was een weinig geraakt en ging heen. 't Is toch vervelend, om er zoo jong uit te zien, dacht zij onder het naar huis gaan. Er zijn personen van achttien jaar, die wel dertig gelijken, die eene indrukwekkende houding heb ben en ernstige manieren, die over alles meepraten, die alles weten en alles doen, naar wie men luistert en die men gehoorzaamt. Ik daarentegen met mijn tengere figuur, mijne middel matige gestalte en mijn ongelukkig haar, dat telkens weer los op mijn rug hangt, wordt door niemand nog voor een ernstig meisje gehouden. Als ik iets vraag zegt Fromentier altijd: Gij zijt nog te klein. Als ik eene opmerking maak tegen Florine, scheldt zij mij uit voor vlieg of spin. Luc zelfs behandelt mij meer als een schoolkind dan als een meisje, dat reeds een zekeren leeftijd bereikt heeft. Door hen zoo te zien handelen heeft mijnheer Livron mij voor een kind aangezien. Hij heeft zeker gedacht, dat ik zeventien of zestien jaar was Aliette nam zich voor om aan deze lasterlijke veronderstellingen een einde te maken. Den heelen namiddag dacht zij over dit plan na, terwijl mijnheer Fromentier in zijn armstoel zat te slapen en den volgenden dag dacht zij er weer aan, zoodra zij wakker werd. Als Luc op reis ging kon het weer gewoonlijk niet slechter zijn, en na zijn vertrek volgde een reeks van lieete dagen; dan was het weder veel te warm voor den tijd van het jaar en het seizoen. (Wordt vervolgd). fiOITE m NON AQITflTE. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmarter jij 5*C sjc

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1