Vrijdag 19 Oct. 1906 No. 6430.31s,e Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. r w m ^L20 «S»8* BUITENLAND. BINNENLAND De familie Fromentier. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem "ranco pm post. 16- Voor de overige plaatsen in Nederland franco pm* post. 1-65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHJLVE ZON- EN FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426. - HAARLEM. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère :- G. L. DATJBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmarter. Agenda voor Zaterdag. R. K. Volksbond (Bondsgebouw St. Bavo) 's avonds 8l(2 uurZitting Spaarbank „St. Antonius van Padua" Spaarkas „St. Nikolaas" (winterpro visie) Opening der bibliotheek. R. K. Volksbond (afd. Lisse) oefe ning „Sparta." BrongebouwBioscoop. VereenigingBioscoop. De Kroon (café-zaal) Weener Da meskapel. Aan het stuk, over den diefstal te Köpenick, elders in ons nommer van heden opgenomen, (gisteren moest het tot onze spijt blijven liggen), kunnen wij heden het volgende toe voegen, in hoofdzaak ontleend aan 't „Hbld." Het welgeslaagde boevenstukje te Köpenick houdt de Duitsche bladen nog steeds bezig. In dicht en ondicht met meer of minder humor wordt het stoute stukje bezongen en be schreven en hoe meer van het gebeurde bekend raakt, hoe duide lijker het blijkt, hoe de ingekankerde eerbied voor de uniform in Pruisen zelfs autoriteiten het besef doet ver liezen, dat ze toch niet willoos het werktuig behoeven te zijn van den eersten den besten uniformdrager. Maar duidelijk blijkt ook, dat de uitvoerder van het boevenstukje van militaire uiterlijkheden zeer goed op de hoogte was, zoodat in het begin geen der soldaten aan de identiteit van hun opgedrongen chef twijfelde. Hij vroeg de twee korporaals van zijn troepje, wiehup- ner de oudste was, en droeg toen den korporaal van de garde-fuseliers als den oudste het bevel op, voor het geval hij zich mocht verwijderen. Daarop viel dus niets aan te mer ken. Op den weg van het station Köpenick naar het raadhuis had de kapitein het ongeluk een zijner sporen te verliezen. Kalm wenkte hij den korporaal van het garde- fusiliersregiment ook de andere spoor uit zijn laars te trekken, Maar langzamerhand wekte zijn doen en laten bij de soldaten eenigs- zins achterdocht. De bevelvoerende korporaal beval derhalve* dat op elk station iemand uit het coupé venster zou zien, of de kapitein er misschien niet van doorging. Ze dachten echter eerder aan een grapje dan aan een rooftocht- Maar toen ze zagen, hoe de kapitein te Kö penick met de politie omsprong en hoe gendarmes en brigadiers van politie in militaire houding zijn bevelen in ontvangst namen en uitvoerden, hield hun twijfel op. Thans waren" ze er zeker van, dat de-kapitein hen op een hoogst gewichtige zending had medegeno men en met den grootsten ernst volvoerden ze zijn bevelen. En de autoriteiten te Köpenick lieten zich ook overbluffen door het militair vertoon, zoodat de kapitein beide partijen in de hand had en precies kon doen, wat hij wilde. Den inspecteur van politie Jiickel, wien ook verboden was het raad huis te verlaten, verleende hij, op diens verzoek om een particuliere gelegenheid te mogen regelen, met het air van een goedmoedig supe rieur verlof zich te verwijderen, mits hij in zijn plaats een briga dier stelde. Aan een der brigadiers beval hij toen bij een huurkoetsier drie rijtuigen te bestellen en deze moeten nog betaald worden door de stad Köpenick. De regeeringspresident van Pots dam heeft een premie van 2000 Mk. uitgeloofd voor de inhechtenis neming van den dief. Uit het bij deze bekendmaking gevoegd signa lement blijkt, dat de man een alles behalve militair voorkomen had. Hij heeft nl. een gebogen houding, een scheeven rechterschouder en daar bij een bleek, ziekelijk, leelijk ge zicht. Bovendien ingevallen wan gen, uitstekende jukbeenderen, een zware grijzen snor,een scheeven neus met breede neusvlegels, en eenigs- zins kromme, zoogenaamde o-beenen. Te 7l/4 uur 's avonds kocht hij in een confectiemagazijn in de Frie- drichsstrasse te Berlijn een nieuw pak. De bediende verzocht hem, de jas, die hij onder zijn burnous droeg los te knoopen, hij weigerde dit echter, onder voorwendsel dat men hem ook zonder dat de maat wel zou kunnen nemen. Nadat hij het pak had aangetrokken, vertrok hij in een huurrijtuig. De stad Köpenick mag nog van geluk spreken,dat ze er met zoo'n be trekkelijk klein verlies is afgeko men. Toevallig was iemand, die dien middag 5000 Mk. aan de stedelijke kas moest afdragen, verhinderd dat op tijd te doen. Anders zou ook dit sommetje in de zakken van den pseudokapitein terecht zijn geko men. De groote brandkast bleef ook van zijn nasporingen verschoond, daar de daartoe behoorende sleutels in twee verschillende handen waren. Ook leden de pogingen van de gauw dief om zich meester te maken van het geld in de spaarbank schip breuk. Ware hij geslaagd ook dit buit te maken, dan zou de stad Köpenick op het oogenblik 300,000 Mk. armer zijn. Toevallig waren de bureaux van de spaarbank reeds gesloten, hetgeen finders bijna nooit zoo vroeg het geval was. Een militaire specialiteit liet zich tegenover een berichtgever van den „Berl Lok. Anz.„ over de houding van de autoriteiten van Köpenick aldus uit Het geval is zoo eigenaardig, dat men tot het besluit moet komen, dat de personen, die zich door den roover hebben laten overbluffen, eenvoudig het hoofd waren kwijt geraakt. De burgemeester van Kö penick, dr. Langerhaus, had beslist moeten aandringen op het vertoonen van het bevel tot inhechtenisneming; juist als officiar diende hij te weten, dat de soldaten slechts gebruik van hunne wapens hadden mogen ma ken, zoo hij zich feitelijk had ver zet of op de vlucht ging. Hij be hoefde zich dus volstrekt niet door de blinkende bajonetten beangst te laten maken. Men mag op goede gronden betwijfelen, of de geraffi neerde schelmtot het uiterste zou zijn overgegaan, indien de burge meester wat flinker was opgetreden. Bovendien mag een soldaat, even min als een burger, aan een bevel gehoorzamen door welks opvolging hij een misdrijf begaat. Verder worden tot gevangenne ming van een officier nooit minderen gecommandeerd. Slechts wanneer het tot handtastelijkheden zou ko men, kan in het uiterste geval van hunne hulp gebruik worden gemaakt. En eindelijk treden bij inhechtenis neming van burgers, zelfs als ze reserve-officieren zijn onverschil lig of ze wegens een militair of een burgerlijk vergrijp zijn aangeklaagd militairen niet als uitvoerende macht op. De ontvanger van Kö penick had ook dienen te bedenken, dat de militaire autoriteit hoege naamd niets had te maken met den toestand van zijn kas. Hij had be slist moeten weigeren, ook trots de zwaarste dreigementen, aan het be vel te voldoen, zoolang hem geen oorkonde werd getoond, aan welks echtheid niet te twijfeleD viel. RUSLAND. Een goede uitslag heeft de besprekin gen tusschen minister president Stoly- pine en den rector der Moskousche hoogeschool bekroond. De minister president beloofde de politiewacht die het gebouw omringt, te zullen intrekken, en keurde goed, dat de studenten vergaderingen houden volgens de door den universiteitsraad gegeven voorschriften. Dientengevolge zal de hoogeschool morgen heropend worden. ITALIË. De vlootriefeningen in de Adriatische Zee worden voortgezet, maar volgen mag ze niemand. Den journalisten is aangezegd, dat zij niet toegelaten kon den worden. Er is dus van de ma noeuvres geen ander nieuws dan wat het Ministerie van Marine belieft mee te deelen. ;«ggg ^Vooral met hef oog op denOostenrijk - schen spionnendienst zou de regeering tot deze maatregelen gekomen zijn. lederen dag worden personen gearres teerd, die men ten onrechte voor verspieders houdt. De politie is dag en nacht in de weer. Al wat met zekerheid van de manoeu vres bekend is, loopt over de oefe ningen met de onderzeesche booten, welke ,,zeer bevredigend" worden ge noemd. BELGIE. Alles wordt vervalschtWe eten vervalschte boter, vervalscht brood, ja, wat niet al! Volgens een berichf in het Handelsblad v. Antwerpen wordt er in België op reusachtige schaal gewerkt metvalsche reisbiljet ten. De Regeering laat het er niet bij zitten; het parket bemoeit zich thans met de zaak en heeft een ex pert-scheikundige, Herman Druyts te Antwerpen, belasi met het nazien en onderzoeken van meer dan 60,000 twijfelachtige reiskaarten, die in de maanden Augustus en September af gegeven werden. Gebeuren dergelijke dingen ook elders Het valt niet te betwijfelen. FRANKRIJK. Het aftreden van Sarrien als minis ter-president wordt door telegrammen van gisteravond bevestigd. De „Temps",sinds lang het officiëuze regeeringsblad, weet te melden, dat Sarrien's besluit om af te treden onherroepelijk is. Het blad weidt uit over zijn ziekelijken toestand en her haaldelijk te kennen gegeven verlan gen naar het heengaan. „Morgen", zegt het blad, wordt het bericht offi cieel". De „Temps" voegt erbij, dat men op goeden grond kan aannemen, dat de heer Clemenceau zijn opvol ger zal worden. Daarmee wordt dus bevestigd, wat wij gisteren schreven, en wat middag klaar was voor allen, die Clemenceau's gangen volgden. Op alle manieren heeft hij Sarrien het leven onmoge lijk gemaakt met het eenige doel het presidentschap. Indien hij nu nog het Ministerie van Oorlog daarmee vereenigt, staat Frankrijk misschien aan den vooravond van hoogst ern stige gebeurtenissen. DUITSCHLAND. Het gaat er in Pruisisch-Polen hoe langer hoe vinniger toe met de zaak Poolsch bij het godsdienstonderwijs of Duitsch? Protestvergaderingen worden aange kondigd en verboden, leden van de schoolcommissies worden ontslagen en zelfs de kinderen gaan van lijdelijk verzet over tot daden. Toen Woensdag te Gnesen de onder wijzers in hunne klassen kwamen, werd. hun door de kinderen in het Poolsch een morgengroet toegeroepen. De onderwijzers spraken het gebed uit in het Duitsch, de kinderen in het Poolsch. Toen legden de leerlingen hunne godsdienst-leerboeken op de lessenaars van de onderwijzers en verklaarden ze geen "godsdienstonder wijs in de Duitsche taal te willen ontvangen. Een Poolsch redacteur had zich reeds voor het begin van deles sen voor de school geposteerd. Toen te 12 uur de school uitging, waren vier politie-agenten r.oodig om de orde te bewaren. Een leelijke geschiedenis voor Prui sen, vooral als men zich herinnert, dat Rijkskanselier Von Bülow zelf deze quaestie een der neteligste noemde der Pruisische binnenlandsche Staat kunde. De „Post" verlangt, dat de Pool- sche aartsbisschop v. Stablewski wegens den laatsten herderlijken brief niet langer in de grenspro vincie geduld zal worden. De ka tholieke „Germania" neemt de par tij van den prelaat op en zegt Eigenlijk is al het geschreeuw slechts een nieuw bewijs voor het fiasco van de anti-Poolsche bewe ging. De politiek tegenover de Po len is glad verkeerd en een mis lukking gebleken. Omdat men nu geen raad of uitkomst weet, roept men om de politie. Dat is de hoog ste wijsheid van onze voorvechters van het Duitsche element. Men heeft den mond vol van de Duitsche beschaving en van de meerderheid van den Duitschen geest, maar op stuk van zaken verlaat men zich toch niet op deze fraaiig heden, maar enkel en alleen op den politie-agent. Zou er wel ergens een anti-Pool zijn die, zonder meineed te begaan, durft beweren, dat zijne verontwaardiging tegen den aartsbis schop eerlijk is? Menschen die zich over de verkrachting van de Duit sche taal in het buitenland van ze delijke verontwaardiging niet weten te bedwingen, moesten toch beden ken, dat een bisschop niet anders kon doen, dat hij niet voor het ge ven van godsdienstonderwijs aan de kinderen in een hun geheel of ten deele onbegrijpelijke taal kan op komen. Wanneer men den aartsbisschop thans verwijt,dat hij de schoolstaking en het gewelddadige verzet tegen het Duitsche godsdienstonderwijs geprezen en begunstigd heeft, is dat een brutale leugen. Hij heeft alleen de Poolsche ouders tot aan vulling van het gebrekkige gods dienstonderwijs op school door zulk onderwijs in huis en kerk, en de geestelijken tot grooteren ijver bij het godsdienstig onderwijs der jeugd opgewekt. Dat is niet alleen zijn recht, maar zijn plicht, en wij wil len afwachten, of de regeering het zal aandurven hem met geweld de uitoefening van dezen plicht te verhinderen. Zij zou het geheele katholieke (Duitsche) volk en niet alleen de Polen tegen zich heb ben. Hofberichten De Vorst en Vorstin van] Bentheim worden binnenkort voor eenige dagen ten paleize Soestdijk verwacht. Bij H. M. de Koningin-Moeder ten Paleize te Soestdijk dineerden in de laatste dagen de heeren Vening Mei- nesz, lid der Eerste Kamer en Me vrouw De Beaufort, lid der Tweede Kamer, en Mevrouw. Voorts dejeuneerden bij H. M.: Graaf van Rechteren Limpurg, Minister-re sident te Bern, en MevrouwBaron Gericke van Herwijnen, gezant te Londenen Maas" consul-gen. aldaar. Uit Soestdijk wordt verzekerd, dat van een tijdstip van terugkeer van H. M. de Koningin-Moeder naar Den Haag in het geheel nog niets be kend is. TWEEDE KAMER. De Kamer heeft gisteren het „wets ontwerp tot verhooging van de In dische begrooting voor 1906 met f 500,000, voor den terugkoop van particuliere landerijen op Java", met 51 tegen 34 stemmen verworpen. Naar aanleiding van de motie, voor gesteld door het Kamerlid van De venter, in zake den terugkoop van de particuliere landen op Java, zijn na afloop der Kamervergadering en gisterochtend vóór den aanvang der zitting drukke besprekingen gehouden tusschen verschillende Staatkundige groepen in de Kamer, ter zake van hunne gedragslijn ten opzichte van dit voorstel. Landerijen op Java. Bij het gisteren voortgezette de bat verklaarde de Minister van Koloniën, de heer Fock, zich in geen geval te kunnen vereenigen met de motie van den Heer Van Deventer, om Nanggoeng niet aan te koopen, en welke eenvoudig de wen- schelijkheid uitspreekt van te rugbrenging van particulier land bezit in Staatsbezit naar een vast plan. De heeren IJzerman en Van Vlijmen bestreden de motie en ad viseerden den heer Van Deventer haar in te trekken en liever bij amendement klaren wijn te schen ken. De motie werd verworpen met 64 tegen 20 stemmen. De Heer Tijdeman lichtte vervol gens de amendementen toe, strek kende le. niet te spreken van terugbren ging maar van onteigening van par ticuliere landerijen op Java in Staats bezit, en 2e de credietaanvrage van 5 ton om te zetten in een memoriepost. De heer Van Deventer bestreed deze hij wilde naast onteigening als hoofddoel aankoop mogelijk laten. Spreker stelde amendementen voor, bedoelende Nanggoeng niet aan te koopen. Na langdurige discussie werden alle amendementen verworpen; het ontwerp daarna ook verworpen met 51 tegen 34 st. FEUILLETON. 44. Ja, dat zijt gij, hernam hij, op levendigen toon. Gij zijt voor mij de Verpersoonlijking geweest van de lente, het geluk, de jeugd en het leven. Gij zijt het ideaal, dat ik langen tijd overal te vergeefs gezocht heb. Zeg niet meer, dat ik eene sc'ioone schil derij, goede muziek of een boeiend boek gemaakt heb. Dat is uw werk geweest, gij hebt in mij gezongen en gesproken. Hij zag' haar aan met dien blik van verrukking, waarmede hij som tijds een schoon landschap, prachtige bloemen, zijne schilderijen en kunst voorwerpen beschouwde en hij her nam op smeekenden toon Wees niet bang voor mij, loop niet weg. Als gij wist, welk eene vreugde het voor mij is, u te zien, dan zoudt gij niet heengaan, gij zoudt vertrouwen in" mij stellen als in een vriend. Dat is'alles, wat ik u vraag, niets anders. En dat wilt gij, niet waar? Hij smeekte haar op roerenden toon en zijn gelaat had die diepe, verhe ven uitdrukking, die hem somtijds geheel veranderde. Aliette wist niet, wat zij zeggen zou, en toen zij wilde antwoorden, beefden hare lippen. Toen verwijderde hij zich een wei nig, dat zijn blik haar niet meer ge bannen hield en op zijn gewonen toon herhaalde hij: Dat wilt gij, niet waar, gij vindt het goed, dat ik uw vriend ben? Op dezen toon uitgesproken, kwam de vraag Aliette niet meer zoo bui tengewoon voor, en met een blos op de wangen antwoordde zij tiet is mij wel, als het mijnheer Fromentier goed is. Dan vluchtte zij haastig weg. Thuis gekomen, sloot zij zich in hare kamer op; zij knielde voor haar bed neer en verborg het gelaat in de kussens, evenals de struisvogels, die den kop in het zand steken en dan meenen, dat zij niet gezien worden, omdat zij zelf niets zien. Was dat wel waar? Vergiste zij zich niet in de beteekenis zijner woorden? Zou het mogelijk zijn, dat zoo iets haar kon overkomen? Zij zou Frangois Livron nooit meer terug hebben willen zien, en dan weer verlangde zij hem aanstonds te zien. Zij was zeer tevreden, ofzeer boos. Zou er dan nooit een einde komen aan dezen dag -Wat! roept men nu al voor het diner? Aan tafel bij mijnheer Fromentier schoof zij haar stoel zoo ver mogelijk terug, vreezende, dat de oude man op haar gelaat zou kunnen lezen. Hij kon altijd zoo spotten, hij was zoo onver biddelijk Hoe ongelukkig, dat Luc niet hier>'3s;as om als bemiddelaar op te treden, om .zich als naar gewoonte er mee te belasten de zaak in orde te brengen. Gelukkig was het niet heel licht en mijnheer Fromentier had het zeer druk over zijn koren. Deze warmte is goed voor het graan, dat nog rijp moet worden, zeide hij, maar minder goed voor menschen, die al op jaren komen. De oude Gau- they is door een soort van zonnesteek getroffen, hij moest 't veld verlaten* Daarom zal ik hem maar voor een halven dag loon uitbetalen. Tegen den avond scheen het weder nog drukkender te worden. De warmte was binnenshuis ondraaglijk. Laten we eerst nog een luchtje scheppen, zeide Fromentier, voor wij naar bed gaan. Wat scheelt er aan, Aliette, gij blijft daar als een stand beeld zitten? Hebt gij mij niet ver staan? Ik geloof, dat het kind doof wordt Aliette was volstrekt niet doof, maar het geluid aan stappen buiten, die Fromentier niet kon hooren, deed haar nog aarzelen. Mijnheer Fromentier trok haar onge duldig mee. Dan gingen beiden op de oude steenen bank zitten, waar Luc den nacht van zijn vertrek vooraf gaande zoo lang gezeten had. En, zoodra zij daar zaten, liet de gast, dien Aliette verbeidde, niet lang op zich wachten. Gaat gij ook nog een luchtje scheppen, evenals wij, mijnheer Livron, sprak Fromentier, die veel lust ge voelde om wat te praten. Kom hier wat bij ons op de bank. Aliette, schik wat hierheen. Daar op 'teind van de bank naast haar is nog een goed plaatsje, mijn waarde. Zet u en laat ons wat over de politiek praten. De politiek duurde niet lang. Tien minuten later was de grijsaard met de armen over elkander geslagen en de kin op de borst gesteund, ingedom meld, na eerst nog iets half onver staanbaars over den landbouw gezegd te hebben. Toen wendde Frangois Livron zich tot Aliette en zij praatten op hunne beurt bij het heldere maanlicht dat aan het goudblonde haar van het jonge meisje 'n zilverachtigen glans verleende en haar gelaat een fantastische bleek heid. Al hunne woorden mochten ge rust door den meest nauwgezette gehoor.d worden. Aliette sprak over hare ouders en vertelde van hen wat zij wist; dat hare moeder knap, haar vader geleerd was, dat beiden zoo goed waren, dat zij hen reeds als klein kind verloren had en dat zij nog over hen treurde. En wie heeft u daarna opgevoed en liefgehad? vroeg Livron. Luc niemand anders dan Luc. En houdt gij dan ook niet van uw vriend Luc? Den vorigen dag had zij deze vraag bevestigend kunnen beantwoorden. Nu antwoordde zij Luc is niet slechts mijn vriend, hij is veeleer mijn vader. Dan sprak zij verder over de jaren, die zij op de kostschool had doorge bracht. Nooit had zij zooveel en zoo goed gesproken, misschien ook wel, omdat nooit iemand zoo geduldig naar haar geluisterd had. Eindelijk werd mijnheer Fromentier wakker. Men stond op. Goeden avond, wel te rusten, bromde mijnheer Fromentier, zich de oogen wrijvende. Tot ziens, zeide Frangois Livron. {Wordt vervolgd). INUENDRiT: AGITE m NOH AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1