Woensdag 24 Oct. 1906.
No. 6434.31ste Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
yf:
Vader Chronos opknappen
BUITENLAND.
BINNENLAND
De familie Fromentier.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post.
Afzonderlijke nummers
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE
DAGEN
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT.
BUREAUX: St.JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426. - HAARLEM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
Agenda voor Donderdag.
R.K. Volksbond (Bondsgebouw St.
Bavo) 8l/2 uur, Bestuursvergadering
van het Kalk- en Steenbewerkersgilde.
Schouwburg Jansweg: de Veroveraar.
De Kroon (café-zaal) Weener Dames
kapel.
Haarlemmermeer: Zitting van den
gemeenteraad.
Bloemendaal: Vergadering van den
Raad der gemeente, 's avonds half
acht.
Schoten: Vergadering van den ge
meenteraad; 's avonds halt zeven.
Onze tijd, heeft hij eenen goeden
naam
Hum 1 Hum Men kan wel aan
nemen, dat die zoogenaamde libe
rale tijd volstrekt niet bij allen in
goede geur staat.
Wat moet dan een goed Katho
liek opzichtens dien tijd denken en
doen
Ons bedunkens moet men primo
nooit vergeten, dat die tijd in zijn
oorsprong een koninklijk geschenk
is, door den goeden Hemelvader
ons geschonken. Uit Gods hand
komt die tijd vlekkeloos voort en
hoezeer nu booze lieden dien tijd
besmeuren, de Hemelvader neemt
dien tijd niet terug, laat hem niet
ophouden, maar doet hem onge
stoord afrollen.
Met welk verlangen zoude dit ge
beuren
Met het verlangen, dat de brave
lieden paal en perk zullen stellen
aan het bederven van Vaders ge
schenk. De ouden beeldden den
tijd af als een persoon, Chronos ge-
heetendeze heer was een recht-
oude papa met grooten wittenbaaid,
welke lher en daar vlokken had
verloren. Dat was ook te begrijpen
want de tijd heeft niet enkel Abra
ham, maar zelfs Adam gezien en
in zoo'n langen achtermiddag komt
zelfs de sterkste baard wel eens in
Verkeerde handen. Maar nu moes
ten de brave lui Vader Chronos, in
's hemels naam, ook maar eens
(zinnebeeldig) in den baard varen.
„Hier, Oude Heer, gij zijtvan ede-
„len Komaf en van ons Houtje
„Waarom zoudt ge ooit de prooi
„worden van lui, die u van top teen
„in het vuil zetten?"
En zoo kunnen en moeten wij
dus maken, dat, waar onze tijd met
leelijke lektuur, ongeloovige poli
tiek, papieren gevaren, en met oor
log tegen den middenstand of ar
beider wil beginnen, wij heel dat
gedoente tegengaan en opknappen.
Maar dat kan ik niet, zegt iemand.
Ik antwoord udat kunt
gij toch wel, dat kunt gij allemaal,
mits ieder naar zijnen staat en ver
mogens mee wil doen. Auteurs,
propagandisten, bonds- en bestuurs
leden, schenkers en contribuanten,
zeg, zoude men niets van dat alles
kunnen zijn, bij de goede Roomsche
opknapperijen van den tijd
Denkt eens aan, Hollandsche
harten, denkt eens aan, het geldt
hier „schoonmaken!"
In de fabelleer van de goden en
godinnen lezen wij, dat zekere Her
cules, zoon van Jupiter en Alcmene,
den menschen bijzonder in de hand
kwam door zijn groote daden, zoo
als monsters verslaan, werelddeelen
van elkaar zetten enz. Maar terecht
rekent men tot 's mans groote daden
ook- het opknappen van de stallen
van Augias, koning van Elis, want
die stallen met drie duizend ossen
hadden in geen dertig jaren „een
beurt gehad", zoodat Hercules maar
besloot een riviertje te verleggen
en dat frisschigheidje eerst door die
stallen heen te koersen. Welnu, men
kan met recht zeggen, dat in de
stallen rondom vader Chronos nog
meer rommel ligt opgehoopt. En
zouden onze Hollandsche gemoede
ren niet hunkeren, om daar ook
eens wat reinigende wateren heen
te leiden?
Ons bedunkens moet ieder onzer
lezers op aarde op zijnen ouden dag
kunnen zeggen: „Weet je, ik heb
de stallen van Chronos en bepaald
den rommel van de twintigste eeuw
helpen opknappen." En gelukkig
zal iedereen mogen heeten, die dat
woord zal kunnen waarmaken. Want
'tis bekend, dat Zijn Majesteit Au
gias, al heette de vorst zelfs een
zoon van de zon, het met Hercules
min lxeeft laten liggen, en hij dien
arbeider zijn loon van circa drie
honderd ossen niet heeft uitgekeerd,
zoodat Hercules zijn ontevredenheid
erg liet blijken. Maar de groote
Koning, die ons den tijd ter reini
ging gaf, Hij zal in der eeuwigheid
niet ophouden ons na verrichten
arbeid zóó te beloonen, als geen oog
heeft gezien en geen oor het ooit
hoorde, ja, zooals het nooit in het
hart van eenig mensch is opge
komen.
Maar te deksel, er moet eerst
sterk en naar bepaald program ge
arbeid. Ge dient bij een corps van
kerkelijk-goedgekeurde Bonden en
Vereenigingen in dienst te gaan.
De jeugd moet sclioongehoudeu
(en bepaald noodig schoongehouden)
in Roomsche scholen, Juvenaten
enz; de huisvaders moeten helpen
boenen aan zich en hun omgeving,
in Volksbonden, in St. Vincentius,
in de h. Familie, vooral in de Mid-
denstauds-opknapperij en ook voor
al in het aanbrengen van goede
couranten en Roomsche lektuur;
en de huismoeders moeten weer
zorgen, dat hare vereenigingen van
Sinte Elisabeth, van Sinte Anna,
van Sinte Magdalena enz. nimmer
vereenigingen kunnen genoemd
worden van Jan Kalebas, maar
vereenigingen van dames zonder
wederga, in het bewaren of her
stellen der zielereinheid en der
lichaamskrachten bij hare bescher
melingen ten eenemale onovertref
baar!
Och als in iedereen, en ook in
ons zeiven, maar nooit het rechte
ridderlijke gevoelen werd uitge-
bluscht, om althans de mooie span
ne tijds van ons eigen leven op
aarde, iederen morgen bij zonsop
gang telkens als een groot geschenk
te beschouwen, een geschenk, wat
wij al dadelijk door morgenbede
en veelvuldige ja dagelijksche com
munie behooren te heiligen, en
verder van uur tot uur moeten
verdeelen in een beoefening van
waarlijk goede werken. Want be
duidt het iets, om, als straks de
avond daalt te kunnen getuigen:
wel, wel, ik heb voor twee man
geborreld, geluncht of gedineerd?
Neen goede lezer, laten wij het in
bescheidenheid mogen zeggen neen,
zulke praat zooals ze daar ligt, maakt
de omgeving van vader Chronos
telkens nog iets donkerder en vuiler.
Maar als het u gelukken mag met
beleid, met orde, en met vriende
lijkheid maar een heilig socieel
werkje in den loop van den dag
te doen, een steuntje aan die din
gen te geven waarom de pastoor
vraagt en waarvoor de bisschoppen
met hunne gezanten hoog ijveren,
0 dan voelt gij, des avonds, bij het
stille naar-hed-gaan, daarover be
paald een allergrootste voldoening.
Ik ben in veel te kort geschoten,
zoo znlt ge misschien verder over
den verloopen dag moeten zeggen,
maar dat ééne mooie poetserijtje
heeft Vader Chronos toch gehad.
En... dat zaakje wordt mij hon
derdvoud toegerekend ten goede!
P. M. Bots R. K. Pr.
BELGIË.
Reeds een maand duurt de staking
te Verviers, die 20.000 arbeiders tot
werkeloosheid dwingt. Hier heeft
men inderdaad een scherpen strijd
tusschen patroons en de vereenigde
arbeiders, een strijd, die door alle
partijen in België met spanning
gevolgd wordt.
Door de arbeiders is een beroep
gedaan op al hunne vrienden in
het land. Dat er te Verviers iederen
dag duizenden guldens verloren wor
den, behoeft niet gezegd. De ar
beiders willen van geen onderdoen
hooren en zij weigeren thans zelfs
met de werkgevers te onderhande
len, zoolang de arbeid niet her
vat is.
De leiders van het socialisme heb
ben zich aan het hoofd gesteld en
prediken het verzet. Gelijk wij reeds
enkele malen gemeld hebben, zijn
tal van kinderen der stakers over
gebracht naar verschillende steden
200 naar Antwerpen200 naar
Brussel75 naar Gent50 naar
Aalst50 naar Seraing. Nog 200
kinderen worden te Brussel ver
wacht.
Te Verviers voerde voorgisteren
de socialist Anseele het woord en
riep uit„Eerder ga jVerviers ten
onder dan dat de socialistische Jpar-
tij geslagen worde
Met dat al profiteert het buiten
land, Engeland vooral, van het
conflict te Verviers, waarbij beide
partijen enorme verliezen lijden.
In de voorsteden van Brussel
worden langs den publieken weg
inzamelingen gehouden voor de
stakers.
Heden vertrokken 16 knapen uit
Verviers naar Ronbaix, waar zij
concerten zullen geven ten bate der
stakenden.
ENGELAND.
De vrouwtjes hebben gisteren het
Lagerhuis te Londen in rep en roer
gezet. De heeren Volksvertegen
woordigers hervatten de herfstzit-
ting met het wetsontwerp op de
koopvaardij.
Gedurende de behandeling daar
van wisten ongeveer dertig vrouwen
bekend als heftige voorvechtsters
van het vrouwenkiesrecht, binnen
te dringen in de centrale hall, die
aan de wandelgangen van het Huis
grenst en daar begonnen ze een
betooging te houden. Sommige
riepen: „Kiesrecht voor vrouwen,
rechtvaardigheid voor vrouwen!",
terwijl andere met vlaggen zwaai
den. De vrouwen weigerden op be
vel van de politie de hal te verla
ten en werden er daarop met geweld
uitgezet, waarbij zij zich nog al
heftig verweerden en groot misbaar
maakten.
RUSLAND.
Geen enkele moord te vermel
den, geen enkel bommenaanslagje
zelfs. Wat een streep aan den balk
verdient. Het eenige nieuws is, dat
er te Moskou gisteren een aantal
huiszoekingen hebben plaats gehad,
en verscheidene personen in hech
tenis genomen zijn. Daarbij is aan
't licht gekomen, dat er een nieuw
verbond van post- en telegraafamb
tenaren bestaat, gevormd door een
groep jongelui, voor het meerendeel
ontslagen bij de jongste werksta
king.
In tegenstelling met den uitslag
van de verkiezingen voor de gou-
vernements-zemstwo's in de meeste
gouvernementen, zijn te Moskou
door den adel uitsluitend leden van
de constitutioneel-democratische
partij gekozen.
De opperbevelhebber der Russi
sche Oostzee-havens heeft aan de
bevelhebbers van alle oorlogssche
pen, die uit het buitenland of uit
Finland komende, een van die ha
vens meedoen, bevel gegeven, voor
af mededeeling te doen als er iets
uit- of ingeladen moet worden. Aan
leiding tot dezen maatregel is, dat
op den kruiser Diana smokkelwa
ren in beslag genomen zijn.
FRANKRIJK.
Clemenceau is klaar gekomen
met zijn Kabinet. De samenstelling
is de volgende
Clemenceau Voorzitter en Bin-
nenlandsche Zaken Guyot Dessaig-
ne JustitiePichon Buitenl. Zaken;
Briand Onderwijs Caillaux Finan
ciën Picquart OorlogThomson
Marine BarthouOpenbare Werken;
Doumergue KoophandelRuau
LandbouwViviani Arbeid en Ge
zondheidsdienst. De titularis van
Koloniën was nog niet bekend.
De correspondent van het „Han
delsblad" te Parijs seint het volgende
dat, komend uit zóó onverdachte
bron, dubbel de aandacht verdient.
Alle avondbladen (te Parijs) zijn
het er over eens, dat Clemenceau
een ministerie geschapen heeft naai
zij n beeld. Met uitzondering van
Briand, dien hij onmogefijk weg
kon zenden, zijn alle ministers als
staatslieden figuren van den twee
den rang. Voor buitenlandsche zaken
en oorlog heeft hij twee van zijn
trouwste vrienden genomen. Dat
hij Millerand, die onafhankelijk
zou zyn geweest, niet gewild heeft
voor buitenlandsche zaken, vindt
men teekenend. De Temps" en
„Débats, achten de keuze van Pic
quart min of meer onbesuisd, overi
gens heeft boven alle andere ge
voelens in de pers en de wandel
gangen der Kamer, de nieuwsgie
righeid de overhand naar het
geen zulk een ministerie doen zal
en naar de duurzaamheid van Clé-
menceau's dictatuur."
Vooral drie personen komen hier
in aanmerking :Clémenceau,Piquart
en Pichon. Ondanks zijne vrienden
heeft Clémenceau tóch Picquart ge
kozen. Dat wijst er o. i. op, dat hij
't hem toegeschreven program met
Engeland ten uitvoer wil leggen.
Tenzij het een ministerie „P.
P. C. - moet worden dat wel
dra het „p. p. e." der visite-kaart
jes kan gebruiken.
SPANJE.
Gisteren is aan de Cortes het
ministerieele program voorgelegd.
Behalve de begrootïng bevat het
wetsontwerpen op de afschaffing
van het octrooi, op ouderdomspen
sioenen, de reorganisatie van de
Bank van Spanje, op het recht van
vereeniging, de gerechtelijke eeds
aflegging, den milit. dienstplicht en
een aantal ontwerpen van geringer
belang betreffende openbare werken,
het onderwijs en het wisselrecht.
Een bericht uit Madrid deelt
mede, dat de Koning zijne goed
keuring onthouden zal aan het ont
werp op de Vereenigingen, daar het,
de politiek eener gansche partij
heetende, ook door alle groepen uit
die partij moet goedgekeurd worden.
Maar in het ministerie zelf is 't
men er niet over eens.
De heer Montero Rios is er sterk
tegen gekant.
De Koning is er ongetwijfeld
voornamelijk hierom tegen, wijl hij
als goed Katholiek geen anti-cleri-
caal gehaspel wil in zijn land.
AMERIKA.
Te New-York zijn den 22en dezer
berichten ingekomen waaruit blijkt,
dat in verschillende staten van
Amerika de stormen blijven aan
houden.
In Wyoming, Colorado, Kansas
en Minesota liad het 24 uren ach
tereen hevig gesneeuwd, zoodat in
deze staten het verkeer vrijwel
overal was gestremd.
Een telegram uit Richmond
(Virginië) door de „New-York Sun"
ontvangen, bericht dat in dien Staat
nog steeds hevige plasregens val
len. De buiten hare oevers getreden
rivieren zetten het platte land on
der water en sleuren alles mede,
wat zij in haar vaart ontmoeten.
Tal van bruggen zijn vernield. Te
Scottsville staat het water voeten
hoog in de straten. Over Salt Lake
City (Utah- woei een wind met een
snelheid van 85 K.M. in het uur
en veroorzaakte een schade, die op
een half millioen wordt geschat.
Hofberichten.
H. M. de Koningin en prins Hen
drik hebben gisteren in de Hofopera
te Dresden de opvoering van Wag
ner's Fliegende Hollander bijgewoond.
De Koninklijke Familie wordt in de
eerste week van November uit het bui
tenland op het Loo terugverwacht.
Gisteravond kwam H. M. de Ko
ningin-Moeder in een salonrijtuig van
den N. C. S., aangehaakt aan den
trein van 7.19, uit Soestdijk in de
hoofdstad aan ter bijwoning van de
„Fidelio" opvoering in den Stads
schouwburg.
De Koningin-Moeder was vergezeld
van twee hofdames en een kamerheer,
werd op het perron van het Centraal
station opgewacht door den station
chef, den heer Van Vassen en in de
koninklijke wachtkamer door burge
meester mr. W. F. van Leeuwen.
FEUILLETON.
48.
Maar, ongeluksvogel, riep hij uit,
Waarom hebt gij er niet aan gedacht
te trouwen? Gij bezit eene onverbe
terlijke roeping voor huisvader!
Luc sloeg beschaamd de oogen neer.
Hij vroeg zich zei ven af. door welken
drang hij dit kleine meisje zoo even
had in de armen genomen, waarom
hij hare bleeke wangetjes en mooi
blond haar gekust had; waarom hij
zijn hart voelde ineenkrimpen, toen
hij de ziekelijke bleekheid van dit
ttteisje zag en van blijdschap opge
sprongen was, toen hij haar hoorde
lachen, en hij zei:
Het is waar, dat ik veel van
kinderen houd, maar dat wil nog niet
Zeggen
Als men die liefheeft, moet men
«r zelf hebben, hernam Montaurel vol
overtuiging. Dat is bovendien de beste
troost bij alle rampen in het leven.
Of een bron van aanhoudende
zorg
Luc zweeg eensklaps, toen hij het
gelaat van zijn vriend zag betrekken.
Op fluisterenden toon, alsof Mon
taurel bang was om zijne ongerust
heid uit te spreken, vroeg hij)
Gij vindt, dat de kleine erg
teer is?
Volstrekt niet, integendeel, be
vestigde Luc.
Zoo,zoo,ik heb langen
tijd gedacht, dat ik haar niet behou
den zou, maar sedert het vorige jaar
is zij veel sterker geworden, en als zij
zoo blijft winnen, zal ik spoedig heel
en al gerust zijn.
Een zucht van verlichting ontsnapte
aan zijne borst.
Zijne trekken ontspanden zich en
bijna op vroolijken toon voegde hij
er bij
Wat zou er van mij geworden
zijn, zonder haar! Met haar blijft mij
eene toekomst, de hare. Ik zal haar
bij mij zien opgroeien. Ik zal haar
geluk verzekeren. Ik zal niet eenzaam
zijn in mijn ouderdom.
Hoe bescheiden dit vooruitzicht van
zijn vriend ook was, toch wekte het
in 't hart van Luc een zekere afgunst
op en met eene bitterheid, die hem
onwillekeurig ontsnapte, zeide hij
Gezondheid is niet alles. Uw
kind zal u nog heel wat andere zor
gen veroorzaken.
Montaurel keek zijn vriend ver
baasd aan, zonder hem te begrijpen.
Ja, vervolgde hij, door zijne idéé
nxe meegesleept.
Als zij eenmaal een jong meisje ge
worden is, eene vrouwals zij zal
beminnen en bemind worden.
Een luide lach, die Montaurel niet
bedwingen kon, riep hem tot zich
zelf en eenigszins verlegen trachtte hij
zich nader te verklaren
Ja, maar denk dan eens, wat het
zeggen wil, lief te hebben, zijn geheele
hart en leven aan een ander te geven,
afstand te doen van zijne vrijheid en
rust, bijna de eenige goederen, die wij
op deze wereld kunnen bezitten, en
wat krijgt men er voor inruil? Heel
dikwijls teleurstelling of eene korte
vreugde, die altijd en altijd weer door
onrust verstoord wordt.
Beiden hadden nu plaats genomen
op eene bank langs den wandelweg
en Montaurel vervolgde:
Ik meen in dit opzicht een goed
rechter te zijn, want ik heb alles ge
leden, wat men lijden kan. Welnu,
en toch heb ik er geen spijt van eene
vrouw bemind te hebben. Heb ik
smart gehad, ook veel vreugde was
mijn deel. Dat is nog beter dan vol
strekt niets gehad te hebben. Hoe het
leven ook zij, geloof mij, inen moet
het leven
Een ongewone ontroering was voor
een oogenblik zichtbaar op het gelaat
van dezen man der wereld, maar ver
dween ook aanstonds.
Aan den anderen kant van den
wandelweg ging de kolonel voorbij
in stramme houding in zijn nieuwe
uniform.
Hij zag Montaurel, die niet spoedig
genoeg groette, strak aan, en Luc, die
in h< 4 geheel niet groette, vol veront
waardiging.
Al had op dit oogenblik een heel
bataljon Luc gepasseerd, hij zou het
nog niet gezien hebben, hij vergat
bijna de aanwezigheid van zijn vriend.
Hij was zoo in zijne eigen gedachten
verdiept, dat hij geen besef genoeg
meer had, om naar Montaurel te luis
teren, nog veel minder dezen te ant
woorden.
Dan troffen eensklaps de woorden
zijn oor:
En wat is er van de kleine Aliette
geworden
Wijl hij het gesprek niet gevolgd
had, richtte hij zich verschrikt op.
Hij wist zoo niet, waarom Montaurel
hem naar Aliette vroeg. Het kwam
hem onverklaarbaar voor, vreemd,
schrikwekkend, dat juist deze woor
den zijn geheimste gedachten kwamen
storen.
Waarom vraagt gij mij dat? Wat
wilt gij daarmee zeggen? riep hij uit
met een drift, waarover zijn vriend
ver >aasd stond.
En zijne dwaasheid bemerkend,
trachtte hij zich te verontschuldigen
en voegde er met een gedwongen
lachje bij
Ik dacht, dat gij haar vergeten
waart. Ja, zij is nog altijd bij mijn
vader. Een lief kind, van wie wij
nooit anders dan vreugde beleefd
hebben.
En toch scheen deze getuigenis
„ooveel te kosten, dat het Montaurel
niet ontging en deze laatste iets be
gon te vermoeden. Daarom zocht hy
het gesprek op een ander onderwerp
te brengen. Luc spaarde hem echter
deze moeite.
Zeg mij eens, hernam hij plot
seling, gij zijt zoo lang 'te Parijs in
garnizoen geweest en kent zeker
veel menschen. Kent gij ook een heer
die schilder, schrijver en musicus is?
De beschrijving is wel wat vaag.
Zeg mij liever zijn naam.
Alsof deze naam hem niet uit den
mond wilde, bewoog Luc twee of drie
maal de lippen, maar te vergeefs ein
delijk bracht hij met moeite deze
woorden uit:
Francais Livron.
Frangois Livron! dat geloof ik
wel.
Het getal wandelaars begon toe te
nemen. Langs de bank, waarop onze
beide vrienden zaten, gingen zij bij
groepen voorbij, met Montaurel een
groet wisselend. Toen deze Luc breed
voeriger wilde antwoorden, kwam een
kapitein naar hen toe en deed hun
een heele vertelling van eene geschie
denis uit de kazerne.
Wordt vervolgd).
NIEUWE
COURANT
flOITE Mfl NOU AGITATE.
5|C